NIEUWE APELDOORNSE
COURANT
Onze oude erfvijand, het water, bracht zeer veel leed
in tienduizenden Nederlandse gezinnen.
Nationale ramp trof ons in een woedende
nacht van Zaterdag op Zondag.
Noodtoestand in verscheidene plaatsen.
Gelders
Dagblad
Maandag 2 Februari 1953
50e Jaargang
No. 16284
Abonn. 47 ct. p.w., 6.10 p.kw. Losse numm. 15 ct. Advert.: p. mm. Hi IS I M w i n n i un.ga.ro »ic6ai« v^jurumen «concern xv.v.-uir. j. ti. *j. Wegener
regel 18 ct. „Kleine" adv. van huishoudelijke aard van 1—5 regels I I B Redactie-raad: J. C. Rugaart en G. Spanhaak. Bur.: Kanaalstr 8,
2.25 cont.. elke reg. meer 45 ct. Ingez. med. 3 maal het tarief, j j I m j Apeldoorn. Telefoon: Dir., Red. en Adm. 6944 (4 lflnen) Giro 1418 I
NOORDZEEKUST. De West
kust van Noord- en Zuid-Hol
land heeft van de watersnood
ramp ernstig te lijden gehad.
De Hondsbosse zeewering heeft
het gehouden, maar hele stuk
ken duin zijn ten Zuiden er van
weggeslagen. Bij Noordwijk en
Zandvoort zijn stukken boule
vard met aangrenzende bebou
wing geheel weggeslagen.
De Noordwestelijke hoek van
Noord-Brabant is ernstig getrof
fen. Willemstad staat geheel on
der water. Men is nog bezig
met de evacuatie per ponton.
De Moerdijkbrug staat geïso
leerd. Van geen enkele zijde is
zij op een grote verkeersweg te
benaderen.
Een tragisch voorval speelde
zich op een toegangsweg Zater
dagnacht af. Een automobilist
werd verrast door het water. Hij
wist het vege lijf te redden. Een
onderweg opgepikte lifter was
echter niet zo gelukkig. Hij
kwam in het water om'.
Op Goeree-Overflakkee heerst
noodtoestand.
Zeeland is zeer zwaar getrof
fen. Op Walcheren, Zuid-Beve
land "en Zeeuws-Vlaanderen
telt men vele doden.
Van vele punten ontbreekt
echter een nauwkeurig over
zicht, daar de verbindingen ver
broken zijn.
Voorts verkeerde een groot
aantal Nederlandse en buiten
landse schepen, die zich voor
onze kust bevonden in nood. Tal
van reddingboten voeren uit.
Voor het leven van een tiental
runners wordt gevreesd.
staan langs de weg zandzakken te
vullen. Eigenaars van vrachtauto's bie
den om niet hun vrachtwagens aan.
Personenauto's brengen mensen naar
veiliger oorden. Zich spontaan aanmel
dende mensen, militairen, padvinders,
Rode Kruis, helpen uren achtereen,
omdat er geholpen moet worden. Het
is overweldigend: het leed, dat men
aanschouwt, maar ook de opoffering om
de nood te lenigen.
De indrukken, opgedaan op onze
tocht vanuit Apeldoorn naar de getrof
fen gebieden, zjjn te veel en te erg om
DORDRECHT: De grote ravage op het
spoorwegemplacement te Dordrecht.
reeds nu alle in goed gevormde zin
nen weer te geven. In onze oren is
nog het gebulder van de stormwind
over de polders en het gedruis van het
kolkende modderwater, dat met mach
tige dijken speelde als waardeloze
rommel, dat kapitale boerderijen en
honderden huizen deed instorten en
waarop nu luguber de lijken wiegen
van tientallen koeien, paarden en var
kens.
Het ene beeld verdringt het andere;
beelden, triest en in de werkelijke be
tekenis soms „hartverscheurend". Eva
cuaties van zieken, oude mensen en
kinderen, die, huiverend onder een
door de wind opbollend zeil, op open
vrachtauto's naar een onbekende be
stemming vertrokken. Zich niet reali
serend nog, dat hun veilige haard, dat
mógelijk alles waaraan zij hechtten,
niet meer bestaat. Beelden van hulpe
loze koeien, tot de koppen in het wa
ter, te verstijfd om te loeien, van hui
zen, waarin het meubilair tegen de
zoldering op het water deinde.
Even voor Hardinxveld stond diep
in de kraag van zijn jas gedoken, rood
en blauw van de kou, een man van de
Rijkspolitie, die veel moeite deed zich
op de been te houden. Mannen zoals
wij er gisteren meer hebben gezien,
tientallen, onder de slechtst denkbare
omstandigheden, beleefd en hulpvaar
dig, ondanks onafgebroken dienst van
af de vorige middag. Hij beduidde ons
te stoppen en deelde mede, dat „Rijks
weg 15", tussen Giessendam en Har
dinxveld was doorgebroken.
„Alles staat blank, de boeren hebben
hun vee losgesneden en drijven het de
dijken op. Het.water staat al een me
ter hoog in de huizen, de rivierdijk
staat op springen"
Angstige momenten.
Enfin, wij zouden Hardinxveld kun
nen bereiken, al moesten wij rekening
houden met druk verkeer van tal van
KATWIJK: Wat er overbleej Van het
restaurant „Buttenburg" aan de boule
vard te Katwijk, waarvan de muren
aan zeezijde totaal weggeslagen wer
den. Op Zondagavond stonden slechts
de muren aan de voorzijde nog over
eind.
soorten vrachtauto's. Behaaglijk in de
beslotenheid van onze auto, op het dak
waarvan de regen een onafgebroken
roffel sloeg, zetten wij de tocht voort.
Het „nieuws" kwam vlak bij!
Plotseling verkeerden wij er midde.i
in. Om een kromming van de bochtige
dorpsstraat krioelde hetals bij een
verstoorde mierenhoop. Heel Hardinx
veld, enige uren tevoren door klok
gelui uit de slaap gewekt, werkte.
Links, aan de kant van de polder,
stonden de huizen diep naast de dijk
tot aan de vensterbanken onder wa'er
en van rechts, aan de kant van de
Merwede, kwamen door enkele kanalen
nieuwe massa's water, voortgestuwd
door de orkaan. Vrachtauto's brachten
zand en rijshout aan, buren hielpen
elkander bij het evacueren vaii zieken
en oude mensen. Hetzelfde beeld, dat
wij overal te zien zouden krijgen. Bij
Gorkum, Giessendam, in Oudekerk en
Nieuwekerk, langs het gebied van de
Biesbosch en in de gehele Alblasser-
waard, ten züidèn van de Moerdijk,
bij Barendrecht en Ridderkerk, in
Slikkerveer en IJsselmonde.
Af en toe beleefden wij angstige mo
menten. zoals toen enkele meters ach
ter ons de noordelijke Merwededijk,
waarover onze wagen weer terug
moest, al. door een reuzenhand werd
bewogen.
Toen de Hardinxvelders Zondagmor
gen wakker werden ontdekten', zij, dat
alle pluimvee, kippen en konijnen,
voorzover deze dieren .waren onder
gebracht in hokken aan de polderkant,
waren verdronken.
Het werd voor de mensen en voor
niemand, in het gehele Zuid- en West-
Nederland Zondag, maar de' kerken
bleven gesloten en ieder toog in zijn
werkleding aan de slag. De burgemees
ters van de getroffen gemeenten leid
den de hulpdiensten persoonlijk, bij
gestaan door heemraden, dijkgraven en
poldermeesters, die reeds na de eerste
oproep meer mannen onder hun be
velen konden krijgen, dan men aan
vankelijk nodig had.
In Dordrecht stoomde het water van
de Noordkant binnen. De Voorstraat,
de voornaamsté winkelstraat en het
Begijnhof, stonden reeds om vijf uur
in de morgen blank. De politie moest
haar bureau ontruimen en reeds toen
het nog volslagen donker was, trokken
vrouwen met kinderwagens, waarin
hun kroost en de meest onmisbare be
zittingen. in veiliger richting.
In Zwijndrecht schrok men wakker
doordat plotseling alle fabriekssirenes
gingen loeien en van alle kerken "de
klokken gingen luiden.
Zware gevechten van mens
tegen water.
Onmiddellijk na de doorbraak van
de dijk bij Sliedrecht ging Bleskens-
graaf evacuren. In Meerkerk raakten
wij plotseling midden tussen de stroom
van vluchtelingen. Uit hun vaak ver
warde antwoorden op onze voorzichtige
vragen bleek hun grote bezorgdheid
voor het achtergebleven vee, waarvan
het grootste deel is omgekomen. Hon
derden en duizender Zuid-Hollanders,
Zeeuwen en Brabanters, zijn in enkele
uren tijds arm geworden.
(Zie vervolg op pagina 2, Tweede Blad)
(Eigen nieuwsdienst Nieuwe Apeldoornse Crt.)
Zondagmiddag Op het ogenblik nu er een
weinig tekening in da situatie komt, is het moge
lijk de ramp die ons land in de nacht van Zaterdag
op Zondag heeft getroffen ten dele te overzien.
Een Noord-Westerstorm, met een springvloed,
raasde met een snelheid van ongeveer honderd zes
tig km per uur op onze kusten af, joeg het zee
water in de riviermonden, beukte op de dijken en
waterkeringen en deed deze bezwyken. Woedend
en ziedend stroomde het water door de gemaakte
openingen naar binnen. .Het Zuiden en het Westen
van Nederland was tot noodgebied geworden.
Grote stukken steden, dorpen en polders staan
blank. Vele plaatsen hebben geen contact meer
met de buitenwereld. Van Ameland in het Noorden
tot Cadzand in Zweeuws Vlaanderen, hebben het
kustgebied en de daarachter gelegen polders
zwaar te lyden gehad. Op het ogenblik telt men
reeds 185 doden en de mogelijkheid bestaat dat dit
aantal nog belangrijk zal stijgen. De hulpver
lening. die eerst ongeorganiseerd maar met grote
liefde werd geboden, wordt thans meer gecoördi
neerd ter beschikking gesteld. Leger Marine en
Luchtmacht, door middel van radio naar hun gar
nizoenen teruggeroepen, bieden thans naast het
Rede Kruis en de particuliere organisaties, hun
steun aan de inwoners van de rampgebieden. Uit
alle delen van het land zyn reeds berichten binnen
gekomen over spontane hulpverlening. Overal
blijkt het medeleven met de slachtoffers van de
natuurramp zeer groot, evenals in het buitenland
o.a. Amerika.
De centra van de nood zyn: Tessel, waar bij
Oude Schild en Nieuwe Schild dijkdoorbraken wor
den gemeld. De Noordzeekust heeft het meest te
lyden gehad by Noordwijk, Katwyk en Hoek van
Holland, by 's-Gravenzande zijn de duinen over een
grote lengte weggeslagen. Mocht da hulp, die men
daar op het ogenblik organiseert geen effect heb
ben, dan wordt het gehele Westland met onder
lopen bedreigd. De overige noodgebieden zyn in
Zuid-Holland by VlaardingenMaassluis, Rotter
dam, De Krimpenerwaard, de Alblasserwaard. IJs
selmonde en Dordrecht. Verder naar het Zuiden
is by Willemstad by het Hollands Diep op twee
plaatsen de dyk doorgebroken. Op het eiland
Goeree-Overfalkkee wordt Stellendam ernstig be
dreigd. Het Zeeuwse eiland Walcheren, pas be
komen van de vreselyke ramp gedurende de oor
log, wordt opnieuw met ondergang bedreigd. De
duinen en de zeedyk by Westkappelle zyn vernield,
bij Vlissingen en by Veere zyn de gaten, geslagen
door de bommen in 1944, opnieuw geopend. Op
Zuid-Beveland worden Kruiningen en Rilland Bath
ernstig bedreigd door dijkdoorbraken. Ook West-
Noord Brabant heeft enkele doorbraken, o.a. bij
Dinteloord en Halsteren, ten Noorden van c"
spoorlyn Bergen op ZoomRoosendaalMoer
dijk. Ten slotte worden uit Terneuzen en Honte-
nisse in Oost Zeeuws Vlaanderen soortgelijke
rampen als geheel West Nederland hebben getrof
fen, gemeld.
Hulpverlening met grote liefde geboden
Naar Zeeland, naar de Zuidhollandse eilanden, naar Maassluis,
's-Gravenzande, Alblasserdam, de Langstraat of de vele plaatsen, welke
zijn getroffen door een watersnood, zoals de levende Nederlanders nooit
hebben meegemaakt. Waarheen zal men zich richten om iets op te vangen
van het leed, dat tienduizenden en nog eens tienduizenden landgenoten
heeft getroffen in deze rampnacht van 31 Januari op 1 Februari 1953?
Wij zijn over Rotterdam naar Dordrecht gereden. Zeker, Rotterdam, en
vooral het Zuidelijk gedeelte van de Maasstad, heeft geleden. Vele straten
staan blank. Kelders met vaak kostbare technische installaties of
goederenvoorraden, zijn ondergelopen, met vuilkleurig water, dat de
riolen teruggaven bij het oplopen van de waterstand. De tunnel bij het
Sandelingplein staat meters onder water. Het is heel erg. Men kijkt er
nauwelijks meer naar, wanneer men terugkeert van Dordrecht en
Alblasserdam, de plaatsen welke wij bezochten. Daar voeren nietige
mensjes een wanhopige strijd tegen een erfvijand. In Dordrecht ziet men
hoe een lange keten is gevormd van mannen, die elkaar in glimmend
nieuwe emmers modder en zand doorgeven, ter versterking van de op
enige plaatsen doorgebroken Noorderdijk. Omstreeks half vijf zou het
weer hoog water zijn, deze Zondag en bij de nog steeds krachtige wind
vreesde men dat het water opnieuw zijn vernielende werk zou verrichten.
Dan zou het leed in het reeds zo zwaar geteisterde Dordrecht niet meer
te overzien zijn geweest.
Schade loopt ver in de
millioenen.
De gehele binnenstad is overstroomd
geweest. Wel is Zondagmorgen het
water gezakt, maar niettemin stond een
aantal straten bij laag water nog ge
heel blank. Uit de bovenverdiepingen
keken trieste gezichten naar de grauwe
rimpelende waterspiegel, die tot de
raamkozijnen der benedenhuizen reik
te. Gelukkigen met lange kaplaarzen
onderhielden nog even communicatie
met de omgeving. Hier en daar dreef
een roeibootje; daar waar enige uren
te voren het water uit de rivieren zich
met geweld een weg over de dijk had
gebaand, was het straatdek vol
komen omgewoeld.
Gasbuizen en electriciteitskabels wa
ren bloot komen te liggen en zweef
den hulpeloos boven de diepe putten,
dat het kolkende water in het wegdek
had geslagen. Personen- en vracht
auto's met donkerkijkende mannen aan
het stuur, zochten zich met moeite een
weg door de nog vrije straten. Ze had
den haast. Op een andere plaats wacht
te een oud echtpaar om naar een vei
liger plek te worden overgebracht. El
ders moesten zieken worden gehaald.
In allerijl werden huizen leeg gehaald
en openbare gebouwen, welke nog
voorlopig veilig waren, werden inge-
richt als tehuizen van ouden van dagen
of als noodziekenhuizen. De politie
auto reed door de stad en riep alle
jongemannen boven achttien jaar op,
zich ten spoedigste naar bepaalde ver
zamelpunten te begeven, vanwaar zij
naar bedreigde punten gedirigeerd
kunnen worden. Een hoofdinspecteur
van politie vond nog even tijd een
beeld te geven van de situatie. De ge
hele nacht waren hij en zijn mannen
in touw. Met in de haast gerequireerde
bootjes werd gedaan wal gedaan
moest worden. Voor redding had men
slechts aandacht. Het persoonlijke be
lang stond op de achtergrond. Pas
na een lange bange nacht, toen het
water wat gezakt was, vond hij wat
gelegenheid om te kijken naar zijn
vrouw en drie kinderen, die in de
woning, welke voor overstroming was
behoed geweest, waren achtergebleven.
Een flinke kerel, zoals er in deze uren
zo ontzaglijk velen naar voren zijn ge
komen. Ook de burgemeester van Al
blasserdam, die pas ten lange leste het
éigen gezin dacht te helpen, maar de
boot zag vollopen, waarmee hij de
laatste vijftig meter naar zijn huis
meende te overbruggen. Onheilspellend
klonk in de zwarte stormnacht het
geluid der stormklokken in zijn gebied.
Hij ging zelf de huizen langs om de
bevolking op te roepen de vloedbalken
in de dijk te plaatsen. Het water spoel
de er al gauw overheen, vertelde ons
een van de velen, die hier uit eenvou
dige plicht al zijn krachten had inge
zet. Een doet ons het relaas van de
indrukken, die hij in die vele uren te
verwerken kreeg. Het is een relaas
van wanhoop, waarmede men poogde
de ontembare vloed in zijn loop te
stuiten.
Fatalisme.
Fatalisme maakte zich van sommigen
meester: er is toch niets meer te red
den. En dan was er een vrouwtje dat
met zeven kinderen tussen twee en elf
jaar, radeloos door het water waadde.
„Waar wil je naar toe?" vroeg onze
vriend. Ze wist het niet. De bewoner
van een huis dat nog droog stond nam
het gezin liefderijk op. Zo helpt men
elkaar. Zo kan nog enig leed verzacht
worden.
Maar zwaar is het leed dat blijft
bestaan: droefenis om de verongeluk
ten. Wanhoop om verlies van have en
goed. Diep medelijden met veel vee
dat uit de stallen de verdrinkingsdood
vond in hel water, dat geen schei
ding meer gaf tussen weiland en sloot.
Tijden van nationale ramp op ogen
blikken waarbij het er om gaat een
vijand te bestrijden, slaan de Neder
landers arm en rijk, oud en jong
de handen ineen, dat ziet men op deze
tocht naar de getroffen gebieden. Velen
1