ONS AMPHIBIEWAGENS
GEEF
onzekerheid over
Volslagen
Schouwen en Noord-Beveland
Koningin met waterlaarzen
aan in Middelharnis
ONHOUDBARE TOESTAND OP THOLEN
Veertien uur onderweg in de noodgebieden
DE TUD DINSDAG 3 FEBRUARI 1953 PAGINA 3
Talloze colonnes
naar JV.-Brabant
(Verschillende verhalen van verslaggevers)
Een iweede dag zijn onze verslaggevers in de noodgebie-
den van Nederland geweesi, een iweede dag hebben zij
de verschrikkingen van nabij meegemaakt. Hun relaas,
dai zij, zoals de zeer ernstige ioesiand vereisi, sober heb
ben gehouden, volgt hieronder.
Onze reporter in Zeeland seinde ons, via een zeer avon
tuurlijk bezoek aan Zuid-Beveland en Sint Philipsland,
het volgende:
zich daarbij geen ernstige ongelukken
hebben voorgedaan. De Zeeuwen zijn
trots op deze kerels. Dikwijls hebben zij
hun boerenkleren gegeven in ruil voor
hun doorweekte militaire plunje. Elders
was men minder scheutig. Bij de evacu
atie van een sigarenwinkelier liet deze
enkele commando's de banderolleprijs
van enige pakjes sigaretten, die anders
toch aan de golven zouden zijn prijsge
geven, betalen. Een oude Zeeuw, die bij
zijn redding tegenstribbelde, deelden de
knapen die hem kwamen helpen op een
gegeven moment mee: „Ga dan zelf
maar". Daarop verdween hij in het
water.
Deze stoere knapen met hun groene
baretten ontvangen van iedereen steun.
Ruim 200 studenten uit Delft en Wage-
ningen staan de ganse dag in Roosen
daal zandzakken te vullen. Vannacht
arriveerden nog 60 man uit de Noord-
Oost Polder om hetzelfde werk te komen
doen. Uit Monnikendam kwamen vijf
mensen een soort Schnellbot brengen.
Scheveningers kwamen aanrijden met de
bekende witte „duck" die 's zomers op
het Scheveningse strand rijdt ter redding
van eventuele drenkelingen. Enzovoort.
Twee lifters die wij onderweg oppikten,
vroegen naar de commando's omdat zij
„mannenwerk" wilden doen.
Al neemt de omvang van de red
dingspogingen gestadig toe. toch gaat
alles nog gebrekkig. Er is en blijft een
schreeuwend gebrek aan zwaar mate
rieel. „Geef ons amphibiewagens". is
de noodkreet die uit alle Zeeuwse en
Westbrabantse gemeenten opklinkt. De
zeer moeilijk te bereiken wonineen lo
pen gevaar in te storten. Met de
kleine en lichte bootjes waarover de
redders thans beschikken is het onmo
gelijk de mensen die hier nog verblij
ven op te halen. Het gaat hierbij voor-
nameliik om de eilanden Noord-Beve
land en Schouwen. In Noord-Beveland
ontbreekt elke hulp. Het eiland ligt to
taal geïsoleerd en is misschien geheel
overstroomd.
Van Zuid-Beveland heeft men ge
zien hoe tijdens de storm van eer-
gisternacht de dijken sneuvelden en
de huizen aan de kust werden weg
gespoeld. Hetzelfde is het geval met
de Kerkstraat in Stavenisse, op het
p'iand Tholen. Schippers van de stad
Tholen, die de bedreigde bevolking
van Halsteren trachtten te ontzetten,
vertelden van onhoudbare toestanden
on het eiland. Het ontbreken van
drinkwater is ongeveer het grootste
probleem, evenals dat op Noord-Be
veland het geval is. Dé waterleidin
gen zijn stukgeslagen en daar de be
volking op de zolders huist, kan er
geen vuur gestookt worden om wa
ter te koken.
De gehele toestand is verschrikkelijk,
Het is nog steeds niet mogelijk ook maar
een enigszins rrlobaal overzicht van de
omvang van de ramp *e krijgen. Hoe
vreemd het ook moge klinken, maar nog
steeds zijn geen georganiseerde red
dingsploegen erin geslaagd het eiland
Schouwen, noch Noord-Beveland te be
reiken. Over de toestand aldaar ver
keert men dus volledig in onzekerheid.
Een sergeant van de verbindïngstroepen.
gedetacheerd bij de commando's in
Roosendaal, is er gisteren in geslaagd
een provisorisch en on amateuris
tische basis ongezet radiocontact met
Zierikzee tot, s*and te brengen. Om 12.10
uur gistermiddag ontving hij het eerste
telegram. „Vele diiken eesnrongen. Veel
mensen verdronken. Velen zijn de ver
drinkingsdood nabij. Geen gas. geen
water, geen voedsel voor de geïsoleer-
den. Verzoek hulp van helicoptères en
het droppen van bestuurbare rubber
boten op dc Markt te Zierikzee". Aldus
luidde de droeve tekst van dit eerste
telegram. Vier uur later kwam er een
tweede: „Brouwershaven, Noord-Schou
wen en Dreischor uiterst precair. Drop
ping bij Zierikzee mislukt". En ook van
de dropping van gisteravond kwart over
tien verwachtte men geen noemens
waardige resultaten. Integendeel, in
Zeeland en West-Brabant vraagt men
zich af wat zich op Schouwen-Dniveland
en Noord-Beveland afspeelt. Men kan
slechts gissen. Men vindt het onbegrij
pelijk dat niet onmiddellijk na het be
kend worden van de ramp hulp naar
deze eilanden is gezonden.
Titanisch reddingswerk
Aan de commandotroepen uit Roosen
daal ligt dat niet. De manschappen heb
ben gisteravond om half twaalf een defi
nitief, onherroepelijk commando gekre
gen: „Slapen!" 48 uren zijn zij onafge
broken in touw geweest. Zichzelf telden
zij niet. Indien er geen plaats voldoende
voor de evacué'^ in de boten was, gin
gen zij er zelf uit en lieten zich door het
koude" water achter de sloepen slepen.
Vele malen zijn zij bij moeilijke reddin
gen omgeslagen. De hemel zij dank dat
Een luchtopname van de overstro
mingen op Duiveland. Op het dak
van een geheel alleen gelegen huis
'in het ondergelopen land zit pen
man, die zwaait naar het overvlie
gende toestel. Een rubberboot is
blijven steken in dat, wat voor de
ramp waarschijnlijk een boomgaard
is geweest.
(Luchtopname A.N.P.-foto)
et vereende krachten is gisteren de
evacuatie voortgezet. Tientallei. mensen
werden reeds door burgers en mannen
van de veldartillerie en de commando's
uit de afgelegen boerderijen in de on
dergelopen gemeente Halsteren ge
haald. Nog worden hier echter 67 men
sen vermist. Er zijn reeds 17 doden ge
borgen. Nieuw Vossemeer in St.. Phi
lipsland is door de commando's ont-
'Uimd.
In minder dan één minuut
St. Philipsland is overigens typerend
voor de troosteloosheid van de over
stromingen. Men zou het een „school
voorbeeld" van een overstroming kun
nen noemen. Het water heeft van meer
dan de helft van dit schiereiland bezit
genomen, maar dan ook zo compleet
als men zich dat maar voor kan stel
len. Hier ook kan men van de ramp
een goed overzicht krijgen, daar de
weg die dwars door het schiereiland
loopt thans door het zakken van het
water weer begaanbaar is. Ook door
het ondergelopen dorp St. Philipsland
zelf loopt een dijk. Aan weerszijden
daarvan stroomt het water tussen de
huisjes door. Dit is een genoeglijk
dorp geweest. De Voorstraat was een
korte maar gezellige dorpsstraat, waar
een zekere deftige sfeer heerste. Wat
er nu van over is, is alleen maar een
décor. Wanneer men recht in deze
straat kijkt, staat alles nog keurig
overeind. Vredig kabbelt het water
langs de gevels van de huizen. Maar
de achterzijde van die huizen is er vol
ledig afgeslagen.
Dit dorp is in minder dan één mi
nuut door een verschrikkelijke stort
vloed ten onder gegaan. A. Roozen-
boom, de smid, die op de dijk woont en
vrijwel de enige is die het dorp nog
bevolkt, herinnert zich dat alsof het
slechts luttele minuten geleden was,
„Toen eenmaal de dijk was doorgebro
ken", zo vertelt hy, „donderde een
geweldige vloedgolf van meer dan een
meter hoogte dwars door het dorp. Ik
zelf kon nog net van de sluismuur,
waarop ik stond, springen om mijn huis
tc bereiken. Twee seconden later was de
sluismuur verzwolgen. De school werd
in één klap weggevaagd. Alle houten
schuurtjes achter de huizen gingen als
kartonnen dozen in elkaar. Vrijwel al 't
vee kwam om. Feitelijk is het onbegrij
pelijk, dat er in ons dorp slechts acht
doden zijn te betreuren. Wij allen wer
den totaal verrast en als in een reflex
zyn wij de daken opgekropen."
„Mijn huis is het oudste in St. Philips
land. Maar ik zou er nu graag 125.000
gulden voor geven, daar het zo ongeveer
het enige is, dat er nog staat. De ravage,
die in het dorp is aangericht, is afschu
welijk. Het stinkt er reeds naar de cada
vers. Muren zijn van de huizen
gescheurd en de brokstukken zijn tegen
de dijk geworpen. Geen huis is meer
bruikbaar en de gevluchte bewoners
bezitten niets anders dan hetgeen zij aan
hadden op het moment van hun vlucht.
Bij velen was dat slechts een pyama..
In St. Philipsland is het drama, dat
zich in de noodgebieden heeft voltrok
ken, voor een ieder te zien. Heviger
wellicht openbaart het zich aan de hon
derden, die de derde nacht in angst en
vreze zijn ingegaan zonder enige kans
op redding. Deze mensen weten niet,
dat Amerikaanse en Franse legeronder
delen met groot materieel naar hen op
weg zijn, dat Scheveningse vissers zul
len trachten over open zee hun over
stroomde dorpen te bereiken. Zij kun
nen slechts wachten en hopen. Het aan
tal dodelijke slachtoffers onder hen
stijgt met het uur. Niemand weet daar
echter iets van. Evenals men niets met
zekerheid weet te zeggen over het lot
van de vermisten, die veel groter
om de mensen uit de boerderijen en
huizen te verlossen. Van velen waren de
handen volkomen ontveld. Maar zij
wilden van geen ophouden weten. Twee
burgers hebben tezamen een weduwe
met negen kinderen uit de golven ge-
ted".
Wij hebben ook met een van de Rode
Kruis helpers afkomstig uit Eindhoven
gesproken. Hij wankelde op zijn benen
yan moeheid. De hele nacht was hij
reeds in de weer geweest om mensen op
te halen uit de huizen tussen Fijnaart
en Willemstad. Goede motorboten of
amphibievaartuigen waren er niet of
vrijwel niet ter beschikking. Alles moest
met boten met buitenboordmotor ge
schieden. Herhaaldelijk sloegen deze
motoren stuk tegen palen en prikkel
draad. „Wij hebben gelukkig nog tal van
mensen veilig aan de kant kunnen bren
gen, maar op verscheidene plaatsen zijn
wij te laat gekomen", zegt hij. Te laat
was het voor de vele kleine arbeiders
huisjes die door het geweld van het
water bezweken zijn. Helaas dikwijls
vóór de bewoners gered konden wor
den.
Verstijfd van kou troffen wij een co
lonne van vrijwilligers uit Eindhoven
aan. Zij slurpten gloeiend hete koffie
op en bereidwillige helpsters trachtten
zienbaar is dat men zich op een oceaan
zou wanen ware het niet dat boven het
wateroppervlak huizen en schuren uit
kruipen en kale betondaken hemel
waarts wjjzen. Toen in de vroege mor
genuren van Maandag de zon wat aar
zelend nog te voorschijn kwam, hadden
deze watermassa's zo'n vredig aanschijn.
Niemand, die toen het water zag, zou
kunnen vermoeden dat er zalk een bru
te onwaarschijnlijk grote kracht zich
achter dit water kan verschuilen. Wa
ter dat in luttele seconden kapot sloeg
wat in jaren moest worden opge
bouwd.
De verhalen die men van de doo:
door de watersnood getroffenen hoort,
zijn practisch alle eensluidend. Velen
kwamen eerst tot het besef van de
ernstigheid van het noodweer toen de
dijken in vele gevallen al bijna niet
meer te redden waren. Het water stond
bij sommigen al in de huiskamers toen
zij gewekt werden door het luiden van
de noodklokken. In allerijl moest een
toevluchtsoord worden gezocht op de
zolders als dit nog mogelijk was. Voor
zeer velen bleek deze laatste kans op
lijfsbehoud helaas niet meer aanwezig.
In 's-Gravendeel, een van de plaat
sen die wij op onze tocht door de nood
gebieden bezochten, waren, naar wij
van egëvacueerden vernamen, meer dan
in de golven om h<
kinderen. De moeders slecht gekleed
in huishoudschort, de vaders en de
mannen met grove baarden, de al
lerkleinsten aan de hand of op de
arm met zich dragend'. Gesproken
werd er niet. Gehuild ook bijna niet.
Maar allen hadden een doffe blik in
de ogen.
Rustpauzes onbekend
Enkele honderden meters verder op de
dijk, waar nu het water Gode zij dank
al weer een flink stuk is gedaald, waren
vrijwillige werkkrachten bezig met zand
zakken en vette klei de gaten te dich
ten. Hier vèrnamen wij dat men pogin
gen in het werk zou stellen de enkele
kilometers Noordelijker gelegen sluizen
te openen. Men hoopt dat het peil van
het water hierdoor dan nog meer zal
zakken. Ook op de rivier zelf was men
druk bezig met de hulpverlening. Tien
tallen vaartuigen, vaak gevolgd door een
sleep van rubberboten, welke in de
vroege Maandagmorgen door vliegtuigen
waren afgeworpen, vervoerden de
slachtoffers van de ramp. Onvermoei-
.bare Rode Kruis-zusteirs boden hier de
helpende hand. Ondanks de dodelijke
vermoeidheid waarmee alle helpers te
kampen hadden, zetten zij door. Rust
pauzes kenden ze niet. Niettegenstaande
het feit dat velen van hen al sinds Zon
dagmorgen in de weer waren. Alleen
als de veerpont onderweg was om weer
andere geëvacueerden op te halen, kon
den zij een ogenblik uitrusten. Militai
ren maakten van deze korte gelegenheid
gebruik om een ogenblikje in hun wa
gens te kruipen en een licht haz
slaapje te pakken. Maar zodra was de
:t gearriveerd of zij schrokken wak
met
ir dan pont gearriveerd of zij schrc
iet le- leer en gingen onverstoord
aantal zijn dan de doden.
Onze verslaggever in N.W.-Brabant
seinde het volgende:
De ramp in Fijnaart
Ruim vierentwintig uur nadat wü
voor het eerst na de vreselijke ramp
Noord-West-Brabant hadden bezocht,
zijn wij er teruggekeerd. Op het eerste
gezicht lijkt er weinig veranderd te
zijn. Hier en daar ziet -iet er naar uit of
liet water iets is gezakt, elders ecliter
zien wij een weg waar wij daags tc vo
ren nog gereden hebben volkomen
overspoeld door het water. Ondanks
alle pogingen om de dijken te behouden,
zijn er toch nog hier en daar nieuwe
bieuken geslagen, waardoor weer nieuw
land werd overstroomd en andere hui
zen bedreigd. In Fijnaart hebben wij
gesproken met burgemeester P. W. ter
Haar, die ons zakelijk en duidelijk uit
eenzette hoe zich de ramp aan zijn ge
meente heeft voltrokken. Hoe de dijk
bij het Hellegat de eerste was die be
zweek voor het geweld van het water
dat in de tijd van nauwelijks een half
.uur de Henrica Sadiena Polder vulde.
Hoe de Elisabethpolder volliep, maar
de Heiningse polder nog goeddeels ge
spaard is gebleven. Maandag waren 46
personen verdronken of vermist gemeld.
Bij de Stoof dijk was de situatie toen
nog steeds precair, maar burgemeester
Ter Haar raakte enthousiast toen hij
sprak over dé moed en het doorzettings
vermogen van al die militairen en parti
culieren die zich hier hadden ingezet
voor de redding van de geïsoleerde be
woners en voor het behoud van de dij
ken, „De militairen en de cadetten van
de Militaire Academie hebben prachtig
werk gedaan", vertelt hij, „Zij zijn op
bet water geweest tot diep in de nacht
het bloed weer te doen circuleren in de
ijskoude benen en voeten. Uren achter
een hebben deze mannen zandzakken
aangebracht en gewerkt om de zwakke
dijk te redden. Soms moesten wij tot
onze knieën, soms tot onze borst in het
water, vertelt er een. Zij worden voor
zien van droog goed, warme koffie en
flink gesmeerde boterhammen. „Hoe is
het met Willemstad?" hebben wij ge
vraagd. Men kon het ons niet zeggen.
Een klein deel van de buiten de wal
len wonenden is via Fijnaart wegge
voerd. De bevolking van het stadje zou
over het Hollands Diep naar Geertrui-
denberg vervoerd en vandaar verder ge
transporteerd zijn. Meer dan twee-derde
deel van Fijnaart is geëvacueerd. Al
leen in de kom van het dorp zijn de be
woners nog in hun huizen.
Vluchtelingen in Rucphen
Op verzoek van burgemeester Albers
van Rucphen zijn de nieuwe militaire
magazijnen in zijn gemeente ter be
schikking gesteld van de evacué's. Men
had aangezegd dat men daar op korte
termijn tweeduizend vluchtelingen kon
verwachten. In het militaire kamp is
daarvoor alles met grote snelheid ge
reedgemaakt. Er is voldoende ligging
en voedsel aanwezig en een geneeskun
dig team staat gereed om de zorg voor
baby's, zieken en ouden van dagen op
zich te nemen. Tot nu toe zijn ruim zes
honderd vluchtelingen gearriveerd,
meest afkomstig uit Fijnaart en Nieuw-
Vossemeer.
Alle binnenkomenden worden gere
gistreerd. „Voor de sociale verzorging
van deze vluchtelingen is de dienst so
ciale zorg uit Arnhem van burgemeester
Matser op weg hierheen", zei burge
meester Albers. De inwoners van Schijf
hebben zoveel mogelijk vee onderge
bracht uit het getroffen gebied.
En vrijwilligers uit Rucphen en
St. Willibrord hebben gewerkt als
paarden om voldoende zand aan te
voeren voor de versterking van de
dijken. „Om twee uur in de nacht
hebben wij de klok geluid om nieu
we hulp", aldus de burgemeester,
„en binnen het half uur stonden
hier 400 vrijwilligers die zandzak
ken hebben gevuld en vervoerd tot
er geen zak meer in het dorp was".
Overal krijgt men dezelfde verha
len, verhalen van nood en ellende,
maar daarnaast ook verhalen van
edelmoedige hulpvaardigheid,, van
grote naastenliefde. Zieken en zwak
ken zijn in Rucphen bij particulie
ren ondergebracht en bij de burge
meester in huis hebben zelfs 25 per
sonen onderdak gevonden. Niemand
praat nu over last of ongemak, ie
der die helpen kan helpt, want be
ter dan ooit beseft men nu hoe ge
lukkig men is te kunnen helpen in-
plaats van geholpen te moeten wor
den.
Terwijl de berichten uit West-Bra
bant en Zeeland droeviger worden, ko
men er uit de Langstraat gelukkig
gunstiger berichten. In Geertruïden-
berg, Raamsdonksveer, Dussen, Hank en
Waspik is de toestand verbeterd. Bij
Waspik zijn de militairen er zelfs in
geslaagd een gat in de dijk te dichten,
zodat men in deze streek zelfs hier en
daar al weer bezig was om het water
uit kamers en kelders te pompen.
Zuidhollands polderland
Ontstellend triest is nog immer de
aanblik van de getroffen wijde Zuid-
Hollandse polderlandschappen, zo
schrijft een andere verslaggever, nu
verzwolgen door een immense water
vloed die op sommige plaatsen zo onaf
ven gekomen. Van de vroege morgen af
was men'hier bezig de slachtoffers van
de ramp naar veiliger oorden te bren
gen. Mariniers varen met vlotten heen
en were door het uitgestrkte polderlancf.
Een veerpont zorgde voor het laatste
gedeelte van het vervoer naar het droge
land. Politie en miltairen, burgers en
leden van de wegenwacht zorgden voor
dit transport. Maar niet alleen de men
sen werden hier vervoerd. Zoveel mo
gelijk trachtten de dappere mannen van
de marine ook het vee van de inwo
ners van 's-Gravendeel te redden. Tien
tallen soldaten met strakke, van ver
moeidheid verwrongen gezichten, dre
ven de klagelijk loeiende koeien en de
vaak onwillige paai-den in het weiland,
waarna ze zo spoedig mogelijk met
vrachtwagens verder werden getrans
porteerd. Maar het vervoer van mensen
ging uiteraard voor en natuurlijk werd
dus aan personenauto's voorrang ver
leend. Onafzienbare files auto's van de
méést uiteenlopende types stonden met
het rustgevende schildje van de EHBO
op de voorruit geplakt te wachten. Zo
dra er een groep mensen met de veer
pont was gearriveerd, werden zij direct
in een van de gereedstaande auto's ge
zet en verder vervoerd. Meestentijds
r de Ahoyhallen in Rotterdam, of als
dit mogelijk was. naar familieleden in
de omtrek.
Wij zagen er gezinnen met veel
hun arbeid verder. Kranige, dappere
kerels, die beseffen wat het zeggen wi
de naasten lief te hebben.
De reis naar Brabant, om daar de toe
stand in ogenschouw te nemen, bleek
niet gemakkelijk. Een omweg van bij
na 100 km was noodzakelijk.
Redders kruisen evacué's
De weg over 's-Hertogenbosch bleek
de enige mogelijkheid om by de nood
gebieden in liet Brabantse te komen en
tevens ook de enige kans om het getrof
fen Zeeuwse gebied zo dicht mogelijk te
benaderen. Van deze mogelijkheid werd
dan ook een ruim en druk gebruik ge
maakt. Ontelbare colonnes vrachtwagens
reden in een zo snel mogelyk tempo
naar de onder water gelopen streken.
Uit de tegenovergestelde richting kwa
men luxe auto's en vrachtwagens met
evacué's. Zo diep mogelijk weggedoken
in dekens, de kinderen stijf tegen zich
aangedrukt, werden deze mensen r
veiliger oorden vervoerd. Eén van deze
vele auto's werd bestuurd door een land
bouwer uit de omgeving van Dordrecht,
die zelf Zondagmorgen gered was ge
worden. Hy wilde echter niet naar een
evacuatiecentrum maar klom onmiddel
lijk achter het stuur van een vrachtwa
gen en hielp zelf mee met het vervoer
van zyn medeslachtoffers. Onvermoei
baar was deze man, die tot laat in de
middag van Maandag in de weer bleef.
Filmreportage van de
ramp reeds vertoond
Reeds hedenmiddag om drie uur heeft
Cineac Reguliersbreestraat de eerste
beelden van de stormramp vertoond.
Achtereenvolgens kregen wij te zien de
verwoestingen in Noordwijk, Zand-
voort, 's-Gravenzande, Hoek van Hol
land, Rotterdam, Dordrecht en verschil
lende geteisterde plaatsen in West-Bra
bant. De beelden, die vrij uitvoerig zijn
doch nog slechts een fractie van wat
komen gaat, vertonen verschrikkelijke
taferelen van de kracht van de storm,
de enorme uitgebreidheid der verwoes
tingen, de verslagenheid der ontelbare
vluchtelingen en de uitgebreide en
geestdriftige hulp die van alle kanten
onmiddellijk en spontaan gegeven werd.
Toen werd het hem echter te machtig en
hy moest zyn plaats aan een ander af
staan.
Hoe verder de dag vorderde, des te
meer colonnes volgden elkaar op in de
richting West-Brabant en Zeeland. Hon
derden wagens met militairen daverden
over de wegen om hun collega's, die
vaak al meer dan 24 uur in touw waren,
af te lossen. Vooral in de late avonduren,
toen de colonnes vrijwel tot één lang
lint waren uitgegroeid, was het op de
weg een fascinerend maar tevens gerust
stellend gezicht de zware vrachtwagens
met de felle koplichten volop brandend
hun weg naar de noodgebieden te zien
zoeken.
Pontonniers van het leger zyn giste
ren in de buurt van de Moerdykbrug
de ganse dag bezig geweest om de be
woners van Station-Moerdijk en van
het dorp Moerdijk uit hun isolement te
verlossen. Zij gingen met motorboten te
water. Hun reddingswerk was werke
lijk van een titanisch karakter. Want
nog steeds stond er een vrij sterke
Noord-Westelijke wind en ook het ge
vaar dat de schroeven van de buiten
boordmotoren op in de stroom meege
sleurde brokken steen en dry vend
hout zouden stukslaan was bij lange na
niet denkbeeldig. De geredden, die
meer dan een etmaal lang aan schier
ondenkbare verschrikkingen hadden
blootgestaan, hadden alleen een spaar
zaam lijfgoed, in kussenslopen kunnen
meenemen. Een uitgeputte man stapte
wankelend aan land- „Waar moet ik
naar toe?", vroeg hy met een toonloze
stem. Een wachtmeester van de mare-
chaussée ontfermde zich over hem.
Wij stonden op een soort inham, een
stukje gespaard land, omringd door on
afzienbare golvende watervlakten. Hoog
stens een kilometer verder rees een frag
ment van een door de stroom stukge
slagen huis voor ons op. „Er woonden
daar twee mensen", zei ons iemand. „Zij
worden vermist". Aan de einder konden
wij de contouren van de Moerdijkbrug
onderscheiden. Het bouwwerk maakte
een sinister-lachwekkende indruk, want
het stond in een kolkende zee en hei
overbrugde niets meer. Vlakbij rondom
een hoger gelegen boerderij, liep het vee
rusteloos heen en weer. Militairen joe
gen de beesten het water in om hen in
veiligheid te brengen. Op de dijk trok
ken lange rijen koeien gelaten voort;
wanneer het haperde in de troosteloze
file, werden zij opgestuwd door schreeu
wende militairen. Ergens stak de wie
gende kop van een koe boven het water
uit. Het beest zwom vlak langs de ramen
van een in de stroom weggezakte boer
derij; een waanzinnige aanblik.
In Zevenbergsche hoek heerst een huive
ringwekkende stilte. Eerst Zondagavond,
even vóórdat een summiere spoordijk
de laatste bescherming tegen het was
sende water het begaf, luidde er de
noodklok. Het ig nu omringd door het-,
water en voor de helft is het onderge
lopen. Van de dijk af gezien maakte het
stadje, dat de indruk wekt nog slechts
een schijnbestaan te leiden, een spook
achtige indruk.
Beschamende ellende
De bewoners van het café „De Zwaan"
waren er Maandagochtend teruggekeerd.
In de wanordelijke gelagkamer zaten
enkele sombere mannen om een kachel.
Zij voerden met gedempte stemmen een
gesprek. Een van hen noemde een naam.
„Van hem hebben ze niets meer ge
hoord", zei er een.
Er vielen nog meer namen. Namen
van mensen, omtrent wie men in onze
kerheid verkeert. En de onzekerheid is
het ergste. Daar worden duizenden
mensen in heel het getroffen gebied
door geteisterd, door de verlammende
onzekerheid. Wij hebben een man ge
sproken die niet wist was er van zijn
vrouw en kinderen was geworden.
Men gist naar het aantal doden, naar
het aantal vermisten in West-Brabant.
Aarzelend worden getallen genoemd.
Maar niemand heeft zekerheid. Afgezien
van de trieste zekerheid dat de lijst
van de slachtoffers nog steeds groeien
de is. De kracht van het geweld van
het losgebroken water is nog steeds
niet te peilen.
In de hal van het station van Breda
stond een vrouw. Zij torste een in een
dekentje gehuld kind. Aan de omstan
ders deed zij met overspannen stem het
verhaal van haar redding. Wij vingen
een flard van een gesprek op: „Wij
stonden tot onze nek in het water. Toen
kwamen de militairen."
De duisternis bedekte gisteravond een 1
land, gedompeld in een schier bescha
mende ellende.
Prinses Wilhelmina
in Zeeland
Koningin Juliana verliet Maan
dagmorgen om zeven uur Soestdijk
voor een bezoek aan de geteisterde
gebieden, Na een kort oponthoud in
Den Haag heeft H. M. zich in Dor
drecht ingescheept op een vaartuig
van de Rijkswaterstaat. Het eerste
döel was 's-Gravendeel, waar de
Koningin de evacuatie aanschouwde
en gesprekken voerde met de bur
gemeester, een aantal dokters en de
getroffen bevolking. Per boot ging
de tocht verder naar Numansdorp,
waar H M. zich onderhield met vele
evacué's, die in een café waren on
dergebracht.
In Middelharnis, het volgende doel,
waadde de Koningin met waterlaarzen
door het water om het gemeentehuis te
bereiken, waar zij zich liet voorlichten
over de situatie. H.M. had de bedoeling
verder te varen naar Stellendam, maar
moest door tijdgebrek daarvan afzien.
De kapitein van het vaartuig wilde de
verantwoordelijkheid niet op zich ne
men in het donker een baven binnen
te varen, waar voortdurend boten in
en uitgingen.
De Koningin keerde om zeven uur in
Dordrecht terug en reed vandaar naar
Rotterdam, waar zy achtereenvolgens
de evacuatiecentra in het Feyenoord-
stadion en de Ahoy'-hallen bezocht. In
de Ahoy'-hallen sprak zij o.a. met
vluchtelingen van Schouwen en Duive
land.
Om negen uur 's avonds kwam H. M.
op Soestdijk terug.
Prinses Wilhelmina heeft Maandag
Zeeland bezocht. Met de veerboot Prins
Willem I arriveerde zij des middags in
Hoedekenskerke. Vervolgens begaf zij
zich naar Kruiningen, Hansweert-Oost,
Goes, Wolphaartsdïjk, 's Gravenpolder,
Kwadendamme, Driewegen, Oudelan-
de, 's Heerenhoek en Leeuwendorp. Via
de Sloepolder ging zij vervolgens naar
Walcheren. Om half zes arriveerde zij
in Vlissingen. Via Koudekerke ging zij
naar Middelburg, waar zij de nacht
heeft doorgebracht. In alle gemeenten
onderhield zij zich met nabestaanden
van de slachtoffers, met autoriteiten en
met werklieden, die bezig zijn de dijken
te dichten of te herstellen. Vandaag gaat
Prinses Wilhelmina via Veere naar
Noord-Beveland, waar zij o.m. Kortgene
zal bezoeken. Daarna zal zij een bezoek
aan Zierikzee en aan andere gemeenten
op Schouwen-Duiveland brengen.
Utrecht doorgangs
centrum voor de
geëvacueerden
Utrecht wordt doorgangscentrum voor
de geëvacueerden uit de getroffen ge
bieden, die in de provincie Utrecht on
derdak zullen krijgen. Naar schatting
zullen een 20 a 30.000 evacué's passeren.
Zy zullen in de groentenhal aan de
Croeselaan worden geregistreerd, waar
hen tevens verversingen zullen worden
aangeboden. Woensdag worden de eerste
7000 geëvacueerden verwacht, waarvan
er ongeveer 3000 in de stad zelf zullen
worden ondergebracht.
T elevisie-uitzending
Filmreportage van
noodgebieden
De Nederlandse Televisiestichting
heeft Maandagavond kwart over acht
een korte filmreportage uitgezonden
van de toestand in de getroffen gebie-
den.