Verbijsterend tafereel van ellende en angst Zeeland: een van de ergste noodgebieden Veel slachtoffers in dorpen en gehuchten In Oost-Z.-Vlaanderen speelden zich afgrijselijke tonelen aj WESTELIJK BRABANT GETEISTERD Zuinig met electriciteit FIJNAART, Zondagavond I oord. «aar Zondagavond laat een dode- 11 j w i. t> r. !l j i.j. lyk vermoeide burgemeester nog steeds Als een weerzinwekkend monster sloop over West-Brabant de nieuwe nacht. om „hulp en mensen!" vroeg, doch waar Het sinistere, ondoordringbare donker mengde zich sissend haast en verraderlijk met de driftig-kokende j men ejnm^ "8ha^^ek teTeb- handjirs van het vuil-bruine water, dat op deze rampzalige dag reeds een afgrijselijke sfeer van mate- b|"' jJJ'een betreurde daar v>en vijf doden. loos leed en onbeschrijflijke ellende achterliet en die nu, wreed en gulzig en zonder mededogen, kolkend en schuimend en met tomeloos geweld aan de nog bestaande dijken vrat. Men stond daar4 vanavond laat, nog eenmaal op deze smalle, vrijwel zeker ten ondergang gedoemde dijkweg Noordwest van Oude Molen. Men stond daar, zich machteloos schrapzettend tegen de, nog altijd met volle kracht woedende Noord wester, op de plek waar het vette, moordende water met iedere rukwind en elke golfslag steeds meer verdronk van wat er van de weg nog restte. Daar liet men, héél even, deze nieuwe nacht met al haar, naar de keel grijpende drama's op zich aan stormen: de stormwind, die gierend, bijtend en verblindend nog altijd de slagregen joeg over het ver dronken land en de vluchtende mensenDe verstarde, nu ook het laatste restje leven verstikkende donkerte, voor zich uit, waarachter men, verder nog naar het Noorden, meer dan twee duizend mensen ge ïsoleerd. en bedreigd, in het, door het water volkomen ingesloten Willemstad wist Het klagende, zelfs het gegier van de stormwind nog doorscheurende geloei van een verdrinkende koeEen schot, vreemd en vlakbij, uit een karabijn. Een meisje van twaalf dat, zonder mantel en doornat, ginds in Oude Molen uit een autobus vol evacué's is gevlucht, en dat zij hééft geen tranen meer en in haar doffe, toonloze stem ligt reeds het leed van een héél leven opnieuw de dijkweg opgelopen is, omdat haar vader achterbleef bij het vee, in een boerderij die, naar men aanneemt, reeds uren geleden onder de druk van het moordende water rondom, bezweken is en vergaan. "Mén staat daui wp die dijk na een dag, waarop men, met dofbonzend hoofd en met snel verlammende zenuwen, van het ene gruwelijke tafereel naar het andere is gegaan. Men was in een wankel roeibootje dat, ergens bij Klundert, een poging deed om een tot instorten gedoemd huisje nog te bereiken. Men zag een mens in doodsnood op een, door de storm reeds half-weggeslagen dak; en er zullen jaren voorbij gaan voor men vergeten is, hoe dat dak tenslotte bezweek en hoe men een mens, die men niet kende doch die men helpen wilde neen, helpen móest! prijs moest geven aan de golven. Links: Jong en oud bezig aan het herstel van de dijk tussen Gouda en Gouderak; midden: de vernielingen aan de spoor weg Dordrecht en Rotterdam in de Korte Piersonstraat te Maassluis stortte een huis in, dat door het water was onder mijnd; onder, de ravage in een kruidenierswinkel in dezelfde plaats. Oncontroleerbare geruchten overal Men was in Halsteren toen alleen een wonder daar, even voorbij het middag uur, een paniek voorkwam. En men heeft vergeten de naam te vragen van de vrachtrijder, aan wie men het te danken heeft, dat men zijn wagen weer op de weg kreeg, nadat men, benoorden Hal sleren in de richting Steenbergen, in de modder was vastgeraakt, en men mis schien duidelijker nog dan elders de af schuwelijke dreiging van het steeds na- dersluipende water ervoer en verwerken moest. Men stond bij Rilland en men vond Zeeland geïsoleerd en onbereikbaar, doch men keek met samengeknepen ogen ademloos naar het water dat, van minuut tot minuut, steeds meer verwoestte van wat men juist hier, na de oorlog, met zóveel moeite en zóveel liefde weer had opgebouwd. Men zag in deze bruine zee, waar vreemd en grillig de schuimkoppen een danse macabre dansten, de cadavers van het omgekomen vee: vreemde, vervorm de, opgeblazen lijven, kantelend, zodat, heel even, een wezenloos in het niets starende koeienkop weer opdook, als zocht zelfs dit levenloze cadaver nog red ding. Of men stond in de Rode-Kruispost hier in Fijnaart, waar men vanmiddag al zeventien doden telde en waar dokto ren en personeel nog steeds handen en mensen te kort kwamen om de gewon den en volkomen overstuur geraakten te kunnen helpen. Of men zag hoe op de dijk tussen Fijnaart en Oude Molen een Bredase touringcar met twee Rode- Kvuissoldaten, op weg om nieuwe eva cué's te halen, door een rukwind een voudig van de dijk in het, enige meters lager gelegen weiland geblazen werden. Dringende oproep tot gebruikers in Rotterdam en omgeving Wegens de ernstige toestand van de electriciteitsvoorziening in zijn verzorgingsgebied verzoekt het ge meentebestuur van Rotterdam de electriciteitsverbruikers in de ge meenten Rotterdam, Schiedam Vlaardingen, Bergschenhoek, Bleijs- wijk en de gemeenten op Voorne en Putten, Rozenburg en West- IJsselmonde, zich voorlopig aan zienlijk in hun stroomverbruik te beperken. Het gebruik van elec- trische kacheltjes e.d. is absoluut verboden. Hedenavond tussen 17 en 22 uur moeten alle verbruikers zowel in woningen als de industrie hun stroomverbruik tot het uiterste be perken, terwijl voor het overige met een beperking tot 60 pet van het normale stroomverbruik voor alle verbruikers kan worden volstaan, teneinde de stroomvoorziening voor de poldergemalen en de rioolgema len. alsmede voor de levensmidde lenvoorziening in stand te kunnen houden. Dan klom men met enkele vluchtelin gen omlaag langs de dijk en bracht men een ernstig gewonde naar de Centrale Hulppost in Fijnaart: en dat men er een blocnote vol aantekeningen mee ver speelde, merkt men pas later. Het deed er niet toe. Het deed er al lemaal niet toe: de dodelijke vermoeid heid van de soldaten, de chauffeurs en evacuatie-auto's, de boeren, de troepen van het Rode Kruis, en al die vele hon derden die, spontaan en meestal nog on georganiseerd, hulp verleenden waar maar hulp geboden kon worden. Het deed er allemaal niet meer toe: dat er zelfs onder de commando's daar benoorden Oude Molen waren die, tegen de avond, de spanning en de vermoeie nissen niet langer meer konden dragen, zodat zij tenslotte, na uren van grote heldhaftigheid en onbeschrijflijke moed, bewusteloos in elkaar zakten en opzij uit de frontlinie moesten worden wegge bracht om nauwelijks een uur later op nieuw daar terug te keren. Alléén maar een kop koffie Een frontlinie...? Een oorlog met al zijn geraffineerde, onmenselijke verschrikkingen kan niet wurgender, niet dramatischer zijn dan deze soms hopeloze strijd, welke men hier in West-Brabant en ginds in Zee land en overal, waar onze oudste vijand, het water, ons vaderland nu bedreigt, nu al uren achtereen koppig en stug en met een bewonderenswaardige moed bezig is te bestrijden. Men ontmoet in Halsteren een jonge man van 22 jaar. Hij is sedert Zondag ochtend vroeg in touw geweest. Hij heeft vee uit. de stallen gehaald, hij heeft een vrachtwagen met vluchtelingen naar Bergen op Zoom gereden. Zijn handen zijn tot bloedens toe kapot, zijn kleren zijn doornat tot aan het middel, zijn ge laat is asgrauw en er schijnt geen bloed meer in al zijn strak-getrokken, smalle lippen. Een warme kop koffie zou hü wil len drinken. Méér niet. Neen: hij heeft niet meer gegeten. Sedert gisteravond a! niet meer, denkt hij. Doch hij moet voort. Drie kilometer verderop kan men wel licht nog twaalf stuks vee van de ver drinkingsdood redden. Neen; hij is niet van deze streek. Hij komt uit Willemstad. Zijn ouders zijn zuster zijn daar nog. „Zij ver drinkenzegt hij en het klinkt alsof hij dit vandaag al duizendmaal herhaald heeft. „Zij verdrinken... van nacht misschien... Ons huis houdt dit niet... en ons vader had net van ver leden week een nieuwe radio...". gebied bewesten Halsteren, een bus vol evacué's die daar in het voortijlende water was blijven steken, eindelijk weer vlot kon krijgen, doch men slaagde! Men slaagde met de evacuatie zelfs in Dintel- De ramp ontstond hier, doordat Zondagmorgen gaten geslagen waren in de Volkerakduk, waarna het water uit het Volkerak het water in de Mark op eens veranderde in een woeste, niets ontziende bergstroom, die de dijken van een aantal kleine polders doorbrak (de Torenpolder, de Driegebroederspolder, de Drievriendenpolder en andere). De eerste slechtoffers warenjhier het echt paar Jan de Vos en de landbouwers knecht Jansen, die samen met zijn moe der, een tachtigjarige weduwe, direct on der de Volkerakdijk woonden. Hun huis jes werden onmiddellijk om prooi van het water en de lijken h*eft men reeds geborgen. i Men zoekt, nog naar de twee kleinkin deren van Jan de Vos, die bij hun groot ouders logeerden en van wie men geen spoor heeft terug gevondefi Het duizendkoppige gruwe lijke gerucht Drama's, drama's En elk drama geeft. -jsel aan nieu we geruchte*. Is he* ÜÖt ei bij Halsteren een gezin van veertien perso nen in het water is omgekomen? Is het waar, dat benoorden Oude Molen Zon dagmorgen een echtpaar toch nog ter kerke ging, dat het zijn twee kinderen aan hun bedjes vastbond, teneinde te voorkomen, dat zij tijdens hun afwezig heid uit het huis zouden lopen en dat dit echtpaar een uur later zijn huis nog slechts terugvond als een gruwelijke, half boven water uitstekende ruïne? Men kan deze verhalen Zondagavond nog niet controleren en men zij voorzich tig met al deze berichten in een streek, waar de telefoon, voor zover deze nog tiemiddelen practisch zijn uitgevallen, waar de telefoon, voor zover hij nog werkt, overbelast is, en waar angst en leed en ontzetting een begrijpelijke, doch gevaarlijke voedingsbodem vormen voor allerlei, voorlopig niet te controleren ge ruchten, galmt een alarmklok van dorp tot dorp, van dijk tot dijk. En zoals in een oorlog groeit mèt dit alarm de proportie van haast ieder gerucht. Woedende golven beuken de dijken Men zegt U in Halsteren, dat Dintel- oord totaal onder water slaat en men rijdt er heen om te ontdekken, dat de mannen, die daar met levensgevaar, be dreigd door een woeste, steeds hoger op slaande golfslag de dijkweg tussen Slam- persgat en Dinteloord van de ondergang tracht te redden, nog steeds aan de win nende hand zijn. Maar het is wéér. dat deze weg dodelijk gevaarlijk is om te be gaan en met ontzetting ziet men de da verende golfslagen breken tegen de dijk. Men zegt U, dat bij Klundert een schip eenvoudig over de dijk is geslagen, zo dat het nu practisch in het dorp ligt, doch ge spreekt in Roosendaal, terwijl ge met een wanhopig, jong echtpaar uit Heiningen naar twee vermiste kinderen zoekt, een der laatste evacué's uit Klun dert, doch hij heeft dit schip niet gezien. „Ik heb", zegt de man, „ik heb niets an ders gezien dan mijn eigen huisje. Hoe het daar lag met gesloten luiken en hoe het water al naar het dak reikte. Mijn paard heb ik doodgeschoten voor het verdrinken kon. En is het wóar, dat -er in Halsteren al meer dan dertig clorieh zijn?" Als op elk slagveld: ook aasgieren De oorlog tegen het water woedt voort. Het front kent geen pauze, ook nu niet, nu de nacht met duizend onzicht bare grijpklauwen dreigend gevallen is over dit geteisterde gebied. En laat in de avond rijdt men dan terug naar Fijnaart en verweg hoort men, hoe ergens op nieuw de noodklok luidt; en vlakbij ga loppeert, met vonken die vuurrood uit de zware hoeven slaan, een op hol geslagen paard blindelings door een smalle, met vluchtelingen en automobielen nog vol gepropte straat: en een dodelijk ver moeide dokter klemt zich even aan Uw wagen vast en zegt: „Het zou niet juist zijn, om in een reportage over deze ramp en over de manier waarop men zich hier tegen het onheil weert, namen te noe men. vY"ij kénnen hiér geen namen meer. Wij kennen ook geen onderscheid meer. Wij zjjn één, donkere, grauwe, kapotge- werkte wassa, die nog altijd niet volle dig voor het water buigen wil en die vannacht en morgen en overmorgen, zo nodig, verder zal blijven vechten om de allerlaatste dijken, het. allerlaatste men senleven en het allerlaatste vee". „Neen, géén namen!"men had dit verderop, bij de mannen van de com mando's uren tevoren ook al gevraagd is, vergeleken bij de onbeschrijfelijke smart en het gruwelijke leed, dat hier in nauwelijks een etmaal liids werd gezaaid. Doch men zou één uitzondering moe ten maken! Kén uitzondering voor het handjevol aasgieren, die men op elk slag veld en by ieder drama-in-het-groot vin den kan: een paar "veehandelaren, die met grote vrachtwagens vandaag on middellijk naar de bedreigde streek trokken, doch die. in plaats van vee te evacueren, vee kochten!! Vandaag, juist vandaag! Met het mes op de keel van verbijster de in hun ellende dof en buigzaam ge worden boeren! Negentig gulden voor een varken, dat in feite meer dan f 170 deed! Zy waren, met hun vrachtwagens al uit het geteisterde gebied verdwenen -«JM w». gcviaagu, i toen» vóór vanavond laat. daar in do men wil geen helden in een ramp, waar huurt van Fijnaart, opnieuw de noodklok de grootste heldhaftigheid tenslotte nietsluidde.... Het front is grillig en verraderlijk en onoverzichtelijk, en achter het front dreigt meer dan eens een chaos. Men dreef het vee uit de stallen en het ver zamelde zich in grote kudden op de smalle dijkwegen. Het vertraagt en ver stopt het verkeer en het gebeurt, dat men op dezelfde dijkweg een andere kudde tegenkomt die, nerveus en opge jaagd en zonder leiding, precies in tegen overgestelde richting uit gaat, een zeker einde tegemoet. In een plaatsje als Fijnaart heeft men de grootste moeite om het verkeer van Rode-Kruiscolonnes, vee-kudden en evacuatiewagens nog een dooi'gang te verschaffen. Op het drukke Stationsplein van Roosendaal, waar de stormwind de regen woedend omlaag giert, blokkeren de wagens, die voortdurend meer vluch telingen naar de, in beslag genomen res tauratieruimten van het station voeren, herhaaldelijk iedere doorgang. Doch men vordert niettemin. Het duurde zes lange uren voor men tussen Steenbergen en het zo zwaar getroffen „Luctor et Emergo" („Ik worstel en ontkom"). Uit dit devies moet de zwaar getroffen bevolking van Zeeland moed putten om de noodtoestand, die in dit eilandenrijke deel van ons land zeer groot is, het hoofd te bieden. Er hebben zich vooral in de zak van Zuid-Beveland en in Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen Zondagochtend afgrijselijke tonelen afgespeeld toen het door de zware orkaan opgezweepte water zich een weg brak door de dijken, die de Zeeuwse polders tegen de erfvijand moeten beschermen. Wel zeer rampspoedig was deze ochtend voor de Kleine Melopolder, die ligt ten Zuiden van De Westerschelde waar deze zich vernauwt om als de Schelde België binnen te stromen. Toen de dijk daar by de Duivenlioek (gemeente Hontenisse) op vyf plaatsen bezweek, bulderde het tomeloze water met donderend geweld de polder in en sleurde al direct een dicht in de buurt van de dijk gebouwde boeren woning mee. De bewoners, die het gevaar hadden zien aankomen, hadden zich reeds in veiligheid gebracht. Het kolkende water was echter niet te houden en vernielde ook de achter de Scheldedyk liggende dyk, die de Kruispolder moet be schermen. Hier ontstond de doorbraak vlak by een arbeidershuisje, dat binnen enkele seconden door de woeste golven werd ondergraven en geheel in de stroom verdween. De bewoners, vader en moeder Smit en twee kinderen, die zich niet meer hadden kunnen redden werden meegesleurd en verdronken jammerlijk. Een ander huis werd zodanig gebeukt, dat het instortte boven op het in angstige spanning in de huiskamer bijeengehokt gezin van eveneens vier mensen. Zij allen verloren het leven. Een boerengezin met negen kinderen kon zich nog juist voor dat de boerderij instortte in veiligheid stellen. van slechts enkele hooggelegen straten in het centrum, blank. De meeste bewoners werden volkomen door het hun huizen binnenstromende water verrast en moes ten, zonder iets te kunnen redden, elders hoger gelegen verdiepingen opzoeken. Op sommige punten stond toen niet minder dan twee meter water. Bij het kerende 1ij is deze onafzienbare watermassa slechts weinig naar zee terug kunnen vloeien. Een bakkerij is tengevolge van het vele binnendringende zeewater ingestort en de bestrating op vele punten volkomen mee gesleurd. Van de in de omgeving van Ter- neuzen aan zee liggende polders is er niet één drooggebleven. De Nieuw-Neuzenpolder, de Serlippen ;- polder en de Nieuwe Othenepolder zijn alle volkomen blank komen te staan. Vele honderden meters zware zeedijk zijn weg- gesiagen. Boerderijen en huizen staan tot het dak toe in het water. Ook hier is een slachtoffer te betreu ren. In één van de huizen sliepen de ouders boven en de baby beneden. Toen het water met geweld het huis binnen drong en de ouders naar beneden storm den om hun kindje te redden waren zij Van de familie Daalman vonden een vrouw en een kind de dood in de kokende golven. Vader Daalman slaagde er slechts met veel moeite in zyn zoon te redde», nadat deze twee uur met een gebroken been in een boom had gehangen. Moeder Vossaart uit Ossenisse, die haar baby in veiligheid had gebracht en tot haar borst door het water moest waden zag haar kind op een noodlottig ogenblik uit haar armen weggerukt. De kleine verdronk voor haar ogen. De Hooglandpolder by Ossenisse staat eveneens geheel blank en ook de dyken van de grote Molenpolder zijn doorgebro ken. In Terneuzen i de vroege ochtend van Zondag stroomde het tot ongekende hoogte opgo- zwiepte zeewater op een tweetal plaatsen Terneuzen binnen en in een minimum van tijd stond de binnenstad, met uitzondering reeds te laat. Paarden en vee van de meeste landbouwers gingen verloren. Met behulp van alle uit achterliggende plaatsen afkomstige vrijwilligers heeft men door het leggen van duizenden zandzakken de onbeschermde Slaperdijk zodanig kunnen versterken, dat deze staat bleek de vloed van gisteravond te weerstaan. Zondagochtend was de wa terstand op de Schelde te Terneuzen 5.10 m. plus N. A. P. tegen normaal 2.60 m. Een verschil dus van twee en een halve meter. Zoontje bleef achter In de Nieuw-Othcnepolder bü Terneuzen werd een gezin met zes kinderen, wier va der ziek te bed lag, door het woest aan stromende water verrast, dat het huis on dermijnde. Met grote moeite wisten de ouders hun kinderen nog buitenshuis te krijgen, maar toen men eenmaal op de veilige dyk was gearriveerd, bleek een driejarig zoontje niet aanwezig te zyn. Teruggaan om te zoeken was onverant woord, omdat de afgelegde weg na enkele minuten al spoedig meer dan een meter onder water stond. Aangenomen moet worden, dat het kind verdronken is Nieuwe dijkdoorbraak bij Kloosterzande? In Kloosterzande was iedereen vannacht uiterst paraat. „De Baalhoek bij de Kruispolder staat op het punt te bezwij ken", komt om 23 uur het bericht door op het stadhuis, en onmiddellijk trekt weel een vijftigtal soldaten en burgers uit om de dijk met zakken zand en stenen te versterken. De veestapel heeft grote verliezen ge leden en de schade moet alleen in de omgeving van Kloosterzande al op dui zenden guldens geraamd worden. Onder weg zagen wij een schuur, die gisteren bij hoog water was ondergelopen en waarin 170 schapen jammerlijk waren omgekomen. De uit de ondergelopen gebieden geeva- cueerde bevolking is bij burgers in de nog droogstaande gebieden ondergebracht. Alle hotels in Zeeuwsch-Vlaanderen zitten stampvol met vluchtelingen. Vannacht werden nog 200 soldaten uit Breda in, de radio gedaan door de burgemeester van Vlissingen en de directeur van de scheeps werf „De Schelde", werd van vele zijden gevolg gegeven. Daardoor heeft men b.v. op de werf de hoge vloed kunnen door staan, terwijl ook de dijk van Vlissingen voor een doorbraak gevrijwaard werd. De J stad doorstond de tweede kritieke periode van gistermiddag met goed gevolg. De Kloosterzande verwacht, die een welkome toestand bleef stationnair. aflossing zullen zijn voor de vrijwilligers, die thans reeds meer dan 24 uur onaf- ElderS op II alcheren gebroken in touw zijn. Het s(2djc Vee|.e kwam eehcc] on(Jer n 7-• r1-,... J «««.««- water te staan; alle straten spoelden stuk. Dllllien bij Cadzand in gevaar j j)e Nieuwerkerkerpolder c-n de Suzannn- polder werden overstroomd, In de duinen van de herdijkte Zwarte Polder bij Cadzand in West-Zeeuwsch- Vlaanderen is een gat geslagen van 40 a 50 meter. Een aantal landbouwwoningen is ontruimd. Geen ongelukken deden zich voor. De grote bunkers, die hier nog ston den uit de bezettingstijd, zijn in zee ge stort en vormen een gevaar voor de dui nen, waarvan grote stukken worden af geslagen. Over de zeesluis van de haven van Cadzand sloegen gisteravond grote golven water. Men vreesde het ergste. In Breskens is grote schade aangericht aan de haven. Er zijn verschillende scheep jes op de Havendam geslagen. Een hotel nabij de haven loopt gevaar in zee te storten. Het is geheel ontruimd. Het water stond tot in het dorpje. In Hoofdplaat is de slapersdijk doorge broken, tengevolge waarvan een aantal huizen is weggespoeld. Hoewel het dorp niet onder water is gelopen, werd het toch ontruimd. In de gemeenten Groede en Nieuwvliet kon een dijkdoorbraak worden voorkomen. Walcheren geïsoleerd Walcheren werd geheel van de buiten wereld geïsoleerd, doordat de Sloedam, die de verbinding vormt met Zuid- Beveland, diep onder water staat en on dermijnd wordt, zodat men vreest voor instorting. In Vlissingen. waar minstens drie doden doch men schijnt hier de dijkdoorbraak bedwongen te hebben, zodat het gevaar voor de ge meente St. Laurens ten Zuiden van Vee.-e geweken was. In Nieuw en St. Joosland brak de dijk bij Rammekens. Arnemuiden en Rithem werden volkomen door hel wa ter geïsoleerd, en" in de laatstgenoemde plaats werd de bevolking geëvacueerd. Met man en macht werkte men aan het dichten van de dijkbreuken, waarmee men snel opschoot, zodat in de avonduren nog maar weinig water hier Walcheren bin nenstroomde. In Zuid-Beveland In Zuid-Beveland was de toestand ho peloos. Bij Wolphaertsdïjk en lussen Kat- tendijke en Wemeldinge, bij Kruiningen, werden gaten geslagen in de dijken. Hulp verleningstroepen gingen ogenblikkelijk aan het werk om de mensen uit de onder gelopen huizen te halen. Men moest de slachtoffers van de daken afhalen en uit de bomen „plukken". Bij Katten- dijke werkten ongeveer duizend mannen uit Goes en omstreken aan de zeedijk, die op verscheidene plaatsen naast de gaten nog zwakke plekken vertoont. Als deze dijk doorbreekt en dit gevaar bestaat ook nu nog zullen namelijk Kattendijke, Kloetinge, Kapelle en een gedeelte van Goes in gevaar komen. De Reigersbergpoider in de slurf van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant kamp- te betreuren zijn, beukte een springvloed met waterwolt Het dorp van een hevigheid. zoals niemand die zich la,ld Bath werd geïsoleerd. De Wolver- heugen kan, op de boulevard en sloeg er dljkse P.°.ld?C «hP onder water en hetzeit- achtereenvolgens vyf gaten in, die steeds groter werden. Het ppstuwende water, vermengd met zand, baande zich er een weg door heen, sloeg hele gedeelten van de boulevard weg, waarvan het asfalt en brokken steen verdwenen, zodat de wan delweg langs de zee volkomen vernield werd. Het water stormde het oude gedeelte van de stad binnen en bereikte daar een stand van 3 a 4 m. hoogte. Zo groot was het geweld van water en storm samen, dat diverse auto's werden meegevoerd. De bewoners van de binnenstad werden met roeiboten geevacueerd. Alle mogelijke arbeidskrachten werden gemobiliseerd om de gaten in de boule vard te dichten. Het zogenaamde Bellamy- park, waar enige jaren geleden de Ko ningin de herbeplanting van Walcheren begon, is thans een enorme zandvlakte. Het water stroomde ook de Jacobskerk, beroemd omdat eens Michiel de Ruyter de toren er van beklom, binnen. De gaslevering in de stad werd uitge schakeld, terwijl tien bakkersbedrijven door de overstroming van hun bakkerijen niet meer konden werken, zodat de brood voorziening vanochtend gevaar liep. Aan de oproep tot hulpverlening via del de geschiedde met de polder Kruiningen, waardoor het dorp Kruiningen en Hans- weert geïsoleerd werden. Het water stroomt met grote kracht de polders bin nen. Te "Wemeldinge was men de toestand gisteravond om half zeven meester. Gaten in de zeewering bij Nieuwedijk en bij de Verderfpolder, aan de binnenzijde van de Steldijk, werden met man en macht ge dicht. De bevolking van de meeste bedreigde plaatsen is naar Goes geëvacueerd. In Baarland en EUewoutsdyk, waar een groot gat in de dijk werd geslagen, stond het water tot aan de zolder van de won in gen. In Elstdyk, by Krabbendyk. was de nood op zijn hcogst. Do mensen werd"» hier van de daken en uit de bomen ge haald. Vier doden werden hier geteld. Vier mensen van vlot gespoeld Vannacht is in Yerseke een vlot aan gespoeld, waarop zich drie mensen bevon den, afkomstig uit Ouwerkerk op Schou wen. Zy deelden mede, dat vier anderen van het vlot waren geslagen en verdron ken. Een van de geredden was zeer ern stig gewond. MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 PAGINA "1

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1