Interieur woonhuis tegenover Café Buijs (zie foto
links) met ingedrukte binnenmuren, achtergevel ge
heel weggeslagen. Het nemen van deze foto was
niet zonder gevaar.
ke voor 95% als wrakhout alleen nog als kachelhout dienst
konden doen.
Prachtige hofsteden stonden tot de nok in het water en
toonden een triest beeld. Straten waren rivieren geworden,
waarin ducks een goede weg konden vinden om slachtoffers
te redden en huisraad in veiligheid te brengen.
Scholen en kerken waren tijdelijk onbruikbaar en proviso
risch werden godsdienstoefeningen gehouden; de schooljeugd
had vrijaf en amuseerde zich kinderlijk temidden van de el
lende en de bedrijvigheid van militairen en burgers.
Café Buijs, tegenover station Lage Zwaluwe, met een
totaal vernielde café-inventaris enz.
Vanaf twee uur tot ongeveer zes uur in de vroege morgen
van 1 Februari had het water een weg gezocht vanaf Moer
dijk langs de oude en nieuwe rijksweg en de daartussen lig
gende polders naar Zevenbergse Hoek nabij hotel Biestraten.
Over honderden meters waren ook hier buitendijken wegge
slagen en ontstond groot gevaar voor het gebied tussen de
Roode Vaart en Lage Zwaluwe. Nu eens langzaam dan weer
met snelle vaart liep het water landinwaarts.
De Burgemeester van Zevenbergen, de heer Schaminée
stelde zich, na het eerste bericht van het gevaar van de toe
stand op de hoogte. Vastgesteld werd, alhoewel de duister
nis alles aan het oog onttrok en berichten niet inkwamen, dat
het water reeds vanaf Lochtenburg tot aan de spoorlijn Ze
venbergse HoekMoerdijkbrug stond. Na enige tijd bleek
geen was van het water plaats te hebben en werden plannen
gemaakt om schotbalken op de spoorlijn aan te brengen,
waaraan men echter niet meer toekwam. Achteraf zou blijken
dat dit nutteloos werk geweest zou zijn.
Ineens kwam het water met kracht opzetten, overstroomde
de laatste barricade, te weten de nieuwe rijksweg, waar de
Lapdijk en de Bredase dijk ten behoeve van deze weg waren
uitgehold en zocht zijn vernielende gang in de richting Ze
venbergse Hoek.
Zevenbergen werd intenser bij de ramp betrokken.
Enkele buitenwijken waren al ondergelopen en om 7 uur
luidde de alarmklok over Zevenbergse Hoek.
Tussen de Roode Vaart en de rijksweg kon de Lapdijk het
Franse Genietroepen in actie met het leggen van
een zandzakken-barricade tussen Lage Zwaluwe
en Blauwe Sluis nabij de Keizersdijk.
De gebieden, welke reeds vroeg door het water overvallen
waren, verkeerden in grote nood en alles werd in het werk
gesteld om de bewoners, het vee en zo mogelijk het huisraad
in veiligheid te brengen. Met veel moeite en gevaren ging dit
gepaard en heldendaden werden in deze bange uren verricht.
Liefderijk werden al deze mensen opgenomen in „droge"
plaatsen. Van enige organisatie was geen sprake. Iedereen
hielp op zijn wijze en de resultaten waren verbluffend.
De bedreigde gebieden stonden er anders voor. Toen de
eerste berichten binnenkwamen over de ramp konden de bur
gemeesters vlug de toestand overzien en waren daardoor in de
gelegenheid tijdig maatregelen te treffen. Rijkspolitie, brand
weer, nationale reserve en evenzovele burgers gaven aan de
eerste verzoeken gevolg om de bevolking, die in gevaar ver
keerde, te waarschuwen. De een vertrok in de grootste haast,
alles achterlatend; de ander overwoog de omvang van het ge
vaar; een derde geloofde niet in de alarmerende berichten en
bleef. Allen echter werden beheerst door de vrees, dat zich
een ramp voltrok, welke in de geschiedenis van de Brabantse
Westhoek zijn weerga niet gevonden had.
Auto's van en voor iedereen, de bussen van de B.B.A.,
vrachtauto's, wagens en karren werden ingezet om te redden
wat te redden viel en dank zij deze massale medewerking
bleef het aantal slachtoffers beperkt.
Voor zover men bij vrienden en kennissen geen onderdak
kon vinden, zocht men een heenkomen in scholen, grote ge
bouwen, militaire kampen, enz. Bewonderenswaardig is de
hulp van de bewoners, die geen direct gevaar liepen. Ondanks
woningnood, ondanks bekrompen wonen, hielp iedereen zoveel
in zijn vermogen was.
water niet houden, waardoor de Nassau-, Ai'enbcrgse-, Brui-
nings-, Pelgrims-, Bredase-, Elderens- en Schenkeldijkse pol
ders volliepen. Tegenmaatregelen (duikers dichten, dijken op
hogen) mochten niet baten. De Zonzeelse polder werd het
sluitstuk in de wateroppervlakte in Noord-West-Brabant.
Hooge Zwaluwe, Wagenberg en Terheijden hebben het wa
ter aan deze zijde van Noord-Brabant tegengehouden.
Evenals aan de westelijke zijde van Zevenbergen gevochten
moest worden voor het tegen houden van het water moest dit
ook geschieden aan de oostelijke zijde.
Burgemeester Schaminée stelde alles in het werk om niet
alleen de Toren-, Kleine Toren- en Westmerenpolder te behou
den, doch wilde ook het Oudland van Zevenbergen voor over
stromen behoeden. Niet alleen om hierdoor de landbouwgrond
te behouden maar vooral ook om het gevaar voor Langeweg
en Zevenbergen tegen te gaan. Duizende en duizende zand
zakken hebben dit plan helpen verwezenlijken.
De Zonzeelse polder bezorgde Zevenbergen reeds in de
avond van 1 Februari grote zorgen, doordat 't water langs de
oude Rijksweg zich ophoopte en een uitweg zocht in de pol
der het Oudland van Zevenbergen.
Het meest bedreigde punt bij de drie Hoefijzers lag 3 dagen
onder het vuur van de werkkracht der militairen en burgers.
De Oudlandse polder werd ook nog bedreigd op de spoor
lijn in de Schenkeldijkse polder waar met zandzakken en een
geregelde controle succes geboekt werd.
Op het eind van de eerste week van de ramp kon met ze
kerheid gezegd worden, dat het drooggebleven gebied behou
den kon blijven.
De eerste fase van de ramp was met deze taak afgesloten.
Het water was tot stilstand gebracht, alleszins bekwame wa
terstaatkundigen hielden de waterwolf in bedwang en de toe
stand kon na enkele dagen overzien worden.
De vernielingen waren ontzettend.
Huizen waren als kaartenhuizen ineengestort. Wegen en
spoorbanen waren over grote lengten weggespoeld. Langs
de dijken hoopten zich grote hoeveelheden materialen op, wel-
In Fijnaart werd de evacuatie van de bevolking gelast in de
vroege Zondagmorgen. De mannen boven 16 jaar bleven ech
ter om hulp te bieden. De vrouwen en kinderen en ouden van
dagen verspreidden zich over een groot aantal gemeenten,
waar vrijwillig onderdak verkregen werd.
De bewoners van de drooggebleven gebieden konden reeds
enkele dagen daarna weer terugkeren.
Klundert zag zich genoodzaakt 9/10 deel van zijn bevolking
af te voeren en terugkomen is eerst toegestaan als de dijken
zijn gedicht en geen gevaar van instromen van water meer
bestaat.
Dinteloord had alleen te maken met evacuatie van bewoners
uit de buitenpolders, die aanvankelijk in het dorp werden op
genomen, doch door het gevaar dat hier dreigde, later op de
dag werden afgevoerd.
Willemstad, Tonnenkreek, Noordschans en Moerdijk waren
al vroeg in de morgen door het water afgesloten en de bewo
ners konden mei moeite over het water gered worden.
De kom van Zevenbergse Hoek kreeg de gehele Zondag ge
legenheid maatregelen te nemen voor evacuatie.
Tegen de avond stroomde Zevenbergse Hoek leeg. Mannen
en vrouwen verlieten de plaats; de spoorwegen gaven met een
groot aantal wagens hiertoe gelegenheid.
Opnieuw (evenals in de oorlog) lag den Hoek weer verla
ten, terwijl het water langzaam binnenstroomde en op som
mige punten een meter hoog in de huizen binnendrong.
De mogelijkheid, dat de dijken om Zevenbergen het zouden
begeven noodzaakte de Burgemeester ook de bevolking van
Langeweg, de Achterdijk en de lager gelegen delen van Ze
venbergen aan te manen de plaatsen te verlaten waaraan op
voorbeeldige wijze gevolg gegeven werd.
De springvloed verraste ook Lage Zwaluwe waarvan de be
volking in de loop van Zondag werd afgevoerd.
Het was begrijpelijk, dat de verbindingen met de verschil
lende plaatsen stagneerden. Dijken en wegen waren op vele
delen stukgeslagen en contact met de plaatsen kon eerst weer
geschieden nadat de gaten gedicht waren of baileybruggen
waren gelegd. Hieraan werd met man en macht gewerkt en
Boven Totaal vernielde woning.
Onder Machinehal Vlasfabriek Lage Zwaluwe. De golven
sloegen over de bekapping heen.