Gedeelte van Harlingen - waar water hoger was dan ooit - stroomde onder Hotel Steinvoorte bij Nes op Ameland weggeslagen De Terschellingers hielden de wacht bij hun polder Tientallen schapen verdronken aan Frieslands Waddenkust De „Insulinde" maakte een slagzij van 90 graden MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 LEEUWARDER COURANT centimeter in hun huis kregen. Tal van kelders aan de havenkant liepen vol. Met spanning volgde men op de visserijband de verrichtingen van de reddingboot „Brandaris", die Zaterdag avond om negen uur uitvoer en van de sleepboot „Holland I". die in de nacht zee koos. Vlieland: duinafslag en watersnood De duinen aan de westpunt van Vlieland, daar waar de Vliehors be gint, leden ernstige schade. In de Meeuwenduinen sloegen drie gaten: een van vijftig meter diepte over vijf honderd meter, een van vijftig meter diepte over tweehonderd meter, en een van veertig meter over een af stand van honderd meter. Een LSK- Water naar de zee Brandweerlieden dragen water naar de zeeDe Harlinger brandweer bezig met het leegpompen van hotel Zeezichtwaarvan het benedengedeelte geheel overstroomd werd. Door vier-vijf slangen werd het water in zee terugge spoten, toen de waterstand buiten de heermuur gezakt was (links). auto met aanhangwagen, waarin brandblusapparaten zaten voor even tuele vliegongevallen, ging verloren. De postboot „Vlieland'', die aan de (gebrekkige) steiger lag, was bijna weggeslagen. Op een gegeven ogen blik ontdekte men. dat één van de twee kabels, waarmee de boot was vastgemaakt, het had begeven; de andere zou spoedig kunnen volgen. De kapitein, stuurman en machinist heb ben zich toen, tot hun middel door het water wadend, aan boord begeven, de kabel losgegooid en tot twee uur 's nachts met het schip op de Wadden zee gekruist, omdat men aanleggen niet verantwoord achtte. Zondag morgen is de boot niet uitgevaren. Doordat de woningen aan het oost einde van de Dorpsstraat buiten de waterkering staan, liepen daar ver schillende huizen en een hotel deels onder water. De bejaarde personen werden geëvacueerd; men moest zich daartoe tot de middel in het water begeven. Het V.V.V.-gebouwtje bij de steiger werd in stukken geslagen. Het strandhotel van Vlieland kwam op nieuw dichter aan zee te staan: er ligt voor het hotel nog slechts viif meter duin. Schiermonnikoog: beurtschip sloeg los De storm en de zee hebben Schier monnikoog vrijwel geheel met rust gelaten. Zij .namen alleen een aan de steiger liggend beurtschip mee het Wad op. Met een ander schip is het achterhaald. Brandweer pompte water uit Zeezichten uit kelders der vele ondergelopen huizen (Van onze verslaggever) in de rampnacht van Zaterdag op Zondag in Friesland is gebeurd, staat in geen verhouding tot wat in het zuidwesten des lands is geschied, maar ook hier hebben storm en zeewater geducht huis gehouden. De eilanden Vlieland, Terschelling en Ameland hebben aanzienlijke schade geleden aan duinen en ge bouwen; van de plaatsen op het Friese vasteland is Harlingen het zwaarst ge troffen. Het water kwam daar 3.70 meter boven A..P., dat is hoger, dan in een eeuw tijds werd genoteerd. Een deel van de stad tussen de overweg bij de Stenen Man en de Kleine Sluis in de Zuiderhaven kwam bijna geheel blank te staan; in sommige huizen stond het water 75 centimeter en meer hoog. Hotel „Zeezicht" bij de ingang van de Noorderhaven liep geheel vol; in de eetzaal beneden dreven de stoelen kris-kras door elkaar. Het Avater liep de loodsen van de General Steam en de ZPC aan de Nieuwe Willemshaven binnen en het kantoor van de Terschellinger Stoombootmaatschppij stond temidden van de kolkende golvenmassa. Tussen tien en elf Zaterdagavond was de nood op het hoogst; straten veranderden in snel stromende rivieren, gevoed door het water, dat via de Nieuwe Willemshaven en het emplacement van de Spoorwegen werd aan gevoerd. Daarna zakte het water snel en hoewel na twaalven de storm in hevigheid toenam, was het water in de haven toen al zoveel lager, dat het gevaar voor nieuwe overstromingen was geweken. Het water heeft de "r 1 t Harlingers zoals j j I vele anderen aan de £|l||f|M ^Friese kust volko- ui W men verrast. Had men V I I kunnen voorzien, dat i JÊÊ J rm het zö hoog zou JWk. worden, dan j ongetwijfeld andere V maatregelen genomen ipg en hadden waarschijn- 1111 :EBiiLr\v lijk tal van huizen van overstroming gevrij- waard kunnen blijven. ^^B Nu werden verschil- lende doorgangen in vloedmuren te laat of lf|: AfMMÉ flfl onvoldoende gesloten. 1 ^HHB Daarvan is ook hotel ..Zeezicht" het slacht- offer geworden: het wJIB^^B water gulpte binnen voor men er eigenlijk in had. De com- van de brandweer hoorde het jjy yfljB burge- meester Nauta en de inspecteur van politie, die bij hem kwamen met de mededeling, dat iets moest wor- wérd B gedaan; om tien uur werd de brandweer klein alarm gegeven en om BP^^T^ halfelf groot alarm. BÉjjlfWfcfcv"J De brandweer is de gehele nacht in touw geweest om het water uit de huizen in het fl overstroomde gedeelte van de stad leeg te I^BBBI pompen. In een van die woningen had men Juist een kleine peuter op de nachtspie gel gezet, toen iemand de deur open deed en het zeewater naar binnen stortte. Kleuter en po werden de kamer ingc- spoeldIn een ander huls kreeg de bewoner de schrik van zijn leven, toen de politie hem waarschuwde en er bij het opendoen van de deur meteen een miniatuur vloedgolfje naar binnen kwam. De deur had het water tot dat ogenblik weten te keren. Een van de douane-ambtenaren ontdekte op een ge geven ogenblik, dat hij opgesloten zat in zijn kantoor onder het Havenmantsjc. Hij was de achterdeur binnengekomen en daaronder stond op dat moment het water hoger dan hijzelf lang was. En een sleutel van de voordeur had hii niet Spoedig nadat bleek, hoe de water massa's kwamen opzetten, sloot men de vloeddeuren voor de Noorder- en Zuider haven. Zij hielden het, al stond het water tegen tienen bijna aan de boven rand en al sloegen er ook behoorlijke petsen overheen. Het Dok, de oude kad-; van de Willemshaven, kwam slechts ge deeltelijk onder te staan, dank zij het feit, dat men het een meter heeft opge hoogd. nadat de Afsluitdijk was gelegd De nieuwe kade, waarop de grote kranen staan, bleek evenwel niet hoog genoeg te zijn. Het water kwam enkele deci meters hoger en de opvarenden van de schepen, die ervoor lagen, zagen zich spoedig geheel door water omringd. Het zoute water zocht zijn weg tussen de nieuwe loodsen door en zelfs dóór deze loodsen heen waardoor in die van de ZPC ongetwijfeld schade is aangericht: die in de iets hoger gelegen loods van du General Steam beperkte zich tot enkele stukken goed en stroomde over het. emplacement van de Spoorwegen, dat spoedig in een snelvlietende stroom was herschapen. Bij de overweg overspoelde het zee water de Havenweg, waar vooral de rijwielhandel van de heer K. Hoekstra het moest ontgelden; daar stond het ongeveer twintig centimeter hoog in winkel en kamers en richtte het vee! schade aan. Ook verschillende bewoners van de Caspar di Roblesstraat, tegenover de overweg, kregen het water in hun huizen. Verder stroomde de rivier langs de Zeeweg, die aan de noordkant van de spoorbaan ligt. naar het laag gelegen Werfpad, waar het twee huizen, die van het bejaarde echtpaar Pol en die van de werkman bij de gemeentereiniging Tho mas Brandsma, binnendrong. De bewo ners werden snel geëvacueerd; even later stond het water meer dan 75 centimeter hoog in de woningen. Bij Brandsma dre ven kolenkit, stoof, hoepel en fluitketel door de kamer, waarin het wasgoed boven de (gedoofde) kachel te drogen hing. Via de Spinhuisstraat en de Nieuwe- buren, waar practisch alle kelders vol liepen (zij werden in de nacht, toen het water viel. door de brandspuit leegge pompt) liep het water langs de veiling. Dank zij het feit. dat men daar de lucht roosters hoog boven de straat heeft ge maakt in de meeste veilinggebouwen zitter ze ter hoogte van de straat' bleven de grote voorraden aardappelen, groente en fruit gespaard. Bij de Kleine Sluis stortte het water zich met een wild bruisende waterval in de Zui derhaven. Inmiddels was de brandweer ook be- (Advertentie l. M.) 1TTUZ Niet krabben. De helder vloei- Ir Hl li bare D.D.D. kalmeert de jeuk II JLlU JL\ in enkele seconden, doodt de ziektekiemen, geneest tot diep lil dMiuidoori6n. In de woonkamer van de heer Th. Brandsma aan het Werfpad te Harlingen stond een 75 centimeter water. Op deze foto gemaakt, toen 't water al weer zakte ziet men hoe kolenkit, fluit ketel en stoof door de kamer drijven. gonnen met het leegpompen van hotel „Zeezicht", waar de schade aanzienlijk is. Zodra het tii enigermate was geval len, kon men het water over de keer- muur in de haven spuiten. Een merk waardig gezicht brandweerlieden, die water naar de zee droegenEven na middernacht viel het hotel droog, mede doordat men toen bij de kolk kon komen, die in verbinding stond met de lager gelegen Noorderhaven. Toen het water zich terug trok, was de weg achter de loodsen op de Nieuwe Willemskade (de gewone route voor het verkeer naar de Afsluitdijk) versperd met juffers, balken, schragen en wa' meer door de zee was aangevoerd. Bü de visafslag lagen viskistjes kris-kras door elkaar; die waren daar door het water overvallen. De zee beukte ten zuiden van Harlin gen met groot geweld op de beide zwem baden bij de Stenen Man. Verschillende deuren van cabines werden in elkaar gedrukt en van het „volksbad" werd het terras weggeslagen. Het water kwam daar zo hoog, dat het wrakhout, flessen, blikken en wat dies meer zij, aan de binnenzijde van de dijk lagen. Geen wonder, dat de mensen, die achter de dijk wonen aan de weg naar Zurich, de gehele nacht zijn opgebleven. De eilanden moesten duin afstaan D' (Van onze correspondenten) je Waddeneilanden hebben in de nacht van Zaterdag op Zondag de stoot voor de Friese kust opgevangen, maar zij hebben er een zware tol voor moeten betalen. Plet ergst is Texel er wel aan toe, waar de Eendrachtpolder volkomen onder liep en verschillende doden zijn te betreuren. Ameland kreeg het ook zwaar te verduren: daar werd hotel Steinvoorte aan het einde van de Badweg van Nes grotendeels weggeslagen; de Amelanders braken de rest af om de zee voor te zijn. De duinen aan de Westpunt moesten enkele meters wijken, doch de toestand leverde daar geen gevaar op. Bij paal 19 op Terschelling, even ten oosten van Oosterend, sloeg de zee opnieuw door de duinen. Aanvankelijk vreesde men een doorbraak van het gehele eiland. De dijk van de Terschellinger polder, waar het water op dertig a veertig plaatsen overheen sloeg, heeft het gehouden. Ook Vlieland moest duinen prijsgeven: de Meeuwenduinen op de grens van de Vliehors moesten op drie plaatsen veertig a vijftig meter wijken. Hoe erg de situatie was, blijkt wel uit de gegevens omtrent de waterstand: men noteerde op Terschelling een stand van 3.20 boven AP, terwijl er bij de storm vloed van 3 Februari 1825, die een groot deel van Friesland onder water zette, slechts 2.95 werd geregistreerd. Gistermorgen bereikte het water, naar ons van Vlieland wordt gemeld, een stand van 3.30 boven AP. voor een deel was gevallen. Daardoor Enkele jaren geleden heeft de zee een aanval gewaagd op de hotels Scheltema en Steinvoorte aan het eind van de Badweg van Nes op Ameland. Op het laatste ogenblik, het paviljoen Steinvoorte was a! ondergraven, zag de zee van haar prooi af. Nu echter heeft ze weer toegetast èn door getast. In de nacht van Zaterdag op Zondag en Zondagmorgen vroeg sloeg ze de helft van het paviljoen Stein voorte weg en ondergroef de rest. Dit nieuwe gedeelte stortte gistermorgen om kwart voor elf in. De bevolking van Nes heeft toen in allerijl het nog staande stuk omlaag gehaald, voor de zee het kon meeslepen. De inventaris kon worden gered. Scheltema liep dit maal geen gevaar; hoewel de zee op rukte tot aan het betonnen pad, liet ze dit hotel met rust. Aanvankelijk vreesde men. dat deze stormvloed wel eens aanzienlijke schade zou kunnen aanrichten aan de bedreigde Zuidwest- en Westpunt van Ameland. Bij dit ongeluk was evenwel toch nog weer een gelukje: de orkaan zette pas goed door. toen het water al De gouden hoepwas gord waard! (Van onze verslaggevers) TTieslands „gouden hoep" moge dan zijn naam danken aan het goud. dat hij heeft gekost, hij heeft in de nacht van Zaterdag op Zondag ook bewezen, dat hij goud waard is. Een groot gedeelte van Friesland, omsloten door de lijn Oldemai'ktJoure"VeenwoudenStiensSneekMakkum (op Gaasterland en de kliffen na) ligt beneden A.P., terwijl de bodem ten noorden en westen daarvan gelijk of iets hoger dan A.P. ligl. Dat houdt in, dat een belangrijk ge deelte van het gewest ondergelopen zou zijn, wanneer de zeedijk het niet zou hebben gehouden. Maar: daar is geen moment sprake van geweest. Tussen Harlingen en de Kop van de Afsluitdijk, waar het water Zaterdagavond om streeks elf uur werd opgestuwd, sloeg het weliswaar in zulke „stuivers" over de dijk. dat het verkeer op de rijksweg bijkans onmogelijk werd (het zeewater „twirre" daar zo, dat men in een dichte, zoute mist reed), maar nergens is er een ogenblik gevaar van doorbraak geweest. Op enkele plaatsen, waar men bezig was de bazaltglooiïng te herstellen, werd gepost; gelukkig deden zich ook daar geen moeilijkheden voor. Anders was het bij de gebieden aan de noordelijke Waddenkust. Daar overstroomde het water de verschillende polders buiten dijks en richtte schade aan aan de landaanwinningswerken. De nieuwe dijk van de Anjumer- en Lioessenser polder werd aan de binnenzijde op enkele plaatsen ondergraven door het overslaande water. In grote gutsen kwam het zeewater Zaterdagavond bij de Kop van de Af sluitdijk over de houten barak van de rijkspolitie, die liefst zeven meter boven NAP staat. De barak schudde in alle voegen en de politiemannen kregen die nacht geen wenk in de ogen. Het ge bouwtje hield het evenwel. Op de weg tussen de Kop en Harlingen stonden grote plassen zeewater. De' binnen- glooiïng van de dijk was bedekt met wrakhout, wier, flessen en lege bussen. Bij Roptazijl sloeg de boot van de sluis- meester, welke buiten het dijksgebouw lag, aan spanen. Het water stond er ge lijk met het muurtje tegen de dijk: het was daar volgens de rijks-getijmeter drie meter hoger dan normaal. Het Noorderleeg bij Nieuwebildtzijl was één watervlakte. Hoewel het water Zaterdagmiddag sneller opkwam dan een man kon lopen, slaagden de heer Roeda en zijn helpers er in, de ongeveer duizend schapen bijeen te drijven op de beide „dobben" (terpen), die in het Noorderleeg zijn opgewerpen. Op de ene bevonden zich ongeveer vier- op de andere zeshonderd schapen. Minder fortuinlijk waren de boeren van de oostelijk van het Noorder leeg gelegen „Boerepollen". Die hadden geen maatregelen genomen,en toen zij kwamen om hun schapen te redden, bleken de meeste al ver dronken te zijn. Naar schatting zijn daar ongeveer honderd stuks scha pen omgekomen: één boer verloor er twintig. Wanneer men nagaat, dat de prijs van de schapen overgeveer 130 a 140 gulden is, begrijpt men, welk een schadepost hier geleden is. Ook in de Westerpolder-kwelder bij Holwerd zijn 35 schapen verdron ken. De pier van Holwerd stond tweemaal volkomen onder water; de zee klotste tegen de zeedijk. De veerboot van Ame land voer gisteren niet bij vloed, maar bij eb De nieuwe zomerdijk landaanwinning van de Anjumer- en Lioessenser pol der bij Peasens, die in 1951 gereed kwam, is aan de binnen zijde hier en daar ondergraven door de overslaande golven. De buitenkant, de top en het bovenste gedeelte van de bin- nenglooiïng van de dijk zijn vervaar digd van gebitumineerd zand. Deze „asfalt"-bedekking hield zich uitste kend. Het polderbestuur heeft meteen zakken met zand laten vullen om de gaten te dempen. De zelflozende duikers werkten gistermiddag, toen wij een kijkje op de dijk namen, op volle kracht. om de jongste van het waterscha bleef de afslag aan de westpunt be perkt tot gemiddeld vier a vijf meter; op het Zuidwest, waar de strekdam men liggen, was de afslag zeer gering. Ter hoogte van het Hollumer tenten kamp werd evenwel zes a zeven meter door de zee verzwolgen. Hoewel de duinen daar het smalst zijn (er resteert nog een zeventig meter), is er geen direct gevaar aanwezig. Achter de duinen bevindt zich namelijk nog een hoog gelegen gebied. Op Ameland is verder weinig schade aangericht. In Ho'llum stortte een oude schuur van boer Bunishï in. De directiekeet op het Zuidwest werd door de storm in elkaar gedrukt. Terschelling: dijkwacht bij de polder Terschelling beleefde een bange nacht, doordat het water de dijk van de Terschellinger polder bedreigde. Op dertig-veertig plaatsen sloeg het er overheen en onmiddellijk werden de mannen opgeroepen om dijkwacht te houden. Het was geen sinecure en ge lukkig is het overbodig gebleken: de dijk hield het. Was de wind zuidwest geweest, dan was de toestand zeer zeker crïtiek geworden. Bij paal 19 beoosten Oosterend sloeg de zee opnieuw een gat in de duinreep. Hoewel gevreesd werd, dat het wel eens een -doorbraak over de gehele breedte van het eiland zou kun nen worden, bleek het naderhand toch nog mee te vallen- een hoger gelegen gedeelte keerde het Noordzeewater Ook elders leden de duinen. Verschil* lende schapen vonden evenwel de dood in de golven. In West kwam het water zo hoog. dat verschillende bewoners het veertig De brandweer zoog verschillende kelders in Harlingen leeg: de kelder van de familie Vellinga aan de Nieuweburen wordt onderhanden genomen. Riemen (pas in gebruik) redden drie mannen het leven (Van een onzer verslaggevers) De bemanning van de reddingboot „Insulinde" uit Oostmahom heeft gister morgen een angstig avontuur gehad: benoorden Schiermonnikoog stortte een watermuur zich op de reddingboot en duwde haar volkomen op haar zij. De „Insu linde" lag met negentig graden slagzij; de zwaarste, die de reddingboot (waar schijnlijk: die een reddingboot) ooit heeft gehad. De drie mannen in de stuur stoel zouden onherroepelijk verdronken zijn, wanneer zij zich niet met touwen en haken aan de buizen van de stuurstoel hadden vastgemaakt. De opstapper Sjoerd Dijk hing, toen de „Insulinde" zich even later weer had opgericht, buiten boord; hij was versuft door de klap tegen de railing. Nauwelijks'hadden schipper Klaas en stuurman Jannes Toxopeus hem binnenboord gesleept, of een tweede watermuur greep het scheepje. Hoewel beide motoren door de eerste klap waren blijven staan, wist men de „Insulinde" rechtop te houden. De redders langs de Nederlandse kust hebben het in het afgelopen weekend verre van gemakkelijk gehad. Het „Mayday-Mayday-Mayday" (de gespro ken tekst voor het vroegere morse-sein SOS) was niet van de lucht en men wist niet, waar men eerst of laatst heen moest gaan. De bemanning van de Ter schellinger reddingboot „Brandaris" was twintig uur in touw: van Zaterdagavond negen uur tot vijf uur Zondagavond. Bij het binnenlopen van het Storte- melk heeft Klaas Tot zijn vinger ver wond. Er stond daar zo'n zee, dat het alleen mogelijk was, naar binnen te komen met hét drijfanker (de sieepzak). Bij het uitbrengen daarvan verwondde Klaas Tot zich. Onmiddellijk nadat de „Brandaris" binnen was. werd de be manning weer opgeroepen voor een noodgeval bij TexelDe „Prins Hen drik" van Den Helder was zestien uur „yn 't spier": doodop kwam zij terug. Gisternacht om tien voor drie kreeg het reddingstation Oostmahorn bericht van Soheveningen-radio. dat er benoor den Ameland tussen de ET-boei 12 en het lichtschip Tersohellingerbank een kustvaarder in nood zat, de Rotterdamse „Franka 2". De bemanning van de „In sulinde" .werd opgetrommeld, maar men kon bijkans niet aan boord komen, omdat er een meter water op de steiger stond en de storm uit het noordwesten gierde. Door een roeibootje aan een lijn te laten vieren, kwamen de mannen aan boord. De reis naar de „Franka 2" verliep voorspoedig, ondanks de gierende storm en de bakken buiswater die overkwamen (en die het onmogelijk maakten om de radio te gebruiken, doordat de antenne aardde). De „Franka", die zware slagzij had gemaakt, maar deze tot ongeveer tien graden had weten te reduceren door de deklast overboord te zetten, stoomde, begeleid door de „Insulinde", langzaam naar de Wester-Eems. Zo nu en dan zo vertelde schipper Toxopeus ons kwamen er watermuren, die aanmerke lijk hoger waren dan de kustvaarder en meer dan eens dachten we. dat het met t scheepje gedaan was. Maar ze klaar den het en toen ze voor de Wester-Eems waren, zeiden ze geen hulp meer nodig te hebben. De „Insulinde" wende de steven om streeks halftien gistermorgen. Lucht en water waren één en het was onmogelijk, zich te oriënteren. We kwamen in de branding, zei schipper Klaas, en op een gegeven ogenblik, toen we boven op een golftop zaten, zagen we vaag de toren van Schiermonnikoog. Even later het zal halfelf ziin ge weest rees naast ons ineens een enorme watermuur omhoog. Ik schreeuwde, dat ze zich vast moesten maken. We hebben namelijk allemaal, na het ongeluk, dat de schipper van de ..President Jan Leis" verleden iaar is overkomen, allemaal een brede riem gekregen, die we om het lichaam gesoen en waaraan sterke manïllatouwen zitten, met haken aan het eind Ik had het nog niet geschreeuwd, of daar brak de water muur boven ons. Ik zoog m'n longen vol en daar gingen we! De „Insulinde" ging volkomen op haar zij: het dek stond loodrecht op het water. Even later lag de boot met een ruk rechtop. Ik zag Jannes staan, maar Sjoerd Dijk was verdwenen. We vonden hem buitenboord, hangend aan de touwen van zijn riem. aan de railing. We waren allemaal een beetje versuft, maar we hadden hem toch in een oogwenk binnen. Hij had een wonde aan zijn hoofd en aan een arm. Als wij die riemen niet hadden gehad, waren er drie redders minder ge weest. Nauwelijks was Sjoerd Dijk binnen, of er kwam een tweede muur water opzet ten. Ik zou de boot er met de kop inzet ten. toen ik bemerkte, dat de beide motoren stilstonden. De ene weigerde de dienst, doordat de uitlaat onder water had gezeten bij de duikeling; de andere was automatisch uitgeslagen, toen de boot negentig graden slagzij maakte. Hoe Klaas Scheepstra en Bertus Frik het daar in die machinekamer, die natuurlijk óók die kwartslag had gemaakt, hebben ge klaard, is me een raadsel, maar binnen de twee minuten draaiden de beide kar ren weer. Die tweede golf deed ons weinig en toen was 't leed ook zowat ge leden. Vraag niet. hoe de „Insulinde" er uit zag! De stangen van het windsehermpje op de stuurstoel waren verbogen; de stutten kanjers! van het springnet verbogen en van hun plaats geslagen. In de kombuis sloeg alles uit de provisie kast. De thee en de suiker zaten. met olie vermengd, tegen het plafond. Niks lag meer op z'n plaats: het is een com plete chaos. „We hebben heel wat zware reddingen verricht", zei Klaas Toxopeus. ..die een peuleschilletje waren bij dit reisje, dat in feite niet meer was dan het verlenen van een „service" aan een scheepje, dat in moeilijkheden verkeerde. Maar ja, ie weet tevoren nooit, hoe het zal lopen het héd met die Franka 2 raar kun nen gaan!"

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3