Tientallen schepen op Noordzee
zonden S.O.S.-seinen uit
Kritieke situatie op
eiland v. Dordrecht
Storm gaf de redders
handen vol werk
GRIEP
MOED, VAKMANSCHAP, VOLHARDING
Drie oorzaken-
3£2r5
cUlotitied
Polder Biesboscli geëvacueerd
AUTOMOBILIST
VERDRONKEN?
Sombere tocht door Alblasserwaard
BOVEN HET GRAUWE WATER STRAALDE
HIER EN DAAR EEN LICHTJE
Zandzakken, klinkers en balen
stro ter bescherming
„Verschrikkelijk
nieuws"
MAANDAG 2 FEBRUARI 1953
TROUW
(Van onze speciale verslaggever).
Even hevig als op het vasteland teistert de storm de mensen op
zee. Sinds Zaterdagavond bevinden zich tientallen schepen in nood,
reddingboten varen onophoudelijk uit, sleepboten en bergingsboten
wagen zich onder levensgevaar op de woedende baren om gehoor te
geven aan noodseinen van schepen. Het Nederlandse zeemanschap
heeft in de afgelopen 48 uur welhaast ongelofelijke staaltjes van
moed, vakmanschap en doorzettingsvermogen te zien gegeven.
Zaterdagnacht om drie uur lag de sleepboot „Holland" met
haar honderden paardekrachten reeds onder stoom, klaar om op het
serste het beste noodsignaal zee te kiezen. Het noodsein kwam van
het Indiase vrachtschip „J a 1 a K e t u"', dat op 80 mijl ten Westen
van Terschelling met een defecte stuurinrichting en een weggesla
gen bakboordanker lag te worstelen met de onstuimige zee.
Enkele seconden later reeds stoof de
„Holland" de haven van West-Ter
schelling uit, kapitein Doeksen op de
met schuim bespatte brug en marconist
Van Brakel aan de sterke zender. „Wij
komen", was het verlossende bericht,
dat hij de Indiase vrachtvaarder seinen
kon.
Gistermiddag hebben wij raddotele-
fonisch contact gehad met de „Holland".
De tweede marconist vertelde ons, dat
de „Jala Ketu", en vrachtboot van 7180
ton en afkomstig uit Bombay, Zondag
morgen om halifizeven eindelijk was
vastgemaakt na een van de zwaarste
gevechten, die de mens ooit tegen de
zee heeft geleverd. „We varen uiterst
langzaam langs de kust in de richting
van Rotterdam", deelde de marconist
ons laconiek mede.
Toch nog gered
In de nacht van Zaterdag op Zondag
voltrok zich rond de 175 ton metende
kustvaarder „E 1 i s a b e t h" bijna een
ramp welke ter elfder ure echter nog
voorkomen kon worden. Het scheepje,
dat uit Groningen met een lading aard
appelmeel op weg was naar Londen,
geraakte voor de kust ter hoogte van
Texiheide (Monster) in nood. Het schip
kwam vast te zitten en kon niet bereikt
worden door de gealarmeerde redding
boot. Evenmin bleek het mogelijk om
een reddinglijn over te schieten. De
bemann.ng beleefde enkele zware uren.
Er was geen ontkomen aan, zo scheen
het. Toen waagden twee opvarenden
zich ten einde raad met zwemvesten
aan in de kokende zee en zij wisten
wonder boven wonder de vaate wal te
bereiken, waar de bevolking vol ang
stige spanning stond te kijken. Wat
later wist ook een derde lid van de be
manning de wal te bereiken. Alleen de
63-jarige schipper J. Jonkers was toen
hog aan boord en zijn toestand was zeer
irnstig. Dank zij de opofferende hel
denmoed van een inwoner van Terhei-
de, die zich te water begaf, wist kapi
tein Jonkers ten slotte echter ook de
Veilige wal te bereiken. De bemanning
Werd ondergebracht in een café, waar
een arts aanwezig was en goedgeefse
lieden de mensen van droge, warme
kleren voorzagen. Het schip zit n°S
vast op het strand.
Sleepboot vergaan
De sleepboot van de Internationale
Sleepdienst Smit Co,, „Scheld
is in de nacht van Zaterdag op Zondag
in de Nieuwe Waterweg op een strek
dam gesmeten en vergaan. De „Schel
de" wilde hulp verlenen aan de „P r i n-
ses Beatrix" van de Mij. Zeeland,
die wegens de gierende storm niet aan
de steigers kon komen. Onmiddellijk
na het vergaan van de „Schelde" liep
de reddingboot „President Jan Leis"
uit de haven van Hoek van Holland uit
en nam de bemanning van de sleep
boot over.
Het lichtschip „Goere e", dat ter
hoogte van IJmuiden in zee ligt heeft
het ook zwaar te verduren gehad. Za
terdagavond sloeg een grote waakboei
los en Zondag ontstond er tijdens een
vloedgolf enorme schade aan boord en
dreef het lichtschip enkele mijlen af.
De stuurhut werd geheel ingedrukt.
Steeds meer noodseinen
Deloodsdiensten werden in de
loop van Zaterdagnacht bijna alle ge
staakt. Het aantal schepen, dat in nood
verkeert, liep Zondag met het uur op.
Van tientallen schepen kwam een op
roep om hulp van reddingboot of sleep
boot.
Het Engelse stoomschip „S e a-
brook" maakte water ter hoogte van
Hoek van Holland, het Duitse s.s. „H a-
rold Ottens" vroeg Zondag zeer
dringend sleepboothulp omdat het
stuurloos ronddreef, de zandzuiger
„A h o y", die een ligplaats had gezocht
in de haven van Hoek van Holland,
liep ernstige schade op door het botsen
tegen de kademuur, de reddingboot
„Prins Hendrik" is uitgevaren om
hulp te verlenen aan het Zweedse
schip „Virgo", dat gestrand is tus
sen Vlieland en Texel, bij Vlissingen
liep het Belgische schip „Luxe m-
b o u r g" aan de grond en kreeg assis
tentie van de sleepboot „M a a s" uit
Vlissingen.
De reddingboot Brandaris voer
Zaterdagnacht uit om hulp te verlenen
aan de Duitse sleepboot „G u 1 o s e n-
fjord'". De sleepboot had de tank-
lidhter „Oder" op sleeptouw en ver
loor op circa vijftien kilometer van
Texel deze sleep. Aan boord van de
„Oder" bevonden zich vijf runners en
hun leven liep onmiddellijk gevaar om
dat indien de „Oder" op de verrader
lijke gronden zou slaan schip en be
manning moesten worden opgegeven.
De sleepboot verloor ten Slotte de
„Oder" uit het gezicht en raakte zelf
in de zware grondzeeën in moeilijkhe
den en kon geen koers houden. Later
herstelde zich de toestand aan boord
van de sleper en werd hij weer be
stuurbaar.
Kotter gestrand
Zaterdagavond omstreeks zes uur
strandde tussen Noordwijk en Katwijk
de kotter „Ouddorp 17". Het scheep
je werd hoog op het strand geworpen
en een ploeg van de Noordwijkse i
dinigboot onder leiding van schipper
Jan van de Niet reed onmiddellijk per
vrachtauto over het strand de kotter t.e
huiip. De redder C. van der Berg begaf
zich met een lijn in zee en wist met bo
venmenselijke inspanning aan boord
van de kotter te komen. Hij trof in het
logies drie leden van de bemanning
aan. Zij namen de situatie nogal kalm
op en weigerden van boord te gaan,
hoewel in de loop van Zondag het
scheepje met elke golfslag verder in de
richting van Noordwijk afdreef. Zon
dagavond ten slotte werd de toestand
voor de drie opvarenden onhoudbaar
en gingen zij van boord. Er werd ge
vreesd, dat het scheepje bij hoog water
te pletter zou slaan.
Bij IJmuiden
Zondagmorgen vroeg werden nood
seinen opgevangen van het Deense
stoomschip „Anne Tor m", dat op
120 mijl ten Noorden van IJmuiden in
nood verkeerde. Het Nederlandse s.s.
„Kota Agoeng" is het schip te hulp
gesneld. Het Nederlandse tankschip
„Ti ba" (5239 ton), dat van Zud-Ame-
rika naar Rotterdam onderweg was,
heeft dringend sleepboothulp ge
vraagd. De roerqu.adrant was gebro
ken. De Deense kustvaarder „Am-
m a m" geraakte Zendag stuurloos en
dreef in snel tempo af in de richting
Hoek van Holland. Sleepbootassistentie
was dringend nodig.
Op ongeveer 7 km ten Zuiden van
Zand voort gaf de Duitse tankboot „J u-
1 i u s Rutgers" Zondagmorgen voor
de eerste maal noodsignalen en hét is
tekenend voor het vreselijke geweld
van de zee, dat enige uren later reeds
gemeld kon worden, dat dit 853 ton
metende schip ter hoogte van Noord
wijk hoog op het strand terecht was
gekomen. De bemann'mg blijft aan
boord en alles is wel
Fin in gevaar
Zaterdagavond voer de reddingboot
„Maria Cornelia Blanken
hei j m" onder schipper Jan Minneboo
uit Vere uit om assistentie te verlenen
aan het Finse schip „B o r e VI", dat bij
Schouwen was vastgelopen. Even latei-
koos ook de reddingboot „Koningin
Wilhelmina'1 uit Stellendam zee,
doch deze kon het schip niet bereiken
en moest terugkeren. De „Maria Corne
lia" keerde na een wanhopige strijd
met de golven eveneens terug nadat
de machinist bewusteloos was geraakt.
Men was van plan om Zondagavond
weer uit te varen, doch gelukkig was
het niet meer nodig, De „B o r e" wist
op eigen kracht los te komen.
Franka'in nood
Ook de opvarenden van de Neder
landse kustvaarder „F ranka 2" heb
ben moeilijke uren meegemaakt. Zon
dagmorgen verkeerde het schip bij Tei-
sohellingerbank in nood en de beman
ning maakte zich in afwachting van de
komst van de reddingboot reeds klaar
om het schip te verlaten. De redding
boot „Insuli nd e" voer onmiddellijk
uit, doch de situatie was dermate be
nard, dat het er veel op leek, dat het
schip met man en muis zou vergaan.
Het schip was met een lading pek on
derweg en vermoedelijk is de lading
gaan schuiven. Verdere bijzonderheden
ontbreken, doch wel werd Zondag een
bericht ontvangen, dat alles wel aan
boord was en het schip weer opstoomde
naar Delfzijl. Vermoedelijk is het op
eigen kracht losgekomen.
De Panamese tanker „B arbara
A n n" vroeg assistentie en kreeg hulp
van het Britse stoomschip „Norri-
s i a" ter hoogte van Hoek van Holland,
waar het schip Zaterdag reeds had w 1-
len binnenlopen. Door het slechte weer
kon de tanker echter geen sleepboot-
assistentie krijigen en wilde op open
zee rustiger weer afwachten.
Van ihet Russische stoomschip „E n i-
s e i" werden berichten opgevangen,
dat het zich op 30 mij>l ten Westen van
Den Helder in nood bevond, het Britse
sChiip „S e 1 b y" kwam in nood ten
Westen van Terschelling doordat de la
ding ging schuiven en kreeg assistent e
van het Zweedse vaartuig „Suecci a".
Niet alleen aan de kust, ook op het
binnenwater heeft het gespookt tijdens
het weekeinde. Vier schepen, die in de
Ketelmond nabij Kampen voor
anker lagen, sloegen los en raakten op
drift. Zii liepen alle vier op pieren In
de Ketelmond.
Het Franse stoomschp „Carthage",
dat voor de kust bij IJmuiden op drift
raakte, verzocht gisteravond dringend
om sleepboothulp. Het verloor eerst
een anker en later raakte dé stuurin
richting defect. Het schip ging voor
anker op het enig-overgebleven anker.
Het Duitse schip „Industrie", dat even
eens stuurloos op de Noordzee drijft,
seinde gisteren tegen de avond dat het
in zicht was van Hoek van Holland.
Het kreeg sleepboothulp. De redding
boot „Neeltje Jacoba" verliet gister
avond de haven van IJmuiden om asss-
tentie te verlenen aan de „Patave", die
zich ter hoogte van Noordwijk in moei
lijkheden bevindt. Nadere bijzonderhe
den ontbreken nog. 1
Een der hoofdingenieurs van de Rijkswaterstaat- heeft de
watersnood toegeschreven aan de volgende drie factoren:
1. Het tijdstip van het hoge water2. de hoogte van het getij,
dat springtij was in verbarui met de nieuwe maan3. de wind
kracht en de windrichting.
Aan drie kust-stationsnl. Hoek van Holland, IJmuiden en
Harlingen, werden de hoogste waterstanden genoteerd, die
sinds een eeuw zijn opgetreden. In 1894 was de hoogste stand
in Hoek van Holland 3,28 meter, terwijl deze thans 3,40 meter
is. Te IJmuiden was in hetzelfde jaar de hoogste stand 3,68
meter en thans -3,85. In Harlingen was in 1936 de hoogste stand
3,19 meter en thans 3,68 meter.
Advertentie)
.nd. n,°nd-
aangenaam van smaaK.
Neem tijdig
Diesel-hulptrein
Een ledig dieseltreinstel der Ned.
Spoorwegen is van Roosendaal naar
Zevenbergen gezonden om vluchtelin
gen te halen. Zij zullen in de wacht
kamers te Roosendaal worden onder
gebracht. Deze N.S.-wachtkamers zijn
voor dit doel in beslag genomen.
Waar eens het vee rustig graas
de, staat nu een rusteloze zee.
Boerderijen werden door het\
water verzwolgen. Koeien en var-\
kens vonden in de ondergelopen
stallen een tragische verdrinA
kingsdood.
(Van onze correspondent).
Gistermiddag was de toestand op het Eiland van Dordrecht kritiek.
De belangrijkste dijk, de Wicldrechtse Zeedijk beschermt het eiland
nog tegen het water van de Dordtse Kil, het Hollands Diep en de
Nieuwe Merwede, maar de polder voor deze dijk, bewaakt door de
buitendijk, staat onder water over een oppervlakte van een derde
van het eiland.
De polder de Biesbosch, de trots van Dordrecht, die ook voor de
Wieldrechtse Zeedijk ligt en door de Zuidwestelijke dijk, de Zuide
lijke dijk en de Oostelijke dijk wordt beschermd, loopt ernstig gevaar.
Op deze punten zijn de dijken uitermate zwak.
De Biesbosch is geëvacueerd.
Militairen hebben de bewoners ge
holpen bij het bergen van leven, haven
en goed, voor zover dat kon. Men is
hier er van overtuigd, dat bij aanhou
dende of terugkerende storm de polder
verloren zal gaan. Doch men heeft het
maar opgegeven, want dijkwachten zijn
(Van een onzer verslaggevers)
De avond is gevallen als we van Utrecht uit de Alblasserwaard
binnenrijden. De grote autoweg blijkt al te zijn gestremd. Vlak voor
Sliedrecht is een groot gat in het betonnen wegdek geslagen, waar
het water vrij spel heeft en steeds dieper het zand wegvreet.
Boven het grauwe water, dat links en rechts de polders overdekt,
straalt hier en daar een klein lichtje: het enige teken van leven,
dat de weinige mensen, die op hun zolderverdieping het nog een
tijdje in hun woning denken uit te houden, de buitenwereld geven.
omheen heeft afgespeeld. Alle mensen
zijn geëvacueerd en van slachtoffers
Vrijwel alle bewoners van deze
vruchtbare polders hebben echter have
en goed moeten verlaten. Nog gister
avond was men bezig het vee in vei
ligheid te brengen. Bij honderden suk
kelen de schonkige beesten over de
dijk, niets begrijpend' van hetgeen hun
begeleiders met een stok zwaaiend hun
trachten duidelijk te maken.
Langs de Hogedijk, die van Gorin-
chem tot bij Rotterdam de polder om
sloten houdt, staan de bewoners bij
groepjes bijeen. Elke keer als we met
hen in gesprek komen zijn de geruch
ten weer anders. De sombere voor
spelling, dat ergens tussen Gorcum en
Giessendam de dijk doorbroken is,
wordt echter gelukkig niet bewaar
heid. Wel zien we op vele plaatsen
dat balen stro, zandzakken en klin
kers bedreigde plekken moeten be
schermen, doch eerst op de grens van
Sliedrecht en Papendrécht, waar zich
het silhouet van de gasfabriek tegen
de donkere regenlucht aftekent, ma
ken we met de eerste dijkdoorbraak
kennis.
We redden het!
„Hier redden we het wel weer", zegt
een van de mannen, die de gehele dag
in touw zijn geweest om mede te helpen
dat doel te bereiken. In het onderge
spoten land had het opdringende Mer-
wedewater een gemakkelijke door
gang gevonden. Nog steeds sijpelt het
water schuimend door de opgeworpen
barrières, maar vergeleken met het
gat dat enige kilometers verder, in de
Noordhoek van Papendrecht in de dijk
is geslagen, en waar men reeds de vo
rige nacht de strijd tegen het opdrin
gende water heeft moeten opgeven,
telt deze breuk nauwelijks meer mee.
Het moeten angstige uren zijn ge
weest, daar aan de Hogedijk. op de
rand van de Alblasserwaard. Nu is de
bevolking wel veilig. Althans voor zo
ver men het hier weet. Eigenlijis het
niet veel, dat men weet over hetgeen
zich in de polder, in plaatsen als Oud
Alblas, Bleskensgraaf, Wijngaarden,
Molenaarsgraaf en de gehucnien daar-
heeft men gelukkig niet gehoord. Maar
telefonische verbinding heeft men met
de omgeving niet meer, zodat het
meestal slechts geruchten zijn. wellke
men elkaar oververteld.
Maar des te nauwer i® men hier in
Papendrecht betrokken geweest bij de
nachtelijke strijd tegen het water, dat
op een nederlaag voor de zwoegende
mannen is uitgelopen.
Duizenden zandzakken
In het bedrijfskanfoor van de firma
Dekker zit de staf, die de werkzaam
heden heeft geleid. Met driehonderd
man zijn ze in de late avond van Za
terdag al begonnen op de gevaarlijke
plek. Zandzakken zijn er bij duizenden
geeligd, maar de dijk bleef „werken".
Het werd steeds gevaarlijker door de
wild-overslaande golven en zelfs ach
ter hun stevige muur van zand en
steen bleven de mannen niet meer
veilig. Maar er is doorgeploeterd, tot
om kwart over drie de doorbraak
kwam. Over een lengte van zestig
meter ongeveer sloeg de ondermijnde
wal weg en met kolkend geweid stort
te zich de vloed van het water uit de
Noord zich in de Alblasserwaard.
Toen was het verkeken. Dat wisten
de waterbouwkundigen van Visser en
Smit en van Dekker, dat wist ook
de technisch ambtenaar van het hoog
heemraadschap, de heer Vermeulen.
Maar het ging om duizenden die dak
loos zouden worden en dus moest met
alle macht doorgewerkt worden, om
de 'breuk tooh maar zo klein mogelijk
te houden. Des te meer tijd zou er zijn
voor de evacuatie. De randen van het
gat werden daarom verstevigd met
zeilen en met steen, met zand en zin
kers.
De werkers aan de polderrand heb
ben daar althans dit succes mee be
haald, dat vrijwel alles in veiligheid
kon worden gebracht. Burgemeestêr
Keizer van Papendrecht vertelt daar
met voldoening over,
Zaterdagnacht om twaalf uur had
den in de Waard al sirenes geloeid en
klokken geluid, zodat de meeste be
woners op de hoogte waren en hun
eerste maatregelen hadden genomen.
Men was al begonnen met het vee
transport en de families zaten overal
boven, toen het water kwam, veilig
althans voor het eerste gevaar. In
koortsachtige haast is er gewerkt.
Een flink deel van de morgen heeft
men er voor nodig gehad om alle men
sen uit hun benarde posities te halen.
Dikwijls ging dat lang niet zonder ri
sico. Met bewondering vermeldt bur
gemeester Keizer het optreden van de
Dordtse geniesoldaten, die met kano's
de laatste mensen van het viaduct in
de weg Oud-AlblasserwaardPapen
drecht hebben gehaald.
Voor zover men gisteravond kon na
gaan is geen van de helpers een onge
val overkomen. Wel zijn er enkelen
vermist, maar er bestaat redelijke
kans, dat zij aan de andere kant van
het gat zijn beland.
De huizen op de Papendreohtse dijk
zijn dicht bevolkt. Ieder heeft er wel
een of meer gezinnen bij. Men schuift
maar wat op en des nachts behelpt
men zich met een enkele deken, een
jas of een paar stoelen. Wat in de hui
zen niet meer geborgen kon worden,
zit in de cantine van Avillanda, waar
de Rede Kruiscommandant, de heer
Viveen, met het fabriekspersoneel, zijn
gasten zo goed mogelijk verzorgt. Zo
goed- mogelijk, want, veel normaals is
uitgevallen. Petroleumpitjes zijn in
een deel van Papendrecht de enige
verlichting.
Gas is er niet en drinkwater ont
breekt eveneens. Maar men leeft. Dat
is een, Men heeft een dak boven het
hoofd, dat is het andere en verder is er
weinig belangrijks na een nacht van
angst en kou.
In Papendrecht verdronk een baby
van negen maanden uit het gezin Kraal.
Voorts is in Sliedrecht een 83-jarige
vrouw dood in haar Dijkhuisje aange
troffen, Waarschijnlijk is zij door de
vloed overvallen en kon zij van haar
bovenkamertje niet tijdig verdwijnen.
Het staat v/el vast dat er in de hele
Alblasserwaard tienduizenden mensen
dakloos zijn. Ook moet er veel vee een
droevig einde gevonden hebben in het
verraderlijke water. Maar het eigen
lijke moodgebied daar in de afgesloten
polders lag gisteravond nog te zeer
buiten het bereik van de buitenwereld
om er, althans in Papendrecht, be
trouwbare gegevens over te kunnen
krijgen.
Tussen Gouda en Gouderak werd
aller ijl bet vee over de dijk
geëvacueerd.
niet beschikbaar. De spoorbaan Dor-
drecht-Moerdijk is totaal ondermijnd,
de masten van de electrische bovenlei
ding zakken weg. Ook de spoorweg
naar Sliedrecht is in desolate toestand
gekomen.
Ernstige gevolgen voor Dordrecht en
Dubbeldam zou het doorbreken van de
Noordendijk hebben, die reeds op en
kele plaatsen is gescheurd. Het onder
lopen van Dubbeldam zx>u onherroepe
lijk op deze dijkbreuk volgen en de
weg naar het Z.O.-deel van Dordrecht
voor het water vrijmaken.
De Sl'.edrechtse polder en de nieuwe
Stad'S'polder zijn ondergelopen, de weg
naar de Wedepolder (waar de nieuwe
electrische centrale van Dordrecht
staat) wordt ernstig bedreigd. „De
Staart", de industriewijk van Dor
drecht staat blank.
Zou de Wieldrechtse Zeedijk bij
„Tweede Tol" doorbréken, en dat ge
vaar is niet denkbeeldig, dan nadert
het water ook Dordrecht van de Zuid
zijde, Tot op dit ogenblik wordt de stad
van het Westen en het Noorden uit
door het water overlast aangedaan.
De binnenstad heeft blank gestaan,
doch droogde Zondag in de namiddag
op.
In Willemsdorp, bij de Moerdijkbruig,
zijn enige gezinnen totaal geïsoleerd.
In de vroege morgen van Zondag is
op de Rijksweg 16, d'ie evenals de hier
mede parallel lopende spoorbaan onder
water staat, een automobilist naar alle
waarschijnlijkheid door het water ver
rast en omgekomen. Dit vertelde een
lifter, die niet verder met zijn helper
uit de nood mee durfde gaan.
In de Biesboschipolder is veel vee
omgekomen. Langs de onder water
staande wegen liggen cadavers van
koeien en paarden en van klein vee.
Er is geen dijk meer op het Eiland
van Dordrecht, die betrouwbaar blijkt.
In Dubbeldam zijn houten noodwonin
gen door het water meegesleurd. De
schade is niet te overzien in deze
streken.
PRINS BERNHAKD:
„Dit is verschrikkelijk nieuws", riep
prins Bernhard uit, toen hij Zondag
van Ass. Press vernam, welk een ramp
zijn land had getroffen.
De Prins verklaarde, nog geen offi
cieel bericht uit Nederland over de
ramp te hebben ontvangen. „Dit is
wel het ergste wat had kunnen gebeu
ren", zei hij, „juist nu Nederland er
weer boven op kwam en op eigen
benen kon staan. Het verlies aan men
senlevens maakt het nog erger. Zoals
u weet had Nederland juist aan de
Amerikaanse regering medegedeeld,
dat het geen economische hulp meer
nodig had en nu gebeurt deze ramp.
Nederland heeft altijd tegen het water
moeten vechten, zijn hele geschiedenis
door. Wij zullen ook dit onheil bestrij
den en het te boven komen, zoals we
in het verleden altijd hebben gedaan".
De Prins zeide zeer dankbaar te zijn
voor de door de Ver. Staten aange
boden hulp. „Dat is altijd gebeurd, als
zich ergens een nationale ramp voor
deed", verklaarde hij, „en Nederland
heeft eveneens altijd hulp geboden als
een ander land in een dergelijke si
tuatie verkeei-de. U zult u herinneren,
dat de Koningin de Ver. Staten een
persoonlijke gift zond toen het land
werd getroffen door de overstromin
gen van de Missouri en de Mississippi.
Zoals andere mensen zijn wij altijd
dankbaar voor persoonlijke giften in
een tijd van nationaal onheil".
De Prins verklaarde, nog niet te
hebben overwogen, veranderingen te
brengen in zijn plannen.
„Ik zal doen wat de regering en de
Koningin van mij verlangen", zei hij.