De Bruiningse Polder, overstroomd door uit de Nassaupolder afkomstig water.
Gezicht vanaf de Koekoekse dijk met op de achtergrond de Suikerfabriek en
Suikerentrepöt der V.C.S. Zevenbergen.
Gezicht op Moerdijkbruggen vanaf de weg Zevenb. Hoek naar Moerdijk-dorp.
In 1940 kwam de bevolking terecht in een bezettingsperio
de. Na 1944 was er een groot tekort aan allerlei levensbe
hoeften.
Het verschil tussen mijn en dijn was door de oorlogsjaren
vervaagd. Vreemde troepen hielden zich in ons land nog op.
Thans heerst in Nederland, in verhouding tot vele andere
landen welvaart, en uit deze welvaart is met gulle hand ge
geven.
Al die achtergebleven mannen, wier vrouwen en kinderen
naar andere oorden waren vertrokken, en die van eten wel,
maar van koken geen verstand hadden, moesten geholpen wor
den. De burgers, die behulpzaam waren bij de opruimwerk-
zaamheden, de studenten en padvinders, die hun diensten had
den aangeboden, zij allen moesten voeding en nachtverblijf
hebben.
Een gehele organisatie was hiervoor nodig. Eetwaren moes
ten worden ingezameld of gekocht, ruimten moesten gezocht
en ingericht worden, dames moesten geworven worden om het
eten te bereiden, uit te delen en de vaat te wassen. Slaapge
legenheden dienden in gereedheid gebracht te worden. Con
trole op de slapers was noodzakelijk, want uit alle delen van
het land waren vrijwilligers op komen dagen. Huishoudscho
len, zusterkloosters, Roode Kruiscolonnes, Leger des Heils en
honderden mannen en vrouwen verzorgden dit deel van de
menselijke behoeften. Het was dikwijls een genot al die man
nen aan de dijken, in de koude van de Februari-winterdag,
hun handen geklemd te zien om een hete kop koffie of in
groepjes bijeengehokt om de dampende stamppot te zien eten.
Hier en daar stagneerde het wel eens en dit toverde enkele
rimpels op de toch al zorgvolle hoofden van de leiders, doch
één woord was weer voldoende om de machine in rechte spo
ren te trekken.
Algemeen werden de overheidsmaatregelen aanvaard. Men
wist, dat onmiddellijk optreden en ingrijpen van het grootste
belang waren. Een veelhoofdige leiding kon alleen maar ver
warring geven. Was het daarom niet vanzelfsprekend, dat
alle draden samenliepen op het gemeentehuis, van waaruit de
burgemeesters met een staf van deskundige medewerkers, lei
ding gaven aan de te treffen maatregelen?
Als men in die dagen de raadhuizen bezocht, leek het soms
wel een heksenketel. Iedereen kwam er terecht, die iets wilde
weten over familieleden of over zijn eigendommen. Ook aan
nieuwsgierigen was geen gebrek.
In zulk een tijd blijkt temeer, dat het raadhuis het middel
punt is van het gemeenschapsleven waarvan alles verwacht
wordt en dat daardoor een grote verantwoordelijkheid op zich
moet nemen.
Het moge gezegd worden, dat de Burgemeesters zich allen
uitstekend van hun taak gekweten hebben. De bevolking kan
hiervoor niet dankbaar genoeg zijn.
De bevoegdheden van de Burgemeesters waren groot en hoe
Een stevig maal en enige rust is wel allernoodzakelijkst
bij hun zware arbeid.
deze precies omschreven zouden moeten worden, valt moeilijk
te zeggen. Deze gezagsdragers hebben in geval van nood grote
bevoegdheden, doch het meest aantrekkelijke in deze noodtoe
stand is geweest, dat niemand zich daarover het hoofd druk
heeft gemaakt. Wel moest hier en daar streng worden opge
treden, maar tot moeilijkheden heeft dit geen aanleiding ge
geven. Zoals bij elke ramp moeten bepaalde rechtsvoorschrif
ten uitgevaardigd worden.
Zo werden voorschriften vastgesteld over het bezoeken van
de ondergelopen gebieden en die delen van de gemeenten,
welke door de bevolking verlaten waren. Ook werd, ter voor
koming van besmetting, het verwijderen van honden en kat
ten op de openbare wegen gelast. De grote hoeveelheden aan
gespoelde voorwerpen noodzaakte tot het verbieden van weg
halen van deze goederen of zich in de nabijheid ophouden van
die gebieden, waar goederen aangespoeld waren.
Een enkele maal moesten hand- en spandienstenverordenin
gen toegepast worden.
In dit hele samenstel van voorschriften, maatregelen enz.
had de pers een werkzaam aandeel. Door haar goede voor
lichting in het gehele gebied van Noord-Brabant bleven de
bewoners zelf en de afgevoerde bevolking op de hoogte van
hetgeen zich in en rond het water afspeelde. Critiek werd zo
nodig geleverd, doch laster werd scherp tegengesproken en
verkeerde voorstellingen werden recht gezet.
Een der Burgemeesters merkte, tijdens onze tocht op: „Er
is en wordt prettig gewerkt. Het idee, dat wij voor de be
volking" veel kunnen doen en ook veel kunnen bereiken beloont
reeds alle zorg en alle moeite, welke wij wekenlang hebben
gehad. Het sterkt ons in onze taak om tot een spoedige her
opbouw van de getroffen gebieden te komen."
In het bestuur werden de burgemeesters bijgestaan door de
wethouders, die in de kerkdorpen de regeling van de zaken op
zich namen of zich met andere sociale taken inlieten. De
raadsleden hielpen zoveel in hun vermogen was en stonden
de bevolking in al hun moeilijkheden ter zijde.
De gevolgen van de ramp zijn voor velen catastrophaal.
Het landbouwconsulentschap zette zich vanaf de eerste dag in
om het probleem van de verzilting van de gronden te bestu
deren.
In 1944 heeft ook een groot deel van West-Brabant onder
water gestaan, doch de gevolgen waren toen minder erg dan
bij deze ramp. Even hard als de burgemeesters, de dijkgraven
van de polders en de provinciale Waterstaat, beijverde de
Landbouwconsulent zich om het land weer vrij te maken van
het water en de grote en moeilijke taak, die van de voorlich
ting, is hem opgedragen.
Het machinepark van de landbouwers werd met moeite uit
het water gesleept, doch zal, na deskundige behandeling, voor
een deel behouden kunnen blijven.
De middenstand is zwaar getroffen. Vele voorraden, die
aan bederf onderhevig zijn, zijn verloren gegaan en wat ovër
bleef is öf onbruikbaar öf zeer in waarde gedaald. Niet alleen
hebben deze mensen de lasten te dragen, doch daarbij komt,
dat hun omzet en afzet in vele gevallen sterk verminderd is
doordat een groot aantal woningen in hun werkgebied ver
woest is en van de andere woningen veel bewoners nog elders
verblijven.
Toch blijven ook deze pioniers niet bij de pakken neerzitten.
Tot aan de knieën staan zij in het water om van hun goede
ren te redden wat er te redden valt.
Hoe zal dit alles in een schade-regeling kunnen worden
vastgelegd? Zouden deze middenstanders weer in een hoek
komen, waar de zwaarste slagen vallen? Hoopvol ziet het
er niet voor hen uit. Enkele gemeentebesturen hebben reeds
contact gezocht met de middenstandsverenigingen om de om
vang van de ramp met de getroffenen te bespreken en na te
gaan wat in deze omstandigheden gedaan kan worden.
Wij wagen ons niet aan een becijfering van de geleden
schade. Deze laat zich niet schatten en de tijd zal hier uit
komst moeten geven. De schaden kunnen echter verkleind
worden als alles op alles gezet wordt om het herstel zo vlug
mogelijk aan te pakken.
Reeds na de eerste week namen de Burgemeesters maatre
gelen tot een terugkeer naar het gewone economische leven.
De arbeiders werden verzocht hun werk te hervatten. Vrij
willigers kregen gelegenheid naar huis terug te keren. Het
verkeer werd zoveel mogelijk hersteld waarbij spoorwegen en
busondernemingen hun uiterste best deden.
Door de kracht van het water was de verbinding met Zuid-
Holland over de Moerdijkbruggen uitgevallen, doordat in de
toegangswegen grote gaten geslagen waren, zodat het ver
keer naar het Noorden geleid moest worden over Keizersveer
en 's-Hertogenbosch.
Het dichtmaken van de dijken was een langzaam en moei
lijk werk. Het ontembare water liet zich steeds nog gelden.
Op enkele punten in de buitendijken heeft men de grote diepe
gaten willen dichten door het laten zinken van kleine schepen.
Niet altijd gelukte dit de eerste maal. Zo werd -nabij Willem
stad een 90-tons vaartuig, verzwaard en verstevigd met ijze
ren balken, waartussen steen en zandzakken, met dynamiet
tot zinken gebracht. Bij de eerstvolgende vloed werd schip
met inhoud weggeslagen en moest opnieuw een poging tot
dichting gedaan worden.
Na twee weken had men de binnendijken zover gedicht, dat
een eerste stoot van het buitenwater opgevangen kon worden.
Dit was de zogenaamde stoplijn, welke op onze kaart duidelijk
is aangegeven. Deze stoplijn is in de nacht van 15 op 16
Februari (de tweede springvloeddatum)door militairen en
polderbesturen bewaakt. Gelukkig was het weer kalm en
dreigde er geen enkel gevaar.
Het leegmaken van de polders geschiedt met gemalen, bij
geplaatste pompen en langs natuurlijke weg. De grote hoe
veelheden water in de polders noodzaakten dikwijls tot het
doorsteken van dijken en het maken van duikers waardoor
het- water in de buitenboezems afvloeide.
In dc ene polder vlugger en in de andere polder langzamer
komt de grond weer bloot en tonen de huizen de aangebrach
te schade. Hier en daar bestaan nog moeilijkheden bij de wa
terlozing. Sloten zijn dichtgespoeld, draineerbuizen werken
niet overal, duikers zitten verstopt en nabij de grote rijksweg
(hotel Brabant) naar het noorden is men reeds dagen
lang bezig om de onder de weg doorlopende duiker intact te
brengen om het water van de Bredase- en Elderenspolder be
ter te kunnen afvoeren. Ook de Royale polder moet geholpen
worden omdat door deze polders de verbindingsweg Zuid
Noord loopt en er alles op gezet wordt deze weg voor alle
verkeer zo vlug mogelijk in gebruik te nemen.
De moeilijkheden van het schoonmaken der woningen zijn
groot. De kleilaag, welke zich op vloeren, kleden, stoelen en
wanden heeft vastgezet is bijna niet te verwijderen. Door het
zoutgehalte werkt het water in op al deze artikelen. Bedrij
vig zijn de huismoeders (en in vele gevallen ook de mannen)
bezig hun jaarlijkse schoonmaak te combineren met deze rei
niging. Om hun taak te verlichten staan gezinsverzorgsters
gereed de helpende, hand te bieden.
De schade zelf is een zaak, welke de regering zich aange-
Amerikanen tijdens de maaltijd op de weg van
Zevenb. Hoek naar Moerdijk.
Onze Nederlandse militairen in actie aan de Lapdijk nabij Roodevaart. Beeld van verwoesting nabij Lochtenburg, Roodevaart.