Boven Voorstraat te Klundert. Men zou zich in Venetië wanen. Midden De Italianen bij hun reddingswerk. Landbouwmachines worden hier uit de "boerderijen gehaald. Onder Door water voortgestuwde boot in de Ambachtsherenweg te Klundert (vanuit Tien-gemeten) heeft veel schade aan gebouwen veroorzaakt. De dijk langs het Hollandsch Diep (Oostdijk en Buiten- of Zeedijk) bleek op verschillende punten doorgebro ken te zijn, zodat ook van hier het water in de richting van Fijnaart en Klundert doordrong. De Ruigenhilse Polder en de Grote Polder (zowel het westelijk als het oostelijk gedeelte) liepen onder en Tonnenkreek en Noordschans werden hierdoor van de andere bewoonbare oorden afgeslo ten. In deze waterpolders lag de Oude Fijnaart-polder nog droog. Men kan niet zeggen, dat men bij de pakken bleef neerzitten. Het ge vaar dwong tot handelen. Burgemeester Ter Haar weerde zich uit alle macht. Met lede ogen had hij moeten aanzien, dat het wa ter van de Sabina-polder zijn vernie tigend werk had verricht en alles werd er op gezet om het water buiten de Oude Fijnaart te houden. De dijk van Nieuwe Molen naar Oude Mo len en vandaar naar Zwingelspaan bleek tegen het water van de Ruigen hilse polder bestand. Het gevaar zat ook hier in de staart en wel in de dijk van Zwingelspaan naar Oude Stoof, die nabij Zwingelspaan dreig de door te breken. Met man en macht en met een grote rug van zandzak ken gelukte het de militairen, die hier ingezet waren, om deze dijk te behouden en de watertoevoer te stui ten. Hierdoor is het te verklaren, dat Nieuwe Molen en vooral de wooncen- tra van Fijnaart gespaard bleven. Dit eerste succes op het water zou nog door vele anderen gevolgd wor den. Het menselijk vernuft won het op vele punten van de domme aan groeiende watermassa. Een volgend bemoedigend ogen blik was, dat met het leegmalen van de Oude Heiningenpolder kon worden begonnen terwijl de oude Fijnaart- polder direct zijn water kon lozen langs de duikers onder de Boerendijk op de Keene en vandaar via het ge maal op de Mark. De gemeente Klundert weet over rampen wel mee te praten. Burge meester Draayer, die trots was op hetgeen na 1944 in zijn gemeente tot stand was gebracht en die een we- deropbouwplan had, dat bijna als eer ste in Nederland kon worden uitge voerd, was aardig op weg om zijn taak af te ronden. Als een machtig bouwwerk verhief zich in die ge meente het prachtige raadhuis waar voor de Raad grote credieten be schikbaar stelde om dit monumentale gebouw voor de toekomst te behou den. De klok werd echter stilgezet, het werk voor een deel vernietigd en de gelegenheid, om opnieuw te begin nen, gegeven. In het nachtelijk uur werd Burgemeester Draayer gewaar schuwd en ook hij zal zich ontsteld afgevraagd hebben waar de grootste dreiging bestond. Klundert heeft en kele woonkernen (Tonnenkreek, .Nf&ralsehans en Moerdijk) welke zeer kwetsbaar bleken te zijn en waarmede in de vroege morgen elk contact ver broken was. Het water liet zich Gezicht op dijkdoorbraken van het Volkerak bij Dinteloord, kort na de ramp. werd. Drie punten dreigden dus: de duiker nabij de Pe likaan, de Druif en de Stoofdjjk. Met de moed van de wanhoop werd gevochten. Het nemen van beslissingen werd zeer vergemakkelijkt door deskundige adviseurs, welke de burgemeesters en de legerleiding ter zijde stonden. Ambtenaren van de pro vinciale Waterstaat, die het watergebied door en door kenden, spraken zich uit voor behoud van deze punten en een knop op de bel was voldoende om honderden mi litairen in actie te brengen. Een file van auto's met zandzakken werd ingezet om de bedreigde punten te versterken. Hoop en vrees hield een ieder gevangen. het was maar een kleine tocht voor de steeds groeien de wateroppervlakte om zich aan de Huizersdijk en de Molendijk (naai- Standdaarbuiten) vast te klampen. Het was begrijpelijk, dat de burgemeesters van Klun dert en Zevenbergen er alles op zetten om dit onheil te voorkomen. Daartoe was nodig, dat de weg van de Druif naar Klundert in tact bleef. Daarvoor was ech ter nodig, dat de Stoofdijk (van Klundert naar Oude Stoof), die aan de druk van het water in de Grote Pol der bijna geen weerstand meer kon bieden, versterkt Versterken van dijkwegen aan de Boompjesdijk te Dinteloord. hebben het water gezien toen het onstuimig tegen de dijken en de huizen sloeg. Maar wij hebben het ook op een vredige zonnige dag aanschouwd, toen deze zelfde watermassa huizen, bomen en afrasteringen als in een spiegel weerkaatste en men, ondanks de veroorzaakte ellende, onder de indruk kwam van dit machtig natuurschoon. De lezers van het Hollandsch Diep zijn niet alleen leesgrage, doch ook kijkgrage lezers zodat wij een aantal foto's hebben opgenomen uit het gehele gebied, waar onze krant verschijnt. Een uitgebreide, speciaal voor ons blad vervaardigde kaart, waarop polders, dijken, gaten en bedreigde punten staan ver meld, is het sluitstuk, zodat iedereen op deze wijze een dui delijk inzicht krijgt hoe de ramp zich in onze Westhoek vol trokken heeft. Kenners van de waterstanden buitengaats merkten reeds op 31 Januari 1953, dat het mis was met de eb-en de vloedstand. Het water wilde na de vloed van Zaterdagmiddag niet terug lopen, bleef op een hoog peil staan en liep bij de nieuwe vloed in de nachtelijke uren onrustbarend op. U ziet aan de lijn op de grafiek van de peilschaal te Moerdijk, dat het water van min. 50 N.A.P. opliep tot 4.10 plus N.A.P., waarop vele van onze dijken niet berekend waren. De burgemeester van Willemstad, de heer v. d. Hooft, zag dit gevaar tijdig en waarschuwde de bevolking en de omlig gende plaatsen. Hij had echter niet verwacht, dat de water massa's een weg zochten naar Zevenbergen en Hooge en Lage Zwaluwe, omdat hij niet kon vermoeden dat ook op andere punten de dijken het begeven zouden. De hevige storm, welke op onze dijken beukte, deed bij het vernietigend werk de rest. Het eerste treffen tussen water en vasteland vond plaats bij fort de Hel, waar een diep gat geslagen werd en de Oude Hei- ningse polder spoedig water kreeg. De buitendijk van de Sa bina-polder had van dezelfde water- en stormkracht te lijden en begaf het op verschillende punten, zodat het zeewater als het ware over de gehele breedte van de dijk binnen een kwar tier de gehele polder vulde. Hier vielen vele slachtoffers te betreuren. Vanuit de Sabina-Hendrika-polder zocht het water een weg over de Slobbegorse dijk en vloeide in de Elisabeths- polder van waaruit het doordrong tot in de Juffrouwenpol der. De Appelaarse weg was geen waterkering zodat ook de Oude Appelaar aan het water ten offer viel. De alarmklok liet zijn zware onheilspellende slagen over het land van Brabant galmen. Het was nog slechts een begin. De Sabina-polder kon het water niet bergen en zocht een uitweg nabij Dinteloord naar de Dintel. Dit zou geen bezwaar geweest zijn als deze rivier dit overtollige water had kunnen spuien op de buitenhaven. Als een muur van water stond echter dit buitenwater aan de waterpoort bij Dintelsas. Voor het water was geen andere weg dan landinwaarts te stromen, waardoor de Dintel en daarna de Mark in korte tijd een zeer hoog peil kregen. Het gat bij fort de Hel werd met spoed gedicht door de grote zandhoeveelheden van dit fort, waardoor erger voor de Oude-Heiningen werd voorkomen. Deze polder kwam door dit actief optreden slechts voor een deel onder water te staan en nabij Heiningen en Driehoek, bleven grote delen droog. Ook van andere zijden dreigden gevaren. De nachtelijke duisternis maakte het onmogelijk de onheilen te overzien. Te lefoonverbindingen werkten moeilijk of in het geheel niet en het verkeer was op vele punten door het water al vroeg in de morgen onmogelijk geworden. Een der dijkdoorbraken aan het Volkerak bij Dinteloord. Dag en nacht werd gewerkt en werden de kansen be studeerd; het resultaat was verblijdend. De strijd te gen het water was opnieuw gewonnen. Honderden hect aren vruchtbare klei waren herschapen in een woelige waterpoel, waarin dood en verderf om zich heen grepen. De Mark en de Nieuwlandse dijk vormden gelukkig de laatste waterlinie aan deze zijde van Klundert en Zevenbergen. Het was dan ook in deze hoek welletjes. Maar daarmede was men er nog niet. Van alle kanten kwamen noodberichten binnen. Dacht men, dat het wa ter tot stilstand was gekomen, dan kwamen ijlboden binnen, die nieuwe was van het water in de polders meldden, hetgeen betekende, dat wederom dijken be zweken waren. Tezelfder tijd, dat Willemstad vocht voor behoud van zijn stad, werden de bewoners in Moerdijk opgeschrikt door het hoge water, dat zich over de havenmuur in het dorp wierp, direct gevolgd door hoge golven uit de linker- en rechterkant van het dorp. Grote gaten wa ren geslagen in de buitendijken van de Nieuwe Moer dijkpolder en de Klaverpolder (thans de Royale polder). Over lengten van honderden meters stroomde het wa ter van het Hollandsch Diep op Zevenbergen aan. Kort daarop werden doorbraken bekend onder Hooge en La ge Zwaluwe nabij 's Heerenhuis en in de Vegetaspol- der. De gemeente Hooge en Lage Zwaluwe had geen bur gemeester en de zware verantwoordelijkheid drukte op wethouder Dubbelman. Deze deed een beroep op de bur gemeester van Etten en Leur, de heer Godwaldt, die ruim 5 jaren deze gemeente bestuurd had. Hierdoor werd tijdelijk in het bestuur voorzien, dat later door de Commissaris der Koningin werd bekrach tigd. Wethouder Dubbelman heeft de zware slag, welke hem persoonlijk zijn goederen trof en welke de ge meente overkwam slechts kort overleefd. Burgemeester Vlak nam het bewind onder bijzondere moeilijkheden in handen en hij gaf blijk zich vlug inge werkt te hebben in zijn taak. geenszins een halt toeroepen bij de Nieuwe Dijk, drong door tot de Slik- polderdijk en kwam tot stilstand bij de Dikke dijk onder Zevenbergen en de Klundertse weg vanaf de Pelikaan tot de Bloemendaalse dijk bij Klun dert. Daarmede was de zaak niet uit. Grote vrees bestond, dat Klundert zijn verbinding met Zevenbergen en Standdaarbuiten zou verliezen, door dat de weg van de Druif naar Klun dert reeds overstroomde en het water in de Westpolder liep. De omvang van de ramp werd met het uur gro ter en het gevaar nam dreigend toe. De Keene-haven en de Verlamde Vaart, raakten vol water en vormde weer een gevaar voor de Nieuwland se dijk, waardoor de Mancia-polder en de Kreek onder water konden lopen. De grote duiker voorbij de Pelikaan was een zorgenkind, omdat het water hierdoor een weg zocht naar de Bloemendaalse polder en het Oudland van Standdaarbuiten.. En Boven Klunderts nieuwe huizen aan de Maurits- straat in het water. Onder Klundert. Het water is gezakt en laat zijn sporen achter. Op de muren kan men zien, hoe hoog het water heeft gestaan.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2