teisterde Gruwelijk geweld WEST - BRABANTSE land het HONDERDEN evacués vonden in Roosendaal warm onthaal NAMEN VAN slachtoffers ONAFZIENBARE WATERVLAKTEN Mensen kwamen om, vee verdronk, woningen werden vernield „Het water steeg verschrikkelijk snel" In Enschede 2800 dekens besteld; reel nood gelenigd 4 BRABANTS NIEUWSBLAD Maandag 2 Febr. 1953 (Advertentie) HOESTBUIEN, VAST SLIJM SLUM-OPLOSSEND ROOSENDAAL, 1 Febr. Hedennacht ontvingen wij nog de volgende cijfers over do den en vermisten: Hier ter stede werden in liet ziekenhuis „Charitas" tien flod ,11 geborgen. Van enige slachtoffers konden d^ namen bekend gemaakt worden. Het zijn: Mevrouw de Hollander uit Fijnaart, Mevrouw de Geus en haar drie kinderen; juffrouw Van Ham, een een zoontje van de familie Geus uit Fijnaart. Voorts zijn in „Charitas" ziek enen gewon den uit Fijnaart onderge bracht. Bij KOEVERING onder Steenbergen worden elf per sonen vermist. In KLADDE werden drie doden geborgen uit één gezin, een vierde slachtoffer uit deze familie wordt nog vermist. Uit DINTELOORD berichtte mon ons, dat dc lijken gebor gen zijn van do Vos en echtgenote en van de heer M. Jansen. Er worden twee kinderen van de familie De Wit vermist cn een weduwe van tachtig jaar. (Van onze speciale verslaggever) „Daar komt nog een lijk", zegt een man op de dijk bij Heiningen. Hij wijst naar de onafzien bare watervlakte. „Daar bij die boerderij, bij die kceien". „Bergen en naar Roosendaal brengen", klinkt een kort bevel. En terwijl de harde Noord-Wester blijft aanjagen cn 't grijze, van vrucht bare klei verzadigde water blijft aanrollen geschiedt dit. Een verschrikkelijk beeld, dat honderd voudig vergroot iets van de waterramp zegt, welke de Westhoek van Brabant tot op het merg heeft geteisterd. Bij Willemstad, Klundert en Moerdijk zijn de buitendijken doorbroken, de klokken begonnen angstwekkend te luiden; en in de eerste uren van deze onvergetelijke ramp nacht stormde het water onweerstaanbaar voorwaarts. In Heiningen waren gistermiddag om een uur al achttien doden. Het volk van Willemstad, van Heiningen, van Moerdijk en omliggen de gehuchten werd totaal -verrast. Hoe dit geschiedde? De ramp heeft een chaos verwekt zonder weerga en het gerucht, metgezel van de chaos, vierde hoogtij. Pas later op de dag kwamen de hulptroepen en organisaties op gang. Dit ontmoetten wij in het watersnoodgebied rond Willem stad en ten Oosten van dit gebied tot en met Moerdijk: de Kruis colonnes, overal elders in het Westen van het land wor den dijkdoorbraken gemeld. Er komt een bericht dat bij het wegvoeren van vee het gevaar kend rond de huizen en boer- is. Lachwekkend als men de koeien en paarden weerloos verstijfd in het wassende water In Zevenbergsche Hoek stond de bevolking gepakt en gezakt toen het eerste daglicht enig zicht gaf op de verschrikkingen welke de afgelopen nacht over het goede West-Brabant had ge bracht. Men kon toen tot aan 't spoorweg kruispunt bij Lage Zwaluwe komen. Daar kolkte 't water. Een jonge visboer uit Moer dijk vertelt: Ik ben tot m'n nek toe door het water naar hier gekomen. In Moerdijk zit het meeste volk op de zolders. Er zijn geen doden voor zover ik weet. Zijn gesprek wordt afge broken door geschreeuw, aan gedragen door de barre wind. Op twee honderd meter afstand van de spoorbomen zwaaien mensen uit de bovenramen. Ze roepen om hulp. Maar er zijn geen boten. Een paard zwemt naar de spoorlijn. Mollen zoe ken naar droge grond. Op het viaduct van de Rijksweg Breda Moerdijk staan drie Belgi sche auto's gestrand in de nacht. Er staat al water op de weg en het stijgt nog. De spoor rails ligt blinkend boven het water. Later werd zij doorbro ken. „Hebben jullie Jan Spitters gezien", vraagt één vrouw. Ik ben 'm kwijt sinds vanmorgen 5 uur. Niemand kan haar helpen. B.B.A. bussen rijden af en aan. Van vier uur in de morgen zijn twintig bussen in deze sector van het rampgebied doende de bevolking weg te brengen naar Breda. Een bus is door het wa ter betrapt en staat in de Roy ale polder welke geheel onder water staat. De twee chauffeurs zitten op het dak, vertelt iemand. De dijk is door bij het Pro testantse kerkhof op Moerdijk. Zo ver we zien kunnen water en water en water. Terwijl we staan te kijken spoelt het om onze voeten verder. Alleen vrouwen en kinderen kunnen in de bussen. Rode vaart Het is negen uur geworden. We gaan naar Roode Vaart. Het is nog mogelijk er te komen. Langs beide zijden van de dijk weg erheen kolkt en bruist het water. Boerderijen en huizen zijn overspoeld. Het water klotst tegen ramen met netjes geste ven gordijntjes ervoor. Bij de boerderij van Damen liggen twintig koeien in de schuur: verdronken. Over de smalle we gen wordt het vee voortgedre ven. Twee doordrenkte veulens stappen schichtig in de richting Zevenbergen. Bij de brug over de Rode Vaart ligt een noodwo ning uiteengeslagen. Op deze plaats, de Lochtenborg officieel en in de wandeling De Roode Vaart zitten nog vijftig vrou wen en kinderen. En het water blijft aanstormen. „Kan d'r dan niemand komen om die men sen te halen", zegt een man. Mark en Dintel staat er op zijn pet. We houden het hier nooit. We beloven in Zevenbergen die boodschap ai. te geven. De Zon dagsrust in dit dorp is even wreed verstoord als elders. Er heerst hoogspanning. Op het ge meentehuis treffen we de eerste min of meer georganiseerde hulp aan. De burgemeester en zijn ambtenaren regelen de eva cuatie van Zevenbergsche Hoek en bereiden hetzelfde voor voor Lange weg en zo nodig voor Ze venbergen. In het patronaat en het protestantse verenigingslo kaal worden de vluchtelingen ondergebracht om later naar Breda vervoerd te worden. Auto's -rijden af cn aan. Bus sen zitten vol. De passagiers staren voor zich uit. Na een nacht van dodsangst zijn hun gezichten getekend. Het zijn oude vrouwen, een nog met haar nachtmuts op, vrouwen en tien tallen kleine kinderen, die met bange vogelkopjes al het gerij en geren aanzien als ging het hun niet aan. Het gerucht dringt door dat er in Heiningen een gezin is verdronken. „ïk bezit niets meer" Op dat uur: elf, is het nog mogelijk om van Zevenbergen naar klundert te komen. Er rijdt een brandweer auto uit Breda voorbij. Mannen in over alls en schoppen op de nek staan gereed om in te grijpen. Een vrachtwagen met zandzak ken rijdt in de richting van de opdringende vreselijke water wolf. Bedrijven uit Zevenber gen en andere dorpen hebben al hun rijdend materieel ingescha keld. En in Klundert staat het wa ter tot aan de katholieke kerk. Het herbouwde Klundert! De rode bakstenen van de nieuwe huizen steken fe) af tegen de grauwe golven. De buitendijk bij Klundert is doorbroken. „ïk bezit niets meer, totaal niets meer", zegt een man. Hier zijn de cadetten van de K.M.A. en andere militairen met pontons bezig. Moeizaam dobberen ze op het wilde water in de straten op zoek naar bewoners, die ge red moeten worden. Burgemees- ter Draayer vertelt, dat in Wil lemstad om één uur in de nacht het water over de Para-de kwam. Daarna steeg het gevaar van minuut tot minuut. Willem stad, hoe was het -daar. De be volking zit ingesloten, zo ging het nieuws. Later op de dag hebben de commando's getracht de bevolking te redden. Eerst met roeiboten later met zwaar der materiaal. De bevolking van Klundert werd in bussen en vrachtwagens geëvacueerd. De „Dikke Dijk" bij Zevenber gen moet het houden anders loopt Zevenbergen ook gevaar. Twee mannen sjouwen een zware koffer. Een moeder met drie kleine kinderen zoekt een heenkomen. 16 doden We rijden verder naar Noord- hoek en Standdaarbuiten. De polders liggen daar droog. Een verademing. De auto radio spuit het ene bericht na het andere. Het leger is opgeroepen, de Ro- heeft zien staan. Een glimlach in deze lugubere watersnoodwe reld. Dan bereiken we Fijnaart. In het. gemeentehuis heerst een bedrukte stemming. Er zijn zes tien doden geborgen, mensen uit Heiningen. Er zijn ook kin- deren bij. Er zullen nog meer slachtoffers tegen de dijk aan spoelen Boerderijen bezwijken onder hei gewciu. Er drijven meubelen, vaten olie en kada vers van varkens en koeien. Op het raadhuis is de Com missaris der Koningin aanwezig vergezeld van de griffier van de Provincie. „Hoe gaat het burggemeester", vraagt de Commissaris. En bur gemeester Ter Haar, uren onaf gebroken in touw, zegt: „Het is verschrikkelijk. Moet Fijnaart geëvacueerd worden". Men denkt van wel. Later, wordt in Roosendaal vertelt, dat er bus sen met slachtoffers van de ramp uit Heiningen en Fijnaart binnenstromen. De stations wachtkamer is er voor in ge bruik genomen. Alle militairen begeven zich naar hun garni zoensplaatsen. De treinenloop is gestagneerd. Alleen de lijn Bergen op Zoom Ereda wordt nog"gereden. Van Fijnaart uit is Oude Mo len nog te bereiken en Heinin gen over de dijkwegen zo ver als het kan. En dan is daar weer op een gruwelijk moment die onafzienbare watervlakten, kol kend rond dte huizen en boer derijen. Op een brancard wordt stroomt dit natuurgeweld op ons af. Daar in die grijze sluier waarin we vaag de nieuwe koe pel kerk zien verkeert het volk van Willemstad in bange vre zen. Men kent daar het water. Een vliegtuig scheert over ons heen in de richting van die be narde veste. De autoradio geeft opnieuw berichten over dijk doorbraken in Zeeland. Halste ren is zwaar getroffen, wordt gemeld. Dit is fle trrotste ramp welke ons land ooit getroffen heeft weten we dan. De schade is niet te schatten: wellicht inilliarden. De Amerikaanse ambassade een verdronken man geborgen.heeft geïnformeerd naar die Er verschijnen steeds meer man- j schade, enkele dagen nadat ons nen om te helpen militairen en jand voor verdere 'hulp heeft be- burgers. Maar er kan zo weinig dankt. Een drijfnatte hond komt geholpen worden. Er is veel ver-1 0p ons toe, het beest zoekt eigen keer op de wegen. De bewoners volk. worden weggebracht naar Ze venbergen, Roosendaal Breda, Oud-Gastel. Geleidelijk aan wor den meer hulpdiensten georga niseerd. Steeds verder Vanuit Oudemolen gaan we de weg naar Willemstad op, zo ver we kunnen komen. Een school tje staat onder water, een vrouw loopt met drie kinderen angstig over de dijk, In de verte ligt het wederom geteisterde Willem stad. Er barst juist een nieu we regen/bui los. Onheilspellend Onbeschrijfelijk leed Verslagen keren we terug. Een onbeschrijflijk leed. We rijden terug van Fijnaart naar Stam persgat. Daar moeten twee kindjes verdronken zijn. Zeker heid kunnen we niet krijgen. De Mark is buiten de oevers ge lreden en aan de kant van de suikerfabriek zou het water staan. Steeds maar weer: het water, dat vervloekte water. Een boerenzoon rijdt met een wagen veevoeder. Velen zijn al les kwijtalles. Ze probe ren te redden wat er te redden valt. In Oud-Gastel stromen mannen bijeen in overalls en niet schoppen om ergens te gaan helpen. Het zijn vrijwilligers. Er komt steeds meer miltair verkeer. Om vier uur was het weer vloed. Die werd mét angst tege moet gezien. Daar kwam de rijkswaterstaat voor in geweer. Wat moeten wij nog verder mel den? In Zevenbergen Fijnaart, Klundert, Oudemolen, Heinin gen, Moerdijk, Zevenbergse Hoek, Willemstad en verder naar het Westeneen triest luguber beeld. Omgekomen mensen, verdronken vee, ver woeste boerderijen en woningen, vernielde wegen, beschadigde cultuurgrond, dor grauw en grijs kolkend, woest vernietigend water. En daartegenover de hulpe loze mens. Later op de dag steeg het ge vaar door de vloed van vier uur, maar daar stond tegenover, dat de wind afnam en draaide. En dat de hulpverlening tekening begon te vertonen. Rijen militai re voertuigen snelde in de rich ting van de getroffen gebieden. De strijd tegen de oude erfvij and het water werd na de ge leden nederlaag opnieuw aan gabonden. (Van onze verslaggever) Met inspanning van alle gezamenlijke krachten heeft Roosendaal hulp geboden aan de honderden vluchtelingen, die Zondag naar de stad werden vervoerd. In nauwe samenwerking met het gemeen tebestuur en gemeentelijke diensten is op snelle en efficiënte wijze al het mogelijke gedaan om de eerste nood te lenigen. Een nood, welke ieder die de grote groepen evacué's heeft ge/ien, recht in het hart greep. Er moest geholpen worden en er werd geholpen. Het is onmogelijk alles te vermelden. Er is een grote zekerheid: Roosen daal heeft geholpen op een manier, welke voor de volle honderd procent respect en bewondering afdwingt. In dit verhaal zal vee' onvermeld moeten blijven: over hetgeen werd gedaan en over degenen, die het deden en doen. Wij hebben gesprekken gehad met vluchtelingen. Het waren trieste verhalen. Maar over een ding waren al deze mensen eens: de hulp, die gebo den werd heeft veel leed verzacht. De eerste maatregel, welke door Burgemeester Freijters ge nomen is in de nacht van Zater dag op Zondag, was een waar schuwing aan het Heemraad schap de Roosendaalse Vliet om' een zwakke plaats in de dijk bij het Beneden Sas te doen ver zwaren. Een werk, dat in de grootste haast werd uitgevoerd. Als deze dijk ook hier was doorgebroken dan zou ook Roo sendaal aan de watersnood niet ontkomen zijn. Dag en nacht Twee diensten van de gemeen te - Openbare Werken en de brandweer - zijn vanaf de vroe ge morgen van Zondag in touw geweest, om op grote schaal zandzakken te vullen, welke ver volgens naar de getroffen plaat sen werden gebracht. Voorts werden roeiboten en motorboten naar de streek rond Halsteren en Steenbergen gebracht. Een van dc eerste maatregelen was het requireren van een tiental bussen uit Roosendaal, welke naar de getroffen gebieden wer den gerequireerd. In de loop van Zondag wer den op grote schaal evacué's naar Roosendaal gebracht om hier ten dele te worden onder gebracht. Het station diende als verzamelpunt. De twee wacht kamers waren ter beschikking gesteld, waar de vluchtelingen thee, koffie en pap werd uitge reikt. De auto van dc politie reed in de gemeente rond, .om per luid spreker degenen, die vluchte lingen wilden opnemen, op te roepen naar het gemeentehuis Spontaan boden honderden par ticulieren hun Luizen aan. Enkele honderden vluchtelin gen werden in de loop van Zondag (ong. 250) naar Rucphen vervoerd, terwijl grote aantallen uit Zevenbergen, welke met die sels aan het station arriveerden, naar Tilburg werden vervoerd Vanuit het station werden de vluchtelingen naar de verschil lende opvangcentra gebracht, waar verder voor hen werd ge zorgd. Ongeveer groepen van 100 tot 150 personen vonden voedsel, warmte en zorg in de Broedersschool, Zustersschool, Theresiaschool, Eratozaal, KVW- cantine, Militair Tehuis, Knip- school, Red Band, zaal Meulen- tiend. In zaal Wilhelmina bevonden zich een honderdtal geëvacueer- den uit Zwingelspaan, uit de omgeving van Willemstad en Klundert. Het totale aantal vluchtelingen in Roosendaal be droeg op het moment, dat wij dit schrijven, 1500. Voornamelijk zijn het vluchtelingen uit Fij naart en Heijningcn, maar ook uit Klundert en Zevenbergen In de loop van de avond en de nacht werden nog 300 vluchte lingen uit Fijnaart verwacht De laatste berichten waren, dat nog voor ruim 2000 vluchtelin gen onderdak werd gezocht bij particulieren. Brood cn dekens De bakkers kwamen gister avond in de weer, ora voor de vluchtelingen brood te bakken. Het gemeentebestuur bestelde in Enschede 2000 dekens, welke in de loop van de nacht zouden werden gedistribueerd. Dc gemeentelijke diensten zijn deze dagen practiscli dag cn nacht in de weer voor de vluch telingenhulp. De bevolking wordt in verband hiermede ver zocht voor gewone zaken het gemeentehuis NIET op te bellen. Het gemeentehuis is eveneens dag en naclit bezet als centrum voor de hulpverlening onder lei ding van de gemeentesecretaris, de heer Versiegen, het hoofd van dc evacuatiedienst, de heer Hauser en de heren Vlak en Schils van sociale zaken. Wij hebben met verschillende vluchtelingen gesproken. Het was een harde taak, om het leed van deze mensen te vernemen. Leed, dat zich nauwelijks be schrijven laat. Li de opvangcen tra zaten zij in groepjes bedrukt bijeen. Onzekerheid over het lot van familieleden kwelde hen; het verdriet om have en goed, dat verloren ging. Er kwamen vluchtelingen, met dikke ge zwollen polsen. Zij hadden vier uur lang aan balken in hun wo ningen gehangen en het water dichter en dichter zien komen. We hoorden het verhaal van de man, die zijn moeder kon red den, haar op de dijk wist te sle pen, maai- hij kon haar niet meer houden. Zij verdronk. Het is nauwelijks te geloven, dat deze dingen zich hebben afgespeeld in onze onmiddellijke omgeving. Dat zij overkwamen aan mensen, zoals wij. Die leefden en werk ten, zoals wij. Doodgewone, al ledaagse mensen, die in één ver. schrikkingsnacht zoveel leed on dervonden. dat zij er nauwelijks raad mee wisten. U had het mee moeten maken, toen in een van de opvangcentra een stem door de luidspreker klonk, die inlich tingen vroeg over vermiste per sonen. Er was een meisje van zeven jaar bij. Een ogenblik werd het stil en dan langzaam begonnen de stemmen weer te fluisteren. Wie weet iets? „Hoe is het in Willemstad?", vroeg een jonge man aan ons. die tot aan zijn hals in het water had gestaan. „Hoe is het in Willem stad. Mijn vader woont er. Ik heb niet meer van hem verno men". Wat. moet een mens ant woorden, dan antwoorden? Wij trachtten hem moed in te spre ken, maar hoe onvolmaakt klin ken de woorden dan in je mond. Er waren kinderen. Ze beseften nauwelijks wat er aan de hand was. Een jongen van zeventien iaar vertelde ons van een ver schrikkelijke tocht langs het wa ter. Verschrikkelijk snel J. v. d. Goorberg uit Heiningen vertelde ons: „Vannacht om twee uur begon het. Om zes uur wa ren de dijken weg. De Sabina- Hendrika en Elisabethspolder stonden onder water, dat tot een hoogte van vijf meter steeg en daarna nog bleef stijgen. Het aantal slachtoffers is niet te schatten. Het kunnen er tien, het kunnen er vijftig zijn. Het ergste moeten de mensen in de polders geleden hebben. Ze waren vol komen geïsoleerd. Ik heb zelf een broer, die op een boerderij tje daar woont. Ik heb nog niets van hem gehoord. Met personen auto's zijn we in allerijl uit Hei ningen vertrokken. Vanuit Fij naart werden we per bus naar Roosendaal vervoerd." De tocht langs de ondergelo pen polders was verschrikkelijk. Wrakstukken dreven rond. Een mevrouw uit St. Philipsland ver telde: „Even na drie uur werd een groot gat geslagen in de Noordwestdijk van St Philips land, waardoor het water met onbeschrijfelijke kracht de pol ders binnengulpte. De sirene waarschuwde de bevolking van het dorp, die een heenkomen trachtte te zoeken. Vlotten en >-oeiboten zaten overvol. De red ding van een jong echtpaar kwam juist op tijd. Met hun kindje kon het door een zolderraam uit het overstroom de huis worden gehaald. Het wa ter bleef staan voor de binnen dijk, waarlangs de geredden via Steenbergen naar Roosendaal werden gebracht. Van een gere gelde redding kon geen sprake zijn. Het dorp verging eigenlijk zonder meer". De heer De Vos was om half zes 's morgens door zijn buur man gewekt, wiens huis al vol water stond. Zijn vier kinderen en schoonmoeder konden gered worden. De achtermuur van zijn eigen huis werd door het water weggeslagen. In de dijk waren twee gaten van vijftien meter. ,.De militairen kwamen ons met c-cn boot halen. Ik heb ontzettend veel waardering voor deze jon gens. Het zijn prachtkerels. Ik ben alles kwijt. Ik had twee koeien, twee varkens, vijftien kippen, er stonden in mijn huis vijf fietsen. Alles is weg. Mijn zoon is achter gebleven, om nog te doen wat mogelijk is. Het ging allemaal verschrikkelijk snel. In twee uur was de dijk weg". Ook de heer Van Gent uit de Heijningse polder bezit niets meer. Zijn huis verdween onder de stortvloed van water. Ternau wernood konden zijn vrouw en drie kinderen via het zolder raampje gered worden. „Ik heb grote bewondering van liet werk het is hard en hard nodig.' van de soldaten. Ze werkten, ter wijl het water tot aan hun nek stond." De buren van de heer Van Gent zijn verdronken. Vier men sen, een weduwe met haar doch ter en een bejaard echtpaar. Er zouden onder de slachtoffers twee Milderen zijn. Hun vader was naar de kerk gegaan, toen het water opkwam. De moeder kon gered worden. In Fijnaart zouden zeventien mensen zijn verdronken. „Het water steeg zeer -snel", vertelde de heer Van Gent. „Om half vier werden we wakker. Mijn vrouw ging naar beneden, om naar do kinderen te kijken. Ik zelf ging naar boven. Juist toen kwam het water. Mijn vrouw slaagde er in met de kin deren via het kelderraam te ont snappen. Het water stond ons toen al aan het middel. Met bo ten werden we gered. Mijn huis verging". Prachtig wcrE De commando's hebben prach tig werk verricht. Reeds in de vroege morgen rukten de eerste groepen van de Roosendaalse commando's uit, nadat de hoofd ingeland, de heer De Jager, uit Nieuw Vosmeer, via Burgemees ter Freijters, een verzoek om hulp had gedaan. Kapitein Blan- son-Hcnkemans en eerste Luite- tenant Thijssen met ongeveer twintig manschappen begaven zich naar Nieuw-Vosmeer. Een der commando's slaagde er in, met een touw rond zijn middel door het ijskoude water zwemmend, een verbinding tot stand te brengen met het huis van de hoofd-ingeland, waardoor diens vrouw en twee kleine kin deren. alsmede de bewoners van het naastgelegen huis in veilig heid gebracht konden worden. Het reddingswerk van de Roo- sendaale commando's en de or ganisatie ervan was voortreffe lijk. De kazerne aan de Rondweg gonsde van bedrijvigheid. Behal- lialve naar Nieuw Vosmeer wer den manschappen gedirigeerd naar andere bedreigde punten in het noodgebied. Een groep van ong. twintig man vertrok naar Kruiningen, een groep van 75 man naar Fijnaart. Om vijf uur in de ochtend was de eerste groep al vertrokken, naar Wil lemstad. Twee groepen van on geveer veertig man deden alle mogelijke moeite om Nieuw Vos meer hulp te bieden. In laatstge noemde plaats, evenals overal el ders in de genoemde plaatsen, waren vele iiuizen ingestort. De reddingswerken worden bemoei lijkt door gebrek aan geschikte vaartuigen. Helpt Dit zijn dan de dingen, welke wij hoorden en zagen. Nog wordt wordt voor de vluchtelingenhulp gecollecteerd. Burgemeester Freijters doet een speciaal beroep op U. En wij sluiten aan het slot van dit ver haal nogmaals een warme aan beveling in. Helpt allemaal. Want

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3