Tientallen schepen op Noordzee zonden S.O.S.-seinen uit Kritieke situatie op eiland v. Dordrecht Storm gaf de redders handen vol werk GRIEP MOED, VAKMANSCHAP, VOLHARDING Drie oorzaken- 3£2r5 cUlotitied Polder Biesboscli geëvacueerd AUTOMOBILIST VERDRONKEN? Sombere tocht door Alblasserwaard BOVEN HET GRAUWE WATER STRAALDE HIER EN DAAR EEN LICHTJE Zandzakken, klinkers en balen stro ter bescherming „Verschrikkelijk nieuws" MAANDAG 2 FEBRUARI 1953 TROUW (Van onze speciale verslaggever). Even hevig als op het vasteland teistert de storm de mensen op zee. Sinds Zaterdagavond bevinden zich tientallen schepen in nood, reddingboten varen onophoudelijk uit, sleepboten en bergingsboten wagen zich onder levensgevaar op de woedende baren om gehoor te geven aan noodseinen van schepen. Het Nederlandse zeemanschap heeft in de afgelopen 48 uur welhaast ongelofelijke staaltjes van moed, vakmanschap en doorzettingsvermogen te zien gegeven. Zaterdagnacht om drie uur lag de sleepboot „Holland" met haar honderden paardekrachten reeds onder stoom, klaar om op het serste het beste noodsignaal zee te kiezen. Het noodsein kwam van het Indiase vrachtschip „J a 1 a K e t u"', dat op 80 mijl ten Westen van Terschelling met een defecte stuurinrichting en een weggesla gen bakboordanker lag te worstelen met de onstuimige zee. Enkele seconden later reeds stoof de „Holland" de haven van West-Ter schelling uit, kapitein Doeksen op de met schuim bespatte brug en marconist Van Brakel aan de sterke zender. „Wij komen", was het verlossende bericht, dat hij de Indiase vrachtvaarder seinen kon. Gistermiddag hebben wij raddotele- fonisch contact gehad met de „Holland". De tweede marconist vertelde ons, dat de „Jala Ketu", en vrachtboot van 7180 ton en afkomstig uit Bombay, Zondag morgen om halifizeven eindelijk was vastgemaakt na een van de zwaarste gevechten, die de mens ooit tegen de zee heeft geleverd. „We varen uiterst langzaam langs de kust in de richting van Rotterdam", deelde de marconist ons laconiek mede. Toch nog gered In de nacht van Zaterdag op Zondag voltrok zich rond de 175 ton metende kustvaarder „E 1 i s a b e t h" bijna een ramp welke ter elfder ure echter nog voorkomen kon worden. Het scheepje, dat uit Groningen met een lading aard appelmeel op weg was naar Londen, geraakte voor de kust ter hoogte van Texiheide (Monster) in nood. Het schip kwam vast te zitten en kon niet bereikt worden door de gealarmeerde redding boot. Evenmin bleek het mogelijk om een reddinglijn over te schieten. De bemann.ng beleefde enkele zware uren. Er was geen ontkomen aan, zo scheen het. Toen waagden twee opvarenden zich ten einde raad met zwemvesten aan in de kokende zee en zij wisten wonder boven wonder de vaate wal te bereiken, waar de bevolking vol ang stige spanning stond te kijken. Wat later wist ook een derde lid van de be manning de wal te bereiken. Alleen de 63-jarige schipper J. Jonkers was toen hog aan boord en zijn toestand was zeer irnstig. Dank zij de opofferende hel denmoed van een inwoner van Terhei- de, die zich te water begaf, wist kapi tein Jonkers ten slotte echter ook de Veilige wal te bereiken. De bemanning Werd ondergebracht in een café, waar een arts aanwezig was en goedgeefse lieden de mensen van droge, warme kleren voorzagen. Het schip zit n°S vast op het strand. Sleepboot vergaan De sleepboot van de Internationale Sleepdienst Smit Co,, „Scheld is in de nacht van Zaterdag op Zondag in de Nieuwe Waterweg op een strek dam gesmeten en vergaan. De „Schel de" wilde hulp verlenen aan de „P r i n- ses Beatrix" van de Mij. Zeeland, die wegens de gierende storm niet aan de steigers kon komen. Onmiddellijk na het vergaan van de „Schelde" liep de reddingboot „President Jan Leis" uit de haven van Hoek van Holland uit en nam de bemanning van de sleep boot over. Het lichtschip „Goere e", dat ter hoogte van IJmuiden in zee ligt heeft het ook zwaar te verduren gehad. Za terdagavond sloeg een grote waakboei los en Zondag ontstond er tijdens een vloedgolf enorme schade aan boord en dreef het lichtschip enkele mijlen af. De stuurhut werd geheel ingedrukt. Steeds meer noodseinen Deloodsdiensten werden in de loop van Zaterdagnacht bijna alle ge staakt. Het aantal schepen, dat in nood verkeert, liep Zondag met het uur op. Van tientallen schepen kwam een op roep om hulp van reddingboot of sleep boot. Het Engelse stoomschip „S e a- brook" maakte water ter hoogte van Hoek van Holland, het Duitse s.s. „H a- rold Ottens" vroeg Zondag zeer dringend sleepboothulp omdat het stuurloos ronddreef, de zandzuiger „A h o y", die een ligplaats had gezocht in de haven van Hoek van Holland, liep ernstige schade op door het botsen tegen de kademuur, de reddingboot „Prins Hendrik" is uitgevaren om hulp te verlenen aan het Zweedse schip „Virgo", dat gestrand is tus sen Vlieland en Texel, bij Vlissingen liep het Belgische schip „Luxe m- b o u r g" aan de grond en kreeg assis tentie van de sleepboot „M a a s" uit Vlissingen. De reddingboot Brandaris voer Zaterdagnacht uit om hulp te verlenen aan de Duitse sleepboot „G u 1 o s e n- fjord'". De sleepboot had de tank- lidhter „Oder" op sleeptouw en ver loor op circa vijftien kilometer van Texel deze sleep. Aan boord van de „Oder" bevonden zich vijf runners en hun leven liep onmiddellijk gevaar om dat indien de „Oder" op de verrader lijke gronden zou slaan schip en be manning moesten worden opgegeven. De sleepboot verloor ten Slotte de „Oder" uit het gezicht en raakte zelf in de zware grondzeeën in moeilijkhe den en kon geen koers houden. Later herstelde zich de toestand aan boord van de sleper en werd hij weer be stuurbaar. Kotter gestrand Zaterdagavond omstreeks zes uur strandde tussen Noordwijk en Katwijk de kotter „Ouddorp 17". Het scheep je werd hoog op het strand geworpen en een ploeg van de Noordwijkse i dinigboot onder leiding van schipper Jan van de Niet reed onmiddellijk per vrachtauto over het strand de kotter t.e huiip. De redder C. van der Berg begaf zich met een lijn in zee en wist met bo venmenselijke inspanning aan boord van de kotter te komen. Hij trof in het logies drie leden van de bemanning aan. Zij namen de situatie nogal kalm op en weigerden van boord te gaan, hoewel in de loop van Zondag het scheepje met elke golfslag verder in de richting van Noordwijk afdreef. Zon dagavond ten slotte werd de toestand voor de drie opvarenden onhoudbaar en gingen zij van boord. Er werd ge vreesd, dat het scheepje bij hoog water te pletter zou slaan. Bij IJmuiden Zondagmorgen vroeg werden nood seinen opgevangen van het Deense stoomschip „Anne Tor m", dat op 120 mijl ten Noorden van IJmuiden in nood verkeerde. Het Nederlandse s.s. „Kota Agoeng" is het schip te hulp gesneld. Het Nederlandse tankschip „Ti ba" (5239 ton), dat van Zud-Ame- rika naar Rotterdam onderweg was, heeft dringend sleepboothulp ge vraagd. De roerqu.adrant was gebro ken. De Deense kustvaarder „Am- m a m" geraakte Zendag stuurloos en dreef in snel tempo af in de richting Hoek van Holland. Sleepbootassistentie was dringend nodig. Op ongeveer 7 km ten Zuiden van Zand voort gaf de Duitse tankboot „J u- 1 i u s Rutgers" Zondagmorgen voor de eerste maal noodsignalen en hét is tekenend voor het vreselijke geweld van de zee, dat enige uren later reeds gemeld kon worden, dat dit 853 ton metende schip ter hoogte van Noord wijk hoog op het strand terecht was gekomen. De bemann'mg blijft aan boord en alles is wel Fin in gevaar Zaterdagavond voer de reddingboot „Maria Cornelia Blanken hei j m" onder schipper Jan Minneboo uit Vere uit om assistentie te verlenen aan het Finse schip „B o r e VI", dat bij Schouwen was vastgelopen. Even latei- koos ook de reddingboot „Koningin Wilhelmina'1 uit Stellendam zee, doch deze kon het schip niet bereiken en moest terugkeren. De „Maria Corne lia" keerde na een wanhopige strijd met de golven eveneens terug nadat de machinist bewusteloos was geraakt. Men was van plan om Zondagavond weer uit te varen, doch gelukkig was het niet meer nodig, De „B o r e" wist op eigen kracht los te komen. Franka'in nood Ook de opvarenden van de Neder landse kustvaarder „F ranka 2" heb ben moeilijke uren meegemaakt. Zon dagmorgen verkeerde het schip bij Tei- sohellingerbank in nood en de beman ning maakte zich in afwachting van de komst van de reddingboot reeds klaar om het schip te verlaten. De redding boot „Insuli nd e" voer onmiddellijk uit, doch de situatie was dermate be nard, dat het er veel op leek, dat het schip met man en muis zou vergaan. Het schip was met een lading pek on derweg en vermoedelijk is de lading gaan schuiven. Verdere bijzonderheden ontbreken, doch wel werd Zondag een bericht ontvangen, dat alles wel aan boord was en het schip weer opstoomde naar Delfzijl. Vermoedelijk is het op eigen kracht losgekomen. De Panamese tanker „B arbara A n n" vroeg assistentie en kreeg hulp van het Britse stoomschip „Norri- s i a" ter hoogte van Hoek van Holland, waar het schip Zaterdag reeds had w 1- len binnenlopen. Door het slechte weer kon de tanker echter geen sleepboot- assistentie krijigen en wilde op open zee rustiger weer afwachten. Van ihet Russische stoomschip „E n i- s e i" werden berichten opgevangen, dat het zich op 30 mij>l ten Westen van Den Helder in nood bevond, het Britse sChiip „S e 1 b y" kwam in nood ten Westen van Terschelling doordat de la ding ging schuiven en kreeg assistent e van het Zweedse vaartuig „Suecci a". Niet alleen aan de kust, ook op het binnenwater heeft het gespookt tijdens het weekeinde. Vier schepen, die in de Ketelmond nabij Kampen voor anker lagen, sloegen los en raakten op drift. Zii liepen alle vier op pieren In de Ketelmond. Het Franse stoomschp „Carthage", dat voor de kust bij IJmuiden op drift raakte, verzocht gisteravond dringend om sleepboothulp. Het verloor eerst een anker en later raakte dé stuurin richting defect. Het schip ging voor anker op het enig-overgebleven anker. Het Duitse schip „Industrie", dat even eens stuurloos op de Noordzee drijft, seinde gisteren tegen de avond dat het in zicht was van Hoek van Holland. Het kreeg sleepboothulp. De redding boot „Neeltje Jacoba" verliet gister avond de haven van IJmuiden om asss- tentie te verlenen aan de „Patave", die zich ter hoogte van Noordwijk in moei lijkheden bevindt. Nadere bijzonderhe den ontbreken nog. 1 Een der hoofdingenieurs van de Rijkswaterstaat- heeft de watersnood toegeschreven aan de volgende drie factoren: 1. Het tijdstip van het hoge water2. de hoogte van het getij, dat springtij was in verbarui met de nieuwe maan3. de wind kracht en de windrichting. Aan drie kust-stationsnl. Hoek van Holland, IJmuiden en Harlingen, werden de hoogste waterstanden genoteerd, die sinds een eeuw zijn opgetreden. In 1894 was de hoogste stand in Hoek van Holland 3,28 meter, terwijl deze thans 3,40 meter is. Te IJmuiden was in hetzelfde jaar de hoogste stand 3,68 meter en thans -3,85. In Harlingen was in 1936 de hoogste stand 3,19 meter en thans 3,68 meter. Advertentie) .nd. n,°nd- aangenaam van smaaK. Neem tijdig Diesel-hulptrein Een ledig dieseltreinstel der Ned. Spoorwegen is van Roosendaal naar Zevenbergen gezonden om vluchtelin gen te halen. Zij zullen in de wacht kamers te Roosendaal worden onder gebracht. Deze N.S.-wachtkamers zijn voor dit doel in beslag genomen. Waar eens het vee rustig graas de, staat nu een rusteloze zee. Boerderijen werden door het\ water verzwolgen. Koeien en var-\ kens vonden in de ondergelopen stallen een tragische verdrinA kingsdood. (Van onze correspondent). Gistermiddag was de toestand op het Eiland van Dordrecht kritiek. De belangrijkste dijk, de Wicldrechtse Zeedijk beschermt het eiland nog tegen het water van de Dordtse Kil, het Hollands Diep en de Nieuwe Merwede, maar de polder voor deze dijk, bewaakt door de buitendijk, staat onder water over een oppervlakte van een derde van het eiland. De polder de Biesbosch, de trots van Dordrecht, die ook voor de Wieldrechtse Zeedijk ligt en door de Zuidwestelijke dijk, de Zuide lijke dijk en de Oostelijke dijk wordt beschermd, loopt ernstig gevaar. Op deze punten zijn de dijken uitermate zwak. De Biesbosch is geëvacueerd. Militairen hebben de bewoners ge holpen bij het bergen van leven, haven en goed, voor zover dat kon. Men is hier er van overtuigd, dat bij aanhou dende of terugkerende storm de polder verloren zal gaan. Doch men heeft het maar opgegeven, want dijkwachten zijn (Van een onzer verslaggevers) De avond is gevallen als we van Utrecht uit de Alblasserwaard binnenrijden. De grote autoweg blijkt al te zijn gestremd. Vlak voor Sliedrecht is een groot gat in het betonnen wegdek geslagen, waar het water vrij spel heeft en steeds dieper het zand wegvreet. Boven het grauwe water, dat links en rechts de polders overdekt, straalt hier en daar een klein lichtje: het enige teken van leven, dat de weinige mensen, die op hun zolderverdieping het nog een tijdje in hun woning denken uit te houden, de buitenwereld geven. omheen heeft afgespeeld. Alle mensen zijn geëvacueerd en van slachtoffers Vrijwel alle bewoners van deze vruchtbare polders hebben echter have en goed moeten verlaten. Nog gister avond was men bezig het vee in vei ligheid te brengen. Bij honderden suk kelen de schonkige beesten over de dijk, niets begrijpend' van hetgeen hun begeleiders met een stok zwaaiend hun trachten duidelijk te maken. Langs de Hogedijk, die van Gorin- chem tot bij Rotterdam de polder om sloten houdt, staan de bewoners bij groepjes bijeen. Elke keer als we met hen in gesprek komen zijn de geruch ten weer anders. De sombere voor spelling, dat ergens tussen Gorcum en Giessendam de dijk doorbroken is, wordt echter gelukkig niet bewaar heid. Wel zien we op vele plaatsen dat balen stro, zandzakken en klin kers bedreigde plekken moeten be schermen, doch eerst op de grens van Sliedrecht en Papendrécht, waar zich het silhouet van de gasfabriek tegen de donkere regenlucht aftekent, ma ken we met de eerste dijkdoorbraak kennis. We redden het! „Hier redden we het wel weer", zegt een van de mannen, die de gehele dag in touw zijn geweest om mede te helpen dat doel te bereiken. In het onderge spoten land had het opdringende Mer- wedewater een gemakkelijke door gang gevonden. Nog steeds sijpelt het water schuimend door de opgeworpen barrières, maar vergeleken met het gat dat enige kilometers verder, in de Noordhoek van Papendrecht in de dijk is geslagen, en waar men reeds de vo rige nacht de strijd tegen het opdrin gende water heeft moeten opgeven, telt deze breuk nauwelijks meer mee. Het moeten angstige uren zijn ge weest, daar aan de Hogedijk. op de rand van de Alblasserwaard. Nu is de bevolking wel veilig. Althans voor zo ver men het hier weet. Eigenlijis het niet veel, dat men weet over hetgeen zich in de polder, in plaatsen als Oud Alblas, Bleskensgraaf, Wijngaarden, Molenaarsgraaf en de gehucnien daar- heeft men gelukkig niet gehoord. Maar telefonische verbinding heeft men met de omgeving niet meer, zodat het meestal slechts geruchten zijn. wellke men elkaar oververteld. Maar des te nauwer i® men hier in Papendrecht betrokken geweest bij de nachtelijke strijd tegen het water, dat op een nederlaag voor de zwoegende mannen is uitgelopen. Duizenden zandzakken In het bedrijfskanfoor van de firma Dekker zit de staf, die de werkzaam heden heeft geleid. Met driehonderd man zijn ze in de late avond van Za terdag al begonnen op de gevaarlijke plek. Zandzakken zijn er bij duizenden geeligd, maar de dijk bleef „werken". Het werd steeds gevaarlijker door de wild-overslaande golven en zelfs ach ter hun stevige muur van zand en steen bleven de mannen niet meer veilig. Maar er is doorgeploeterd, tot om kwart over drie de doorbraak kwam. Over een lengte van zestig meter ongeveer sloeg de ondermijnde wal weg en met kolkend geweid stort te zich de vloed van het water uit de Noord zich in de Alblasserwaard. Toen was het verkeken. Dat wisten de waterbouwkundigen van Visser en Smit en van Dekker, dat wist ook de technisch ambtenaar van het hoog heemraadschap, de heer Vermeulen. Maar het ging om duizenden die dak loos zouden worden en dus moest met alle macht doorgewerkt worden, om de 'breuk tooh maar zo klein mogelijk te houden. Des te meer tijd zou er zijn voor de evacuatie. De randen van het gat werden daarom verstevigd met zeilen en met steen, met zand en zin kers. De werkers aan de polderrand heb ben daar althans dit succes mee be haald, dat vrijwel alles in veiligheid kon worden gebracht. Burgemeestêr Keizer van Papendrecht vertelt daar met voldoening over, Zaterdagnacht om twaalf uur had den in de Waard al sirenes geloeid en klokken geluid, zodat de meeste be woners op de hoogte waren en hun eerste maatregelen hadden genomen. Men was al begonnen met het vee transport en de families zaten overal boven, toen het water kwam, veilig althans voor het eerste gevaar. In koortsachtige haast is er gewerkt. Een flink deel van de morgen heeft men er voor nodig gehad om alle men sen uit hun benarde posities te halen. Dikwijls ging dat lang niet zonder ri sico. Met bewondering vermeldt bur gemeester Keizer het optreden van de Dordtse geniesoldaten, die met kano's de laatste mensen van het viaduct in de weg Oud-AlblasserwaardPapen drecht hebben gehaald. Voor zover men gisteravond kon na gaan is geen van de helpers een onge val overkomen. Wel zijn er enkelen vermist, maar er bestaat redelijke kans, dat zij aan de andere kant van het gat zijn beland. De huizen op de Papendreohtse dijk zijn dicht bevolkt. Ieder heeft er wel een of meer gezinnen bij. Men schuift maar wat op en des nachts behelpt men zich met een enkele deken, een jas of een paar stoelen. Wat in de hui zen niet meer geborgen kon worden, zit in de cantine van Avillanda, waar de Rede Kruiscommandant, de heer Viveen, met het fabriekspersoneel, zijn gasten zo goed mogelijk verzorgt. Zo goed- mogelijk, want, veel normaals is uitgevallen. Petroleumpitjes zijn in een deel van Papendrecht de enige verlichting. Gas is er niet en drinkwater ont breekt eveneens. Maar men leeft. Dat is een, Men heeft een dak boven het hoofd, dat is het andere en verder is er weinig belangrijks na een nacht van angst en kou. In Papendrecht verdronk een baby van negen maanden uit het gezin Kraal. Voorts is in Sliedrecht een 83-jarige vrouw dood in haar Dijkhuisje aange troffen, Waarschijnlijk is zij door de vloed overvallen en kon zij van haar bovenkamertje niet tijdig verdwijnen. Het staat v/el vast dat er in de hele Alblasserwaard tienduizenden mensen dakloos zijn. Ook moet er veel vee een droevig einde gevonden hebben in het verraderlijke water. Maar het eigen lijke moodgebied daar in de afgesloten polders lag gisteravond nog te zeer buiten het bereik van de buitenwereld om er, althans in Papendrecht, be trouwbare gegevens over te kunnen krijgen. Tussen Gouda en Gouderak werd aller ijl bet vee over de dijk geëvacueerd. niet beschikbaar. De spoorbaan Dor- drecht-Moerdijk is totaal ondermijnd, de masten van de electrische bovenlei ding zakken weg. Ook de spoorweg naar Sliedrecht is in desolate toestand gekomen. Ernstige gevolgen voor Dordrecht en Dubbeldam zou het doorbreken van de Noordendijk hebben, die reeds op en kele plaatsen is gescheurd. Het onder lopen van Dubbeldam zx>u onherroepe lijk op deze dijkbreuk volgen en de weg naar het Z.O.-deel van Dordrecht voor het water vrijmaken. De Sl'.edrechtse polder en de nieuwe Stad'S'polder zijn ondergelopen, de weg naar de Wedepolder (waar de nieuwe electrische centrale van Dordrecht staat) wordt ernstig bedreigd. „De Staart", de industriewijk van Dor drecht staat blank. Zou de Wieldrechtse Zeedijk bij „Tweede Tol" doorbréken, en dat ge vaar is niet denkbeeldig, dan nadert het water ook Dordrecht van de Zuid zijde, Tot op dit ogenblik wordt de stad van het Westen en het Noorden uit door het water overlast aangedaan. De binnenstad heeft blank gestaan, doch droogde Zondag in de namiddag op. In Willemsdorp, bij de Moerdijkbruig, zijn enige gezinnen totaal geïsoleerd. In de vroege morgen van Zondag is op de Rijksweg 16, d'ie evenals de hier mede parallel lopende spoorbaan onder water staat, een automobilist naar alle waarschijnlijkheid door het water ver rast en omgekomen. Dit vertelde een lifter, die niet verder met zijn helper uit de nood mee durfde gaan. In de Biesboschipolder is veel vee omgekomen. Langs de onder water staande wegen liggen cadavers van koeien en paarden en van klein vee. Er is geen dijk meer op het Eiland van Dordrecht, die betrouwbaar blijkt. In Dubbeldam zijn houten noodwonin gen door het water meegesleurd. De schade is niet te overzien in deze streken. PRINS BERNHAKD: „Dit is verschrikkelijk nieuws", riep prins Bernhard uit, toen hij Zondag van Ass. Press vernam, welk een ramp zijn land had getroffen. De Prins verklaarde, nog geen offi cieel bericht uit Nederland over de ramp te hebben ontvangen. „Dit is wel het ergste wat had kunnen gebeu ren", zei hij, „juist nu Nederland er weer boven op kwam en op eigen benen kon staan. Het verlies aan men senlevens maakt het nog erger. Zoals u weet had Nederland juist aan de Amerikaanse regering medegedeeld, dat het geen economische hulp meer nodig had en nu gebeurt deze ramp. Nederland heeft altijd tegen het water moeten vechten, zijn hele geschiedenis door. Wij zullen ook dit onheil bestrij den en het te boven komen, zoals we in het verleden altijd hebben gedaan". De Prins zeide zeer dankbaar te zijn voor de door de Ver. Staten aange boden hulp. „Dat is altijd gebeurd, als zich ergens een nationale ramp voor deed", verklaarde hij, „en Nederland heeft eveneens altijd hulp geboden als een ander land in een dergelijke si tuatie verkeei-de. U zult u herinneren, dat de Koningin de Ver. Staten een persoonlijke gift zond toen het land werd getroffen door de overstromin gen van de Missouri en de Mississippi. Zoals andere mensen zijn wij altijd dankbaar voor persoonlijke giften in een tijd van nationaal onheil". De Prins verklaarde, nog niet te hebben overwogen, veranderingen te brengen in zijn plannen. „Ik zal doen wat de regering en de Koningin van mij verlangen", zei hij.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3