Gedeelte van Harlingen - waar water hoger
was dan ooit - stroomde onder
Hotel Steinvoorte bij Nes op
Ameland weggeslagen
De Terschellingers hielden de
wacht bij hun polder
Tientallen schapen verdronken
aan Frieslands Waddenkust
De „Insulinde" maakte een
slagzij van 90 graden
MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 LEEUWARDER COURANT
centimeter in hun huis kregen. Tal van
kelders aan de havenkant liepen vol.
Met spanning volgde men op de
visserijband de verrichtingen van de
reddingboot „Brandaris", die Zaterdag
avond om negen uur uitvoer en van
de sleepboot „Holland I". die in de
nacht zee koos.
Vlieland: duinafslag en
watersnood
De duinen aan de westpunt van
Vlieland, daar waar de Vliehors be
gint, leden ernstige schade. In de
Meeuwenduinen sloegen drie gaten:
een van vijftig meter diepte over vijf
honderd meter, een van vijftig meter
diepte over tweehonderd meter, en
een van veertig meter over een af
stand van honderd meter. Een LSK-
Water naar de zee
Brandweerlieden dragen water naar de
zeeDe Harlinger brandweer
bezig met het leegpompen van hotel
Zeezichtwaarvan het benedengedeelte
geheel overstroomd werd. Door vier-vijf
slangen werd het water in zee terugge
spoten, toen de waterstand buiten de
heermuur gezakt was (links).
auto met aanhangwagen, waarin
brandblusapparaten zaten voor even
tuele vliegongevallen, ging verloren.
De postboot „Vlieland'', die aan de
(gebrekkige) steiger lag, was bijna
weggeslagen. Op een gegeven ogen
blik ontdekte men. dat één van de
twee kabels, waarmee de boot was
vastgemaakt, het had begeven; de
andere zou spoedig kunnen volgen. De
kapitein, stuurman en machinist heb
ben zich toen, tot hun middel door het
water wadend, aan boord begeven, de
kabel losgegooid en tot twee uur
's nachts met het schip op de Wadden
zee gekruist, omdat men aanleggen
niet verantwoord achtte. Zondag
morgen is de boot niet uitgevaren.
Doordat de woningen aan het oost
einde van de Dorpsstraat buiten de
waterkering staan, liepen daar ver
schillende huizen en een hotel deels
onder water. De bejaarde personen
werden geëvacueerd; men moest zich
daartoe tot de middel in het water
begeven. Het V.V.V.-gebouwtje bij de
steiger werd in stukken geslagen. Het
strandhotel van Vlieland kwam op
nieuw dichter aan zee te staan: er ligt
voor het hotel nog slechts viif meter
duin.
Schiermonnikoog: beurtschip
sloeg los
De storm en de zee hebben Schier
monnikoog vrijwel geheel met rust
gelaten. Zij .namen alleen een aan de
steiger liggend beurtschip mee het
Wad op. Met een ander schip is het
achterhaald.
Brandweer pompte water uit Zeezichten uit
kelders der vele ondergelopen huizen
(Van onze verslaggever)
in de rampnacht van Zaterdag op Zondag in Friesland is gebeurd, staat
in geen verhouding tot wat in het zuidwesten des lands is geschied, maar
ook hier hebben storm en zeewater geducht huis gehouden. De eilanden Vlieland,
Terschelling en Ameland hebben aanzienlijke schade geleden aan duinen en ge
bouwen; van de plaatsen op het Friese vasteland is Harlingen het zwaarst ge
troffen. Het water kwam daar 3.70 meter boven A..P., dat is hoger, dan in een
eeuw tijds werd genoteerd. Een deel van de stad tussen de overweg bij de
Stenen Man en de Kleine Sluis in de Zuiderhaven kwam bijna geheel blank te
staan; in sommige huizen stond het water 75 centimeter en meer hoog. Hotel
„Zeezicht" bij de ingang van de Noorderhaven liep geheel vol; in de eetzaal
beneden dreven de stoelen kris-kras door elkaar. Het Avater liep de loodsen van
de General Steam en de ZPC aan de Nieuwe Willemshaven binnen en het kantoor
van de Terschellinger Stoombootmaatschppij stond temidden van de kolkende
golvenmassa. Tussen tien en elf Zaterdagavond was de nood op het hoogst;
straten veranderden in snel stromende rivieren, gevoed door het water, dat via
de Nieuwe Willemshaven en het emplacement van de Spoorwegen werd aan
gevoerd. Daarna zakte het water snel en hoewel na twaalven de storm in
hevigheid toenam, was het water in de haven toen al zoveel lager, dat het gevaar
voor nieuwe overstromingen was geweken.
Het water heeft de "r 1 t
Harlingers zoals j j I
vele anderen aan de £|l||f|M
^Friese kust volko- ui
W men verrast. Had men V I I
kunnen voorzien, dat i JÊÊ J rm
het zö hoog zou JWk.
worden, dan j
ongetwijfeld andere V
maatregelen genomen ipg
en hadden waarschijn- 1111 :EBiiLr\v
lijk tal van huizen van
overstroming gevrij-
waard kunnen blijven. ^^B
Nu werden verschil-
lende doorgangen in
vloedmuren te laat of lf|: AfMMÉ flfl
onvoldoende gesloten. 1 ^HHB
Daarvan is ook hotel
..Zeezicht" het slacht-
offer geworden: het wJIB^^B
water gulpte binnen
voor men er eigenlijk
in had. De com-
van de
brandweer hoorde het jjy yfljB
burge-
meester Nauta en de
inspecteur van politie,
die bij hem kwamen
met de mededeling,
dat iets moest wor-
wérd B
gedaan; om tien
uur werd de
brandweer klein
alarm gegeven en om BP^^T^
halfelf groot alarm. BÉjjlfWfcfcv"J
De brandweer is de
gehele nacht in touw
geweest om het water
uit de huizen in het fl
overstroomde gedeelte
van de stad leeg te I^BBBI
pompen.
In een van die woningen had men
Juist een kleine peuter op de nachtspie
gel gezet, toen iemand de deur open
deed en het zeewater naar binnen stortte.
Kleuter en po werden de kamer ingc-
spoeldIn een ander huls kreeg de
bewoner de schrik van zijn leven, toen
de politie hem waarschuwde en er bij
het opendoen van de deur meteen een
miniatuur vloedgolfje naar binnen
kwam. De deur had het water tot dat
ogenblik weten te keren. Een van de
douane-ambtenaren ontdekte op een ge
geven ogenblik, dat hij opgesloten zat in
zijn kantoor onder het Havenmantsjc.
Hij was de achterdeur binnengekomen
en daaronder stond op dat moment het
water hoger dan hijzelf lang was. En
een sleutel van de voordeur had hii
niet
Spoedig nadat bleek, hoe de water
massa's kwamen opzetten, sloot men de
vloeddeuren voor de Noorder- en Zuider
haven. Zij hielden het, al stond het
water tegen tienen bijna aan de boven
rand en al sloegen er ook behoorlijke
petsen overheen. Het Dok, de oude kad-;
van de Willemshaven, kwam slechts ge
deeltelijk onder te staan, dank zij het
feit, dat men het een meter heeft opge
hoogd. nadat de Afsluitdijk was gelegd
De nieuwe kade, waarop de grote kranen
staan, bleek evenwel niet hoog genoeg
te zijn. Het water kwam enkele deci
meters hoger en de opvarenden van de
schepen, die ervoor lagen, zagen zich
spoedig geheel door water omringd. Het
zoute water zocht zijn weg tussen de
nieuwe loodsen door en zelfs dóór deze
loodsen heen waardoor in die van de
ZPC ongetwijfeld schade is aangericht:
die in de iets hoger gelegen loods van du
General Steam beperkte zich tot enkele
stukken goed en stroomde over het.
emplacement van de Spoorwegen, dat
spoedig in een snelvlietende stroom was
herschapen.
Bij de overweg overspoelde het zee
water de Havenweg, waar vooral de
rijwielhandel van de heer K. Hoekstra
het moest ontgelden; daar stond het
ongeveer twintig centimeter hoog in
winkel en kamers en richtte het vee!
schade aan. Ook verschillende bewoners
van de Caspar di Roblesstraat, tegenover
de overweg, kregen het water in hun
huizen. Verder stroomde de rivier langs
de Zeeweg, die aan de noordkant van de
spoorbaan ligt. naar het laag gelegen
Werfpad, waar het twee huizen, die van
het bejaarde echtpaar Pol en die van de
werkman bij de gemeentereiniging Tho
mas Brandsma, binnendrong. De bewo
ners werden snel geëvacueerd; even later
stond het water meer dan 75 centimeter
hoog in de woningen. Bij Brandsma dre
ven kolenkit, stoof, hoepel en fluitketel
door de kamer, waarin het wasgoed
boven de (gedoofde) kachel te drogen
hing.
Via de Spinhuisstraat en de Nieuwe-
buren, waar practisch alle kelders vol
liepen (zij werden in de nacht, toen het
water viel. door de brandspuit leegge
pompt) liep het water langs de veiling.
Dank zij het feit. dat men daar de lucht
roosters hoog boven de straat heeft ge
maakt in de meeste veilinggebouwen
zitter ze ter hoogte van de straat'
bleven de grote voorraden aardappelen,
groente en fruit gespaard. Bij de
Kleine Sluis stortte het water zich met
een wild bruisende waterval in de Zui
derhaven.
Inmiddels was de brandweer ook be-
(Advertentie l. M.)
1TTUZ Niet krabben. De helder vloei-
Ir Hl li bare D.D.D. kalmeert de jeuk
II JLlU JL\ in enkele seconden, doodt de
ziektekiemen, geneest tot diep lil dMiuidoori6n.
In de woonkamer van de heer Th.
Brandsma aan het Werfpad te Harlingen
stond een 75 centimeter water. Op deze
foto gemaakt, toen 't water al weer
zakte ziet men hoe kolenkit, fluit
ketel en stoof door de kamer drijven.
gonnen met het leegpompen van hotel
„Zeezicht", waar de schade aanzienlijk
is. Zodra het tii enigermate was geval
len, kon men het water over de keer-
muur in de haven spuiten. Een merk
waardig gezicht brandweerlieden, die
water naar de zee droegenEven na
middernacht viel het hotel droog, mede
doordat men toen bij de kolk kon
komen, die in verbinding stond met de
lager gelegen Noorderhaven.
Toen het water zich terug trok, was
de weg achter de loodsen op de Nieuwe
Willemskade (de gewone route voor het
verkeer naar de Afsluitdijk) versperd
met juffers, balken, schragen en wa'
meer door de zee was aangevoerd. Bü de
visafslag lagen viskistjes kris-kras door
elkaar; die waren daar door het water
overvallen.
De zee beukte ten zuiden van Harlin
gen met groot geweld op de beide zwem
baden bij de Stenen Man. Verschillende
deuren van cabines werden in elkaar
gedrukt en van het „volksbad" werd het
terras weggeslagen. Het water kwam
daar zo hoog, dat het wrakhout, flessen,
blikken en wat dies meer zij, aan de
binnenzijde van de dijk lagen. Geen
wonder, dat de mensen, die achter de
dijk wonen aan de weg naar Zurich, de
gehele nacht zijn opgebleven.
De eilanden moesten duin afstaan
D'
(Van onze correspondenten)
je Waddeneilanden hebben in de nacht van Zaterdag op Zondag de stoot voor
de Friese kust opgevangen, maar zij hebben er een zware tol voor moeten
betalen. Plet ergst is Texel er wel aan toe, waar de Eendrachtpolder volkomen
onder liep en verschillende doden zijn te betreuren. Ameland kreeg het ook
zwaar te verduren: daar werd hotel Steinvoorte aan het einde van de Badweg
van Nes grotendeels weggeslagen; de Amelanders braken de rest af om de zee
voor te zijn. De duinen aan de Westpunt moesten enkele meters wijken, doch
de toestand leverde daar geen gevaar op. Bij paal 19 op Terschelling, even ten
oosten van Oosterend, sloeg de zee opnieuw door de duinen. Aanvankelijk
vreesde men een doorbraak van het gehele eiland. De dijk van de Terschellinger
polder, waar het water op dertig a veertig plaatsen overheen sloeg, heeft het
gehouden. Ook Vlieland moest duinen prijsgeven: de Meeuwenduinen op de
grens van de Vliehors moesten op drie plaatsen veertig a vijftig meter wijken.
Hoe erg de situatie was, blijkt wel uit de gegevens omtrent de waterstand: men
noteerde op Terschelling een stand van 3.20 boven AP, terwijl er bij de storm
vloed van 3 Februari 1825, die een groot deel van Friesland onder water zette,
slechts 2.95 werd geregistreerd. Gistermorgen bereikte het water, naar ons
van Vlieland wordt gemeld, een stand van 3.30 boven AP.
voor een deel was gevallen. Daardoor
Enkele jaren geleden heeft de zee
een aanval gewaagd op de hotels
Scheltema en Steinvoorte aan het eind
van de Badweg van Nes op Ameland.
Op het laatste ogenblik, het paviljoen
Steinvoorte was a! ondergraven, zag
de zee van haar prooi af. Nu echter
heeft ze weer toegetast èn door
getast. In de nacht van Zaterdag op
Zondag en Zondagmorgen vroeg sloeg
ze de helft van het paviljoen Stein
voorte weg en ondergroef de rest. Dit
nieuwe gedeelte stortte gistermorgen
om kwart voor elf in. De bevolking
van Nes heeft toen in allerijl het nog
staande stuk omlaag gehaald, voor de
zee het kon meeslepen. De inventaris
kon worden gered. Scheltema liep dit
maal geen gevaar; hoewel de zee op
rukte tot aan het betonnen pad, liet ze
dit hotel met rust.
Aanvankelijk vreesde men. dat deze
stormvloed wel eens aanzienlijke
schade zou kunnen aanrichten aan de
bedreigde Zuidwest- en Westpunt van
Ameland. Bij dit ongeluk was evenwel
toch nog weer een gelukje: de orkaan
zette pas goed door. toen het water al
De gouden hoepwas gord waard!
(Van onze verslaggevers)
TTieslands „gouden hoep" moge dan zijn naam danken aan het goud. dat hij
heeft gekost, hij heeft in de nacht van Zaterdag op Zondag ook bewezen, dat
hij goud waard is. Een groot gedeelte van Friesland, omsloten door de lijn
Oldemai'ktJoure"VeenwoudenStiensSneekMakkum (op Gaasterland
en de kliffen na) ligt beneden A.P., terwijl de bodem ten noorden en westen
daarvan gelijk of iets hoger dan A.P. ligl. Dat houdt in, dat een belangrijk ge
deelte van het gewest ondergelopen zou zijn, wanneer de zeedijk het niet zou
hebben gehouden. Maar: daar is geen moment sprake van geweest. Tussen
Harlingen en de Kop van de Afsluitdijk, waar het water Zaterdagavond om
streeks elf uur werd opgestuwd, sloeg het weliswaar in zulke „stuivers" over de
dijk. dat het verkeer op de rijksweg bijkans onmogelijk werd (het zeewater
„twirre" daar zo, dat men in een dichte, zoute mist reed), maar nergens is er een
ogenblik gevaar van doorbraak geweest. Op enkele plaatsen, waar men bezig
was de bazaltglooiïng te herstellen, werd gepost; gelukkig deden zich ook daar
geen moeilijkheden voor. Anders was het bij de gebieden aan de noordelijke
Waddenkust. Daar overstroomde het water de verschillende polders buiten
dijks en richtte schade aan aan de landaanwinningswerken. De nieuwe dijk van
de Anjumer- en Lioessenser polder werd aan de binnenzijde op enkele plaatsen
ondergraven door het overslaande water.
In grote gutsen kwam het zeewater
Zaterdagavond bij de Kop van de Af
sluitdijk over de houten barak van de
rijkspolitie, die liefst zeven meter boven
NAP staat. De barak schudde in alle
voegen en de politiemannen kregen die
nacht geen wenk in de ogen. Het ge
bouwtje hield het evenwel. Op de weg
tussen de Kop en Harlingen stonden
grote plassen zeewater. De' binnen-
glooiïng van de dijk was bedekt met
wrakhout, wier, flessen en lege bussen.
Bij Roptazijl sloeg de boot van de sluis-
meester, welke buiten het dijksgebouw
lag, aan spanen. Het water stond er ge
lijk met het muurtje tegen de dijk: het
was daar volgens de rijks-getijmeter
drie meter hoger dan normaal.
Het Noorderleeg bij Nieuwebildtzijl
was één watervlakte. Hoewel het water
Zaterdagmiddag sneller opkwam dan
een man kon lopen, slaagden de heer
Roeda en zijn helpers er in, de ongeveer
duizend schapen bijeen te drijven op de
beide „dobben" (terpen), die in het
Noorderleeg zijn opgewerpen. Op de ene
bevonden zich ongeveer vier- op de
andere zeshonderd schapen.
Minder fortuinlijk waren de boeren
van de oostelijk van het Noorder
leeg gelegen „Boerepollen". Die
hadden geen maatregelen genomen,en
toen zij kwamen om hun schapen te
redden, bleken de meeste al ver
dronken te zijn. Naar schatting zijn
daar ongeveer honderd stuks scha
pen omgekomen: één boer verloor er
twintig. Wanneer men nagaat, dat de
prijs van de schapen overgeveer 130
a 140 gulden is, begrijpt men, welk
een schadepost hier geleden is. Ook
in de Westerpolder-kwelder bij
Holwerd zijn 35 schapen verdron
ken.
De pier van Holwerd stond tweemaal
volkomen onder water; de zee klotste
tegen de zeedijk. De veerboot van Ame
land voer gisteren niet bij vloed, maar
bij eb
De nieuwe zomerdijk
landaanwinning van
de Anjumer- en Lioessenser pol
der bij Peasens, die in 1951
gereed kwam, is aan de binnen
zijde hier en daar ondergraven door de
overslaande golven. De buitenkant, de
top en het bovenste gedeelte van de bin-
nenglooiïng van de dijk zijn vervaar
digd van gebitumineerd zand. Deze
„asfalt"-bedekking hield zich uitste
kend. Het polderbestuur heeft meteen
zakken met zand laten vullen om de
gaten te dempen. De zelflozende duikers
werkten gistermiddag, toen wij een
kijkje op de dijk namen, op volle kracht.
om de jongste
van het waterscha
bleef de afslag aan de westpunt be
perkt tot gemiddeld vier a vijf meter;
op het Zuidwest, waar de strekdam
men liggen, was de afslag zeer gering.
Ter hoogte van het Hollumer tenten
kamp werd evenwel zes a zeven meter
door de zee verzwolgen. Hoewel de
duinen daar het smalst zijn (er resteert
nog een zeventig meter), is er geen
direct gevaar aanwezig. Achter de
duinen bevindt zich namelijk nog een
hoog gelegen gebied.
Op Ameland is verder weinig schade
aangericht. In Ho'llum stortte een
oude schuur van boer Bunishï in. De
directiekeet op het Zuidwest werd
door de storm in elkaar gedrukt.
Terschelling: dijkwacht bij
de polder
Terschelling beleefde een bange
nacht, doordat het water de dijk van
de Terschellinger polder bedreigde. Op
dertig-veertig plaatsen sloeg het er
overheen en onmiddellijk werden de
mannen opgeroepen om dijkwacht te
houden. Het was geen sinecure en ge
lukkig is het overbodig gebleken: de
dijk hield het. Was de wind zuidwest
geweest, dan was de toestand zeer
zeker crïtiek geworden.
Bij paal 19 beoosten Oosterend
sloeg de zee opnieuw een gat in de
duinreep. Hoewel gevreesd werd, dat
het wel eens een -doorbraak over de
gehele breedte van het eiland zou kun
nen worden, bleek het naderhand toch
nog mee te vallen- een hoger gelegen
gedeelte keerde het Noordzeewater
Ook elders leden de duinen. Verschil*
lende schapen vonden evenwel de dood
in de golven.
In West kwam het water zo hoog.
dat verschillende bewoners het veertig
De brandweer zoog verschillende kelders
in Harlingen leeg: de kelder van de
familie Vellinga aan de Nieuweburen
wordt onderhanden genomen.
Riemen (pas in gebruik) redden
drie mannen het leven
(Van een onzer verslaggevers)
De bemanning van de reddingboot „Insulinde" uit Oostmahom heeft gister
morgen een angstig avontuur gehad: benoorden Schiermonnikoog stortte een
watermuur zich op de reddingboot en duwde haar volkomen op haar zij. De „Insu
linde" lag met negentig graden slagzij; de zwaarste, die de reddingboot (waar
schijnlijk: die een reddingboot) ooit heeft gehad. De drie mannen in de stuur
stoel zouden onherroepelijk verdronken zijn, wanneer zij zich niet met touwen
en haken aan de buizen van de stuurstoel hadden vastgemaakt. De opstapper
Sjoerd Dijk hing, toen de „Insulinde" zich even later weer had opgericht, buiten
boord; hij was versuft door de klap tegen de railing. Nauwelijks'hadden schipper
Klaas en stuurman Jannes Toxopeus hem binnenboord gesleept, of een tweede
watermuur greep het scheepje. Hoewel beide motoren door de eerste klap
waren blijven staan, wist men de „Insulinde" rechtop te houden.
De redders langs de Nederlandse kust
hebben het in het afgelopen weekend
verre van gemakkelijk gehad. Het
„Mayday-Mayday-Mayday" (de gespro
ken tekst voor het vroegere morse-sein
SOS) was niet van de lucht en men wist
niet, waar men eerst of laatst heen
moest gaan. De bemanning van de Ter
schellinger reddingboot „Brandaris" was
twintig uur in touw: van Zaterdagavond
negen uur tot vijf uur Zondagavond.
Bij het binnenlopen van het Storte-
melk heeft Klaas Tot zijn vinger ver
wond. Er stond daar zo'n zee, dat het
alleen mogelijk was, naar binnen te
komen met hét drijfanker (de sieepzak).
Bij het uitbrengen daarvan verwondde
Klaas Tot zich. Onmiddellijk nadat de
„Brandaris" binnen was. werd de be
manning weer opgeroepen voor een
noodgeval bij TexelDe „Prins Hen
drik" van Den Helder was zestien uur
„yn 't spier": doodop kwam zij terug.
Gisternacht om tien voor drie kreeg
het reddingstation Oostmahorn bericht
van Soheveningen-radio. dat er benoor
den Ameland tussen de ET-boei 12 en
het lichtschip Tersohellingerbank een
kustvaarder in nood zat, de Rotterdamse
„Franka 2". De bemanning van de „In
sulinde" .werd opgetrommeld, maar men
kon bijkans niet aan boord komen, omdat
er een meter water op de steiger stond
en de storm uit het noordwesten gierde.
Door een roeibootje aan een lijn te laten
vieren, kwamen de mannen aan boord.
De reis naar de „Franka 2" verliep
voorspoedig, ondanks de gierende storm
en de bakken buiswater die overkwamen
(en die het onmogelijk maakten om de
radio te gebruiken, doordat de antenne
aardde). De „Franka", die zware slagzij
had gemaakt, maar deze tot ongeveer
tien graden had weten te reduceren door
de deklast overboord te zetten, stoomde,
begeleid door de „Insulinde", langzaam
naar de Wester-Eems. Zo nu en dan
zo vertelde schipper Toxopeus ons
kwamen er watermuren, die aanmerke
lijk hoger waren dan de kustvaarder en
meer dan eens dachten we. dat het met
t scheepje gedaan was. Maar ze klaar
den het en toen ze voor de Wester-Eems
waren, zeiden ze geen hulp meer nodig
te hebben.
De „Insulinde" wende de steven om
streeks halftien gistermorgen. Lucht en
water waren één en het was onmogelijk,
zich te oriënteren. We kwamen in de
branding, zei schipper Klaas, en op een
gegeven ogenblik, toen we boven op een
golftop zaten, zagen we vaag de toren
van Schiermonnikoog.
Even later het zal halfelf ziin ge
weest rees naast ons ineens
een enorme watermuur omhoog. Ik
schreeuwde, dat ze zich vast moesten
maken. We hebben namelijk allemaal,
na het ongeluk, dat de schipper van de
..President Jan Leis" verleden iaar is
overkomen, allemaal een brede riem
gekregen, die we om het lichaam gesoen
en waaraan sterke manïllatouwen zitten,
met haken aan het eind Ik had het nog
niet geschreeuwd, of daar brak de water
muur boven ons.
Ik zoog m'n longen vol en daar
gingen we! De „Insulinde" ging
volkomen op haar zij: het dek stond
loodrecht op het water. Even later
lag de boot met een ruk rechtop. Ik
zag Jannes staan, maar Sjoerd Dijk
was verdwenen. We vonden hem
buitenboord, hangend aan de touwen
van zijn riem. aan de railing. We
waren allemaal een beetje versuft,
maar we hadden hem toch in een
oogwenk binnen. Hij had een wonde
aan zijn hoofd en aan een arm. Als
wij die riemen niet hadden gehad,
waren er drie redders minder ge
weest.
Nauwelijks was Sjoerd Dijk binnen, of
er kwam een tweede muur water opzet
ten. Ik zou de boot er met de kop inzet
ten. toen ik bemerkte, dat de beide
motoren stilstonden. De ene weigerde
de dienst, doordat de uitlaat onder water
had gezeten bij de duikeling; de andere
was automatisch uitgeslagen, toen de
boot negentig graden slagzij maakte. Hoe
Klaas Scheepstra en Bertus Frik het daar
in die machinekamer, die natuurlijk óók
die kwartslag had gemaakt, hebben ge
klaard, is me een raadsel, maar binnen
de twee minuten draaiden de beide kar
ren weer. Die tweede golf deed ons
weinig en toen was 't leed ook zowat ge
leden.
Vraag niet. hoe de „Insulinde" er uit
zag! De stangen van het windsehermpje
op de stuurstoel waren verbogen; de
stutten kanjers! van het springnet
verbogen en van hun plaats geslagen. In
de kombuis sloeg alles uit de provisie
kast. De thee en de suiker zaten. met
olie vermengd, tegen het plafond. Niks
lag meer op z'n plaats: het is een com
plete chaos.
„We hebben heel wat zware reddingen
verricht", zei Klaas Toxopeus. ..die een
peuleschilletje waren bij dit reisje, dat
in feite niet meer was dan het verlenen
van een „service" aan een scheepje, dat
in moeilijkheden verkeerde. Maar ja,
ie weet tevoren nooit, hoe het zal lopen
het héd met die Franka 2 raar kun
nen gaan!"