ONZEKERHEID en MACHTELOOSHEID In Brabants Westhoek is het ergste voorbij Het ergste van alles is: Drama op Schouwen, vele slachtoffers PRINSES WILHELMINA IN KLOOSTERZANDE Uittocht uit Voorne is in volle gang door H. A. Lunshof HELP- GIRO 9575 Krimpenerwaard houdt het -HELP—, GIRO 9575 4 DE COURANT—NIEUWS VAN DE DAG DINSDAG 3 FEBRUARI 1953 HET ergste is de onzeker heid. De onzekerheid en de machteloosheid er iets tegen te doen. Noord-Be veland, Goeree en Over- flakkee, Tholen en ontelbare plaatsnamen, die men zich vaag herinnert: men weet niet wat er gebeurt. Men weet alleen, dat er mensen o-1 zolders, op daken, op afbrokkelende muren, in bomen zitten, men ziet breed en zwaar, vliegtuigen aan de gezichtseinder1 iets uitwerpen: het zijn rubber boten, goed bedoeld. Geen nut. V/at heeft een man, die in een boom zit of op een dak aan een rubberboot, die vijf meter van hem valt? Een tantaluskwelling. En een tantaluskwelling is ook de mateloze dorst. Dorst sn angst is alles wat hem overblijft. In de onafzienbare verten, waar nog ontelbaren zitten, in de koude, die vandaag woeste sneeuwbui en over het tafereel van de ramp - joeg. In dit gigantisch panora ma van ellende, wordt angst en dorst geleden. Dat is de klacht van iedereen, die gered is en die met ingevallen kaken en vreemd starende ogen het verhaal doet van de martelingen van de laat ste 36 uur, de dorst, die wij had den, wachtend boven de water vlakten. DAT is de eerste ervaring. Dat de dorst de angst nog bijna overheerst. De tweede ervaring is die van de machteloosheid. Men weet niet waar men begin nen of waar men eindigen zal. Elke hulpdaad lijkt het verza melen van zand op het strand. Overal roept de hemel, roepen de bomen met hun kale takken, roepen de daken van de huizen orn hulp. En boten zijn er nog ts weinig, en bemaningen: al stroomden vandaag van alle de len van Nederland, op vracht auto's geladen, de boten toe. Maar elke boerderij is een eilandje op zichzelf, en hoevele boerderijen zijn er. Van Zeeuwsch-Vlaanderen tot om Rotterdam is het één woestenij van ellende. DE verhalen van de ontvluchten zijn ten hemel schreiend. De angst, de angst ook om de toe komst, hst lot van de dieren, van de koeien en de paarden, waarvan sommige nog gered konden worden en naar verza melplaatsen worden gebracht. De dieren zijn vermoeider nog dan de mensen. Koeien, die bijna neervallen, met bebloede koppen, geschonden lijven, paarden met die trieste wanhoop in hun ogen, die aan hun soort eigen is. Ze sjokken voort, gedreven door vermoeide mensen en door ver moeide soldaten. Geen triester beeld dan de processie van de dieren, sukkelende achter een wagen met in lakens gehulde kinderen, het water achter zich, de sneeuwstorm voor zich, die uit de onbarmhartige hemei neerstriemt en alles doordrengt met de doodskou. Want de kou vaart als een machtig mes, scherp en snijdend, over het menselijk leed. De kou snerpt door de zolders, waarop de men sen zich schuilhouden, de kou snerpt door de reten en kieren van"'bovenste verdiepingen, de kou snijdt over de geviuchten zonder erbarmen. Zonder erbar men; want het is of er voor deze mensen, die nog net gered zijn, geen genade is, elk element is even hard en meedogenloos. VANMORGEN waren wij Steenbergen. Een stad vol leed. Het ligt nog juist droog. Uit het Westen zijn de voorste huizen overstroomd; van Steen bergen gaat een lange, rechte weg de ellende in. Ter linkerzij van dis weg Vossemeer, ver dronken, met nog duizend van de 1600 inwoners op de daken en één schamele motorboot, die de verbinding onderhoudt, recht door reikt de weg tot in het dorpje St. Filipsland. Een wel varend plaatsje. Wij zijn er ge weest. Het water staat tot aan •de bovenkant van de deuren, egaal en vlak. Het is er doodstil. Twee vrouwen zijn de enige le venden, die nog niet zijn geeva- cueerd. Zij hebben zich schuil gehouden. Terwijl een deel van het dorp in het niet is verdwe nen en het andere deel, de stra ten met de naamboordjes, gemi nimaliseerd is tot de halve Roog- te. De hoofdstraat, die Voor straat heet, heeft een vlak pla- vuisel van water gekregen. Hst is een dwergendorp geworden met dwergenhuizen. Het is de helft verkleind. De kerk is een halve kerk, de huizen zijn halve huizen. Doods en zonder leven, met duiven op het dak, die blij ven, waar zy wonen en nu en dan over de watervlakte vliegen. Kermende kreten gaan er op van een paar varkens, die met de dood strijden, jammerlijke gelui den alsof zij geslacht werden. Een boer is op het dak geklom- men en haalt nog beddegoed naar buiten. Welhaast verstom men de kreten van de varkens. Zij zijn neergedaald in het le gioen van gestorven dieren, dat met dikke lijven tegen de dijk drijft, de dijk ter Oosterzijde, die het gehouden heeft en zelfs zo goed gehouden, dat het natuur lijke water daar is drooggevallen en zelfs de kleine haven. O, grillig lot. Terwijl St. Fi. lipsland verdronken is, ligt de haven droog. En de twee schepen, die er liggen, konden geen dienst doen, omdat zij geen water hadden. Naar deze droge plek zijn nog een paar tiental len katten gevlucht, die er ge sneuveld zijn in het drijfzand. Katten ziet men alom. Dode kat ten. Een haan met de kop in de modder. Kippen, bedekt met schuim en katten, die nog juist op de dijk wilden springen, maar door het water achterhaald zijn. De twee oude vrouwen worden uit het huis gehaald en met een zorg, die de soldaten eer aan doet, op een brancard gelegd. Het ene oudje wil niet. Zij wil lopen. Ik heb het hier twee nachten en twee dagen uitgehou den zegt ze, en ik ben nog niet ziek. „Hoe oud is u?" Twee en tachtig. Bang geweest? Ja, om dat de muren zo kraakten. DE soldaten. Heel Nederland had hen deze nacht moeten zien. Deze nacht vol verschrik king. De gierende wind, de sneeuw, dan weer striemende regen, flakkerende zoeklichten over de wateren, oneindig ge druis en rumoer, en onze jon gens, kletsnat, doorweekt, de schamele bootjes tegemoet, kin deren oppakkend en vrouwen, en als zij niet meer konden en doodmoe, brakend soms, tegen de muur van de hulppost leu nend, gingen zij toch weer te rug, de soldaten, en niet omdat zij moesten, maar omdat zij wil den. Nederland moet het weten, dat in deze woeste, onzinnige nacht de vreemdste en kloek moedigste heldendaden zijn ge schied niet alleen, maar door de jongens een uithoudingsvermo gen aan de dag is gelegd, dat hier en daar bovenmenselijk scheen. Vanmorgen lagen of za ten zij te slapen, kapot en op van moeheid. Deze nacht mogen zij met ere de nacht van hun leven noemen. WELK een nacht. Zwart. On peilbaar. Duister. En daar in de verte, men wist het zeker, ontelbaren, die het licht lang zaam hadden zien verdwijnen, die de dag, welke geen redding bracht, hadden zien verkeren in de schemering, en turend over de watervlakte was er geen hulp gekomen, en nu kwam de einde loze nacht, die al de verschrik kingen van het duister bracht en nog geen hulp, en nog geen redding. Dat is de sfeer van de harde onzekerheid. Men moet er liefst niet in zachte of zoetelijke ter men over praten. Men moet de dingen zien, zoals zij zijn, de ge lijkmatige verschrikking van net water. Vossemeer, St. Filipsland, plaatsen, die wü zagen, andere plaatsen, die wij nooit zullen zien. „De oorlog is erg, mijn heer", zei een oude boer tegen ons, „maar dit is erger". En op het vlakke water van St, Filips land wijzend, dat tot op een streep bij elk huis gelijk hoog staat, voegde hij er aan toe: „Maar het is ten minste demo cratisch." veestapel tegen de dijk, on. der stro, huismeubelen, yaten, weckflessen, drijft, het land weer in. De smalle streep land langs het water. Overal hetzelf de beeld. Bij Rilland-Bath is men bezig een lijn naar het dorp te brengen, waarvan de burge meester is omgekomen. In Hal steren verdrongen de geredden zich met een schamele matras, BURGEMEESTER VAN BURGH VREEST een paar kinderen lopen te hui len, een vrouw ligt tegen de deur aan. uitgeput. Ergens, achter in een keuken, krügt een andere vrouw een kind. De duizend din gen. die men op kan sommen, la ten zich niet tot één geheel brengen. De mateloze verschrik king ligt merkwaardigerwijze voor de beschrijvende toeschou wer niet in het individuele beeld, maar in het gigantisch décor, waartegen de mens, met al zijn leed, verloren gaat. Daar om kan men de situatie niet be- schrijven. De ellende, de helden daden, de doden, de geslagen wonden, de ogen, die om hulp smeken, de kreten, zij gaan voorbij in hun eentonige volg orde. Doch het woeste décor, met de hemel, grauw en rood soms, het onbarmhartige water, blijft, het water, woest, zoals het V3n den beginne af aan was, toen de elementen nog ongescheiden wa ren. Het schijnt, dat de duistere hemel zich tot dit donkere water aangetrokken voelt waarin, kreunend en armetierig, de resten van het leven hun tak ken en armen naar boven ste ken. En in de verte, naar het Oosten, waar het land breed ligt en vrij van water en gelukzalig, spant zich een regenboog tegen de duisternis, fonkelend van kleuren. De burgemeester van Burg, jhr. A. van Citters, zal Dinsdagoch tend per helicopter van Woens- drecht naar zijn woonplaats vlie gen. Hij neemt een grote hoeveel heid medicamenten mee, waarom de burgemeester van de zusterge- meente Haamstede Maandag drin gend heeft verzocht. Vandaag nog heeft Jhr. van Citters gepoogd Schouwen te voet te bereiken. „Met twaalf personen en Rode Kruiswagens uit Gelderland zijn wij van Steenbergen naar St. Phi- lipsland vertrokken", vertelde hij vanavond in Bergen op Zoom. „We zijn toen buitendijks te voet naar het veer Anna Jacoba ge trokken. Gaten in düken zouden gedicht moeten worden met min stens 1200 zandzakken. De haven van het veer van Schouwen kan gebruikt worden. Ook de ponton en de laadklep zijn in orde. Met een voorbijvarend jacht van Lips' Scheepsschroevenfabrieken zijn we toen naar de overkant, naar het veer van Zijpe, gebracht. Ook hier is alles in ords. Maar Schouwen is een ver schrikkelijk gezicht." Burgemees ter van Citters zwijgt even en zegt dan: „Dit is erger dan in de Duit se tijd. Die is hierbij vergeleken slechts kinderspel. Ik vrees, dat er op Schouwen zeer veel slachtof fers zullen zyn. In Stavenisse op Tholen. zo zegt men, moeten tien tallen verdronken of van kou om gekomen mensen in bomen en in telegraafdraden hangen. Ik vrees ook, dat de gaten in de dijken, het ziin er zeer vele en zeer diepe, voorlopig niet of zeer moeilijk ge dicht kunnen worden. Wij hebben daar geen grond voor, zolang het water over ons land staat. Bij Burg is de dijk op twee plaatsen doorgebroken. Bij Ouwerkerk en bij Seroos- kerke is de dijk eveneens doorge broken. Er zijn gaten van 60 en 80. zelfs van 200 m. In Schouwen, aldus de burge meester, zijn inmiddels boten van de R.T.M. bezig met evacué's weg te brengen uit Bruinisse. (Van onze speciale verslaggever) GOUDA, 2 Febr. De Krimpe nerwaard is voor veel onheil ge- spaard gebleven. Het Zondagmid dag met zand en stenen opgevulde gat in de IJseldijk bij Ouderkerk heeft het gehouden' Het kleine Gereformeerde Kerkje dat in het gat stond is gespaard gebleven en de geëvacueerdien zijn weer naar hun haardsteden teruggekeerd. Het werk in de polder is weer begonnen. Huizen worden gerei nigd en de eerste pompen draaien het water in de IJsel terug. Over de polderwegen gieren de wagens met zand en stenen, want de dij ken moeten verstevigd worden alvorens het vee in de polder kan terugkeren. Vrachtwagens vol met "vrijwil ligers, bussen van Den Haag vol met arbeiders zijn op weg naar gebieden, waar men hun hulD kan gebruiken. Stolwijkersluis en Gouda zitten nog zonder drinkwater, maar de bewoners klagen allerminst. Ze (Advertentie) IAASTO1VA1LE KAMP, Firma Van Roekei maakt bekend, dat de RRR Fabriek te Haarlem de opgedragen orders niet direct kan uitvoeren, daar al het beschikbare materieel en personeel ter beschik king Rampenfonds is gesteld. WEL ZWAAR GETEISTERD, MAAR NIETTEMIN: Toestand meester; talrijke slachtoffersevacuatie op grote schaalnog mensen geïsoleerd (Van onze speciale verslaggever) WESTHOEK-BRABANT, 3 Febr. Een tocht langs de getroffen plaatsen in de Westhoek van Brabant gaf Maandagmiddag een bemoedigend beeld. De wind was ge luwd en overal bad men in de vroege Maandagochtend met roeiboten de geïsoleerde boerderijen en huizen kunnen be reiken, waardoor nog meer dan honderd mensen konden worden gered. Direct gevaar voor verdere overstromingen dreigde er nog langs de Stoofdijk tussen de dorpjes Zwingelsbaan en Stoof, waar de genie, geholpen door vrijwilligers, hard werkte aan het behoud van de dijk. mist. Later werden reeds dertien doden gemeld. Daar ook hier de boerenbevolking werd getroffen door het snel binnengedrongen water van de Ooster-Schelde en de Eendracht het dorp zelf heeft geen last van het water ge had moet er rekening worden gehouden met het feit. dat men nog niet alle geïsoleerden heeft kunnen bereiken. Tholen afgesloten MET NAUWKEURIGHEID is dus het dodental nog niet op te maken. Getracht wordt van de Rijksweg naar Tholen af met bo ten de omliggende boerderijen te bereiken. Links van deze onder gelopen weg ziet men het hoogge legen Tholen. dat practisch is af gesloten, maar waarvan geen on- funstige berichten zijn binnenge- omen. Burgemeester Alberts van Ruc- phen heeft in overleg met het In de namiddag kon worden medegedeeld, dat het gevaar was geweken. Fijnaart. waar een cen trale post voor evacuatie was ge vestigd en waar zovele handen ineen werden geslagen om de ergste nood te lenigen, blijft daar door wat de kom betreft, vrij van water. Zwaar getroffen TOCH IS deze gemeente zwaar getroffen, omdat zij een opper vlakte beslaat van meer dan 4.000 ha. Burgemeester Ter Haar. die Zondagmiddag met minister Beel en prof. dr. J. de Quay, commis saris van de Koningin in Noord- Brabant, de maatregelen besprak die er direct moesten worden ge nomen, vertelde ons, dat reeds 3500 van zijn inwoners waren ge- evacueerd. Met zekerheid kon hij Maan dagmiddag vaststellen, dat er in zijn gemeente 46 mensen werden gedood of worden vermist. Dit aantal is met inbegrip van de doden in het dorpje Heiningen, dat ressorteert onder Fljnaart. Het is dus niet zo. dat Heinin gen 25 doden heeft te betreuren en Fijnaart 46. In Halsteren EEN BETROUWBAAR over zicht van het aantal doden is nog niet te maken. Dit bleek eveneens uit een mededeling van de burge meester van Halsteren, wiens ge meente eveneens zeer zwaar is getroffen. Hij vertelde dat er tien doden waren geborgen, maar dat er nog 50 personen worden ver loop van de nacht opnieuw om hulp werd gevraagd, liet de bur gemeester de alarmklok luiden. Hij had in een halfuur tijd vier honderd vrijwilligers uit hun bed De werkzaamheden in het kam pement te Rucphen zullen worden 'overgenomen door de Sociale Dienst van de gemeente Arnhem. Men is allerwegen vol lof over de hulpvaardigheid, die men aan de dag legt. Vooral de militairen weren zich manhaftig. Overal in het Bra bantse noodgebied treft men oververmoeide mensen aan. Van vrijwilligers en militairen, die aan het dichten der dijken hebben geholpen en tot het middel in het water stonden, soms uren lang. moesten de verkleumde ledematen worden gemasseerd om de bloeds omloop weer normaal te maken, Belgische Marine BIJ RILLAND-BATH, waar een detachement van de Belgische marine uit Antwerpen was inge zet, kon Maandagnamiddag wor den geprofiteerd van de eb en de geringe windkracht. Met karren en paarden konden de eerste be woners van Rilland uit hun be narde posities worden verlost. departement van Oorlog, het grote militaire kampement in zijn ge meente geheel ingericht voor de ontvangst van twee duizend eva cué's. Tot nu toe ontving hij nog maar vijfhonderd vluchtelingen, die werden geregistreerd, zodat er door het Rode Kruis direct een opgave kan worden verstrekt. Kordate hnlp „HET HEIKE" heeft overigens wel blijk gegeven te weten wat hulpverlening betekent. Zondag avond stelden honderden vrijwil ligers zich spontaan beschikbaar voor het gereedmaken van zand zakken voor het bedreigde gebied rond Steenbergen. Toen er in de KLOOSTERZANDE, 2 Febr. Om kwart voor twaalf hedenmor gen heeft prinses Wilhelmina on verwachts bezoek gebracht aan het zo zwaar door de overstromin gen gdtroffen plaatsje Klooster- zande, waar negen personen het leven lieten in de vloedgolf. Zij werd vergezeld door de com missaris der Koningin in de pro vincie Zeeland, jonkheer mr. A. F. C. de Casembroot en haar rent meester van het Kroondomein, H. A. A. baron Collot d'Escury. Het was een zeer ontroerend ogenblik, toen prinses Wilhelmi- nadat het gemeentebestuur aan haar was voorgesteld, de ge voelens van deelneming van ko ningin Juliana overbracht aan mevrouw De Smet, waarvan 4 fa milieleden bij Duivenhoelc. na de doorbraak van de dijk, de dood vonden in de golven. De prinses onderhield zich eveneens met het 80-jarig echtpaar Van Huffel uit Baalhoek, dat op de dag, dat het zijn gouden bruiloft dacht te kun nen vieren, door het water uit zijn haardstede werd verdreven. Nadat prinses Wilhelmina een kopje thee had gedronken, ver trok zij naar Terneuzen, vanwaar zij per boot naar Hoedekenskerke in Zuid-Beveland zal oversteken. TV/TEN IS VOL LOF over l 1VJ. de Nederlandse en Bel- gische militairen, die zich manhaftig weren en grote ontberingen doorstaan. Som- J mige soldaten stonden uren- lang in het ijskoude water en moesten daarna worden ge- masseerd. Tussen de boomgaarden door kwamen roeibootjes op de spoor dijk af. een dijk, die provisorisch was dichtgegooid, om toch nog een lorrie te kunnen gebruiken voor zieken en gebrekkigen. Man schappen en materieel waren in voldoende hoeveelheid voorhan den. Maar ook hier, evenals elders, bleken buitenboordmotoren niet het aangewezen vervoermiddel om sneller de bedreigde punten te bereiken. Er bevinden zich te veel obstakels in het verdronken land, die spoedig schroeven en motoren onklaar maken. De aanblik van dit reddings werk blijft weemoedig stemmen. Overal bedrukte gezichten van mensen, die weliswaar gelukkig zijn thans vaste grond onder de voeten te hebben, maar direct vol droefheid beginnen te praten over alles, wat moest worden achterge laten. Sneeuwbuien, die neer- striemden uit gitzwarte wolken, bemoeilijkten hier ten zeerste het reddingswerk. De mensen, die uit Rilland werden gehaald, wor den grotendeels naar Bergen op Zoom overgebracht. Ook bij Os- sendrecht is een militair kamp voor vluchtelingen ingericht. IN AUTOBUSSEN, OP KARREN EN TE VOET: (Van een speciale verslaggever). OOSTVOORNE, 3 Febr. Wie Maandag de autoweg van Den Briel naar Rotterdam reed, kwam moeilijk vooruit. Het leek alsof een landstreek met al haar mensen en dieren voor een oprukkend vijandelijk leger vluchtte. Dat was in feite geen leger, maar het was wel een geduchte, meedogenloze vijand. Het was de watersnood. Uit alle bedreigde en reeds be zweken polders ten Oosten van het Voornse kanaal haastten zich de onthuisden weg. In bussen en auto's, op jeeps en karren vloden zij naar oorden, waar men hen liefderijk opnam. En achter hen kwam het per as vervoerde of langs de weg gedreven vee. Paar den, koeien, schapen, varkens en zelfs pluimgedierte. De terugreis naar Oostvoorne nam eveneens veel meer tijd in beslag dan gewoonlijk. Nu reisden niet alleen auto's en vrachtwagen; in dezelfde richting, maar er kwa men ook tegenliggers. En daar het verkeer meermalen werd omge legd, mede omdat de Groene Kruisweg bij Heenvliet gedeelte lijk onder was. gelopen, liep het verkeer dikwijls vast. De terugkomende bussen vrachtauto's waren meestal leeg, Zij kwamen nieuwe helpers halen of oude vermoeide terugbrengen, MEN ZIET MENSEN wadend en zelfs zwem mend hun woning bin nengaan om te trachten nog iets te redden VLIEGTUIGEN Bbj HEUIC.OPTES.5 WERPEN RüSPER PoTEN EN VLOTTEN UIT KU6TWA6HT 5EINDB SCHENEN IN 6EIV To EST AN C> Z EER KRITI&K TOTAAL OVEÊ^TRPOMD 35" DOPEN "SSSeeRTRui oe v eee<S - RMMSOONKVEER. 2. OOPEW 8oo tpCsvors/ee-j oeevAcueERP WALCHEREN/ OVER. iANO ON0eFZ.EIK.0AAR. Militairen Slachtoffer van PLICHT Koninku\k& auto's helpen &1) VERVOER (JETKOFF&NEN/ ^PRINSES WILHELMINA MAANPACS AANóEKOMElV DE SEHELVISSERS VLOOT UIT 0RESK6N5 15 OP WE6 NAAR. STELU&NOAM 'V j— DUIZENDEN 6uR(2»ERS EN MILITAIREN ZWOE.SEN AAN SCHELPE-D'jK l 2. FG^R. ^3 KWART VAN 0EVOL- KIN(S LEEFT NOÖ IN HET WATER. De anderen waren vol: soldaten, schooljongens, zandzakken, schop pen en ander materiaal voor de strijd tegen het water. Strijd duurt voort DEZE DUURT namelijk nog steeds voort. Bij Hoogvliet is hij gestreden. Rechts van de weg staat alles blank en harkte men de zielige aanspoelsels tegen de dijkrand. Bij Spijkenisse, op een opgespoten stuk land, was de grote zandzakken-vulcentrale. Er waren honderden jongens, meren deels leerlingen van scholen uit Den Haag, bezig. Maar ook gro teren en zelfs vrouwelijke as sistenten, die de zakken telkens dicht bonden. Hier werden ook wagens vol assistenten geladen voor Abbenbroek om daar te trachten nog tussendijken te red den. Heenvliet onder Links van de tramweg ligt dat Abbenbroek geheel in het water. Rechts ligt Heenvliet, waarvan het Zuidelijke gedeelte vanmorgen nog droog was, maar dat thans zeker 1V2 meter onder staat. De woonhuizen moeten daar in grote haast ziin ontruimd. Overal hangen de gordijnen nog keurig voor de ruiten, maar door de kie ren ziet men drijvend meubilair. Nu en dan waadt een mens en zwemt zelfs een man zijn woning binnen om te trachten nog wat te redden. Op het Marktplein van deze bekende paardenmarkt staan vergeten wat paarden en veulens. Ze zijn gered uit de stallen der verdronken boerderijen. De ruïne Ravestijn staat als een rots mid den in het water. Ze zal zulke tijden meer hebben meegemaakt. Zilt en hoog OOK DE BEVOLKING heeft eerder een overstroming gezien en.meegemaakt. Dat waren de inundaties in de jongste oorlog. Maar toen ging alles nog geleide lijk en was er een dun laagje vrij wel zoet rivierwater. Nu is het zilt en metershoog. Als een vlucht voor een vijandelijk leger... Nogmaals gaan we terug en nu is het verkeer zeer intens gewor den. Het lijkt haast of nu pas de grote assistentie komt opdagen. Bussen vol militairen en burger vrijwilligers, o.w. de opkomende jeugd sterk is vertegenwoordigd, spoeden zich in de richting van de zandzakken en de bedreigde bin nendijken. Want het is nu eerder de druk van binnen dan van buiten, die gevaarlijk is. Menige polderdijk is slap geworden door het water en dreigt te bezwijken. De dam hield OVERIGENS mag het Weste lijke deel van Voorne zich wel zeer gelukkig prijzen, dat de dam over de Brieise Maas het heeft gehouden. Men houdt zijn hart vast als men de uitgestrekte op voorjaarsbewerking wachtende vruchtbare landerijen ziet en be denkt, welk een ramp het geweest zou zijn, wanneer ook deze het slachtoffer waren geworden. Maar hoeveel zit er al niet van. deze zelfde grond aan de Oost kant van het Voornse kanaal onder water. Hellevoetsluis is weer droog, maar van daar is het naar het Oosten één zee. Van daar kwa men vanmorgen al' die vluchte lingen met hun schamele have en het nog geredde vee. Oudenhoorn en Zuidland zijn daar de ergste slachtoffers. Ver derop naar 't Oosten is het eiland van IJsselmonde nog droog. Men hoopt het zo te houden hoewel de Ringdijk er zwak is. Met man en macht en de gehele nacht wordt er aan gewerkt om de bressen te vullen en de dijk te versterken. Er is maar één hoop. Snel zakkend water en daartoe moet de wind medewerken.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3