teisterde
Gruwelijk geweld
WEST - BRABANTSE land
het
HONDERDEN evacués vonden in
Roosendaal warm onthaal
NAMEN VAN
slachtoffers
ONAFZIENBARE WATERVLAKTEN
Mensen kwamen om, vee verdronk,
woningen werden vernield
„Het water steeg verschrikkelijk snel"
In Enschede 2800 dekens besteld;
reel nood gelenigd
4
BRABANTS NIEUWSBLAD
Maandag 2 Febr. 1953
(Advertentie)
HOESTBUIEN, VAST SLIJM
SLUM-OPLOSSEND
ROOSENDAAL, 1 Febr.
Hedennacht ontvingen wij nog
de volgende cijfers over do
den en vermisten:
Hier ter stede werden in liet
ziekenhuis „Charitas" tien
flod ,11 geborgen. Van enige
slachtoffers konden d^ namen
bekend gemaakt worden. Het
zijn: Mevrouw de Hollander
uit Fijnaart, Mevrouw de
Geus en haar drie kinderen;
juffrouw Van Ham, een een
zoontje van de familie Geus
uit Fijnaart. Voorts zijn in
„Charitas" ziek enen gewon
den uit Fijnaart onderge
bracht.
Bij KOEVERING onder
Steenbergen worden elf per
sonen vermist. In KLADDE
werden drie doden geborgen
uit één gezin, een vierde
slachtoffer uit deze familie
wordt nog vermist.
Uit DINTELOORD berichtte
mon ons, dat dc lijken gebor
gen zijn van do Vos en
echtgenote en van de heer
M. Jansen. Er worden twee
kinderen van de familie De
Wit vermist cn een weduwe
van tachtig jaar.
(Van onze speciale verslaggever)
„Daar komt nog een lijk", zegt een man op de dijk bij Heiningen. Hij wijst naar de onafzien
bare watervlakte. „Daar bij die boerderij, bij die kceien". „Bergen en naar Roosendaal brengen",
klinkt een kort bevel. En terwijl de harde Noord-Wester blijft aanjagen cn 't grijze, van vrucht
bare klei verzadigde water blijft aanrollen geschiedt dit. Een verschrikkelijk beeld, dat honderd
voudig vergroot iets van de waterramp zegt, welke de Westhoek van Brabant tot op het merg
heeft geteisterd. Bij Willemstad, Klundert en Moerdijk zijn de buitendijken doorbroken, de
klokken begonnen angstwekkend te luiden; en in de eerste uren van deze onvergetelijke ramp
nacht stormde het water onweerstaanbaar voorwaarts. In Heiningen waren gistermiddag om
een uur al achttien doden. Het volk van Willemstad, van Heiningen, van Moerdijk en omliggen
de gehuchten werd totaal -verrast. Hoe dit geschiedde? De ramp heeft een chaos verwekt zonder
weerga en het gerucht, metgezel van de chaos, vierde hoogtij. Pas later op de dag kwamen de
hulptroepen en organisaties op gang. Dit ontmoetten wij in het watersnoodgebied rond Willem
stad en ten Oosten van dit gebied tot en met Moerdijk:
de Kruis colonnes, overal elders
in het Westen van het land wor
den dijkdoorbraken gemeld. Er
komt een bericht dat bij het
wegvoeren van vee het gevaar
kend rond de huizen en boer-
is. Lachwekkend als men de
koeien en paarden weerloos
verstijfd in het wassende water
In Zevenbergsche Hoek stond
de bevolking gepakt en gezakt
toen het eerste daglicht enig
zicht gaf op de verschrikkingen
welke de afgelopen nacht over
het goede West-Brabant had ge
bracht. Men kon toen tot aan 't
spoorweg kruispunt bij Lage
Zwaluwe komen. Daar kolkte 't
water.
Een jonge visboer uit Moer
dijk vertelt: Ik ben tot m'n nek
toe door het water naar hier
gekomen. In Moerdijk zit het
meeste volk op de zolders. Er
zijn geen doden voor zover ik
weet. Zijn gesprek wordt afge
broken door geschreeuw, aan
gedragen door de barre wind.
Op twee honderd meter afstand
van de spoorbomen zwaaien
mensen uit de bovenramen. Ze
roepen om hulp. Maar er zijn
geen boten. Een paard zwemt
naar de spoorlijn. Mollen zoe
ken naar droge grond. Op het
viaduct van de Rijksweg Breda
Moerdijk staan drie Belgi
sche auto's gestrand in de
nacht. Er staat al water op de
weg en het stijgt nog. De spoor
rails ligt blinkend boven het
water. Later werd zij doorbro
ken.
„Hebben jullie Jan Spitters
gezien", vraagt één vrouw. Ik
ben 'm kwijt sinds vanmorgen 5
uur. Niemand kan haar helpen.
B.B.A. bussen rijden af en aan.
Van vier uur in de morgen zijn
twintig bussen in deze sector
van het rampgebied doende de
bevolking weg te brengen naar
Breda. Een bus is door het wa
ter betrapt en staat in de Roy
ale polder welke geheel onder
water staat. De twee chauffeurs
zitten op het dak, vertelt
iemand.
De dijk is door bij het Pro
testantse kerkhof op Moerdijk.
Zo ver we zien kunnen water
en water en water. Terwijl we
staan te kijken spoelt het om
onze voeten verder. Alleen
vrouwen en kinderen kunnen in
de bussen.
Rode vaart
Het is negen uur geworden.
We gaan naar Roode Vaart. Het
is nog mogelijk er te komen.
Langs beide zijden van de dijk
weg erheen kolkt en bruist het
water. Boerderijen en huizen
zijn overspoeld. Het water klotst
tegen ramen met netjes geste
ven gordijntjes ervoor. Bij de
boerderij van Damen liggen
twintig koeien in de schuur:
verdronken. Over de smalle we
gen wordt het vee voortgedre
ven.
Twee doordrenkte veulens
stappen schichtig in de richting
Zevenbergen. Bij de brug over
de Rode Vaart ligt een noodwo
ning uiteengeslagen. Op deze
plaats, de Lochtenborg officieel
en in de wandeling De Roode
Vaart zitten nog vijftig vrou
wen en kinderen. En het water
blijft aanstormen. „Kan d'r dan
niemand komen om die men
sen te halen", zegt een man.
Mark en Dintel staat er op zijn
pet. We houden het hier nooit.
We beloven in Zevenbergen die
boodschap ai. te geven. De Zon
dagsrust in dit dorp is even
wreed verstoord als elders. Er
heerst hoogspanning. Op het ge
meentehuis treffen we de eerste
min of meer georganiseerde
hulp aan. De burgemeester en
zijn ambtenaren regelen de eva
cuatie van Zevenbergsche Hoek
en bereiden hetzelfde voor voor
Lange weg en zo nodig voor Ze
venbergen. In het patronaat en
het protestantse verenigingslo
kaal worden de vluchtelingen
ondergebracht om later naar
Breda vervoerd te worden.
Auto's -rijden af cn aan. Bus
sen zitten vol. De passagiers
staren voor zich uit. Na een
nacht van dodsangst zijn hun
gezichten getekend. Het zijn
oude vrouwen, een nog met haar
nachtmuts op, vrouwen en tien
tallen kleine kinderen, die met
bange vogelkopjes al het gerij
en geren aanzien als ging het
hun niet aan. Het gerucht dringt
door dat er in Heiningen een
gezin is verdronken.
„ïk bezit niets meer"
Op dat uur: elf, is het nog
mogelijk om van Zevenbergen
naar klundert te komen. Er
rijdt een brandweer auto uit
Breda voorbij. Mannen in over
alls en schoppen op de nek
staan gereed om in te grijpen.
Een vrachtwagen met zandzak
ken rijdt in de richting van de
opdringende vreselijke water
wolf. Bedrijven uit Zevenber
gen en andere dorpen hebben al
hun rijdend materieel ingescha
keld.
En in Klundert staat het wa
ter tot aan de katholieke kerk.
Het herbouwde Klundert! De
rode bakstenen van de nieuwe
huizen steken fe) af tegen de
grauwe golven. De buitendijk
bij Klundert is doorbroken. „ïk
bezit niets meer, totaal niets
meer", zegt een man. Hier zijn
de cadetten van de K.M.A. en
andere militairen met pontons
bezig. Moeizaam dobberen ze op
het wilde water in de straten
op zoek naar bewoners, die ge
red moeten worden. Burgemees-
ter Draayer vertelt, dat in Wil
lemstad om één uur in de nacht
het water over de Para-de
kwam. Daarna steeg het gevaar
van minuut tot minuut. Willem
stad, hoe was het -daar. De be
volking zit ingesloten, zo ging
het nieuws. Later op de dag
hebben de commando's getracht
de bevolking te redden. Eerst
met roeiboten later met zwaar
der materiaal. De bevolking
van Klundert werd in bussen
en vrachtwagens geëvacueerd.
De „Dikke Dijk" bij Zevenber
gen moet het houden anders
loopt Zevenbergen ook gevaar.
Twee mannen sjouwen een
zware koffer. Een moeder met
drie kleine kinderen zoekt een
heenkomen.
16 doden
We rijden verder naar Noord-
hoek en Standdaarbuiten. De
polders liggen daar droog. Een
verademing. De auto radio spuit
het ene bericht na het andere.
Het leger is opgeroepen, de Ro-
heeft zien staan. Een glimlach
in deze lugubere watersnoodwe
reld.
Dan bereiken we Fijnaart. In
het. gemeentehuis heerst een
bedrukte stemming. Er zijn zes
tien doden geborgen, mensen
uit Heiningen. Er zijn ook kin-
deren bij. Er zullen nog meer
slachtoffers tegen de dijk aan
spoelen Boerderijen bezwijken
onder hei gewciu. Er drijven
meubelen, vaten olie en kada
vers van varkens en koeien.
Op het raadhuis is de Com
missaris der Koningin aanwezig
vergezeld van de griffier van de
Provincie.
„Hoe gaat het burggemeester",
vraagt de Commissaris. En bur
gemeester Ter Haar, uren onaf
gebroken in touw, zegt: „Het is
verschrikkelijk. Moet Fijnaart
geëvacueerd worden". Men
denkt van wel. Later, wordt in
Roosendaal vertelt, dat er bus
sen met slachtoffers van de
ramp uit Heiningen en Fijnaart
binnenstromen. De stations
wachtkamer is er voor in ge
bruik genomen. Alle militairen
begeven zich naar hun garni
zoensplaatsen. De treinenloop
is gestagneerd. Alleen de lijn
Bergen op Zoom Ereda wordt
nog"gereden.
Van Fijnaart uit is Oude Mo
len nog te bereiken en Heinin
gen over de dijkwegen zo ver
als het kan. En dan is daar weer
op een gruwelijk moment die
onafzienbare watervlakten, kol
kend rond dte huizen en boer
derijen. Op een brancard wordt
stroomt dit natuurgeweld op
ons af. Daar in die grijze sluier
waarin we vaag de nieuwe koe
pel kerk zien verkeert het volk
van Willemstad in bange vre
zen. Men kent daar het water.
Een vliegtuig scheert over ons
heen in de richting van die be
narde veste. De autoradio geeft
opnieuw berichten over dijk
doorbraken in Zeeland. Halste
ren is zwaar getroffen, wordt
gemeld.
Dit is fle trrotste ramp welke
ons land ooit getroffen heeft
weten we dan. De schade is niet
te schatten: wellicht inilliarden.
De Amerikaanse ambassade
een verdronken man geborgen.heeft geïnformeerd naar die
Er verschijnen steeds meer man- j schade, enkele dagen nadat ons
nen om te helpen militairen en jand voor verdere 'hulp heeft be-
burgers. Maar er kan zo weinig dankt. Een drijfnatte hond komt
geholpen worden. Er is veel ver-1 0p ons toe, het beest zoekt eigen
keer op de wegen. De bewoners volk.
worden weggebracht naar Ze
venbergen, Roosendaal Breda,
Oud-Gastel. Geleidelijk aan wor
den meer hulpdiensten georga
niseerd.
Steeds verder
Vanuit Oudemolen gaan we de
weg naar Willemstad op, zo ver
we kunnen komen. Een school
tje staat onder water, een vrouw
loopt met drie kinderen angstig
over de dijk, In de verte ligt het
wederom geteisterde Willem
stad. Er barst juist een nieu
we regen/bui los. Onheilspellend
Onbeschrijfelijk leed
Verslagen keren we terug. Een
onbeschrijflijk leed. We rijden
terug van Fijnaart naar Stam
persgat. Daar moeten twee
kindjes verdronken zijn. Zeker
heid kunnen we niet krijgen.
De Mark is buiten de oevers ge
lreden en aan de kant van de
suikerfabriek zou het water
staan. Steeds maar weer: het
water, dat vervloekte water.
Een boerenzoon rijdt met een
wagen veevoeder. Velen zijn al
les kwijtalles. Ze probe
ren te redden wat er te redden
valt. In Oud-Gastel stromen
mannen bijeen in overalls en
niet schoppen om ergens te gaan
helpen. Het zijn vrijwilligers.
Er komt steeds meer miltair
verkeer.
Om vier uur was het weer
vloed. Die werd mét angst tege
moet gezien. Daar kwam de
rijkswaterstaat voor in geweer.
Wat moeten wij nog verder mel
den?
In Zevenbergen Fijnaart,
Klundert, Oudemolen, Heinin
gen, Moerdijk, Zevenbergse
Hoek, Willemstad en verder
naar het Westeneen triest
luguber beeld. Omgekomen
mensen, verdronken vee, ver
woeste boerderijen en woningen,
vernielde wegen, beschadigde
cultuurgrond, dor grauw en grijs
kolkend, woest vernietigend
water.
En daartegenover de hulpe
loze mens.
Later op de dag steeg het ge
vaar door de vloed van vier uur,
maar daar stond tegenover, dat
de wind afnam en draaide. En
dat de hulpverlening tekening
begon te vertonen. Rijen militai
re voertuigen snelde in de rich
ting van de getroffen gebieden.
De strijd tegen de oude erfvij
and het water werd na de ge
leden nederlaag opnieuw aan
gabonden.
(Van onze verslaggever)
Met inspanning van alle gezamenlijke krachten heeft Roosendaal
hulp geboden aan de honderden vluchtelingen, die Zondag naar
de stad werden vervoerd. In nauwe samenwerking met het gemeen
tebestuur en gemeentelijke diensten is op snelle en efficiënte wijze
al het mogelijke gedaan om de eerste nood te lenigen. Een nood,
welke ieder die de grote groepen evacué's heeft ge/ien, recht in het
hart greep. Er moest geholpen worden en er werd geholpen. Het is
onmogelijk alles te vermelden. Er is een grote zekerheid: Roosen
daal heeft geholpen op een manier, welke voor de volle honderd
procent respect en bewondering afdwingt.
In dit verhaal zal vee' onvermeld moeten blijven: over hetgeen
werd gedaan en over degenen, die het deden en doen. Wij hebben
gesprekken gehad met vluchtelingen. Het waren trieste verhalen.
Maar over een ding waren al deze mensen eens: de hulp, die gebo
den werd heeft veel leed verzacht.
De eerste maatregel, welke
door Burgemeester Freijters ge
nomen is in de nacht van Zater
dag op Zondag, was een waar
schuwing aan het Heemraad
schap de Roosendaalse Vliet om'
een zwakke plaats in de dijk bij
het Beneden Sas te doen ver
zwaren. Een werk, dat in de
grootste haast werd uitgevoerd.
Als deze dijk ook hier was
doorgebroken dan zou ook Roo
sendaal aan de watersnood niet
ontkomen zijn.
Dag en nacht
Twee diensten van de gemeen
te - Openbare Werken en de
brandweer - zijn vanaf de vroe
ge morgen van Zondag in touw
geweest, om op grote schaal
zandzakken te vullen, welke ver
volgens naar de getroffen plaat
sen werden gebracht. Voorts
werden roeiboten en motorboten
naar de streek rond Halsteren
en Steenbergen gebracht. Een
van dc eerste maatregelen was
het requireren van een tiental
bussen uit Roosendaal, welke
naar de getroffen gebieden wer
den gerequireerd.
In de loop van Zondag wer
den op grote schaal evacué's
naar Roosendaal gebracht om
hier ten dele te worden onder
gebracht. Het station diende als
verzamelpunt. De twee wacht
kamers waren ter beschikking
gesteld, waar de vluchtelingen
thee, koffie en pap werd uitge
reikt.
De auto van dc politie reed in
de gemeente rond, .om per luid
spreker degenen, die vluchte
lingen wilden opnemen, op te
roepen naar het gemeentehuis
Spontaan boden honderden par
ticulieren hun Luizen aan.
Enkele honderden vluchtelin
gen werden in de loop van
Zondag (ong. 250) naar Rucphen
vervoerd, terwijl grote aantallen
uit Zevenbergen, welke met die
sels aan het station arriveerden,
naar Tilburg werden vervoerd
Vanuit het station werden de
vluchtelingen naar de verschil
lende opvangcentra gebracht,
waar verder voor hen werd ge
zorgd. Ongeveer groepen van
100 tot 150 personen vonden
voedsel, warmte en zorg in de
Broedersschool, Zustersschool,
Theresiaschool, Eratozaal, KVW-
cantine, Militair Tehuis, Knip-
school, Red Band, zaal Meulen-
tiend.
In zaal Wilhelmina bevonden
zich een honderdtal geëvacueer-
den uit Zwingelspaan, uit de
omgeving van Willemstad en
Klundert. Het totale aantal
vluchtelingen in Roosendaal be
droeg op het moment, dat wij
dit schrijven, 1500. Voornamelijk
zijn het vluchtelingen uit Fij
naart en Heijningcn, maar ook
uit Klundert en Zevenbergen In
de loop van de avond en de
nacht werden nog 300 vluchte
lingen uit Fijnaart verwacht De
laatste berichten waren, dat
nog voor ruim 2000 vluchtelin
gen onderdak werd gezocht bij
particulieren.
Brood cn dekens
De bakkers kwamen gister
avond in de weer, ora voor de
vluchtelingen brood te bakken.
Het gemeentebestuur bestelde
in Enschede 2000 dekens, welke
in de loop van de nacht zouden
werden gedistribueerd.
Dc gemeentelijke diensten zijn
deze dagen practiscli dag cn
nacht in de weer voor de vluch
telingenhulp. De bevolking
wordt in verband hiermede ver
zocht voor gewone zaken het
gemeentehuis NIET op te bellen.
Het gemeentehuis is eveneens
dag en naclit bezet als centrum
voor de hulpverlening onder lei
ding van de gemeentesecretaris,
de heer Versiegen, het hoofd
van dc evacuatiedienst, de heer
Hauser en de heren Vlak en
Schils van sociale zaken.
Wij hebben met verschillende
vluchtelingen gesproken. Het
was een harde taak, om het leed
van deze mensen te vernemen.
Leed, dat zich nauwelijks be
schrijven laat. Li de opvangcen
tra zaten zij in groepjes bedrukt
bijeen. Onzekerheid over het lot
van familieleden kwelde hen;
het verdriet om have en goed,
dat verloren ging. Er kwamen
vluchtelingen, met dikke ge
zwollen polsen. Zij hadden vier
uur lang aan balken in hun wo
ningen gehangen en het water
dichter en dichter zien komen.
We hoorden het verhaal van de
man, die zijn moeder kon red
den, haar op de dijk wist te sle
pen, maai- hij kon haar niet meer
houden. Zij verdronk. Het is
nauwelijks te geloven, dat deze
dingen zich hebben afgespeeld in
onze onmiddellijke omgeving.
Dat zij overkwamen aan mensen,
zoals wij. Die leefden en werk
ten, zoals wij. Doodgewone, al
ledaagse mensen, die in één ver.
schrikkingsnacht zoveel leed on
dervonden. dat zij er nauwelijks
raad mee wisten. U had het mee
moeten maken, toen in een van
de opvangcentra een stem door
de luidspreker klonk, die inlich
tingen vroeg over vermiste per
sonen. Er was een meisje van
zeven jaar bij. Een ogenblik
werd het stil en dan langzaam
begonnen de stemmen weer te
fluisteren. Wie weet iets? „Hoe
is het in Willemstad?", vroeg
een jonge man aan ons. die tot
aan zijn hals in het water had
gestaan. „Hoe is het in Willem
stad. Mijn vader woont er. Ik
heb niet meer van hem verno
men". Wat. moet een mens ant
woorden, dan antwoorden? Wij
trachtten hem moed in te spre
ken, maar hoe onvolmaakt klin
ken de woorden dan in je mond.
Er waren kinderen. Ze beseften
nauwelijks wat er aan de hand
was. Een jongen van zeventien
iaar vertelde ons van een ver
schrikkelijke tocht langs het wa
ter.
Verschrikkelijk snel
J. v. d. Goorberg uit Heiningen
vertelde ons: „Vannacht om twee
uur begon het. Om zes uur wa
ren de dijken weg. De Sabina-
Hendrika en Elisabethspolder
stonden onder water, dat tot een
hoogte van vijf meter steeg en
daarna nog bleef stijgen. Het
aantal slachtoffers is niet te
schatten. Het kunnen er tien, het
kunnen er vijftig zijn. Het ergste
moeten de mensen in de polders
geleden hebben. Ze waren vol
komen geïsoleerd. Ik heb zelf
een broer, die op een boerderij
tje daar woont. Ik heb nog niets
van hem gehoord. Met personen
auto's zijn we in allerijl uit Hei
ningen vertrokken. Vanuit Fij
naart werden we per bus naar
Roosendaal vervoerd."
De tocht langs de ondergelo
pen polders was verschrikkelijk.
Wrakstukken dreven rond. Een
mevrouw uit St. Philipsland ver
telde: „Even na drie uur werd
een groot gat geslagen in de
Noordwestdijk van St Philips
land, waardoor het water met
onbeschrijfelijke kracht de pol
ders binnengulpte. De sirene
waarschuwde de bevolking van
het dorp, die een heenkomen
trachtte te zoeken. Vlotten en
>-oeiboten zaten overvol. De red
ding van een jong echtpaar kwam
juist op tijd.
Met hun kindje kon het door een
zolderraam uit het overstroom
de huis worden gehaald. Het wa
ter bleef staan voor de binnen
dijk, waarlangs de geredden via
Steenbergen naar Roosendaal
werden gebracht. Van een gere
gelde redding kon geen sprake
zijn. Het dorp verging eigenlijk
zonder meer".
De heer De Vos was om half
zes 's morgens door zijn buur
man gewekt, wiens huis al vol
water stond. Zijn vier kinderen
en schoonmoeder konden gered
worden. De achtermuur van zijn
eigen huis werd door het water
weggeslagen. In de dijk waren
twee gaten van vijftien meter.
,.De militairen kwamen ons met
c-cn boot halen. Ik heb ontzettend
veel waardering voor deze jon
gens. Het zijn prachtkerels. Ik
ben alles kwijt. Ik had twee
koeien, twee varkens, vijftien
kippen, er stonden in mijn huis
vijf fietsen. Alles is weg. Mijn
zoon is achter gebleven, om nog
te doen wat mogelijk is. Het ging
allemaal verschrikkelijk snel. In
twee uur was de dijk weg".
Ook de heer Van Gent uit de
Heijningse polder bezit niets
meer. Zijn huis verdween onder
de stortvloed van water. Ternau
wernood konden zijn vrouw en
drie kinderen via het zolder
raampje gered worden. „Ik heb
grote bewondering van liet werk het is hard en hard nodig.'
van de soldaten. Ze werkten, ter
wijl het water tot aan hun nek
stond."
De buren van de heer Van
Gent zijn verdronken. Vier men
sen, een weduwe met haar doch
ter en een bejaard echtpaar. Er
zouden onder de slachtoffers
twee Milderen zijn. Hun vader
was naar de kerk gegaan, toen
het water opkwam. De moeder
kon gered worden. In Fijnaart
zouden zeventien mensen zijn
verdronken.
„Het water steeg zeer -snel",
vertelde de heer Van Gent. „Om
half vier werden we wakker.
Mijn vrouw ging naar beneden,
om naar do kinderen te kijken.
Ik zelf ging naar boven. Juist
toen kwam het water. Mijn
vrouw slaagde er in met de kin
deren via het kelderraam te ont
snappen. Het water stond ons
toen al aan het middel. Met bo
ten werden we gered. Mijn huis
verging".
Prachtig wcrE
De commando's hebben prach
tig werk verricht. Reeds in de
vroege morgen rukten de eerste
groepen van de Roosendaalse
commando's uit, nadat de hoofd
ingeland, de heer De Jager, uit
Nieuw Vosmeer, via Burgemees
ter Freijters, een verzoek om
hulp had gedaan. Kapitein Blan-
son-Hcnkemans en eerste Luite-
tenant Thijssen met ongeveer
twintig manschappen begaven
zich naar Nieuw-Vosmeer.
Een der commando's slaagde
er in, met een touw rond zijn
middel door het ijskoude water
zwemmend, een verbinding tot
stand te brengen met het huis
van de hoofd-ingeland, waardoor
diens vrouw en twee kleine kin
deren. alsmede de bewoners van
het naastgelegen huis in veilig
heid gebracht konden worden.
Het reddingswerk van de Roo-
sendaale commando's en de or
ganisatie ervan was voortreffe
lijk. De kazerne aan de Rondweg
gonsde van bedrijvigheid. Behal-
lialve naar Nieuw Vosmeer wer
den manschappen gedirigeerd
naar andere bedreigde punten in
het noodgebied. Een groep van
ong. twintig man vertrok naar
Kruiningen, een groep van 75
man naar Fijnaart. Om vijf uur
in de ochtend was de eerste
groep al vertrokken, naar Wil
lemstad. Twee groepen van on
geveer veertig man deden alle
mogelijke moeite om Nieuw Vos
meer hulp te bieden. In laatstge
noemde plaats, evenals overal el
ders in de genoemde plaatsen,
waren vele iiuizen ingestort. De
reddingswerken worden bemoei
lijkt door gebrek aan geschikte
vaartuigen.
Helpt
Dit zijn dan de dingen, welke
wij hoorden en zagen. Nog wordt
wordt voor de vluchtelingenhulp
gecollecteerd.
Burgemeester Freijters doet
een speciaal beroep op U. En wij
sluiten aan het slot van dit ver
haal nogmaals een warme aan
beveling in. Helpt allemaal. Want