Schouwen - Duiveland en Goeree -
Overflakkee ergst getroffen
Water spoelde vredige stilte
over felle tragedie
A mph i bie-vaartu igen
enig redmiddel
Hulp uit de lucht toor
het verzonken land
Pas dan
2
Dinsdag 3 Februari 1953
DEN HAAG. - Eén inilllioen mensen
zijn in nood. deelde .Maandagavond
dr J; van Veen, hoofdingenieur
Rijkswaterstaat, mee. Hij zei moeilijk
te kunnen zeggen, hoeveel gaten er in
isoleerd. Gat in sluishoofd bij Hel-
levoetsluis voorlopig gedicht. Na
aflopen van water gedeelte van
Hellevoetsluis weer droog. In
OQdenhoorn nog vele mensen en
i vee in huizen en boerderijen, die
I geen heenkomen meer konden vin-
den. Abbenbroek ingesloten evenals
i Zuidland. Toch wordt op Voorne
en Putten om het behoud van een
groter gebied gevochten dan in de
Hoekse Waard en op Flakkee in
bepaalde gevallen heeft men zich
achter verder terug gelegen water
keringen moeten terugtrekker
de dijken zijn geslagen, doch hij schatte Suk'tf
dïjkgaten met kracht aangevat.
Toestand Abbenbroek vertoont iets
verbetering late avond 2 Febr.
Water iets wikt Geen gebrek
voedsel en drinkwater.
t Alblasserwaard
l OOI tie etl Putten. I Zuidwestelijk gedeelte ondergelo-
nnr pen. Oosten en noorden op het
Putten voor 80 onder water. ogenblik nog droog, wordt door
Dam bleet benouaen. Gevaar vooi Water bedreigd. Veel hangt er van
Bnelle voorlopig geweken. Heile- j aj 0f gl0te gat in dijk tussen Pa-
voetsluis zwaar getroffen en ge- pendrecht en Alblasserdam zal kun
nen worden gedicht. Vrees dat bij
Papendrecht water zal stijgen. Uit
Papendrecht 300 gezinnen geëva
cueerd Bi.i hoog tij nog steeds veel
water in Albl waard. Van 24.000
ha. 5.500 a 6.000 onder water. Gat
bij Sliedrecht onder de knie. Gaat
over tot definitief dichten daarvan.
Toestand niet onrustbarend.
liet aantal op 50 tot 80. Nog zeer vele
mensen zitten in bomen; velen zijn te
uitgeput om gebruik te maken van de Beijerland:
rubberboten die vliegtuigen hebben uit-
4 1*1* li Hik van Puttershoek watervrij ge-
geworpen. Ampliime-vaarliugeu ziin de i bleven. Honderden vrijwilligers dag
1 en nacht in actie geweest om de
Blaakschediik te behouden. Hon
derden zakken zand tegen de dijk.
100 vrijwilligers uit Barendrecht
zullen diikwacht aflossen ^Twmcht
om tankschip met drinkwater.
In 's Gravendeel is Zondag een
hui§_ ingestort, waarin 20 mensen
toevlucht had-Hen ee'oeht. A"°r.
meegesleurd. 600 personen wachten
bijeengepakt op bovenverdieping
van lasere school op zakken van
het water. Nacht van Zondag op
Maandag weer twee diiken door
gebroken Zolang hoog water is
dorp niet te bereiken. Verscheïde-
nen in '5 Gravendeel bewusteloos
geraakt door de koude.
Eiland van Dordt:
Overstroomde oppervlak heeft geen
uitbreiding ondergaan. Maandag is
Dordtse Biesbosch een prachtige pol
der van 1400 a 1500 ha verloren ge
gaan. Schade enorm. Alle polders
ten Z. van Wieldrechtse zeedijk nu
verloren.
Hoekse Waard:
Behoort tot zwaar getroffen gebie
den. Groot deel ondergelopen. Ron
dom Oud-Beijerland en Klaaswaal
no gdrooe gebied Dorpen Oud- en
Nw Beyerland, Mijnsherenland en
Westmaas, ten noorden van Klaas
waal, worden nog niet bedreigd. Aan
dijk wordt gewerkt en men verwacht
dat deze het zal houden. Stroom uit
gevallen.
enige middelen om deze mensen te
helpen.
Uit berichten, die in de loop van gisteravond binnen
kwamen viel vannacht om kwart over twaalf af te lei
den, dat het aantal slachtoffers van de watersnood
vermoedelijk tot 627 gestegen was. Een nauwkeurig
getal kon niet worden bepaald, omdat diverse plaatsen
nog geen definitief cijfer konden opgeven en met
schattingen moesten volstaan. Na kwart over twaalf is
geen nieuwe opgave van het aantal doden verstrekt.
Aangenomen mag worden, dat het thans bekende
cijfer nog met ongeveer 250 zal stijgen, wanneer meer
en nauwkeuriger gegevens ter beschikking komen.
Maar al zijn dan de gegevens omtrent de slachtoffers uiterst
onnauwkeurig, langzamerhand kan men zich toch een nauw
keuriger beeld vormen van de omvang van de ramp dan op de
eerste dag en in de eerste uren.
Schouwen en
Duiveland:
Overziet men de toestand op dit
ogenblik, dan blijkt dat de eilanden
Schouwen en Duivenland en Goe-
ree en Overflakkee tot de ergst ge
troffen gebieden behoren, waar de
situatie ook thans nog altijd zeer
critiek moet worden genoemd. Op
Schouwen en Duiveland is het duin
gebied van Haamstede het enige ge
deelte van het eiland, dat gespaard
is gebleven. De rest is ondergelo
pen. Vissess uit Ierseke. die een
tocht naar het verdronken land
hebben ondernomen, spraken van
tientallen doden, van huizen, die op
instorten staan en van duizenden
mensen, die op de bovenverdiepin
gen van hun woningen zitten te
wachten op hulp. zonder licht, zon
der verwarming en met zeer weinig
voedsel.
Bruinisse is ondergelopen. Eva-
cuatie van deze plaats is noodzake-
lijk in verband met dreigend voed
sel- en watergebrek. Ziei-ikzee zal
heden worden geëvacueerd. De klei
nere gemeenten in de polders zijn
volkomen geïsoleerd. Het aantal
doden is niet te benaderen. In de
huizen te Zierikzee staat het water
1 a IV2 meter hoog.
Om twee uur vannacht dreigde
de dijk bij Brouwershaven te be
zwijken. Vijftig procent van de
boerderijen op het eiland is ver
woest. De toestand op Schouwen-
Duiveland is hoogst ernstig. Bij Den
Offenhoofd, Dreischer. Burgh, Sluis,
Stevensluis en Sintansland zijn dij
ken weggeslagen.
Goeree en
Overflakkee:
Gent over land is hersteld.
Ernstiger is de situatie bij Wals
oorden en Hontenisse in het oosten
van Zeeuwsch-Vlaanderen. Bij eb
ziet men het water door gaten in de
Schelde stromen. De zware zeedijk
voor de Nieuw-Othene-polöer is
over een lengte van vele honder
den meters volkomen weggeslagen
en veel vee is daarbij verloren ge
gaan.
Op Walcheren is het dijkgat bij
Fort Rammekens afgedicht, het gat
in de dijk bij Vere dichtgemaakt.
Er is geen reden voor ongerustheid
al staan dan bij Arnemuiden enkele
polders blank, al zijn dan de dui
nen bij Oostkapellc en Domburg
sterk afgeslagen en al zit Middel
burg zonder drinkwater.
Noord- en
Zuid Beveland:
Tweeduizend hectare, naar schat
ting een kwart van het eiland, is
onder water komen te staan.
Doordat de gehele bevolking
voortdurend in de weer was om de
dijken te beveiligen, is Ierseke be
houden. De toestand op het eiland
is zo goed als geconsolideerd, be
halve dan in het oostelijk deeL De
polders bij Baarland staan onder
water. De streek van Krabbendijke
is een eiland van gelukzaligheid tus
sen grote watervlakten. Maandag
morgen zijn bij het Goesse Sas
zeven nog niet geïdentificeerde
slachtoffers aangespoeld, die ver
moedelijk afkomstig zijn van Schou
wen. In Kapelle zijn Maandag dui
zend man de gehele dag bezig ge
weest de val van de dijk langs de
Westerschelde te voorkomen.
K rimpen erwaard
Geen nieuwe dijkdoorbraken. Ge
rucht over doorbraak bij Capelle
a/dIJsel gelukkig onjuist. Aan door
braak bij Ouderkerk a/d IJsel giste
ren uit man en macht gewerkt door
soldaten van verbindingsdienst uit
Utrecht en Den Haag én inwoners.
Geen gevaar voor nieuwe doorbra
ken.
PER DAKOTA OVER RAMPEN GEBIED
de toestand van de overstroom-
de eilandenreeksen ten Zuiden van
het Hollands vasteland is er voor
iemand, die er uit te lucht mee
wordt geconfronteerd een onbe
schrijfelijk gevoel van afgrijzen
door dat voortdurend neerzien op
een poel van mateloze ellende.
Het is zo veel. zo uitgestrekt lang
en zo monotoon in zijn onafwend- j
bare herhaling van bijna steeds j
diezelfde deprimerende beelden,
Met deze situatie op Schouwen
vertoont die op Goeree en Over
flakkee de meeste overeenkomst.
Ook dit eiland staat grotendeels
onder water. Slechts twee gebieden,
namelijk rondom Dirksland en
rondom Ouddorp zijn niet over
stroomd. In de overige dorpen heeft
de bevolking zich in allerijl óf op
de dijken óf op de bovendiepingen
in veiligheid trachten te brengen.
Verscheidene plaatsen zijn nagenoeg
niet bereikbaar. Evacuatie zal on
vermijdelijk zijn. Er bestaat een
dringende behoefte aan levensmid
delen en ook aan zuigelïngenmelk.
„Alleen in Oude Tonge zijn in j
een loods 200 lijken voorlopig ge-
borgen. Van één inwoner, die alleeu
is overgebleven, ligen er vrouw en I
twaalf kinderen", vertelde ons de I
heer M. van Rees uit Dordrecht,
die door burgemeester Van Dijk
was uitgezonden op zich op de I
hoogte te stellen van de toestand
op Goeree-Overflakkee.
Walcheren en
Zeeuws- Vlaanderen:
Gelukkig echter zijn het niet al- j
leen sombere berichten, die wij
vandaag behoeven te melden. Op
Walcheren heeft men de toestand
vrijwel geheel in de hand gekregen
en in Zeeuwsch-Vlaanderen is mo- i
menteel de situatie al weer veel
gunstiger geworden, met uitzonde
ring dan van de gebieden ten oos
ten van de Braakman. In vele ge
meenten in Zeeuwsch-Vlaanderen
staat geen water meer. Met man en
macht is men bezig de dijken te
dichten en vandaag begint men met
het leegpompen van enkele polders,
te weten: de Nieuwneuzenpolder,
de Nieuw-Othene-polder en de
Kruispolder. Op Walcheren werken
de gemalen sinds gistermorgen al
op volle kracht. Vlissingen is weer
geheel droog geworden.
In Terneuzen ontwikkelt de toe
stand zich in gunstige zin. Als het
weer meev/erkt blijft men de toe
stand meester. Tweehonderdvijftig
militairen uit Weert herstellen de
dijken in de omgeving van deze
plaats. De verbinding met Sas van
Tholen
De toestand is ernstig. Het aan
tal doden zou zeer aanzienlijk zijn.
In Stavenisse zijn vele huizen ver
woest. Dfe zeedijk is op drie plaat
sen doorgeslagen. Veel koeien zijn
verdronken. Nimmer is dit eiland j staat het Oostelijk deel
door een ernstiger ramp getroffen, zover bekend ook droog.
laten kerkje waarvan de deuren
opengeramd staan.
De bui dwingt het kleine toe
stel. dat van elke windvlaag een
koppige stoot incasseert een bocht
te beschrijven. Onder de vleugels
schuift een heel -klein roeibootje,
verbeten ploeterend over de sme
rige drekkige watervlakten. Een
man in een jekker heft een spaan
omhoog en wuift. Wat wil hij?
Hulp? Van ons? Een nietig dorpje,
dat drie dagen geleden een onno
zel vlekje was tussen de akkers,
is afschuwwekkend: we draaien er
drie maal laag boven, maar nie-
uiMcnuc mand van ons vieren ziet een mens.
dat deze'indruk onnoemelijk dieper Geen mensen geen dieren.... niets,
eaat dan wanneer men ter plaatse Alleen een schommelende pruik
-«« hooi, die langzaam de staldeur van
het grijze, kabbelende water aan
zijn voeten ziet. De zon schittert af
en toe speels en vriendelijk over
de golven, maar zij schijnt op ver
rotting en brokstukken. Een gol
vende. sluierende bui jaagt over de
koppen van de moedeloze geduldi
ge koeien, die ergens in de zond
vloed de laatste uren van hun leven
in piin en angst doorbrengen op het
hellend kampje land naast een ver
een scheefgezakte schuur komt uit
gevaren. Verbrokkelde dijken, ge
schonden huizen, een flits van een
boerderij scheren achter ons van
daan. Plots zien we gele vlekken
waar mannen met. rubberboten be
zig zijn. Tien seconden later is er
alweer een volgend dorp onder ons: I om onze lading
Zoals men begrijpt wijzigen de
omstandigheden zich nog steeds.
Ook na het tijdstip, waarop onze
tekenaar deze kaart maakte is
weer veel veranderd. Zo ligt Dor
drecht nu in een kwart cirkel
droog gebied. De rechterhelft van
het eiland IJsselmonde, ten Oos
ten van de lijn Rotterdam-schuin
rechts naar beneden staat ook
droog, van het eiland Tholen
voor
(Van een onzer redacteuren)
U WEE FIGUURTJES in een roeibootje met rondom een
grauwe onafzienbaarheid van water, waarin een paar
brokkelige lijnen van dijken getrokken staan in dat beeld ligt
heel de ellende vervat van al die verdronken gebieden aan
onze westkust. De schemering zal spoedig invallen, hagelbuien
gieren langs ons vliegtuig en vier-, vijfhonderd meter onder
ons die twee mensen zonder dekking. Wanhopig zwaait er een
met een lap om maar onze aandacht te trekken. Maar wat dan
nog? We zien hen, maar kunnen niets uitrichten. Je zou het
ze willen toeschreeuwen: zeggen dat we nu eenmaal niet op
die watervlakte kunnen neerstrijken; zeggen dat we ook geen
parachute met een voedselpakket meer aan boord hebben; zeg
gen dat we alleen maar in gedachten met hen kunnen meeleven
en zeggen dat we om onszelf en om onze zekerheid, straks weer
veilig thuis te kunnen zitten, warm en goed gevoed, eigenlijk
beschaamd zijn. Maar wat baat hun dat, wat baten onze goede
wensen? Zij zien ons overvliegen en weer verdwijnen en zij
blijven onbeschut achter en moeten voortroeien, het duister te
gemoet, zonder dat er voor hen, uren in de omtrek, ergens een
plek is, waar ze geborgenheid kunnen vinden.
En dat waren er dan nog maar
twee. die in dat roeibootje ergens
op Duiveland. Maar duizenden
zijn er als zij aan toe. Wanneer
we over Tholen vliegen, dat een
groot meer geworden schijnt, staan
ze in Stavenisse langs de kade op
ons te wachten. Want Stavenisse
heeft nog een paar straten die
weer drooggevallen zijn. Een hon
derdtal mensen is lanes de haven
samengedromd en wuift naar ons,
blij dat er hulp geboden zal wor
den. Maar we hebben geen voedsel
voor hen: alleen maar 2500 zak
ken. die ze met zand moeten vul
len om er de dijken mee te dich
ten. Druppel op een gloeiende
plaat. Want wat betekenen 2500
zakken zand, wanneer de dijken
op tientallen plaatsen doorgebro
ken zijn. over een lengte vaak van
een paar honded meter? Onbegon
nen werk schijnt het.
Net wanneer wij er rondcirkelen
f te werpen, na-
niets. i dert er een twpede vliegtuig. Gro-
I te pakken worden er uit gesmeten.
Het is heel erg moeilijk om zo waarvan zich langzaam de para
te schrijven, dat anderen een idee; chutes ontvoliwen. Bij onze derde
hebben hoe men het zich moet rondvlucht is een van die pakken
voorstellen.Al heeft men wel bij j inmiddels neergekomen op wat
drassige grond. Tientallen mensen
rennen er heen om de buit in vei
ligheid te brengen: voedsel! Onze
nakken ziin verder weg terecht ge
komen. de meeste op een stuk
dijk. Ze zaten niet aan parachutes
en die van Stavenisse hebben al
wel begrepen, dat wij geen leef
tocht hebben uitgeworpen. Nie
mand is dan ook daarop afgerend:
voedsel is belangrijker dan zand
zakken. En dat typeert de critieke
situatie.
T onnen-ladin/ten
7 O IS HET in Stavenisse, zo is
het in Zierikzee en in tiental
len andere plaatsen. Onmiddellijk
toen het licht was. Maandagmor
gen. ziin er van de militaire vlieg
basis Valkenburg bij Leiden, toe
stellen de lucht in gegaan om
voedsel, zandzakken en rubberbo
ten naar dat verzonken land te
brengen. Sinds Zondagavond wordt
er in de grote hangar voortdurend
met wisselploegen gewerkt aan 't
gereedmaken van de zendingen en
het laden der vliegtuigen. Tonnen-
'adingen brood, margarine en con
serven worden er de hele dag aan
gevoerd. En een vliegtuig, terug
van een ravitaillerinpsvlucht b'iift
er niet langer aan de grond dan
de tijd die nodig is voor het ver
stouwen van een nieuwe lading.
Valkenburg is het centrum voor
de hulpverlening uit de lucht. Hon
derden zijn er voor in de weer en
tellen hun overuren niet. En kan
keren doen ze er alleen maar, om
dat ze te weinig verpakkingsmate
riaal hebben, omdat de voorraad
parachnt.es te gauw uitgeput raakt
en omdat aan de aanvragen voor
hulp niet «nel genoeg voldaan kan
worden. Pluniezakken hebb°n ze al
voor de verpakking verbruikt, om
dat de voedselzendingen nu een
maal moesten doorgaan. En de hole
dag is er gevlogen, op en neer, Met
oude Dnmmini's, met Zee-otters
can de Marine en met Dakota's van
de Transva. Containers met inge
blikte eetwaar en drinkwater voor
Stavenisse. zandzakken voor Sou-
de bedreigde en vermorzelde dij
ken gestaan, wel meegemaakt hoe
groot het verdriet is en hoe zwaar
de schade, dan nog is het te be
twijfelen of men datzelfde hulpe
loze en verbitterde gevoel krijgt,
dat zich vastbijt wanneer een vlieg
tuig heeft getoond hoeveel er straks
te helen is.
Dan pas begrijpt men de enorme
taak, die ons te wachten staat.
burg. rubberboten voor Zierikzee.
Zierikzee trouwens heeft er geen
vreugde aan beleefd, want die zo
broodnodige rubberboten zijn af
gedreven in de Oosterschelde.
Bij de afdeling Operaties op
Valkenburg komen alle verzoeken
en noodkreten om hulp uiteinde-
liik binnen, vaak via de Lueh-
machtstaf, soms ook door bemid
deling van andere instanties. En
in de Operation Room wordt de
koers van elke vlucht uitgezet. Ge
woonlijk wordt iedere tocht zo uit
gestippeld. dat er vijf- of zesmaal
gedropt kan worden, d.w.z. dat er
op vijf of zes plaatsen zendingen
uitgeworpen worden. Onze Dakota
de X 1. de kist van de chef
luchtmachtstaf kan omdat het
al laat in de middag is slechts
twee droppings verzorgen: alleen
die zandzakken voor Stavenisse en
voor Souburg. Drie andere Dako
ta's zijn al in de lucht met voed
sel.
Steeds troostelozer
T-I ET TS MAAR een wip van
Valkenburg langs de kust naar
Hoek van Holland. Het Westland,
kaoitale uitgestrektheid van broze
warenhuizen, liet met al zijn glas
weer onbedreigd te blinken in het
troebele zonlicht. De smalle duin
strook blijkt door de springvloed
danig afgeknaagd, maar heeft de
druk weerstaan. Anders wordt het.
grondzicht al wanneer wé een
maal de Nieuwe Waterweg ge
kruist hebben: np Rozenburg grote
watervlakten met hier en daar wat
stukies dijk. Troosteloos ziet het
er uit. Troostelozer nog bleek het
verder Zu'deliik.
Zie b'ivoorbeeld Goeree: je kunt
alleen maar probéren het te zien
want slechts wat duinkoppen in
het Westen markeren de plaats
waar het eens uit zee verrees.
Landinwaarts is het. land er niet
meer. Hoe de zee-armen eens lie
pen om Goeree-Overflakkee en
om Schouwen -Duivejajïd is van
uit de lucht nog slechts aan stro-
mmesverschillen af te leiden.
Boomkruinen en af en toe een
roori pannendak schijnen er rond
te drüven. Slechts op enkele plaat
sen bliikt het land wat ho«*er en
daar liet dan bijvoorbeeld Zierik
zee: huizen aan blanke straten,
waarin het water doorgaans tot
aan de raamdorpels staat.
Vrede en noodschreeuw
\7ERZONKEN LAND biedt geen
dramatische aanblik. Die uit
gestrekte watervlakten hebben
over de tragedie die er zich afge
speeld moet hebben hun stilte ge
spoeld met vredige rimpelingen.
Het kadaver van een koe, drijvend
voor een zolderraam, getuigt even
van dit tragedie. Maar dan is het
beeld al weer onder ons wegge
gleden en zien wij uit het deurgat
van onze Dakota de deur is er
met het oog op de droppings uit-
gesloopt alleen rrtaar een rustig
zeegezicht, dat onder de late zon
zelf iets teders en lieflijks heeft.
Waren we twee dagen geleden
over diezelfde plek gevlogen, dan
zouden we er echter boeren heb
ben zien ploegen
Hoe fel en rampzalig de tragedie
van die mensen en dat land ge
weest moet zijn, realiseer je je
pas daar, waar de zee zich weer
iets teruggetrokken heeft en wat
van het verdronken land prijsgaf.
Als een vertwijfelde noodkreet
schreeuwt dan door die vredige
stilte het beeld van een ploeg, die
boven het water uitsteekt, van
amper bereid akkerland met don
kere voren, die nog juist zicht
baar zijn onder een grauwe water-
laag. Dat is het beeld van de ver
dronken hoop. Je krijgt het te zien
bij een rij huizen, waarvan een
klein stukje erf weer bloot is ko
men te liggen: deuren losgerukt in
een gang. ruiten ingedrukt door de
kracht van het water, dat nu weer
geweken is. De voorraad van hooi
zolders ligt uiteengeslagen op de
doorweekte aarde, wrakhout en
huisraad erbij. Een matras is weg
gedreven en blijven haken aan een
scheefhangend hek. Alle leven is
hier weggevlucht en uitgestorven,
maar de stilte die hier heerst is
niet vredig meer: het doodse zwij
gen hier is een bittere, schrijnende
klacht.
Dropen
7 O HEBBEN WE Tholen gezien,
toen we het op de westpunt
gelegen Stavenisse naderden. Laag
zijn we er over heen getrokken.
Twee korte belseinen waarschuw
den ons in de laadruimte de
vracht gereed te houden voor een
dropping. Het derde sein voor de
dropping zelf bleef uit: een plotse-
Hct ogenblikwaarop boven de
haven van Stellendam voedsel
pakketten worden uitgeworpen.
linge hagelbui ontnam alle zicht.
Op Walcheren zou het. beter zijn,
eerst daarheen dus. Noord-Beve
land blijft onzichtbaar onder de
buien, van Zuid-Beveland zien we
weer wat drooggevallen grond,
maar Wolphaartsdijk helemaal
m het water toont slechts uit
gestorven rijen huizen. Walcheren
echter valt mee, vergeleken al
thans bij de andere eilanden. De
nieuwe dijk van Westkapelle heeft
het gehouden, maar bij Arnemui
den is het weer triest. Middelburg
ligt onaangetast in een vleugje
zonlicht te soezen rondom zijn nog
in steigers gepakte Lange Jan. En
in Vlissingen zien we druk ver
keer op de straten, alsof er niets
aan de hand is geweest. Maar in.
de boulevard is een groot gat ge
slagen. Er staan nu wat groepjes
mensen bij te kijken.
I Even boven Vlissingen, bij Sou
burg moeten we vijfduizend zand-
zakken uitgooien. Waarom, zo
vraag je je af, want er schijnt op
i het eerste gezicht maar heel wei
nig schade, 't Blijkt er toch op en
kele plaatsen nogal hachelijk te
zijn, zo weet een van de vliegtuig-
bemanning te vertellen. Hij is er
vandaag al vaker boven geweest.
Laag en zo langzaam mogelijk
trekken we er over heen, de twee
waarschuwingsbelletjes zijn al ge
gaan. Een stapel zandzakken ligt
gereed in de deuropening, er ach
ter zitten twee soldaten, rug tegen
de wand, benen opgetrokken, voe
ten tegen de stapel. Zolang de
derde bel gaat kunnen we droppen,
zegt de luitenant, die toezicht
I houdt. We houden nog lager aan.
de grond komt snel op ons af. de
horizon is vanuit het deurgat niet
J meer zichtbaar want we liggen in
j de linkerbocht. Dan klinkt, lang
aangehouden de derde bel. Met
hun gordels aan de warid vastge
haakt zetten de soldaten hun be
nen schrap en daar schuift twee-
honderd -kilo over boord. Een pak
blijft steken, krijgt een extra trap
i en volgt de andere. Net iets te
laat: het komt terecht buiten het
met vier witte vlaggen op een on
der ons wegglijdende akker afge
bakend veld, in een sloot. Drie
keer nog vliegen we rond. Als we
boven het kerkhof zijn gaan de
waarschuwingsseinen; kruisen we
de weg, dan volgt het commando
voor de dropping en pas een paar
seconden nadat, we de zakken ge
lost hebben, zien we het veld
waarop ze neer zullen komen. Al
les gaat nu goedd.
Miserie in de zon
'T' OT ZIENS, Souburg en sterk-
A te. Wij gaan terug naar Tho
len, waar ze op ons rekenen De
zon is al weer weg en hagel stuift
onze kist binnen. Tussen de vlagen
door zien we links Noord-Beve
land liggen, dat het kwaad te stel
len moet hebben, nu de zee op
nieuw door een paar gaten in de
dijk naar binnen dringt. En dan ligt
voor ons in stralende zon de mise
rie van Stavenisse. Dijken aan de
landzijde afgevreten door over
slaande golven-, losgeslagen bun
kers, groezelig kolkend water, dat
door de gapingen van de zeewe
ring zich naar binnen zuigt. In het
verkommerde haventje een lage
schuit onder stoom en op de ka
de, tegen de huizen gedrukt, die
kleine honderd wuivende mensen.
Vier van onze bundels zandzakken
vallen in zee. verloren. Maar de
mensen van Stavenisse blijven
wuiven. Dankbaar voor onze po
ging hen te helpen. Dankbaar voor
de komst van die andere Dakota,
die voedsel aan boord heeft.
Voorbij Stavenisse ligt er dan
weer het water tussen brokstukken
van dijken, zwijgend, vriendelijk
kabbelend, o zo vredig. „Op een
van die daken daar," zegt een sol
daat, „zag ik vanmorgen 'n vrouw
met een kind zitten. We zijn er
heel laag overgegaan en hebben
geprobeerd een rubbervlot voor
ze te droppen, 't Is afgedreven. En
we konden niks meer voor ze doen.
Nu zijn ze weg." Weg zijn ook de
twae mannen, die de luit vanmor
gen zag. Tot hun middel in het
water waadden ze over wat eens
een verhoogd pad geweest moet
zijn. Misschien zitten ze nu op de
bolder van een boerderij op hulp
te wachten. Maar het kan ook zijn,
dat in dat verhoogde pad onder
water een paar gaten waren ge
slagen.
[Ne SCHEMERING begint in te
vallen. Onder ons, op dat
trieste Tholen, probeert een twee
tal boeren een kleine kudde koeien
over een dijk in veiligheid te
brengen. Tegen de dijk drijven wat
kadavers aan. Langzaam ploeteren
de veedrijvers voort, hopend ach
ter de horizon wat veiligheid voor
zichzelf en hun dieren te vinden.
Wat zij nu nog niet zien kiïnnen,
zien wij: enkele kilometers verder
zullen zij niet meer vooruit kun
nen: er is een groot stuk van die
dijk weggevreten