heroïsch gevecht in nachtelijk duister om behoud van de dijk Massa's vuilbruin water sloegen over de Ringdijk 400 mensen uit hun huizen gehaald Panische schrik in Hoogvliet Buitenland biedt steun aan PANDA en de geheime documenten Prins Bernhard: „Dit is verschrikkelijk nieuws" Scheveningse Boulevard een woestenij van steen en zand Duizenden vaten met haring weggespoeld Koningin bezocht de geteisterde streken Prinses Wilhelmina naar Zeeland Dr Drees legt vóór Kamervergadering verklaring af Toch is het zo! HUIS VOL IV ÏYSTERIE TWEEDE BLAD HET GOOI EN OMMELAND VAN MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 3 Angstnacht in Ridderkerk Alarmklokken en sirenes ivekten om drie (Van een onzer speciale verslaggevers) De 21.000 inwoners van de gemeente Ridderkerk, die ook de ge meenten Bolnes, Slikkerveer, Rijsoord en Oostendam omvat, en zich uitstrekt over een gebied van 2500 hectaren, hebben in de fatale nacht van Zaterdag op Zondag zeer grote angsten uitgestaan, want zo de 15 kilometer lange dijk langs de Maas en deNoord het zou hebben begeven, dan zou de ramp voor dit gebied niet te overzien zijn geweest en het gehele eiland IJsselmonde zijn over stroomd. Ciode zij dank heeft de dijk de kracht van het wild opstu wende water doorstaan, hoewel het er over vrijwel de gehele lengte overheen is gespoeld en er op talrijke plaatsen flinke stukken van de dijk zijn weggeslagen. Met man en macht is er de gehele nacht gewerkt om met zandzakken de ergste breuken te dichten. Uit vele woningen buitendijks die tot aan het dak toe in het water stonden, werden in de zwarte nacht, terwijl de storm het water hoog op zweepte, met alle beschikbare bootjes en zelfs kano's ongeveer 400 mensen geëvacueerd. Eenmaal sloeg een zwaar beladen bootje om, doch gelukkig heeft men de inzittenden kunnen redden. In dit ge bied zijn ook verder geen slachtoffers te betreuren, alleen is er veel vee verdronken. Om twaalf uur Zaterdagnacht, juist toen de meeste mensen ter ruste wa ren gegaan, werd de toestand al uiterst ernstig ingezien. De burgemeester, de heer A. M. Nieuwenhuisen, en de poli tie, bestaande uit 25 man van de vaste kern en 29 man van de reserve, hielden zich gereed om op het ergste voorbereid te zijn. Om kwart voor drie kwam de melding binnen.' dat het water 1 meter onder de kruin van de dijk stond. Het steeg toen met een snelheid van 10 centimeter per kwartier. Tegen drie uur achtte de burgemees ter liet ogenblik gekomen, om de ge hele bevolking te alarmeren. Met kerk klokken, fabrieks- en hrandweersirenes en alles wat maar flink geluid kon ge ven, werd de alarmtoestand ingeluid, en op de mannelijke hevolking een beroep gedaan om zich ter bescherming van de dijk gereed te houden. Terwijl op vele plaatsen de boeren in de laaggelegen polders hun gezin en hun vee in veiligheid trachtten te brengen, werden elders honderden zandzakken gevuld en naar de bedreigde plaatsen vervoerd. Intussen kwamen op het politiebu reau van alle kanten meldingen binnen van de hoogst kritieke situatie. Om half vier Werd uit IJsselmonde gemeld, dat het water' gelijk stond met de kruin van de dijk. Tal van straten waren daar ondergelopen. De post Bolnes meldde om kwart voor vier, dat aan de Bene- dendijk, tussen de christelijke school en de boerderij van Bol, de weg van de dijk was opengebarsten en het water door de dijk heen snoeide. Even latei- sloeg ook de dijk bij het Lekveer in Bolnes stuk. Slechts het vege lijf redden Met zo'n enorme snelheid was het Avater ^gestegen, dat er van enige red ding van goederen in de nnderge- stroomdc huizen huiten de dijk geen sprake meer kon zijn. De bewoners van die huizon konden er slechts op be dacht zijn het vege lijf te redden. Met van alle kanten gerequireerde roei bootjes en andere vaartuigen werden de huisgezinnen, die in grote angst de zol der waren opgevlucht, uit de woningen gehaald. In de pikzwarte duisternis en op' de kokende golven werden daarbij vele-angstige ogenblikken uitgestaan. Een klein bootje, beladen met een tien tal mensen, waaronder vrouwen en kin deren, sloeg om, doch de inzittenden konden gelukkig allen worden gered. In totaal werden ongeveer 400 mensen op deze wijze uit hun woningen gehaald, die in scholen, in de pastorie of by familie werden ondergebracht. Het evacueren van een achttien oude mannen en vrouwen uit het gemeente lijk oudeliedentehuis aan -de Haven straat ging eveneens met grote moei lijkheden gepaard, aangezien er enkele bedlegerige oudjes bij waren. Zij werden naar het café St. Joris overgebracht en door leden van de hulpcolonne van het Roode Kruis liefderijk verzorgd. Bij Munter aan de Ringdijk moest ook nog een oude zieke vrouw uit haar wo ning worden gehaald. Burgemeester Nieuwenhuisen, die met de corpschef, inspecteur M. C. Fortuin, gedurende de nacht verscheidene malen de toe stand van de dijk inspecteerde, bracht in de ochtenduren een bezoek aan de geëvacueerden om zich van hun toe stand op de hoogte te stellen. Water en vuur Om lialf vijf was het water zo hoog gestegen, dat hot, opgejaagd door de felle stormwind, vrijwel overal over de Ringdijk en de Molendijk lieenspoelde. Door het uitvreten van de dijk was om 5.20 uur de toestand in Bolnes uiterst précair. Op dat moment brak ook brand uit in het electrisehe pompstation aan de Havenkant, dat onder water stond. De vlammen sloegeii boven het water uit. Ook uit de wijk Tienplagen werd een brand geméld. De brandweer die on middellijk uit rukte, had.het vuur even wel spoedig bedwongen. Vaten carbid gingen werken Van de waker van de werf Schram kwam om 5.50 uur het alarmerende be richt binnen, dat het aantal vaten met carbid, dat daar lag opgeslagen, en door het water werd overspoeld, aan het werken was gegaan. Vermoedelijk heeft men het gevaar bijtijds kunnen stuiten, want er kwamen geen nadere meldingen over binnen. Op dezelfde werf was ook nog een ter reparatie liggend schip losgeslagen. Het gezin van vijf' personen is met een bootje van boord gehaald, Heroïsche strijd om de dijk. Om het behoud van de dijk, waar van immers zo ontzettend veel af hing, is door de mannelijke bevol king en de politie van Ridderkerk en de andere gemeenten een heroï sche strijd geleverd. Honderden en nog eens honderden zandzakken werden door van alle zijden gere quireerde voertuigen naar de vele bedreigde plaatsen gebracht. Toen op een gegeven moment de voorraad zakken was uitgeput, heeft men in allerijl een nieuwe voorraad van 1000 zandzakken uit Rotterdam laten komen. Deze waren meer dan nodig, want op tientallen plaatsen spoelde het water door geslagen bressen onder de dijk door. Het kon door de achter de dijken ge legen sloten en rioleringen voldoende worden opgevangen, maar het veroor zaakte aan de binnenkant van de dijken gevaarlijke gaten, die met zandzakken moesten worden gedicht. Bij Slikkerveer was de nieuwe tegen- glooiing op verscheidene plaatsen kapot. Om 7.40 uur brak bij de Oude Molen een oude duiker en sloeg er een wilde stroom water de polder in. In de polder Woudestein stond het modderige water tegen de huizen. Uit de Ambacht Heerweg werd om half zes gemeld, dat er vier huizen waren inge stort. Het zal geen verwondering wek ken, als nog vele buitendijks gelegen huizen, door de ondermijning van het water dit lot zullen delen. De dag breekt aan: de dijk behouden Alen kan zich er moeilyk een voor stelling Aan maken, hoe\ eel angsten er die verschrikkelijke nacht in het ge- uur de bevolking bied van Ridderkerk zyn uitgestaan. Er moet dan ook een zucht van verlichting zijn geslaakt, toen omstreeks acht uur tegen het aanbreken van de dag het Ava- ter ging zakken en de zekerheid bestond, dat tot dusver (le dyk behouden was ge bleven. Het was toen ook mogelijk een alge meen overzicht van de toestand te krij gen. Burgemeester Nieuwenhuisen, die wij op het gemeentehuis opzochten, was zo bereidwillig ons in zijn wagen mee te nemen op een inspectietocht langs het zo zeer bedreigde gebied, dat sinds 1916 niet meer een zo angstige nacht had doorgemaakt. De adem stokte ons in de keel, bij de aanblik van die ontzettende massa vuilbruin water, die met woest.geweld de zich langs de Noord en de Maas slingerende dijk beukte. Troosteloos staken op vele plaatsen zwarte daken van de huizen en boomkruinen boven de golven uit. Overal dreven stukken hout van kapotgeslagen schuren en de resten van boerenkarren rond. Takken en stukken hout, die met het overspoe lende water waren meegevoerd, lagen gezaaid over de dijk, die op talrijke plaatsen, vooral in de bochten, lelijke knauwen had opgelopen. De zwakkere dijken van de uiterwaar den hadden het geheel begeven en ver toonden op vele plaatsen grote gaten. De ijzerfabriek van de firma Bakker, die buitendijks ligt. stond geheel blank, evenals de talrijke langs de dijk van Ridderkerk tot IJsselmonde gelegen scheeps- en reparatiewerven. Een tries te aanblik leverden de cadavers van verscheidene varkens, die de verdrin kingsdood hadden gevonden. Burgemeester Nieuwenhuisen, die bij de organisatie van de hulpkrachten de lei ding had, en bij de grote nood, waarin zijn gemeente verkeerde, een grote kalmte en zelfbeheersing aan de dag legde, was vol lof over het opofferende werk, dat door zijn inwoners, de politie en de hulpvolonnen van het Roode Kruis, gedurende de gehele nacht en de dag daarop was verricht. In de middaguren van Zondag, toen het ergste gevaar geweken was, heb ben dé meeste mensen zich enige rust mogen gunnen, maar tot slapen zou het vooreerst niet komen. Vol zorg werd Zondagavond omstreeks zeven uur het tweede hoge getij tegemoet gezien. Verschrikte bewoners zagen enorme kolkende massa water voor zich (Van onze speciale verslaggevers) Zondag in de voornacht AA'eerklonken alarmerende kreten in het Rotterdamse randgebied Hoogvliet. BeAvoners snelden naar buiten en zagen vlak voor zich een enorme, kolkende massa water. Een pa nische schrik greep velen van hen aan. Onmiddellijk trad de politie in actie, maar in het bureau van politie zelf kAvam het water wel een halve meter hoog. Hierom bekommerden de politie mannen zich echter niet. Zij gingen eerst hulp aan anderen verlenen. En die was hard nodig; want, de toestand tvas uiterst kritiek. Niet zozeer in de bebouwde kom zelf dan wel op de boerderijen in de ver schillende polders in de omgeving. Het water had zo'n enorme kracht dat heel wat vee werd meegesleurd óm jammer lijk in de golven van het door een or kaanachtige wind opgezwiepte water te verdrinken. Bewoners van vele boerde rijen wisten zich maar nauwelijks in vei ligheid te stellen.. Een van deze boerde rijen werd, kort nadat zij was verlaten, door het woedende Avater meegesleurd. Van de grote bedrijven, zoals de B.P.M. en de Superfosfaatfabriek, werd zo goed en zo kwaad als dat ging, het personeel gemobiliseerd om hulp te bieden waar het kon. In de Heersdijk zaten grote ga ten, die met zakken zand en klei zo goed mogeliik werden opgevuld. Toen wij gis termiddag een bezoek brachten aan Hoogvliet zagen %vij zo ver als ons oog reikte een grote watervlakte. De dijk graaf had uitgebreide maatregelen ge-, nomen. Op de dijken stonden vracht- i auto's gereed met klei en zand om. in dien het in de nacht van Zondag op Maandag weer mocht gaan stormen en daardoor het water opniemv vrij spel zou krijgen direct tegenmaatregelen te kun nen nemen. Ook uit het buitenland zijn vele aan biedingen voor hulp aan de getroffen ge bieden binnengekomen. Het bestuur van het West Duitse vakverbond, dat zes millioen leden telt, komt vandaag in Dusseldorp bijeen om te spreken over maatregelen om de slachtoffers van de qverstromingsrampen in Nederland en België te helpen. Tevens zijn er aanbie dingen tot steunverlening van het Duitse Rode Kruis. De Amerikaanse regering 'heeft, via haar ambassade te Den Haag. laten weten gaarne bereid te zijn steun te verlenen en ook de Canadese ambas sadeur heeft, na een bezoek aan de ge troffen gebieden, deze boodschap aan de Nederlandse regering gestuurd. 3. Het was even stil, nadat de stapel kisten en vaten over Panda en Pat O'Nozel was gevallen; toen kroop Panda langzaam uit de ravage te voorschijn. Hij schudde zaagsel houtwol uit zijn oren en keek ongerust rond naar zijn metgezel. „Pat!" riep hij, „waar ben je?" Er kwam beweging in een gekraakte kist en daar ver scheen het geschramde gelaat van de grote detective. Ahum," zei hij, zodra het gegons in zijn oren zover was verminderd, dat hij zich verstaanbaar kon maken, „dat was nu een manier om ons snel en onopvallend te ver bergen." „Het ging snel," beaamde Panda, „maar was het ook onopvallend?" „Absoluut," zei Pat, „niemand let op ons!" „Zo, zo, zóóó," zei een zware stem. En opkijkend zagen ze een agent in vol ornaat, die afkeurend van hen naar de ravage keek. „Zo, zo," herhaalde de agent, „rommel maken in een ordentelijke stad; dat gaat zómaar niet! Daar zijn de papierbakken voor! Geef my maar eens gauw jullie naam en adres!" „Mijn naam en adres?!" hijgde Pat, „man, ikIk ben hier helemaal niet, bekorrah!" En met deze woorden sloeg hij de ordebewaarder een der kisten over Iwt hoofd Prins Bernhard was zeer onder de indruk, toen hij te New York het nieuws van de overstromingen in Nederland vernam. „Dit is verschrikkelijk nieuws," zei hy. De Prins Avas diep onder de in druk Aan het verlies aan mensenlevens. Hij betreurde, dat Nederland door deze ramp getroffen is, op het ogenblik dat het zich weer herstelt. De Prins, die deelneemt aan (le plechtigheden ter her denking Aan het feit, dat NeAV York 300 jaar geleden werd gesticht, zeide: „Ik zal doen wat mijn regering en de Ko ningin willen dat ik doe". „Zoals U weet." verklaarde de Prins verder, „heeft Nederland 'zojuist de Amerikaanse regering medegedeeld, dat het geen economische hulp meer nodig heeft... En nu komt deze ramp. Neder land heeft echter altijd, gedurende zijn gehele geschiedenis tegen het water moeten vechten en wij zullen deze nieuwe ramp bestrijden en overwinnen zoals wij altijd in het verleden hebben gedaan." Hij was dankbaar voor het Ameri- Haven bood een ruïneuze aanblik (Van een onzer speciale verslaggevers) De loeiende orkaan heeft in Scheveningen een noodtoestand ver oorzaakt. Wat vrijwel niemand voor mogelijk zou hebben gehouden is in de nacht van Zaterdag op Zondag geschied; het kolkende zee water, tot ongekende hoogte opgezwiept, sloeg in grote golven over de Boulevard en stroomde de Keizerstraat binnen. De gevolgen voor de Boulevard en de haven waren rampzalig. De bestrating van de Boulevard is voor een groot gedeelte losgeslagen en overal lagen de stenen van het wegdek en de tegels uit het trottoir verspreid. Hier en daar had het zeewater diepe gaten in de weg geslagen, zoals voor hotel Rauch. Alleen voetgangersverkeer was nog moge lijk. Enkele nieuwsgierige automobilisten, die in de nacht een kijkje wilden nemen, werden door het water verrast. Hun wagens be gonnen te drijven en een kleine personenauto werd zelfs tegen de zeewering aangedrukt en vrij zwaar beschadigd. Op sommige gedeelten van de Boulevard is nog slechts een zand vlakte te zien. In de loop van de Zondagochtend richtte zich een stroom auto's naar de plaats des onheils om de ravage te be kijken. Duizenden voetgangers baanden zich een weg tussei. de o\reral verspreid liggende klinkers en tussen de resten van tonnen, balken en hier en daar glas scherven. Voor de bewoners van de Keizerstraat en naaste omgeving heeft de springvloed omstreeks vijf uur in de Zondagochtend wel bijzonder onaangename gevolgen gehad. Het water drong de huizen bin nen. Verschillende bewoners werden door de politie uit hun bed gebeld. Pas om een uur of half acht. begon het water terug' te lopen en kon men de schade gaan opnemen. Ofschoon hotels en restaurants goede zaken deden door het plotselinge bezoek van duizenden kijklustigen, was hun schade veelal zeer groot. Tafels en stoe len lagen gekraakt op een verwarde hoop en daartussen lagen de scherven van de stukgeslagen ruiten. Ook in de Scheveningse haven is de schade groot. Duizenden vaten haring, die voor export gereed lagen, zijn de binnenhaven ingespoeld. De buit. door de vissers met veel moeite aan de zee ont- Avorsteld, is door de golven in enkele tellen weer heroverd. De havenkaden boden een ruïneuze aanblik. Het was één grote wirwar van stukgeslagen ton nen, touwen, netten en daartussen dode vissen. Krijsend vlogen grote zwermen meeuwen boven dit slagveld om te trachten zoveel mogelyk van deze on verwachte maaltijd in de wacht te sle pen. Verschillende loggers zijn losgesla gen, maar in het algemeen gesproken valt in dit opzicht de schade mee. Alleen de Sch. 61 kwam met zijn boeg op de wal terecht en liep ernstiger be schadiging op. Later slaagde men er echter in het schip weer normaal aan de touwen te krijgen. De loggers, die Zaterdag' de haven binnengelopen zou den zijn, waren tengevolge van de storm gedwongen op zee te blijven. De schip pers deelden mede. naar ons werd ver teld, dat de storm op zee minder zwaar zou hebben gewoed dan aan de wal. De ingang van de haven was vrijwel niet meer te zien door de huizenhoge golven, die zich met razend geweld over de havenhoofden stortten. De borst\Are- ring voor het seinhuis is goeddeels ver nield. Tijdens de stormnacht stond het water in het seinhuis zelf enkele deci meters hoog en men vreesde zelfs, dat de seininstallatie door het water zou worden ondermijnd en naar beneden zou storten. Ondergang' van tAvee woonschuiten Bijzonder ongelukkige gevolgen heeft de storm ook gehad voor twee woon schuiten aan de Soestdijksekade te Den Haag, welke door twe alleenstaande dames werden bewoond. Een der schui ten geraakte in de loop van de nacht los en sloeg tegen een aangrenzende boot aan, naar het scheen zonder scha delijke gevolgen, want de brandweer heeft midden in de nacht de schuit weer met de touwen vastgelegd. Omstreeks half zes in de ochtend ech ter begon de boot water te maken, dat zij met vrijwel alle bezittingen van de bewoonster, voor het grootste gedeel te zonk. Even verderop is eveneens een woonschuit, behorende aan mej. T. S., gezonken. Buurtgenoten spanden hun uiterste krachten in om de meubels en andere delen van het huisraad te red den en moesten daartoe soms tot het middel in het water waden. Het groot ste gedeelte van de goederen kon veilig op de wal worden gebracht. kaanse aanbod tot hulp. „Dit is altyd gebeurd, wanneer er nationale rampen waren," verklaarde hij, „en Nederland heeft ook altijd de helpende hand gebo den aan andere landen in soortgelijke omstandigheden." Zeeland was niet te bereiken Vergezeld van Prinses Beatrix heeft H.M. de Koningin Zondag middag een bezoek gebracht aan de omgeving van de Krimpenerwaard. De komst van H.M. was de autori teiten in die streek niet bekend. Zy reed eerst tot aan Ouderkerk, welke plaats zelf onbereikbaar Avas, zodat de koninklijke auto slechts tot de grens van "het ondergelopen land kon rijden. Vervolgens werden Lek- kerkerk, Krimpen aan de IJssel en Krimpen aan de Lek bezocht. De burgemeester van Krimpen aan de IJssel was toevallig ter plaatse aan wezig, Avaar de Koninklyke auto stilhield. Met hem had de Koningin een infor matief onderhoud. Het lag in het voor nemen te pogen Zeeland te bereiken. Dit' bleek echter onmogelyk door het passe ren op de wegen van grote hoeveelhe den in veiligheid gebracht vee. In de richting Vianen reed de Koningin terug naar Soestdijk, toen het te laat was ge worden nog andere oorden te bezoeken. Namens H. M. Koningin Juliana brengt Prinses Wilhelmina vandaag en morgen een bezoek aan de door de watersnood getroffen gebieden in Zee land. De voorzitter van de TAveede Kamer, dr. Kortenhorst, heeft meegedeeld, dat hij zich met de minister-president heeft verstaan over de vraag, of de regering bereid zou zijn, Dinsdag voor zover het in haar vermogen ligt, de Kamer overzicht te geven van de stand van de nood in de getroffen gebieden. De minis ter-president heeft zich bereid verklaard, bij de aanvang der vergadering een ver klaring af te leggen, waarna de leden in de gelegenheid zullen worden gesteld eventuele vragen te stellen. 488 O ET vak van ontdekkingsreiziger 1 heeft mij in m'n jeugd vrij eenvoudig toegeschenen. Een schip vjerd onder je bevélen gestéld en de stuurman zorgde er verder wél voor dat het schip de richting koos die je had aangewezen. Als je dan maar even durfde doorzetten en voldoende van de bekende route af week om in onbekende zééën te verzeilen, ontdekte je Amerika, of Groenland, of Australië, of wat er verder te ontdekken viel. Eenvou diger kon het al niet! Dit is natuurlijk een Ttinderachti- ge visie uit een kinderachtig brein, want wanneer de ligging van een land ontdekt is, is het achteraf bij-- zonder eenvoudig dat land nog maals te ontdekken. Maar even kinderachtig zou het zijn ons te verbazen over het feit, dat de Griekse zeevaarder Pytheas over het eiland Thule sprak, terwijl hij in vjerkelijkheid (vjaarschijn- lijk) in Midden-N oorwegen was be land. Inderdaad, we weten thans heel zeker dat Scandinavië een schiereiland is, dat in het Noorden met Finland is verbonden, maar deze samenhang met het vasteland is pas in de Middeleeuwen bekend geworden. Eginhard, de geschied schrijver van Karei de Grote, noemt de Oostzee nog een zee van onbe kende uitgestrektheid en ook de grote zeereis, die de Noorman Othere van Engeland om de Noord- kaap naar de Witte Zee maakte op het einde van de negende eeuw, was niet voldoende om tot het in zicht te komen dat Scandinavië een schiereiland was. Die opvatting werd eerst in de twaalfde eeuw voor hét eerst uitgesproken door de Arabische geograaf Edrisi. Hoe kunnen we dan veronderstellen dat de reizigers uit de oudheid wèl met het ware karakter van Scandina vië op de hoogte zouden zijn ge weest, terwijl dit land vanuit het Westen slechts over zee bereikbaar was Er is dus geen enkele aanleiding de wenkbrauwen te fronsen wan neer Midden-Noonvegen als Thule wordt aangewezen, ondanks het feit, dat Pytheas uitdrukkelijk van een eiland spreekt. De opvatting, dat onder Thule Noorwegen moet worden verstaan, is overigens al heel oud, want in de zesde eeuw na Chr. neemt Prokop deze iden tificatie als vanzelfsprekend aan, wanneer hij spreekt over de Go ten, die van de volksstammen in Thule het grootst in aantal zijn. Midden-N oorwegen ter hoogte van Drontheim voldeed ten tijde van Pytheas volkomen aan de door ons gestelde eisen; de nach ten waren er zo kort als door de zeevaarder beschreven, het land was bèvolkt, leverde honing en gierst op en ten overvloede lever den de bossen de pelzen, die onge twijfeld een gewild handelsartikel zijn geweest, zodat andere vólken er gaarne zes dagen varens voor over hébben gehad. Hiermee is het Thule-raadsel- nog niet- ontslui erd, maar de waarschijnlijkheid- lijkt mij toch wél dicht benaderd. (De vraagpunten, die in dit my sterie onbeantwoord werden dienen we onbesproken te laten, wijl zij teveel finesses vereisen). H. Pêtillon. Nadruk verboden). 9 Op dit moment mochten zowel Neill als Fiona van haar denken, wat ze wilden, zelfs wanneer dit neerkwam op minachting voor haar als spionne voor hun tante... Ze had het wonderlijke gevoel, dat èrgens gevaar dreig de, maar ze wilde zich er niet door van de wys laten brengen. Waarschijnlijk overdreef ze bovendien. Ze had hier vermoedelijk alleen maar te doen met een moeilijke en ietwat zonderlinge situatie... méér niet. Fiona zou zeker lastig te hanteren zijn, maar dat was niet verbazingwekkend, gezien de rare manier, waarop ze hier werd opgevoed. Neill leek aardig en eenvoudig, maar ze bedacht zich, dat David Parkinson haar ge waarschuwd had, dat deze jongeman zijn charmes in zijn eigen voordeel wist te benutten... Hij gaf haar niet de indruk, maar wat kon ze er na zo'n eerste kennis making" van zeggen? In ieder geval moest ze de eerste tijd volkomen op haar hoede zijn en rustig voortgaan met haar taak: het uit de weg ruimen van misstanden en het ordenen van het huishouden. De gedachte, dat Peter Phipps hier in de buurt woon de, was geruststellend. Hij was tenminste een normaal en prettig mens, ook al scheen hij dan om eieren by mevrouAv Fincham te bedelen... Wat Bag-net betreft, wist ze niet goed wat ze denken moest. Mevrouw Finchams nadrukkelijke verklaring, dat bij zo betrouw baar was. kwam haar onnatuurlijk voor. Het wekte een vermoeden, dat Bagnet op de een of andere handige manier de oude vrouw naar zijn hand wist te zetten... Iets in de uitdrukking van zijn gezicht met de vierkante kin en vastbesloten mond, wees op hardheid en gebrek aan mededogen. Bovendien had hjj rood haar! Ze wist niet precies waarom, maar ze wantrouwde mensen met die kleur haar... „Ik betaal haar er goed voor," zei mevrouw Fincham. „O, ik dacht, dat u haar betaalde om uit te zoeken, wie die diefstallen pleegt," merkte Fiona, op. „Daar zal ze waarschijnlijk óók achter komen," ant woordde mevrouw Fincham ijzig. „Ik zou het misschien zelf wel hebben ontdekt, als ik niet zo'n invalide oud mens was. Mensen, die zich overal kunnen bewegen, ziea veel." „Nu, het zal een opluchting zyn, als ze de dader kan aanwijzen," zei Fiona, terwijl ze gaapte. „Het is zo vervelend altijd onder verdenking te moeten leven." „Ik vraag me af," zei Neill peinzend, „of het wel goed zal zijn, dat die diefstallen worden opgehelderd. Weet u, tante Chloë, ik heb het gevoel, dat terwijl die dief zo nu en dan z'n slag slaat, we gespaard blijven voor onaangenamere dingen. Als hij niet meer kan stelen, gebeurt er misschien iets ergs Constance staarde hem aan en mevrouw Fincham kreunde even. „Schei uit, Neill," zei ze bijna fluisterend, „zeg alsjeblieft niet zulke dingen. Het klinkt bepaald griezelig." „Maar die hele diefstallen-beweging is een beetje griezelig," zei Neill. „Griezelig en geheimzinnig, vindt u ook niet, juffrouw Fairlie „Als u er zó over praat, lijkt het inderdaad luguber," antwoordde Constance. Fiona lachte opeens. „Wat zei tante Chloë ook weer, dat u allemaal was?" vroeg ze. „Eerzuchtig, intelligent en discreet, nietwaar? Wel, discreet blijkt u heus te zijn!" „Fiona," zei mevrouw Fincham berispend, „ga onmid dellijk de kamer uit. Je gedraagt je zéér onbehoorlijk." het is mij het zelfde," zei Fiona brutaal, „van deze kamer krijg ik wat..." Na het avondeten gingen ze terug naar mevrouw Finchams zitkamer. Het vuur brandde daar behaaglijk en de kussens waren er rechtgetrokken, maar er was geen raam opengezet, om wat frisse lucht te laten binnenkomen, zodat de atmosfeer er nog benauwd was. Fiona was naar dit vertrek gegaan, toen ze van tafel gestuurd was, en lag op de divan te lezen. Toen he* gezelschap binnenkwam, zwaaide ze haar benen van de divan en stond met een ontstemd gezicht uit haar gemakkelijke houding op. Mevrouw Fincham liep zonder een woord te zeggen langs haar heen en instal leerde zich met veel zuchten en hijgen in haar stoel. Fiona ging weer op de divan zitten en nam haar boek \^Door Jane Enqland Uit het Engels vertaald op. Ze keek even naar Neill. „Philip was hier een minuut of twee geleden," zei ze, „hij vroeg me jou te zeggen, dat hij graag zou zien, dat je vannacht bij hem op de boerderij kwam. Het had iets met die kalvende koe te maken." „Nee, Neill," kwam mevrouw Fincham tussenbeide, „dat kan ik niet toestaan. Nee, nee, nee, 's nachts moet er een man hier in huis zijn." „Ut zal er even heen lopen om te kijken wat er precies aan de hand is," zei Neill kalmerend. „Nader hand kom ik dan wel terug. Maakt u zich geen zorgen, tante Chloë, ik ben vannacht present." Er klonken voetstappen in de hal en even later kwam Mpry binnen met een groot blad met koffie. „Zet het maar bij juffrouw Fairlie neer," zei mevrouw Fincham. „Hoor je wat ik zeg, Mary?" „Moet Fiona niet koffie schenken, als u het niet zelf wenst te doen?" vroeg Constance beleefd. „Ilt bedoel, omdat zij de dochter des huizes is. Net zoals u me sprak over cle plichten van de dochter ten opzichte van de bloemen." Fiona ging recht overeind zitten en staarde haar aan, terwijl mevrouw Finchams felle kleine ogen venijnig keken. „Ik zei, dat u het moest doen, juffrouw Fairlie," zei ze kortaf. „Zoals u wilt," antwoordde Constance, „ik zou het alleen erg vervelend vinden, als Fiona het gevoel had, dat ik haar uit de haar toekomende werkjes verdrong." Er kwam iets van grote voldoening over haar bij het uitspreken van deze woorden. Ze voelde dat ze alles behalve naar de zin van de oude vrouw optrad, maar het kon haar niets schelen. Als ze me op staande voet zou ontslaan, zou ik van alles af zijn, dacht ze. Het zou een heerlijke opluchting betekenen Fiona begon opeens te lachen. „U behoeft zich van mij niets aan te trekken," zei ze. „U mag de bloemen voor mijn part ook doen, als u het prettig vindt." „Ik vind het helemaal niet prettig," antwoordde Constance. Ze keek Fiona even aan en trok haar wenk brauwen spottend op. Fiona lachte opnieuw. „Dat dacht ik wel," zei ze, terwijl ze haar boek weer opnam en ging lezen. Constance begon de koffie in te schenken. Ze voelde hoe Neill haar met een zkere nieuwsgierigheid gade sloeg'. Deze nieuwsgierigheid deed niet vijandig aan, maar bijna vriendschappelijk. Mevrouw Fincham was echter razend èn onderdrukte met moeite haar veront waardiging. „Ze kan barstendacht Constance kalm. „Ze is een oude tyran en Fiona is eigenlijk als de dood voor haar. ondanks haar houding van onverschil ligheid. Wel, ik zal die oude tante laten merken, dat ik niet bang voor haar ben. Daarin zal tenminste énige voldoening zitten!" t Neill kwam naar haai- toe om mevromv Finchams kopje koffie aan te nemen en terwijl hij dit deed, knip oogde hij opeens jongensachtig en ontwapenend tegen haar. Zonder erbij te denken knipoogde ze terug. Met zijn rug naar mevrouw Fincham staande, fluisterde hij haar toe: „Let op, zc dadelijk zal ze ontdekken, dat er weer een voorwerp verdwenen is Hij bracht het kopje aan zijn tante. „Dank je, m'n beste Neill," zei ze vriendelijk. Even later slaakte ze een verschrikte kreet: „Omijn zilveren snuifdoos... hij is weg! Neill, mijn snuifdoosgestolen, terwijl wij zaten te eten Fiona legde langzaam haar boek neer en ging over eind zitten. Neille haalde even zijn schouders op, alsof hij het geval niet èrg belangrijk vond. Constance herin nerde zich, dat Fiona gezegd had, dat Bagnet langs Avas geweest, terwijl ze zaten te eten. Ze probeerde zich Philip Bagnet voor te stellen, als iemand, die deze afschuwelijke propvolle kamer binnen zou sluipen om een zilveren snuifdoos te stelen... Het paste niet bij hem, het paste helemaal niet bij hem! Maar brj wie paste het wèl? Ze huiverde even „Wat zegt u ervan, juffrouw Fairlie?" vroeg mevrouw Fincham. „Het is een moeilijk geval," antwoordde Constance langzaam. „Iedereen zou het gedaan kunnen hebben, behalve uzelf, Neill en ik. Bent u er zeker van, dat die snuifdoos er nog lag, toen we gingen eten?" Neill en Fiona keken elkaar aan. „Ja. tante Chloë, bent u daar héél zeker van?" zeiden ze bijna tegelijk. „Natuurlijk, natuurlijk. Ik kyk altyd rond, voordat ik deze kamer verlaat. Altijd, altijd „Dit keer hebt u het toch bij het verkeerde eind, tante Chloë." zei Neill langzaam. „Die snuifdoos is al een week weg. ik merkte het Maandag al, dat hij er niet meer was." „Waarom heb je me daarvan niets gezegd?" vroeg de oude vromv vinnig. Hij haalde zijn schouders op. „Omdat ik, als u het precies wilt AA'eten, ontdekt heb, dat u de dingen nooit dadelijk mist. Soms duurt het wel een week, voordat u de vermissing aankondigt. Ik weet niet. wat u daar voor reden voor hebt.. „Ik zeg het altijd onmiddellijk, als iets vermist wordt, onmiddellijk." riep mevrou\A- Fincham opgewonden uit, terwijl ze hevig beg;on te trillen. „Natuurlijk doe ik dat. Waarom zou ik het verzwijgen?" „Misschien omdat u niet dadelijk merkt, dat dingen verdwenen zijn," merkte Constance op. „Ik hoorde een oom van mij eens vertellen, hoe zijn Japanse huisbe diende, die een vreselijke dief was, begon met voorwer pen telkens van plaats te laten veranderen en wanneer niemand iets merkte, ..an waren ze op een goede dag definitief verdwenen. Niemand wist dan precies meer, op welk moment het gebeurd was." „Nee, nee, nee, zo is het hier niet," zei mevrouw Fincham. „Neill is er naast. Hij heeft er een reden voor om zo iets te beweren. Waarom heeft hy' me niet ge waarschuwd? Waarom, v.-aarom

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2