Laatste tocht uit het verdronken dorp Nieuw-Vossemeer Heldhaftige redding met „high speeds" in Zwaluwe STAVEMSSE Droppinnsvluchtnaar MET BURGEMEESTER IN EEN LEK BOOTJE.... Tientallen doden en schade voor millioenen PROCLAMATIE VAN PRINS NILLES I Vastenavond 1953 Féést van naastenliefde AGGE MAR GOED DOET! HOE MOERDIJK WERD OVERVALLEN Reddingswerk blijft nog onoverzichtelijk Stadjes en boerderijen geisoleerd 3 BRABANTS NIEUWSBLAD Dinsdag 3 Febr. 1953 (Van een onzer redacteuren) VERDRONKEN NIEUW-VOSSEMEER, Maandagavond Burgemeester Eduard Janssens van Nieuw-Vossemeer heeft van avond om vijf vóór zes samen met een luitenant en een vaandrig van de commando's de triestigste plechtigheid uit ziin leven verricht. Met een wankel bootje is hij naar de tuin achter het gemeentehuis geroeid en heeft daar het lijk van de weduwe Rozendaal uit het water gehaald. Hij heeft het in de secretarie gelegd, er een kruis over gemaakt en is vertrokken., liggen platgetrapt tussen stro en balken, overschot van wat tweemaal vier-en-twintig uur geleden nog een arbeiderswoning was. „Die man zat bij zijn bu ren' vertelt wachtmeester Witte- man. „Ik zie hem daar. terwijl ik van de dijk terugkom en zeg hem dat het tijd wordt om naar huis te gaan. Nog geen vijf mi nuten later is zijn woning een puinhoop. Man en vrouw ver dronken. Volkomen afgesloten Burgemeester Janssens had Zaterdagnacht na zijn ruw af gebroken bezoek aan de dijk onmiddel'ijk de brandweersirene in werking gesteld. Daarop was hij gaan bellen. Naar Waterstaat instanties, naar de Commissaris in Den Bosch. Professor De Quay beloofde onmiddellijk de militaire com mandant Warringa te waarschu wen. Hij zou dan terugbellen. Maar de telefoonbel heeft in de burgemeesterswonïng niet meer gegaan. Rond vijf uur Zondag morgen was dat en vrijwel tege lijk viel ook de electrische stroom uit en gaf geen enkel kraantje water meer. „De hele Zondag hebben we in bange afwachting verkeerd. We wisten niets van de omge ving. We hebben allemaal boven gezeten en vandaar zag ik de Geschiedenis van een rampzalige nacht „God, wat is het verschrik- ke'ijk" zegt hij me en de tranen barsten uit zijn ogen. Aan het einde van de Dorpsstraat, op de enige nog begaanbare plek van Nieuw-Vossemeer, heb ik met wachtmeester Witteman van de Rijkspolitie op de burgemeester gewacht. Om zes uur strompe len we met zijn drieën in gezel schap van de laatste Comman do's over de omgewoelde tram baan, waaronder bu1 derend het vloedwater weer opnieuw het dorp binnendringt, naar de boot. De "laatste boot uit een verdron ken dorp In- en indroevig is dit afscheid van een burgemeester van zijn gebied, waar voor millioenen schade is aangericht. Met ons drieën passeren we de enkele niet ondergelopen woningen. „Woensdagavond speelt de to neelclub het blijspel „Trees kan wel wachten" kondigt een raam biljet aan. Het fladdert omhoog tegen de muur en slaat weer neer. Er komt een wrange glim lach om de mond van de burge meester. Drie dagen geleden waren de mensen nog aan het repeteren. Zaterdagavond werd de zaal in orde gemaakt. Zaterdagavondom elf uur hoorde ik alarmerende be richten over het noodweer door de radio, vertelt burge meester Janssens. „Ik ben per auto direct naar de meest be dreigde punten van mijn ge meente gereden. Waar nu dat enorme gat in de dijk is, stond ik vlak vóór de doorbraak, JJW.c.V Vict de dijkgraaf. We hoorden het water bulderend tegen de dijk stijgen en plotse ling beseften we in levensge vaar te verkeren. In razende vaart zijn we naar het dorp gereden en achter ons stortte het water zich dóór de dijk, waarop we hadden gestaan". Een b'adzijde uit een kerk boek, een speelkaart - ruiten negen -, een kalenderblaadje Namen van slacht offers Zeventien doden uit Fijnaart ROOSENDAAL, 2 Febr. In het ziekenhuis „Charitas" zijn zeventien slachtoffers van de watersnood geborgen. Zij waren allen afkomstig uit Fijnaart (gemeente Heinin gen). Het zijn: Mevr. P. de Geus, geboren Hartman, Leendert de Geus (zoon). De Geus (zoon). De Geus (zoon). Teuntje den Hol lander, geb. Knook. Johanna den Hollander-Knook. Adri- ana Achterden bosch, geb. Slikbo«-r. Gerrit van Mourik. Maria van Mourik, geb. De Wit. Mevi. Weeda, geb. Po lak. Antortia van Ham, geb. Suijkerbuijk. Jan Bastiaan- sen. Maria Hollemans (kind). Hermanus Hollemans (kind). Gerrit Kers (kind). Petrus Koetsenruiter 2 jaar. Koet- senrniter '/j jaar. Uit andere plaatsen berei ken ons de namen van de volgende slachtoffers: HALSTEREN Petrus Maas, 1 jaar, B 304. Maria W. Raats-v. Tiggelen B 308. Philomena P. v. EIz- akker B 340. Adriana van Meer-Schillemans B 337. Cor nelia Raats, 3 jaar, B 303. Petrus J. Raats, 7 jaar, B 308. Cornelia M. de Krom-Casle- iein B 316. Helena de Koch- V. Schilt, Lepelstraat, A 128. Maria H. v. Tiilo-Schijvenaars Lepelstraat A 139. Anna H. v. Tillo, 3 jaar, Lepelstraat A 139. Kees van Osta. Echt genote van Kees Rokx. Adri ana van Eekelen. Kees Hoe- delmans. NIEUW-VOSSEMEER Weduwe Roozen. Leden van het gezin Ooms. WILLEMSTAD Weduwe A. Punt, Westdjjk. A. Bos, gesl. m. Westdijk. FIJNAART. A. den Hollander. M. Ley- dekkers. P. van Mourik en echtgenote. Dierkx met echt genote en kinderen. V. Op- dorp met echtgenote en kin deren. VERMIST in Fijnaart zijn: Gezin Acliterdenbosch. Bas- tlaansen en inwoneuden. Gei- lings. ellende aan de Kortedijk en de Pe'serdijk. Alle huisjes weg, de woning van de molenaar met het water gelijk gemaakt". „Zijn daar nog mensen ont snapt aan verdrinking"? vraag ik. „Er moeten er tientallen ver dronken zijn", antwoordt de burgemeester van het nu ver dronken Nieuw Vossemeer. Zes lijken hebben we kunnen ber gen". Een Commando vertelt dat er een kinderlichaampje langs hem spoelde. Hij kon het niet grijpen. De woeste stroom zoog het lijkje mee God blijft Ik zie zeven bruine kippen doodstil op een stoep staan. Een uur geleden stonden die beesten daar ook. Op het dak van een ondergelopen schuur probeert een varken zich overeind te hou den en voor het raam van een verlaten winkel loopt een kat wanhopig heen en weer. Ik had de burgemeester een uur tevoren met een half lekke boot naar een droog stuk dijk zien varen. Twee varkens, spar telend tegen de Commando's, die ze in bedwang trachtten te houden, een grijs poesje en een zij spek vormden de lading. De burgemeester stak mee over om twee vrouwelijke hulpkrachten gerust te stellen. „Er moeten nog drie kraamvrouwtjes in het dorp zijn" beweerden die. „Uit gesloten" zei de burgemeester, „alle woningen zijn stuk voor stuk nagezocht. Maar bedankt voor jullie hulp. Breng je maar gauw in veiligheid". Daarop was de burgemees ter voor het laatst terugge keerd in zijn verlaten dorp. Het gemeentehuis moest nog gesloten worden. „Morgen moeten we nog eens terug met de sleutel van het taber nakel" zegt de burgemeester. Alleen God blijft achter in verdronken Nieuw - Vosse meer. Laatste boot Langs cadavers van paarden, koeien, schapen en geiten, over gebarsten deuren, die over de tramrails liggen, zijn we naai de boot gestrompeld. Nieuwe auto's, een nog niet ingereden tractor blijven achter. „Hier staat nog een bromfiets" roept een Commando. De boot, die met vele andere de hele Maandag Vossemeerders heeft vervoerd naar de veilige weg naar Steen bergen, waar Gelderse bussen wachten, danst op het binnen- kolkende water. „Daar is nie mand meer!" schreeuwt een Commando met beide handen aan de mond naar de overkant. Niemand meer. Dan kan ook de laatste boot overgetrokken wor den. „Hou je vast" bulderen mi litairen van de overkant. „Het touw naar rechts, anders stoten we op de tramrails!" De burge meester grijpt de kabel vast, net als de Commando's doen. Ik zet me schrap naast wachtmeester Witteman en sleur mee aan het touw. Het water dringt verder in de lekke boot. Een hond gaat te keer in het verdronken dorp. en ik zie de kippen nog altijd op de stoep scharrelen. Om zes uur botst de boot te gen de vaste dijk. Een wandklok schuift net van het dak van een vex'woeste wo ning en kantelt langs de boot het water in. Een stofzuiger drijft daar, een stoel hangt zie lig tussen een kast en een ledi kant en vaart mee door de stra ten. Ik help de boot aan wal trekken en ga met de slinge rende Commando-jeep mee. De burgemeester schudt mijn hand. Hij wil iets zeggen, maai- kan niet. Hij kijkt alleen, voor hij door de modder naar een auto waadt, nog eenmaal om naar zijn dorp. Verdronken en ver woest Nieuw-Vossemeer, waar onder ingestorte muren nog bur gers rusten in hun laatste slaap, I burgers bij tientallen GROTE SCHADE BIJ M0ERD1JKBRCG UTRECHT, 2 Febr. (A.N.P.) Bij een nauwkeurig onderzoek naar de situatie bij de Moer- dijkbrug is gebleken, dat tussen Dordrecht en de Moerdijkbrug, onmiddellijk ten Noorden van öe brug, drie kilometer spoor baan vrijwel is wee-geslagen. Ten zuiden van de brug is een gat van 700 meter in de spoor dijk ontdekt. De spoorwegen verwachten dan ook, dat de herstelwerk- zamaheden aan de spoorbaan bij de Moerdijkbrug een kwestie van ten minste weken zal wor den. Halsteren geadopteerd door Oosterhout Het zwaar geteisterde Halste ren is geadopteerd door de ge meente Oosterhout. De eer te zending aan kleding en dekking is Maandag reeds afgezon en. Met zekerheid moet worden aangenomen dat ongeveer 80 mensen de dood hebben gevon den. Naar schatting zijn 400 stuks vee verloren gegaan, 165 varkens, 100 paarden en 1500 kippen. Veerbootverbindingeii in Zeeland 'S-GRAVENHAGE, 2 Febr. (A NP). De veerverbinding Vlis- singen-Breskens is weer dag en nacht in dienst, het veer Terneu- zen-Hoedekenskerke overdag. ST PH1LIPSLAND biedt een troosteloze aanblik. Vele huizen zijn volkomen weggespoeld. In vele gevallen staat nog slechts een deur of muurtje overeind. Rampspoed heeft ons Vaderland getroffen. Onze Westbra bantse grond en een deel van haar bevolking werd zwaarder dan ooit geslagen. Bergen op Zoom, op de rand van het noodgebied, leed mate riële schade, doch zag haar inwoners gespaard. Groter dan de vreugde hierover is de deernis en het medelijden bij het over- zware leed dat vele van onze naaste buren heeft getroffen. Er is geen plaats voor het uitbundige Vastenavondfeest waar toe wij ons gereed maakten. Nu er zoveel verdriet om ons heen is, nu wij vlak om ons zovelen dood weten, en bijna ontelbaren beroofd zien'zelfs van het allernoodzakelijkste, is het ons niet mogelijk het Vastenavondfeest te vieren als een feest van het stralende leven. Uit hetzelfde hart dat ons de vreugde om ons leven schenkt, welt nu de deernis en de liefde voor den naaste. Wij willen iets doen! Elk jaar worden de krabben één. Zij sluiten zich aaneen tot een hechte gemeenschap, de gemeenschap van de leut. Wij voe len telkens wéér deze eenheid als een kostelijk geschenk. Laten wij ook dit jaar ons aaneen sluiten tot een even sterke eenheid, nu echter beheerst door de wil om te helpen, om góed te doen. Mag ik U vóórgaan in het Vastenavondfeest 1953. Laat ons vieren het féést van de naastenliefde. Laat de vreugde om het leven dat wij mochten behouden zich mi uiten in de bereidheid om voor anderen offers te brengen. Laat dit nu onze vreugde zijn dat wij alles doen wat wij kun nen om anderen te troosten. Wat wij hadden bestemd voor het feest van de leut, kunnen wij nu niet beter besteden dan voor het feest van de naasten liefde. Er is veel geld nodig, én goederen, én werkkracht én liefdevolle gastvrijheid voor de slachtoffers van de ramp die wij zullen ontvangen. Geeft wat ge kunt! Hoe en waar zult ge nader horen- Houdt U tot hulp bereid! Het Scheldewater doorbrak met niet te stuiten kracht de dijken van de Eendracht en bracht vele buren in nood. Laat de Scheldestad met de even onweerstaanbare kracht der naastenliefde in eendracht werken om iets van deze nood te helpen lenigen. NILLES I ifiSfjPji IIPP* y (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG, 2 Febr. „Run is mislukt, wij doen het over" riep de bemanning van de in allerijl voor droppingoperaties omgebouw de Dakota van de chef luchtmachtstaf luitenant-generaal I. A. Aler, waarmee wij gistermiddag een vlucht hebben gemaakt boven de door de overstroming geteisterde gebieden van Zuid-Holland en Zeeland. Majoor-vlieger S. de Jong gooide het roer om, terwijl de afwer- pers, de soldaten Van der Water en Crama, de sergeant Smakman en luitenant Haakman - stevig vastgebonden - hun plaatsen weer innamen voor het open deurgat, waardoor zij bij het volgende sig naal uit de cockpit enige pakken zankzakken in de buurt van West-Souburg op Walcheren zouden „droppen". Het eerste doel van onze tocht was Stavenisse in de West-uit hoek van Tholen. Een opkomen de hagelbui deed de gezagvoer der echter beslissen door te vlie- Die zandzakken kunnen dan door de geïsoleerde bewoners van het noodgebied gebruikt worden om de kleinere gaten in de dijken provisorisch te dichten en de zwakke plekken te ver sterken. Dat afwerpen is geen sine cure in de eerste plaats natuur lijk omdat de pakken op het droge terecht moeten komen. Maar bovendien moet men zo veel mogelijk uit de buurt van huizen en mensenconglomera ties blijven omdat men anders het gevaar loopt meer onheil aan te richten dan goed te doen. gen naar Oost-Souburg nabij Vlissingen. Het panorama, dat onder ons voorbij trok was on beschrijfelijk triest. Uitgestorven land Eindeloze watervlakten, waar in men zich nog maar nauwe- Mjks kon oriënteren aan de hand van dijkkruinen en half ver dronken dorpskernen. Van stel lendam op Goeree waren nog slechts daken en boomkruinen te zien. Bij Brouwershaven op Schouwen-Duiveland was het niet veel beter. Zierikzee leek vrijwel droog maar er waren verschrikkelijke verwoestingen aangericht. Op Zuid-Beveland, dat evenals Wal cheren een troosteloze aanblik bood, waren duidelijk de gewel dige gaten te zien, die de woe dende golven in de dijken ge slagen hebben. Middelburg lag vrijwel droog. Op de hoger gelegen delen, ook waar het uitgesterkte gebieden betrof viel nauwelijks iets waar te nemen van mensen of ver keer. Het land leek uitgestorven. Mensen in nood Na de dropping bij Souburg zette ons toestel weer koers naar Stavenisse. De gehele Westhoek van Tholen was een trieste watermassa waarin de doorbroken dijken en de ha f onder water staande boerderijen de enige afwisseling beden. Van Stavenisse zelf kwamen alleen enige gedeelten van de dorns- kern boven water nlt. Duidelijk konden wij vele verwoeste bui zen en straten waarnemen. Het stadje ligt practisch geisoleerd en vrijwel alles moet door de lucht worden aangevoerd. Op de dijken hadden zich mensen verzamelt: gereed om de afge worpen zandzakken te verza melen. Tijdens een van onze cirkel- vluchten op eea hoogte van 150 a 200 meter over het hoger ge legen gedeelte zagen wij in de straten mannen, vrouwen en kinderen bezig met een para chute waaraan pakken levens middelen bevestigd waren, die zojuist door een andere Dakota was afgeworpen. Een schip wellicht het eerste sinds de ramp kwam juist in de deer lijk geteisterde haven aan. Op deze vlucht werden 7500 zakken met een totaal gewicht van 1500 kg afgeworpen. Noodsignalen op de dijk De gehele dag zijn vliegtuigen vanaf het vliegveld Valkenburg dat- het ravitailleringscentrum voor de geisoleerde noodgebie- den is, in de weer geweest om de bevolking van het hoognodi ge te voorzien. Behalve aan zak ken en levensmiddelen is er be hoefte aan geneesmiddelen en rubberboten. Zo had men bij Middelharnis met kalkletters op de dijk ge schreven „rubberboten s.v.p. en zakken". Ook op verschillende eenzame boerderijen, die tot aan de zolderverdieping in het water staan, zitten nog mensen opgesloten. Rond Dinteloord, Willemstad en Moerdijk, via welke plaatsen wij teru v'ogen, bevindt zich een geweldige wa teroppervlakte. Daarbij lijkt de situatie rondom Dordrecht min der ernstig. De schepen die wij langs de waterwegen in deze streek op de kaden zagen liggen, geven echter wel een indruk met hoe veel geweld het water ook hier is te keer gegaan. (Van onze speciale verslaggever) NOODGEBIED, 2 Febr, -De gèhêïe Zondagnacht en Maaud^y» heeft het reddingswerk en de strijd tegen het water nabij TerhtN. k~ den, Wagenberg, Lage Zwaluwe en noge Zwaluwe, Moerdijk. Roode Vaart en Zevenbergen voortgeduurd. Een heldhaftige strijd van militairen en burgers. De ingesloten bewoners van Moerdijk werden met boten afgehaald, van Zwaluwe geschiedde de evacua tie met zware rupswagens, zogenaamde „high speeds", welke door één meter twintig water konden rijden. Met boten werden de in- geslotenen naar Lage Zwaluwe gebracht. Daar zaten ook op het station enige honderden mensen samengedrongen. Ook in het seinhuis van de N.S. hadden dc mensen hun toevlucht gezocht. Met boten voeren de redders naar de geïsoleerde huizen, waarin de mensen al uren en uren op hulp zaten te wachten. Van de boot werden zij over gebracht naar de high speeds welke naar Terheyden reden. Op Zondagmiddag, om half twee, maakten de militairen hun eerste gevaarvolle tocht. De tanks zijn drie ton zwaar. Door het één meter hoge water werd met de grootste voorzich tigheid gereden over een oude weg naar Moerdijk via Zeven- bergsche Hoek. Dit vereiste het uiterste van de zenuwen van de chauffeurs. In totaal werd, óók toen het duister gevallen was, met vier van deze sterke mons ters de tocht meermalen ge maakt. Iedere keer konden een vijftigtal mensen, die vreselijke uren hadden doorgemaakt, gered worden, die dan van Terheyden direct naar Breda werden ver voerd. Vooral de nachtelijke tochten waren zeer gevaarlijk en moeten heldhaftig genoemd worden. Een der mannen verklaarde: „Eigen lijk gaat het niet, maar we doen het toch". En verbeten voegde hij er aan toe: „En we gaan door tot we iedereen hebben". Deze rupswagens koersen on gehinderd door het water, mits dit niet hoger komt dan een me ter twintig. Vanaf de rijksweg Breda-Moerdijk werden met bootjes talrijke bewoners van ge- isoleerde huizen gered. Ook zij werden naar Breda vervoerd. Vanuit deze stad leidt de gar nizoenscommandant de militaire hulp in dit gebied in het kader van de gehele inschakeling van de zestien duizend militairen. Op het hoofdkwartier in de Kloos terkazerne kon Overste Ter Haar geen onderdelen noemen, omdat de formaties ook tot stand zijn gekomen met personeel, dat el ders thuishoort. Op het binnen plein reden wagens van de mare chaussee af en aan. Op de K.M.A. heerste hetzelfde beeld. Amphi- bie materiaal werd ingezet, waar daarom gevraagd werd. Op de terreinen van de Chassé kazerne werden aan de lopende band zakken met zand gevuld. In de lokalen lagen afgeloste soldaten uitgeput op stro te slapen. Sober relaas Over de toedracht van de wa tersnood in het dorp Moerdijk heeft de groepscommandant van de rijkspolitie in Zevenbergen het volgende sobere verhaal ge geven. Een correct „proces ver baal". De heer Vlaskamp vertel de het volgende: „De eerste alarm-seinen in Zevenbergen kwamen van Klundert. Dat was om één uur in 'de nacht van Za terdag op Zondag. Spoedig daar na kwam het bericht dat de Ha ven van Moerdijk overliep. Wij zijn er toen naar toe gegaan om vrouwen én kinderen en ouden van dagen te gaan halen. Maar in vijf minuten tijd stond hét dorp onder water. Er was een gat in de dijk geslagen. Hét op halen gebeurde met particuliere wagens, van bedrijven en bur gers. Door het snelle opkomen van het water moesten die snel terugtrekken en de mensen moesten het hogerop zoeken. Het water steeg eën centimeter per minuut. Zondagmorgen om elf uur was er weer contact mogelijk met de buitenwereld. Het grootste deel van Moerdijk stond toen onder water. Er heb ben geen mensen op de daken gebeten. Beslist niet. Er zijn in Moerdijk ook geen personen om gekomen. Wel in Klundert, bij de Roode Vaart, dertien mensen. De bevolking is ondergebracht in het zusterklooster en de ma rechausseekazerne. Er was geen water, geen licht, een beetje melk voor de babies. Later kon den we wat levensmiddelen ha len, boter, melk en kaas uit de winkels. Tot nu toe (het was over negen uur, toen deze wakkere rijkspolitieman gisteren zijn re laas deed), zijn er vijftien perso nen gered uit Moerdijk. Er zitten nog negen honderd vijftig man. Met vier boten wordt getracht om hen af te halen en dan gaan zij van Zevenbergen naar het kamp Ossendrecht". Tot zover deze groepscommandant, die als' zovele andere rijkspolitiemannen bergen uitstekend werk heeft verzet. Radio-boodschap In de uren daarna werden de reddingen voortgezet, vanuit Ze venbergen geredigeerd. Zeven bergen dat echter ook weer met dijkdoorbraak werd bedreigd, zodat de burgemeester van Ou denbosch, via de radio, om zak ken met zand vroeg. Een autobus met geredden uit Moerdijk ontmoetten wij daarna. In de verte lag Moerdijk met het witte Zustersklooster boven het water als een baken. De vrouw van een der geredden waakte over haar kinderen. Haar man was een spoorman. „De kinderen zyn heel zoet geweest", vertelde ze. „We hebben geslapen in de cel van de kazerne en we hadden geen brood, maar wel koekjes. Haar man vertelde, dat de spoor man Visser nog op de Moerdijk brug zat, veilig en wel. „Al het overige spoorwegpersoneel is ge red", zei hij en liet erop volgen, dat hij wel eerder redding had verwacht. „Maar ja", zei hij be rustend, „er was ook zo veel te doen". De boten bij dit reddings werk in Moerdijk gebruikt, zou den later in Willemstad worden benut.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2