Verbijsterend tafereel van
ellende en angst
Zeeland: een van de ergste
noodgebieden
Veel slachtoffers in dorpen en gehuchten
In Oost-Z.-Vlaanderen speelden
zich afgrijselijke tonelen aj
WESTELIJK BRABANT GETEISTERD
Zuinig met
electriciteit
FIJNAART, Zondagavond I oord. «aar Zondagavond laat een dode-
11 j w i. t> r. !l j i.j. lyk vermoeide burgemeester nog steeds
Als een weerzinwekkend monster sloop over West-Brabant de nieuwe nacht. om „hulp en mensen!" vroeg, doch waar
Het sinistere, ondoordringbare donker mengde zich sissend haast en verraderlijk met de driftig-kokende j men ejnm^ "8ha^^ek teTeb-
handjirs van het vuil-bruine water, dat op deze rampzalige dag reeds een afgrijselijke sfeer van mate- b|"' jJJ'een betreurde daar v>en vijf doden.
loos leed en onbeschrijflijke ellende achterliet en die nu, wreed en gulzig en zonder mededogen, kolkend
en schuimend en met tomeloos geweld aan de nog bestaande dijken vrat.
Men stond daar4 vanavond laat, nog eenmaal op deze smalle, vrijwel zeker ten ondergang gedoemde
dijkweg Noordwest van Oude Molen.
Men stond daar, zich machteloos schrapzettend tegen de, nog altijd met volle kracht woedende Noord
wester, op de plek waar het vette, moordende water met iedere rukwind en elke golfslag steeds meer
verdronk van wat er van de weg nog restte.
Daar liet men, héél even, deze nieuwe nacht met al haar, naar de keel grijpende drama's op zich aan
stormen: de stormwind, die gierend, bijtend en verblindend nog altijd de slagregen joeg over het ver
dronken land en de vluchtende mensenDe verstarde, nu ook het laatste restje leven verstikkende
donkerte, voor zich uit, waarachter men, verder nog naar het Noorden, meer dan twee duizend mensen ge
ïsoleerd. en bedreigd, in het, door het water volkomen ingesloten Willemstad wist
Het klagende, zelfs het gegier van de stormwind nog doorscheurende geloei van een verdrinkende
koeEen schot, vreemd en vlakbij, uit een karabijn.
Een meisje van twaalf dat, zonder mantel en doornat, ginds in Oude Molen uit een autobus vol
evacué's is gevlucht, en dat zij hééft geen tranen meer en in haar doffe, toonloze stem ligt reeds het
leed van een héél leven opnieuw de dijkweg opgelopen is, omdat haar vader achterbleef bij het vee,
in een boerderij die, naar men aanneemt, reeds uren geleden onder de druk van het moordende water
rondom, bezweken is en vergaan.
"Mén staat daui wp die dijk na een dag, waarop men, met dofbonzend hoofd en met snel verlammende
zenuwen, van het ene gruwelijke tafereel naar het andere is gegaan. Men was in een wankel roeibootje
dat, ergens bij Klundert, een poging deed om een tot instorten gedoemd huisje nog te bereiken. Men zag
een mens in doodsnood op een, door de storm reeds half-weggeslagen dak; en er zullen jaren voorbij
gaan voor men vergeten is, hoe dat dak tenslotte bezweek en hoe men een mens, die men niet kende
doch die men helpen wilde neen, helpen móest! prijs moest geven aan de golven.
Links: Jong en oud bezig aan
het herstel van de dijk tussen
Gouda en Gouderak; midden:
de vernielingen aan de spoor
weg Dordrecht en Rotterdam
in de Korte Piersonstraat te
Maassluis stortte een huis in,
dat door het water was onder
mijnd; onder, de ravage in een
kruidenierswinkel in dezelfde
plaats.
Oncontroleerbare
geruchten overal
Men was in Halsteren toen alleen een
wonder daar, even voorbij het middag
uur, een paniek voorkwam. En men heeft
vergeten de naam te vragen van de
vrachtrijder, aan wie men het te danken
heeft, dat men zijn wagen weer op de
weg kreeg, nadat men, benoorden Hal
sleren in de richting Steenbergen, in de
modder was vastgeraakt, en men mis
schien duidelijker nog dan elders de af
schuwelijke dreiging van het steeds na-
dersluipende water ervoer en verwerken
moest.
Men stond bij Rilland en men vond
Zeeland geïsoleerd en onbereikbaar, doch
men keek met samengeknepen ogen
ademloos naar het water dat, van minuut
tot minuut, steeds meer verwoestte van
wat men juist hier, na de oorlog, met
zóveel moeite en zóveel liefde weer had
opgebouwd.
Men zag in deze bruine zee, waar
vreemd en grillig de schuimkoppen een
danse macabre dansten, de cadavers van
het omgekomen vee: vreemde, vervorm
de, opgeblazen lijven, kantelend, zodat,
heel even, een wezenloos in het niets
starende koeienkop weer opdook, als
zocht zelfs dit levenloze cadaver nog red
ding. Of men stond in de Rode-Kruispost
hier in Fijnaart, waar men vanmiddag
al zeventien doden telde en waar dokto
ren en personeel nog steeds handen en
mensen te kort kwamen om de gewon
den en volkomen overstuur geraakten te
kunnen helpen. Of men zag hoe op de
dijk tussen Fijnaart en Oude Molen een
Bredase touringcar met twee Rode-
Kvuissoldaten, op weg om nieuwe eva
cué's te halen, door een rukwind een
voudig van de dijk in het, enige meters
lager gelegen weiland geblazen werden.
Dringende oproep tot
gebruikers in Rotterdam
en omgeving
Wegens de ernstige toestand van
de electriciteitsvoorziening in zijn
verzorgingsgebied verzoekt het ge
meentebestuur van Rotterdam de
electriciteitsverbruikers in de ge
meenten Rotterdam, Schiedam
Vlaardingen, Bergschenhoek, Bleijs-
wijk en de gemeenten op Voorne
en Putten, Rozenburg en West-
IJsselmonde, zich voorlopig aan
zienlijk in hun stroomverbruik te
beperken. Het gebruik van elec-
trische kacheltjes e.d. is absoluut
verboden.
Hedenavond tussen 17 en 22 uur
moeten alle verbruikers zowel in
woningen als de industrie hun
stroomverbruik tot het uiterste be
perken, terwijl voor het overige met
een beperking tot 60 pet van het
normale stroomverbruik voor alle
verbruikers kan worden volstaan,
teneinde de stroomvoorziening voor
de poldergemalen en de rioolgema
len. alsmede voor de levensmidde
lenvoorziening in stand te kunnen
houden.
Dan klom men met enkele vluchtelin
gen omlaag langs de dijk en bracht men
een ernstig gewonde naar de Centrale
Hulppost in Fijnaart: en dat men er een
blocnote vol aantekeningen mee ver
speelde, merkt men pas later.
Het deed er niet toe. Het deed er al
lemaal niet toe: de dodelijke vermoeid
heid van de soldaten, de chauffeurs en
evacuatie-auto's, de boeren, de troepen
van het Rode Kruis, en al die vele hon
derden die, spontaan en meestal nog on
georganiseerd, hulp verleenden waar
maar hulp geboden kon worden.
Het deed er allemaal niet meer toe:
dat er zelfs onder de commando's daar
benoorden Oude Molen waren die, tegen
de avond, de spanning en de vermoeie
nissen niet langer meer konden dragen,
zodat zij tenslotte, na uren van grote
heldhaftigheid en onbeschrijflijke moed,
bewusteloos in elkaar zakten en opzij uit
de frontlinie moesten worden wegge
bracht om nauwelijks een uur later op
nieuw daar terug te keren.
Alléén maar een kop koffie
Een frontlinie...?
Een oorlog met al zijn geraffineerde,
onmenselijke verschrikkingen kan niet
wurgender, niet dramatischer zijn dan
deze soms hopeloze strijd, welke men
hier in West-Brabant en ginds in Zee
land en overal, waar onze oudste vijand,
het water, ons vaderland nu bedreigt, nu
al uren achtereen koppig en stug en met
een bewonderenswaardige moed bezig is
te bestrijden.
Men ontmoet in Halsteren een jonge
man van 22 jaar. Hij is sedert Zondag
ochtend vroeg in touw geweest. Hij heeft
vee uit. de stallen gehaald, hij heeft een
vrachtwagen met vluchtelingen naar
Bergen op Zoom gereden. Zijn handen
zijn tot bloedens toe kapot, zijn kleren
zijn doornat tot aan het middel, zijn ge
laat is asgrauw en er schijnt geen bloed
meer in al zijn strak-getrokken, smalle
lippen. Een warme kop koffie zou hü wil
len drinken. Méér niet. Neen: hij heeft
niet meer gegeten. Sedert gisteravond a!
niet meer, denkt hij. Doch hij moet voort.
Drie kilometer verderop kan men wel
licht nog twaalf stuks vee van de ver
drinkingsdood redden.
Neen; hij is niet van deze streek.
Hij komt uit Willemstad. Zijn ouders
zijn zuster zijn daar nog. „Zij ver
drinkenzegt hij en het klinkt
alsof hij dit vandaag al duizendmaal
herhaald heeft. „Zij verdrinken... van
nacht misschien... Ons huis houdt dit
niet... en ons vader had net van ver
leden week een nieuwe radio...".
gebied bewesten Halsteren, een bus vol
evacué's die daar in het voortijlende
water was blijven steken, eindelijk weer
vlot kon krijgen, doch men slaagde! Men
slaagde met de evacuatie zelfs in Dintel-
De ramp ontstond hier, doordat
Zondagmorgen gaten geslagen waren in
de Volkerakduk, waarna het water uit
het Volkerak het water in de Mark op
eens veranderde in een woeste, niets
ontziende bergstroom, die de dijken van
een aantal kleine polders doorbrak (de
Torenpolder, de Driegebroederspolder,
de Drievriendenpolder en andere). De
eerste slechtoffers warenjhier het echt
paar Jan de Vos en de landbouwers
knecht Jansen, die samen met zijn moe
der, een tachtigjarige weduwe, direct on
der de Volkerakdijk woonden. Hun huis
jes werden onmiddellijk om prooi van
het water en de lijken h*eft men reeds
geborgen. i
Men zoekt, nog naar de twee kleinkin
deren van Jan de Vos, die bij hun groot
ouders logeerden en van wie men geen
spoor heeft terug gevondefi
Het duizendkoppige gruwe
lijke gerucht
Drama's, drama's
En elk drama geeft. -jsel aan nieu
we geruchte*. Is he* ÜÖt ei bij
Halsteren een gezin van veertien perso
nen in het water is omgekomen? Is het
waar, dat benoorden Oude Molen Zon
dagmorgen een echtpaar toch nog ter
kerke ging, dat het zijn twee kinderen
aan hun bedjes vastbond, teneinde te
voorkomen, dat zij tijdens hun afwezig
heid uit het huis zouden lopen en dat dit
echtpaar een uur later zijn huis nog
slechts terugvond als een gruwelijke,
half boven water uitstekende ruïne?
Men kan deze verhalen Zondagavond
nog niet controleren en men zij voorzich
tig met al deze berichten in een streek,
waar de telefoon, voor zover deze nog
tiemiddelen practisch zijn uitgevallen,
waar de telefoon, voor zover hij nog
werkt, overbelast is, en waar angst en
leed en ontzetting een begrijpelijke, doch
gevaarlijke voedingsbodem vormen voor
allerlei, voorlopig niet te controleren ge
ruchten, galmt een alarmklok van dorp
tot dorp, van dijk tot dijk. En zoals in
een oorlog groeit mèt dit alarm de
proportie van haast ieder gerucht.
Woedende golven beuken
de dijken
Men zegt U in Halsteren, dat Dintel-
oord totaal onder water slaat en men
rijdt er heen om te ontdekken, dat de
mannen, die daar met levensgevaar, be
dreigd door een woeste, steeds hoger op
slaande golfslag de dijkweg tussen Slam-
persgat en Dinteloord van de ondergang
tracht te redden, nog steeds aan de win
nende hand zijn. Maar het is wéér. dat
deze weg dodelijk gevaarlijk is om te be
gaan en met ontzetting ziet men de da
verende golfslagen breken tegen de dijk.
Men zegt U, dat bij Klundert een schip
eenvoudig over de dijk is geslagen, zo
dat het nu practisch in het dorp ligt,
doch ge spreekt in Roosendaal, terwijl ge
met een wanhopig, jong echtpaar uit
Heiningen naar twee vermiste kinderen
zoekt, een der laatste evacué's uit Klun
dert, doch hij heeft dit schip niet gezien.
„Ik heb", zegt de man, „ik heb niets an
ders gezien dan mijn eigen huisje. Hoe
het daar lag met gesloten luiken en hoe
het water al naar het dak reikte. Mijn
paard heb ik doodgeschoten voor het
verdrinken kon. En is het wóar, dat -er
in Halsteren al meer dan dertig clorieh
zijn?"
Als op elk slagveld: ook
aasgieren
De oorlog tegen het water woedt
voort.
Het front kent geen pauze, ook nu
niet, nu de nacht met duizend onzicht
bare grijpklauwen dreigend gevallen is
over dit geteisterde gebied. En laat in de
avond rijdt men dan terug naar Fijnaart
en verweg hoort men, hoe ergens op
nieuw de noodklok luidt; en vlakbij ga
loppeert, met vonken die vuurrood uit de
zware hoeven slaan, een op hol geslagen
paard blindelings door een smalle, met
vluchtelingen en automobielen nog vol
gepropte straat: en een dodelijk ver
moeide dokter klemt zich even aan Uw
wagen vast en zegt: „Het zou niet juist
zijn, om in een reportage over deze ramp
en over de manier waarop men zich hier
tegen het onheil weert, namen te noe
men. vY"ij kénnen hiér geen namen meer.
Wij kennen ook geen onderscheid meer.
Wij zjjn één, donkere, grauwe, kapotge-
werkte wassa, die nog altijd niet volle
dig voor het water buigen wil en die
vannacht en morgen en overmorgen, zo
nodig, verder zal blijven vechten om de
allerlaatste dijken, het. allerlaatste men
senleven en het allerlaatste vee".
„Neen, géén namen!"men had
dit verderop, bij de mannen van de com
mando's uren tevoren ook al gevraagd
is, vergeleken bij de onbeschrijfelijke
smart en het gruwelijke leed, dat hier in
nauwelijks een etmaal liids werd gezaaid.
Doch men zou één uitzondering moe
ten maken! Kén uitzondering voor het
handjevol aasgieren, die men op elk slag
veld en by ieder drama-in-het-groot vin
den kan: een paar "veehandelaren, die
met grote vrachtwagens vandaag on
middellijk naar de bedreigde streek
trokken, doch die. in plaats van vee te
evacueren, vee kochten!!
Vandaag, juist vandaag!
Met het mes op de keel van verbijster
de in hun ellende dof en buigzaam ge
worden boeren! Negentig gulden voor
een varken, dat in feite meer dan f 170
deed! Zy waren, met hun vrachtwagens
al uit het geteisterde gebied verdwenen
-«JM w». gcviaagu, i toen» vóór vanavond laat. daar in do
men wil geen helden in een ramp, waar huurt van Fijnaart, opnieuw de noodklok
de grootste heldhaftigheid tenslotte nietsluidde....
Het front is grillig en verraderlijk en
onoverzichtelijk, en achter het front
dreigt meer dan eens een chaos. Men
dreef het vee uit de stallen en het ver
zamelde zich in grote kudden op de
smalle dijkwegen. Het vertraagt en ver
stopt het verkeer en het gebeurt, dat
men op dezelfde dijkweg een andere
kudde tegenkomt die, nerveus en opge
jaagd en zonder leiding, precies in tegen
overgestelde richting uit gaat, een zeker
einde tegemoet.
In een plaatsje als Fijnaart heeft men
de grootste moeite om het verkeer van
Rode-Kruiscolonnes, vee-kudden en
evacuatiewagens nog een dooi'gang te
verschaffen. Op het drukke Stationsplein
van Roosendaal, waar de stormwind de
regen woedend omlaag giert, blokkeren
de wagens, die voortdurend meer vluch
telingen naar de, in beslag genomen res
tauratieruimten van het station voeren,
herhaaldelijk iedere doorgang.
Doch men vordert niettemin. Het
duurde zes lange uren voor men tussen
Steenbergen en het zo zwaar getroffen
„Luctor et Emergo" („Ik worstel en ontkom"). Uit dit devies moet de
zwaar getroffen bevolking van Zeeland moed putten om de noodtoestand,
die in dit eilandenrijke deel van ons land zeer groot is, het hoofd te bieden.
Er hebben zich vooral in de zak van Zuid-Beveland en in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen Zondagochtend afgrijselijke tonelen afgespeeld toen het door
de zware orkaan opgezweepte water zich een weg brak door de dijken, die
de Zeeuwse polders tegen de erfvijand moeten beschermen.
Wel zeer rampspoedig was deze ochtend voor de Kleine Melopolder, die ligt ten
Zuiden van De Westerschelde waar deze zich vernauwt om als de Schelde België
binnen te stromen. Toen de dijk daar by de Duivenlioek (gemeente Hontenisse)
op vyf plaatsen bezweek, bulderde het tomeloze water met donderend geweld de
polder in en sleurde al direct een dicht in de buurt van de dijk gebouwde boeren
woning mee. De bewoners, die het gevaar hadden zien aankomen, hadden zich
reeds in veiligheid gebracht. Het kolkende water was echter niet te houden en
vernielde ook de achter de Scheldedyk liggende dyk, die de Kruispolder moet be
schermen. Hier ontstond de doorbraak vlak by een arbeidershuisje, dat binnen
enkele seconden door de woeste golven werd ondergraven en geheel in de stroom
verdween. De bewoners, vader en moeder Smit en twee kinderen, die zich niet
meer hadden kunnen redden werden meegesleurd en verdronken jammerlijk.
Een ander huis werd zodanig gebeukt, dat het instortte boven op het in angstige
spanning in de huiskamer bijeengehokt gezin van eveneens vier mensen. Zij allen
verloren het leven. Een boerengezin met negen kinderen kon zich nog juist voor
dat de boerderij instortte in veiligheid stellen.
van slechts enkele hooggelegen straten in
het centrum, blank. De meeste bewoners
werden volkomen door het hun huizen
binnenstromende water verrast en moes
ten, zonder iets te kunnen redden, elders
hoger gelegen verdiepingen opzoeken. Op
sommige punten stond toen niet minder
dan twee meter water. Bij het kerende 1ij
is deze onafzienbare watermassa slechts
weinig naar zee terug kunnen vloeien.
Een bakkerij is tengevolge van het vele
binnendringende zeewater ingestort en de
bestrating op vele punten volkomen mee
gesleurd. Van de in de omgeving van Ter-
neuzen aan zee liggende polders is er niet
één drooggebleven.
De Nieuw-Neuzenpolder, de Serlippen ;-
polder en de Nieuwe Othenepolder zijn
alle volkomen blank komen te staan. Vele
honderden meters zware zeedijk zijn weg-
gesiagen. Boerderijen en huizen staan tot
het dak toe in het water.
Ook hier is een slachtoffer te betreu
ren. In één van de huizen sliepen de
ouders boven en de baby beneden. Toen
het water met geweld het huis binnen
drong en de ouders naar beneden storm
den om hun kindje te redden waren zij
Van de familie Daalman vonden een
vrouw en een kind de dood in de kokende
golven. Vader Daalman slaagde er slechts
met veel moeite in zyn zoon te redde»,
nadat deze twee uur met een gebroken
been in een boom had gehangen. Moeder
Vossaart uit Ossenisse, die haar baby in
veiligheid had gebracht en tot haar borst
door het water moest waden zag haar
kind op een noodlottig ogenblik uit haar
armen weggerukt. De kleine verdronk
voor haar ogen.
De Hooglandpolder by Ossenisse staat
eveneens geheel blank en ook de dyken
van de grote Molenpolder zijn doorgebro
ken.
In Terneuzen
i de vroege ochtend van Zondag
stroomde het tot ongekende hoogte opgo-
zwiepte zeewater op een tweetal plaatsen
Terneuzen binnen en in een minimum van
tijd stond de binnenstad, met uitzondering
reeds te laat. Paarden en vee van de
meeste landbouwers gingen verloren.
Met behulp van alle uit achterliggende
plaatsen afkomstige vrijwilligers heeft
men door het leggen van duizenden
zandzakken de onbeschermde Slaperdijk
zodanig kunnen versterken, dat deze
staat bleek de vloed van gisteravond te
weerstaan. Zondagochtend was de wa
terstand op de Schelde te Terneuzen
5.10 m. plus N. A. P. tegen normaal
2.60 m. Een verschil dus van twee en
een halve meter.
Zoontje bleef achter
In de Nieuw-Othcnepolder bü Terneuzen
werd een gezin met zes kinderen, wier va
der ziek te bed lag, door het woest aan
stromende water verrast, dat het huis on
dermijnde. Met grote moeite wisten de
ouders hun kinderen nog buitenshuis te
krijgen, maar toen men eenmaal op de
veilige dyk was gearriveerd, bleek een
driejarig zoontje niet aanwezig te zyn.
Teruggaan om te zoeken was onverant
woord, omdat de afgelegde weg na enkele
minuten al spoedig meer dan een meter
onder water stond. Aangenomen moet
worden, dat het kind verdronken is
Nieuwe dijkdoorbraak bij
Kloosterzande?
In Kloosterzande was iedereen vannacht
uiterst paraat. „De Baalhoek bij de
Kruispolder staat op het punt te bezwij
ken", komt om 23 uur het bericht door op
het stadhuis, en onmiddellijk trekt weel
een vijftigtal soldaten en burgers uit om
de dijk met zakken zand en stenen te
versterken.
De veestapel heeft grote verliezen ge
leden en de schade moet alleen in de
omgeving van Kloosterzande al op dui
zenden guldens geraamd worden. Onder
weg zagen wij een schuur, die gisteren
bij hoog water was ondergelopen en
waarin 170 schapen jammerlijk waren
omgekomen.
De uit de ondergelopen gebieden geeva-
cueerde bevolking is bij burgers in de nog
droogstaande gebieden ondergebracht. Alle
hotels in Zeeuwsch-Vlaanderen zitten
stampvol met vluchtelingen. Vannacht
werden nog 200 soldaten uit Breda in,
de radio gedaan door de burgemeester van
Vlissingen en de directeur van de scheeps
werf „De Schelde", werd van vele zijden
gevolg gegeven. Daardoor heeft men b.v.
op de werf de hoge vloed kunnen door
staan, terwijl ook de dijk van Vlissingen
voor een doorbraak gevrijwaard werd. De
J stad doorstond de tweede kritieke periode
van gistermiddag met goed gevolg. De
Kloosterzande verwacht, die een welkome toestand bleef stationnair.
aflossing zullen zijn voor de vrijwilligers,
die thans reeds meer dan 24 uur onaf- ElderS op II alcheren
gebroken in touw zijn. Het s(2djc Vee|.e kwam eehcc] on(Jer
n 7-• r1-,... J «««.««- water te staan; alle straten spoelden stuk.
Dllllien bij Cadzand in gevaar j j)e Nieuwerkerkerpolder c-n de Suzannn-
polder werden overstroomd,
In de duinen van de herdijkte Zwarte
Polder bij Cadzand in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen is een gat geslagen van 40
a 50 meter. Een aantal landbouwwoningen
is ontruimd. Geen ongelukken deden zich
voor. De grote bunkers, die hier nog ston
den uit de bezettingstijd, zijn in zee ge
stort en vormen een gevaar voor de dui
nen, waarvan grote stukken worden af
geslagen. Over de zeesluis van de haven
van Cadzand sloegen gisteravond grote
golven water. Men vreesde het ergste.
In Breskens is grote schade aangericht
aan de haven. Er zijn verschillende scheep
jes op de Havendam geslagen. Een hotel
nabij de haven loopt gevaar in zee te
storten. Het is geheel ontruimd. Het water
stond tot in het dorpje.
In Hoofdplaat is de slapersdijk doorge
broken, tengevolge waarvan een aantal
huizen is weggespoeld. Hoewel het dorp
niet onder water is gelopen, werd het toch
ontruimd.
In de gemeenten Groede en Nieuwvliet
kon een dijkdoorbraak worden voorkomen.
Walcheren geïsoleerd
Walcheren werd geheel van de buiten
wereld geïsoleerd, doordat de Sloedam,
die de verbinding vormt met Zuid-
Beveland, diep onder water staat en on
dermijnd wordt, zodat men vreest voor
instorting.
In Vlissingen. waar minstens drie doden
doch men
schijnt hier de dijkdoorbraak bedwongen
te hebben, zodat het gevaar voor de ge
meente St. Laurens ten Zuiden van Vee.-e
geweken was. In Nieuw en St. Joosland
brak de dijk bij Rammekens. Arnemuiden
en Rithem werden volkomen door hel wa
ter geïsoleerd, en" in de laatstgenoemde
plaats werd de bevolking geëvacueerd.
Met man en macht werkte men aan het
dichten van de dijkbreuken, waarmee men
snel opschoot, zodat in de avonduren nog
maar weinig water hier Walcheren bin
nenstroomde.
In Zuid-Beveland
In Zuid-Beveland was de toestand ho
peloos. Bij Wolphaertsdïjk en lussen Kat-
tendijke en Wemeldinge, bij Kruiningen,
werden gaten geslagen in de dijken. Hulp
verleningstroepen gingen ogenblikkelijk
aan het werk om de mensen uit de onder
gelopen huizen te halen. Men moest de
slachtoffers van de daken afhalen en
uit de bomen „plukken". Bij Katten-
dijke werkten ongeveer duizend mannen
uit Goes en omstreken aan de zeedijk, die
op verscheidene plaatsen naast de gaten
nog zwakke plekken vertoont. Als deze
dijk doorbreekt en dit gevaar bestaat
ook nu nog zullen namelijk Kattendijke,
Kloetinge, Kapelle en een gedeelte van
Goes in gevaar komen.
De Reigersbergpoider in de slurf van
Zuid-Beveland naar Noord-Brabant kamp-
te betreuren zijn, beukte een springvloed met waterwolt Het dorp
van een hevigheid. zoals niemand die zich la,ld Bath werd geïsoleerd. De Wolver-
heugen kan, op de boulevard en sloeg er dljkse P.°.ld?C «hP onder water en hetzeit-
achtereenvolgens vyf gaten in, die steeds
groter werden. Het ppstuwende water,
vermengd met zand, baande zich er een
weg door heen, sloeg hele gedeelten van
de boulevard weg, waarvan het asfalt en
brokken steen verdwenen, zodat de wan
delweg langs de zee volkomen vernield
werd.
Het water stormde het oude gedeelte
van de stad binnen en bereikte daar een
stand van 3 a 4 m. hoogte. Zo groot was
het geweld van water en storm samen, dat
diverse auto's werden meegevoerd.
De bewoners van de binnenstad werden
met roeiboten geevacueerd.
Alle mogelijke arbeidskrachten werden
gemobiliseerd om de gaten in de boule
vard te dichten. Het zogenaamde Bellamy-
park, waar enige jaren geleden de Ko
ningin de herbeplanting van Walcheren
begon, is thans een enorme zandvlakte.
Het water stroomde ook de Jacobskerk,
beroemd omdat eens Michiel de Ruyter de
toren er van beklom, binnen.
De gaslevering in de stad werd uitge
schakeld, terwijl tien bakkersbedrijven
door de overstroming van hun bakkerijen
niet meer konden werken, zodat de brood
voorziening vanochtend gevaar liep.
Aan de oproep tot hulpverlening via del
de geschiedde met de polder Kruiningen,
waardoor het dorp Kruiningen en Hans-
weert geïsoleerd werden. Het water
stroomt met grote kracht de polders bin
nen.
Te "Wemeldinge was men de toestand
gisteravond om half zeven meester. Gaten
in de zeewering bij Nieuwedijk en bij de
Verderfpolder, aan de binnenzijde van de
Steldijk, werden met man en macht ge
dicht.
De bevolking van de meeste bedreigde
plaatsen is naar Goes geëvacueerd.
In Baarland en EUewoutsdyk, waar een
groot gat in de dijk werd geslagen, stond
het water tot aan de zolder van de won in
gen. In Elstdyk, by Krabbendyk. was de
nood op zijn hcogst. Do mensen werd"»
hier van de daken en uit de bomen ge
haald. Vier doden werden hier geteld.
Vier mensen van vlot gespoeld
Vannacht is in Yerseke een vlot aan
gespoeld, waarop zich drie mensen bevon
den, afkomstig uit Ouwerkerk op Schou
wen. Zy deelden mede, dat vier anderen
van het vlot waren geslagen en verdron
ken. Een van de geredden was zeer ern
stig gewond.
MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 PAGINA "1