Op zoek naar overlevenden Ogenschijnlijk heeft een kanaal geen zin meer, maar schepen moeten i.v.m. AJf.P. (Luchtfoto) de diepgang toch de weg tussen de dijken houden. Een overzicht van de ramp, die Schouwen tot het zwaarst getroffen gebied AKEFO (LuchtfoSal maakte. Uren heeft men op de «kken de redding afgewacht 4" Een dijkbreuk, een volkomen willekeurige. Er zijn honderden van die gaten te dichten. L.U.VA E. v. Wijk Een bewoner heeft zich kunnen redden in een roeiboot. Het kinderbedje staat nog op de bovenste verdieping, maar wie zal zeggen waar het kind is? Fantastisch vlot Ondergelopen dorp op Schouwen-Duiveland AJJJ>.-LUCHTFOTO HET schrijnende leed, dat het water het element, dat reeds eeuwen geleden Nederland een belangrijke plaats in de we reld gaf in enkele uren tijds over een groot deel van datzelfde land bracht, is onbeschrijfelijk. Hoe vertrouwenwekkend schenen de dijken, die de Zeeuwse en Zuid- Hollandse eilanden kortelings nog beschermden. Vele, vele jaren leek het, dat de mens de oer krachten van het water had over wonnen. Met trots bezag hij de stoere waterkeringen, geklonken uit klei, rijshout en basalt. On overwinnelijk leken de machtige lichamen, die knappe ingenieurs nauwkeurig hadden berekend. De mens vertrouwde op eigen kracht en eigen kunnen. Maar thans, hoe nietig zijn wij geworden nu tomeloze natuur krachten zijn losgebarsten in een donkere nacht. Hoe klein zijn wij gebleken, hoe onmachtig en dom vergeleken bij het allesvernie tigende en meesleurende water. Wij hebben de orkaankracht gevoeld en velen van ons hebben het medogenloze water aan schouwd. Luctor et Emergo, de spreuk in het Zeeuwse wapen, spreekt nu tot ons in zijn volle betekenis. Nederland heeft altijd moeten worstelen om aan de kracht van het water te ontkomen. Door alle eeuwen heen hebben wij op de bres moeten staan om onze vijand, waar dat nodig was, te keren. Wij beseften nauwelijks, dat telkens weer, in het Noorden of in het Zuiden, mannen paraat stonden om de gaten te dichten. Het werd snel vergeten: er waren zoveel andere zaken, die ons ster ker roerden. Hevig was de schok, toen in de oorlog Walcheren tenonder dreig de te gaan. Opnieuw staan wij nu verschrikt en zien de gaten, bij honderden. Het water is gekomen als nooit Vevoren. Nu zijn wij stil geworden en wij hebben de angst over ons voelen komen. De stoere dijken zijn niet meer en het water heeft bezit van het land genomen. Maar het duurde niet lang, de wil tot daden maakte zich van ons meester. Zonder bevel, zonder op roep hebben duizenden zich naar de plaats van de ramp gespoed. Toen is de strijd begonnen, een titanenstrijd met als wapens schoppen, zandzakken en onze spieren. Het Luctor et Emergo is harde werkelijkheid geworden. De worsteling is gigantisch. Maar aan de einder zien wij reeds de overwinning. Wij betreuren de doden en alle slachtoffers. Maar de dijken zullen weer dichtkomen, het land zal weer worden droog gelegd en over enige tijd zal het gewas weer wuiven in de wind, zal het vee weer grazen, zullen de woningen en boerderijen hersteld en weer opgebouwd zyn. Dat is de menselijke kracht. Soms moeten wij wijken, maar verliezer blijven wij nooit!!

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2