Laatste tocht uit het verdronken
dorp Nieuw-Vossemeer
Heldhaftige redding met
„high speeds" in Zwaluwe
STAVEMSSE
Droppinnsvluchtnaar
MET BURGEMEESTER IN EEN LEK BOOTJE....
Tientallen doden en schade
voor millioenen
PROCLAMATIE VAN
PRINS NILLES I
Vastenavond 1953
Féést van naastenliefde
AGGE MAR GOED DOET!
HOE MOERDIJK WERD OVERVALLEN
Reddingswerk blijft nog
onoverzichtelijk
Stadjes en boerderijen
geisoleerd
3
BRABANTS NIEUWSBLAD
Dinsdag 3 Febr. 1953
(Van een onzer redacteuren)
VERDRONKEN NIEUW-VOSSEMEER, Maandagavond
Burgemeester Eduard Janssens van Nieuw-Vossemeer heeft van
avond om vijf vóór zes samen met een luitenant en een vaandrig
van de commando's de triestigste plechtigheid uit ziin leven
verricht. Met een wankel bootje is hij naar de tuin achter het
gemeentehuis geroeid en heeft daar het lijk van de weduwe
Rozendaal uit het water gehaald. Hij heeft het in de secretarie
gelegd, er een kruis over gemaakt en is vertrokken.,
liggen platgetrapt tussen stro
en balken, overschot van wat
tweemaal vier-en-twintig uur
geleden nog een arbeiderswoning
was. „Die man zat bij zijn bu
ren' vertelt wachtmeester Witte-
man. „Ik zie hem daar. terwijl
ik van de dijk terugkom en zeg
hem dat het tijd wordt om naar
huis te gaan. Nog geen vijf mi
nuten later is zijn woning een
puinhoop. Man en vrouw ver
dronken.
Volkomen afgesloten
Burgemeester Janssens had
Zaterdagnacht na zijn ruw af
gebroken bezoek aan de dijk
onmiddel'ijk de brandweersirene
in werking gesteld. Daarop was
hij gaan bellen. Naar Waterstaat
instanties, naar de Commissaris
in Den Bosch.
Professor De Quay beloofde
onmiddellijk de militaire com
mandant Warringa te waarschu
wen. Hij zou dan terugbellen.
Maar de telefoonbel heeft in de
burgemeesterswonïng niet meer
gegaan. Rond vijf uur Zondag
morgen was dat en vrijwel tege
lijk viel ook de electrische
stroom uit en gaf geen enkel
kraantje water meer.
„De hele Zondag hebben we
in bange afwachting verkeerd.
We wisten niets van de omge
ving. We hebben allemaal boven
gezeten en vandaar zag ik de
Geschiedenis van een
rampzalige nacht
„God, wat is het verschrik-
ke'ijk" zegt hij me en de tranen
barsten uit zijn ogen. Aan het
einde van de Dorpsstraat, op de
enige nog begaanbare plek van
Nieuw-Vossemeer, heb ik met
wachtmeester Witteman van de
Rijkspolitie op de burgemeester
gewacht. Om zes uur strompe
len we met zijn drieën in gezel
schap van de laatste Comman
do's over de omgewoelde tram
baan, waaronder bu1 derend het
vloedwater weer opnieuw het
dorp binnendringt, naar de boot.
De "laatste boot uit een verdron
ken dorp
In- en indroevig is dit afscheid
van een burgemeester van zijn
gebied, waar voor millioenen
schade is aangericht. Met ons
drieën passeren we de enkele
niet ondergelopen woningen.
„Woensdagavond speelt de to
neelclub het blijspel „Trees kan
wel wachten" kondigt een raam
biljet aan. Het fladdert omhoog
tegen de muur en slaat weer
neer. Er komt een wrange glim
lach om de mond van de burge
meester. Drie dagen geleden
waren de mensen nog aan het
repeteren. Zaterdagavond werd
de zaal in orde gemaakt.
Zaterdagavondom elf
uur hoorde ik alarmerende be
richten over het noodweer
door de radio, vertelt burge
meester Janssens. „Ik ben per
auto direct naar de meest be
dreigde punten van mijn ge
meente gereden. Waar nu dat
enorme gat in de dijk is, stond
ik vlak vóór de doorbraak,
JJW.c.V Vict de dijkgraaf. We
hoorden het water bulderend
tegen de dijk stijgen en plotse
ling beseften we in levensge
vaar te verkeren. In razende
vaart zijn we naar het dorp
gereden en achter ons stortte
het water zich dóór de dijk,
waarop we hadden gestaan".
Een b'adzijde uit een kerk
boek, een speelkaart - ruiten
negen -, een kalenderblaadje
Namen van slacht
offers
Zeventien doden uit
Fijnaart
ROOSENDAAL, 2 Febr.
In het ziekenhuis „Charitas"
zijn zeventien slachtoffers
van de watersnood geborgen.
Zij waren allen afkomstig uit
Fijnaart (gemeente Heinin
gen). Het zijn:
Mevr. P. de Geus, geboren
Hartman, Leendert de Geus
(zoon). De Geus (zoon). De
Geus (zoon). Teuntje den Hol
lander, geb. Knook. Johanna
den Hollander-Knook. Adri-
ana Achterden bosch, geb.
Slikbo«-r. Gerrit van Mourik.
Maria van Mourik, geb. De
Wit. Mevi. Weeda, geb. Po
lak. Antortia van Ham, geb.
Suijkerbuijk. Jan Bastiaan-
sen. Maria Hollemans (kind).
Hermanus Hollemans (kind).
Gerrit Kers (kind). Petrus
Koetsenruiter 2 jaar. Koet-
senrniter '/j jaar.
Uit andere plaatsen berei
ken ons de namen van de
volgende slachtoffers:
HALSTEREN
Petrus Maas, 1 jaar, B 304.
Maria W. Raats-v. Tiggelen
B 308. Philomena P. v. EIz-
akker B 340. Adriana van
Meer-Schillemans B 337. Cor
nelia Raats, 3 jaar, B 303.
Petrus J. Raats, 7 jaar, B 308.
Cornelia M. de Krom-Casle-
iein B 316. Helena de Koch-
V. Schilt, Lepelstraat, A 128.
Maria H. v. Tiilo-Schijvenaars
Lepelstraat A 139. Anna H.
v. Tillo, 3 jaar, Lepelstraat
A 139. Kees van Osta. Echt
genote van Kees Rokx. Adri
ana van Eekelen. Kees Hoe-
delmans.
NIEUW-VOSSEMEER
Weduwe Roozen. Leden van
het gezin Ooms.
WILLEMSTAD
Weduwe A. Punt, Westdjjk.
A. Bos, gesl. m. Westdijk.
FIJNAART.
A. den Hollander. M. Ley-
dekkers. P. van Mourik en
echtgenote. Dierkx met echt
genote en kinderen. V. Op-
dorp met echtgenote en kin
deren.
VERMIST in Fijnaart zijn:
Gezin Acliterdenbosch. Bas-
tlaansen en inwoneuden. Gei-
lings.
ellende aan de Kortedijk en de
Pe'serdijk. Alle huisjes weg, de
woning van de molenaar met
het water gelijk gemaakt".
„Zijn daar nog mensen ont
snapt aan verdrinking"? vraag
ik. „Er moeten er tientallen ver
dronken zijn", antwoordt de
burgemeester van het nu ver
dronken Nieuw Vossemeer. Zes
lijken hebben we kunnen ber
gen". Een Commando vertelt
dat er een kinderlichaampje
langs hem spoelde. Hij kon het
niet grijpen. De woeste stroom
zoog het lijkje mee
God blijft
Ik zie zeven bruine kippen
doodstil op een stoep staan. Een
uur geleden stonden die beesten
daar ook. Op het dak van een
ondergelopen schuur probeert
een varken zich overeind te hou
den en voor het raam van een
verlaten winkel loopt een kat
wanhopig heen en weer.
Ik had de burgemeester een
uur tevoren met een half lekke
boot naar een droog stuk dijk
zien varen. Twee varkens, spar
telend tegen de Commando's,
die ze in bedwang trachtten te
houden, een grijs poesje en een
zij spek vormden de lading. De
burgemeester stak mee over om
twee vrouwelijke hulpkrachten
gerust te stellen. „Er moeten
nog drie kraamvrouwtjes in het
dorp zijn" beweerden die. „Uit
gesloten" zei de burgemeester,
„alle woningen zijn stuk voor
stuk nagezocht. Maar bedankt
voor jullie hulp. Breng je maar
gauw in veiligheid".
Daarop was de burgemees
ter voor het laatst terugge
keerd in zijn verlaten dorp.
Het gemeentehuis moest nog
gesloten worden. „Morgen
moeten we nog eens terug
met de sleutel van het taber
nakel" zegt de burgemeester.
Alleen God blijft achter in
verdronken Nieuw - Vosse
meer.
Laatste boot
Langs cadavers van paarden,
koeien, schapen en geiten, over
gebarsten deuren, die over de
tramrails liggen, zijn we naai
de boot gestrompeld. Nieuwe
auto's, een nog niet ingereden
tractor blijven achter. „Hier
staat nog een bromfiets" roept
een Commando. De boot, die met
vele andere de hele Maandag
Vossemeerders heeft vervoerd
naar de veilige weg naar Steen
bergen, waar Gelderse bussen
wachten, danst op het binnen-
kolkende water. „Daar is nie
mand meer!" schreeuwt een
Commando met beide handen
aan de mond naar de overkant.
Niemand meer. Dan kan ook de
laatste boot overgetrokken wor
den. „Hou je vast" bulderen mi
litairen van de overkant. „Het
touw naar rechts, anders stoten
we op de tramrails!" De burge
meester grijpt de kabel vast, net
als de Commando's doen. Ik zet
me schrap naast wachtmeester
Witteman en sleur mee aan het
touw.
Het water dringt verder in
de lekke boot. Een hond gaat
te keer in het verdronken
dorp. en ik zie de kippen nog
altijd op de stoep scharrelen.
Om zes uur botst de boot te
gen de vaste dijk.
Een wandklok schuift net van
het dak van een vex'woeste wo
ning en kantelt langs de boot
het water in. Een stofzuiger
drijft daar, een stoel hangt zie
lig tussen een kast en een ledi
kant en vaart mee door de stra
ten. Ik help de boot aan wal
trekken en ga met de slinge
rende Commando-jeep mee. De
burgemeester schudt mijn hand.
Hij wil iets zeggen, maai- kan
niet. Hij kijkt alleen, voor hij
door de modder naar een auto
waadt, nog eenmaal om naar
zijn dorp. Verdronken en ver
woest Nieuw-Vossemeer, waar
onder ingestorte muren nog bur
gers rusten in hun laatste slaap,
I burgers bij tientallen
GROTE SCHADE BIJ
M0ERD1JKBRCG
UTRECHT, 2 Febr. (A.N.P.)
Bij een nauwkeurig onderzoek
naar de situatie bij de Moer-
dijkbrug is gebleken, dat tussen
Dordrecht en de Moerdijkbrug,
onmiddellijk ten Noorden van
öe brug, drie kilometer spoor
baan vrijwel is wee-geslagen.
Ten zuiden van de brug is een
gat van 700 meter in de spoor
dijk ontdekt.
De spoorwegen verwachten
dan ook, dat de herstelwerk-
zamaheden aan de spoorbaan bij
de Moerdijkbrug een kwestie
van ten minste weken zal wor
den.
Halsteren geadopteerd
door Oosterhout
Het zwaar geteisterde Halste
ren is geadopteerd door de ge
meente Oosterhout. De eer te
zending aan kleding en dekking
is Maandag reeds afgezon en.
Met zekerheid moet worden
aangenomen dat ongeveer 80
mensen de dood hebben gevon
den. Naar schatting zijn 400
stuks vee verloren gegaan, 165
varkens, 100 paarden en 1500
kippen.
Veerbootverbindingeii
in Zeeland
'S-GRAVENHAGE, 2 Febr. (A
NP). De veerverbinding Vlis-
singen-Breskens is weer dag en
nacht in dienst, het veer Terneu-
zen-Hoedekenskerke overdag.
ST PH1LIPSLAND biedt een
troosteloze aanblik. Vele huizen
zijn volkomen weggespoeld. In
vele gevallen staat nog slechts
een deur of muurtje overeind.
Rampspoed heeft ons Vaderland getroffen. Onze Westbra
bantse grond en een deel van haar bevolking werd zwaarder
dan ooit geslagen.
Bergen op Zoom, op de rand van het noodgebied, leed mate
riële schade, doch zag haar inwoners gespaard. Groter dan de
vreugde hierover is de deernis en het medelijden bij het over-
zware leed dat vele van onze naaste buren heeft getroffen.
Er is geen plaats voor het uitbundige Vastenavondfeest waar
toe wij ons gereed maakten. Nu er zoveel verdriet om ons heen
is, nu wij vlak om ons zovelen dood weten, en bijna ontelbaren
beroofd zien'zelfs van het allernoodzakelijkste, is het ons niet
mogelijk het Vastenavondfeest te vieren als een feest van het
stralende leven.
Uit hetzelfde hart dat ons de vreugde om ons leven schenkt,
welt nu de deernis en de liefde voor den naaste.
Wij willen iets doen!
Elk jaar worden de krabben één. Zij sluiten zich aaneen tot
een hechte gemeenschap, de gemeenschap van de leut. Wij voe
len telkens wéér deze eenheid als een kostelijk geschenk.
Laten wij ook dit jaar ons aaneen sluiten tot een even sterke
eenheid, nu echter beheerst door de wil om te helpen, om góed
te doen.
Mag ik U vóórgaan in het Vastenavondfeest 1953.
Laat ons vieren het féést van de naastenliefde.
Laat de vreugde om het leven dat wij mochten behouden zich
mi uiten in de bereidheid om voor anderen offers te brengen.
Laat dit nu onze vreugde zijn dat wij alles doen wat wij kun
nen om anderen te troosten.
Wat wij hadden bestemd voor het feest van de leut, kunnen
wij nu niet beter besteden dan voor het feest van de naasten
liefde. Er is veel geld nodig, én goederen, én werkkracht én
liefdevolle gastvrijheid voor de slachtoffers van de ramp die
wij zullen ontvangen.
Geeft wat ge kunt!
Hoe en waar zult ge nader horen-
Houdt U tot hulp bereid!
Het Scheldewater doorbrak met niet te stuiten kracht de
dijken van de Eendracht en bracht vele buren in nood.
Laat de Scheldestad met de even onweerstaanbare kracht der
naastenliefde in eendracht werken om iets van deze nood te
helpen lenigen.
NILLES I
ifiSfjPji
IIPP* y
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG, 2 Febr. „Run is mislukt, wij doen het over" riep
de bemanning van de in allerijl voor droppingoperaties omgebouw
de Dakota van de chef luchtmachtstaf luitenant-generaal I. A. Aler,
waarmee wij gistermiddag een vlucht hebben gemaakt boven de
door de overstroming geteisterde gebieden van Zuid-Holland en
Zeeland.
Majoor-vlieger S. de Jong gooide het roer om, terwijl de afwer-
pers, de soldaten Van der Water en Crama, de sergeant Smakman
en luitenant Haakman - stevig vastgebonden - hun plaatsen weer
innamen voor het open deurgat, waardoor zij bij het volgende sig
naal uit de cockpit enige pakken zankzakken in de buurt van
West-Souburg op Walcheren zouden „droppen".
Het eerste doel van onze tocht
was Stavenisse in de West-uit
hoek van Tholen. Een opkomen
de hagelbui deed de gezagvoer
der echter beslissen door te vlie-
Die zandzakken kunnen dan
door de geïsoleerde bewoners
van het noodgebied gebruikt
worden om de kleinere gaten in
de dijken provisorisch te dichten
en de zwakke plekken te ver
sterken.
Dat afwerpen is geen sine
cure in de eerste plaats natuur
lijk omdat de pakken op het
droge terecht moeten komen.
Maar bovendien moet men zo
veel mogelijk uit de buurt van
huizen en mensenconglomera
ties blijven omdat men anders
het gevaar loopt meer onheil aan
te richten dan goed te doen.
gen naar Oost-Souburg nabij
Vlissingen. Het panorama, dat
onder ons voorbij trok was on
beschrijfelijk triest.
Uitgestorven land
Eindeloze watervlakten, waar
in men zich nog maar nauwe-
Mjks kon oriënteren aan de hand
van dijkkruinen en half ver
dronken dorpskernen. Van stel
lendam op Goeree waren nog
slechts daken en boomkruinen
te zien. Bij Brouwershaven op
Schouwen-Duiveland was het
niet veel beter.
Zierikzee leek vrijwel droog
maar er waren verschrikkelijke
verwoestingen aangericht. Op
Zuid-Beveland, dat evenals Wal
cheren een troosteloze aanblik
bood, waren duidelijk de gewel
dige gaten te zien, die de woe
dende golven in de dijken ge
slagen hebben.
Middelburg lag vrijwel droog.
Op de hoger gelegen delen, ook
waar het uitgesterkte gebieden
betrof viel nauwelijks iets waar
te nemen van mensen of ver
keer. Het land leek uitgestorven.
Mensen in nood
Na de dropping bij Souburg
zette ons toestel weer koers
naar Stavenisse. De gehele
Westhoek van Tholen was een
trieste watermassa waarin de
doorbroken dijken en de ha f
onder water staande boerderijen
de enige afwisseling beden. Van
Stavenisse zelf kwamen alleen
enige gedeelten van de dorns-
kern boven water nlt. Duidelijk
konden wij vele verwoeste bui
zen en straten waarnemen. Het
stadje ligt practisch geisoleerd
en vrijwel alles moet door de
lucht worden aangevoerd. Op
de dijken hadden zich mensen
verzamelt: gereed om de afge
worpen zandzakken te verza
melen.
Tijdens een van onze cirkel-
vluchten op eea hoogte van 150
a 200 meter over het hoger ge
legen gedeelte zagen wij in de
straten mannen, vrouwen en
kinderen bezig met een para
chute waaraan pakken levens
middelen bevestigd waren, die
zojuist door een andere Dakota
was afgeworpen. Een schip
wellicht het eerste sinds de
ramp kwam juist in de deer
lijk geteisterde haven aan. Op
deze vlucht werden 7500 zakken
met een totaal gewicht van 1500
kg afgeworpen.
Noodsignalen op
de dijk
De gehele dag zijn vliegtuigen
vanaf het vliegveld Valkenburg
dat- het ravitailleringscentrum
voor de geisoleerde noodgebie-
den is, in de weer geweest om
de bevolking van het hoognodi
ge te voorzien. Behalve aan zak
ken en levensmiddelen is er be
hoefte aan geneesmiddelen en
rubberboten.
Zo had men bij Middelharnis
met kalkletters op de dijk ge
schreven „rubberboten s.v.p. en
zakken". Ook op verschillende
eenzame boerderijen, die tot
aan de zolderverdieping in het
water staan, zitten nog mensen
opgesloten. Rond Dinteloord,
Willemstad en Moerdijk, via
welke plaatsen wij teru v'ogen,
bevindt zich een geweldige wa
teroppervlakte. Daarbij lijkt de
situatie rondom Dordrecht min
der ernstig.
De schepen die wij langs de
waterwegen in deze streek op
de kaden zagen liggen, geven
echter wel een indruk met hoe
veel geweld het water ook hier
is te keer gegaan.
(Van onze speciale verslaggever)
NOODGEBIED, 2 Febr, -De gèhêïe Zondagnacht en Maaud^y»
heeft het reddingswerk en de strijd tegen het water nabij TerhtN. k~
den, Wagenberg, Lage Zwaluwe en noge Zwaluwe, Moerdijk.
Roode Vaart en Zevenbergen voortgeduurd. Een heldhaftige strijd
van militairen en burgers. De ingesloten bewoners van Moerdijk
werden met boten afgehaald, van Zwaluwe geschiedde de evacua
tie met zware rupswagens, zogenaamde „high speeds", welke door
één meter twintig water konden rijden. Met boten werden de in-
geslotenen naar Lage Zwaluwe gebracht. Daar zaten ook op het
station enige honderden mensen samengedrongen. Ook in het
seinhuis van de N.S. hadden dc mensen hun toevlucht gezocht.
Met boten voeren de redders
naar de geïsoleerde huizen,
waarin de mensen al uren en
uren op hulp zaten te wachten.
Van de boot werden zij over
gebracht naar de high speeds
welke naar Terheyden reden.
Op Zondagmiddag, om half
twee, maakten de militairen
hun eerste gevaarvolle tocht. De
tanks zijn drie ton zwaar. Door
het één meter hoge water
werd met de grootste voorzich
tigheid gereden over een oude
weg naar Moerdijk via Zeven-
bergsche Hoek. Dit vereiste het
uiterste van de zenuwen van de
chauffeurs. In totaal werd, óók
toen het duister gevallen was,
met vier van deze sterke mons
ters de tocht meermalen ge
maakt. Iedere keer konden een
vijftigtal mensen, die vreselijke
uren hadden doorgemaakt, gered
worden, die dan van Terheyden
direct naar Breda werden ver
voerd.
Vooral de nachtelijke tochten
waren zeer gevaarlijk en moeten
heldhaftig genoemd worden. Een
der mannen verklaarde: „Eigen
lijk gaat het niet, maar we doen
het toch". En verbeten voegde
hij er aan toe: „En we gaan door
tot we iedereen hebben".
Deze rupswagens koersen on
gehinderd door het water, mits
dit niet hoger komt dan een me
ter twintig. Vanaf de rijksweg
Breda-Moerdijk werden met
bootjes talrijke bewoners van ge-
isoleerde huizen gered. Ook zij
werden naar Breda vervoerd.
Vanuit deze stad leidt de gar
nizoenscommandant de militaire
hulp in dit gebied in het kader
van de gehele inschakeling van
de zestien duizend militairen. Op
het hoofdkwartier in de Kloos
terkazerne kon Overste Ter Haar
geen onderdelen noemen, omdat
de formaties ook tot stand zijn
gekomen met personeel, dat el
ders thuishoort. Op het binnen
plein reden wagens van de mare
chaussee af en aan. Op de K.M.A.
heerste hetzelfde beeld. Amphi-
bie materiaal werd ingezet, waar
daarom gevraagd werd. Op de
terreinen van de Chassé kazerne
werden aan de lopende band
zakken met zand gevuld. In de
lokalen lagen afgeloste soldaten
uitgeput op stro te slapen.
Sober relaas
Over de toedracht van de wa
tersnood in het dorp Moerdijk
heeft de groepscommandant van
de rijkspolitie in Zevenbergen
het volgende sobere verhaal ge
geven. Een correct „proces ver
baal". De heer Vlaskamp vertel
de het volgende: „De eerste
alarm-seinen in Zevenbergen
kwamen van Klundert. Dat was
om één uur in 'de nacht van Za
terdag op Zondag. Spoedig daar
na kwam het bericht dat de Ha
ven van Moerdijk overliep. Wij
zijn er toen naar toe gegaan om
vrouwen én kinderen en ouden
van dagen te gaan halen. Maar
in vijf minuten tijd stond hét
dorp onder water. Er was een
gat in de dijk geslagen. Hét op
halen gebeurde met particuliere
wagens, van bedrijven en bur
gers. Door het snelle opkomen
van het water moesten die snel
terugtrekken en de mensen
moesten het hogerop zoeken. Het
water steeg eën centimeter per
minuut. Zondagmorgen om elf
uur was er weer contact mogelijk
met de buitenwereld.
Het grootste deel van Moerdijk
stond toen onder water. Er heb
ben geen mensen op de daken
gebeten. Beslist niet. Er zijn in
Moerdijk ook geen personen om
gekomen. Wel in Klundert, bij de
Roode Vaart, dertien mensen.
De bevolking is ondergebracht
in het zusterklooster en de ma
rechausseekazerne. Er was geen
water, geen licht, een beetje
melk voor de babies. Later kon
den we wat levensmiddelen ha
len, boter, melk en kaas uit de
winkels. Tot nu toe (het was over
negen uur, toen deze wakkere
rijkspolitieman gisteren zijn re
laas deed), zijn er vijftien perso
nen gered uit Moerdijk. Er zitten
nog negen honderd vijftig man.
Met vier boten wordt getracht
om hen af te halen en dan gaan
zij van Zevenbergen naar het
kamp Ossendrecht". Tot zover
deze groepscommandant, die als'
zovele andere rijkspolitiemannen
bergen uitstekend werk heeft
verzet.
Radio-boodschap
In de uren daarna werden de
reddingen voortgezet, vanuit Ze
venbergen geredigeerd. Zeven
bergen dat echter ook weer met
dijkdoorbraak werd bedreigd,
zodat de burgemeester van Ou
denbosch, via de radio, om zak
ken met zand vroeg.
Een autobus met geredden uit
Moerdijk ontmoetten wij daarna.
In de verte lag Moerdijk met het
witte Zustersklooster boven het
water als een baken. De vrouw
van een der geredden waakte
over haar kinderen. Haar man
was een spoorman. „De kinderen
zyn heel zoet geweest", vertelde
ze. „We hebben geslapen in de
cel van de kazerne en we hadden
geen brood, maar wel koekjes.
Haar man vertelde, dat de spoor
man Visser nog op de Moerdijk
brug zat, veilig en wel. „Al het
overige spoorwegpersoneel is ge
red", zei hij en liet erop volgen,
dat hij wel eerder redding had
verwacht. „Maar ja", zei hij be
rustend, „er was ook zo veel te
doen". De boten bij dit reddings
werk in Moerdijk gebruikt, zou
den later in Willemstad worden
benut.