'Goh pa, hoe was die ramp?' II 26 LEVEN Schapenbol LEVEN 27 DE VOLKSKRANT WOENSDAG 23 SEPTEMBER 2009 BUITENDIENST V REPORTAGE SPEELFILM DE STORM BRENGT 1953 TERUG IN HERINNERING ZEEUWEN Sinds een paar weken ben ik de trotse bezitter van een schapenbol. Het is een klein balletje, bijna helemaal rond. De kleur is grijsbruin, met wat gele en groene vegen. Van dichtbij zie je dat er zwarte haren uitsteken. Kwam u bij me thuis, dan was dit het allerlaatste voorwerp waarop uw oog zou vallen. Dat vindt de schapenbol helemaal niet erg. Hij oefent zijn kracht graag uit in stilte. De schapenbol is ontstaan op een zonovergoten middag tussen de vulkanen van de Auvergne. Het begon met een aankondiging in de straten van het stadje waar we waren: 'Wilt u kennismaken met de wereld van het schaap, kom dan donderdagmiddag om twee uur naar de feestzaal.' Een paar dagen later zat ik achter een tafel met plastic kleedje te luisteren naar Martine, die met een pluk schapenwol in de hand vertelde over scheren en spinnen en daarbij herderlijke woorden gebruikte die buiten mijn stadse woordenschat vielen. Daarna begon ze de pluk schapenwol te strelen alsof het een dier was. Ze trok zacht aan de uiteinden, maakte de pluk breder en langer en dunner, ze frummelde tot een minuscuul bolletje ontstond. Van schapenwol kon je mutsen maken die warm waren in de winter en koud in de zomer, vertelde ze. Je kon er tassen van maken, en sloffen. Maar wij zouden met zo'n bolletje beginnen. Ze deelde de wol uit alsof die per gram moest worden afgerekend. Na een half uur had ik een bolletje waarvan ik zeker wist dat niemand het kon verbeteren: compact en luchtig tegelijk. Maar toen Martine langskwam, keek ze teleurgesteld. Ik zag nu dat de Fransen om me heen veel geduldiger waren met deze handspinnerij. Martine ging naast me zitten, en begon m'n bolletje uit elkaar te plukken. Daarna palate ze een haast onzichtbaar plukje dat ze zonder ophouden begon te koesteren. Zo kwam iets zachts tevoorschijn, een embryo dat alleen door voortdurende aandacht zou groeien. Aan de tijd die volgde bewaar ik amper een herinnering. Mijn handen gingen hun eigen weg, terwijl de gedachten afdwaalden. Naar een Franse man die wachtend op een veerboot de kofferbak van zijn auto had geopend en een fles wijn tevoorschijn haalde, waarna ook de chauffeur achter hem uitstapte en met twee glazen aankwam. Naar het gezelschap dat op een werkdag op een terras zat te tafelen terwijl je langs draafde op weg naar een afspraak, en er nog steeds zat toen je terugkwam. Attitude Zen, noemen de Fransen dat. De tijd nemen, vooral niet haasten. Ze zijn er goed in, of minstens beter dan hun Europese buren. Twee uur later lag er een grijsbruin bolletje op het plastic kleed. Martine kwam langs met wat plukjes geel en groen voor de versiering en een teiltje water en afwasmiddel, waarvan ze flink wat op de schapenbol spoot. Het balletje slonk tot het formaat van een cochonnet, de knikker waarop je mikt bij jeu de boules. Later bleek hij zelfs daar niet voor geschikt te zijn; bij een voltreffer blijft-ie liggen, als een geschrokken konijn. Mijn schapenbol is niet mooi, niet lekker zacht en stuitert niet. Maar geleidelijk ben ik gaan beseffen dat iets van de ziel en zaligheid van het Franse volk prin is gevangen. Ariejan Korteweg in deze rubriek beschrijven buitenlandcor respondenten Ariejan Korteweg (Frank rijk), Philippe Remarque (VS), Greta Rie- mersma (Marokko) en Merlijn Schoonen- boom (Duitsland) dagelijkse gebeurtenis sen in hun persoonlijke omgeving. De speelfilm De Storm brengt bij velen de herinneringen boven aan de watersnood van 1953. Veel Zeeuwen hebben altijd gezwegen over de drama's die ze toen hebben meegemaakt. Nu komen de verhalen alsnog los. 'Ik kon me in de bioscoopzaal moeilijk beheersen. Alles komt terug.' door Raoul du Pré Oud-visser Bart Schot toont in Zierikzee de hoogte van het water tijdens de Ramp in 1953. Foto Marcel van den Bergh/de volkskrant Het boek, de film en de aan staande musical brengen de watersnoodramp van 1953 prominent terug in het nationale geheugen. In hun eigen herinnering stopten veel slachtoffers en nabestaanden hun be levenissen meer dan vijftig jaar weg, als vanzelf bedolven onder de dikke deken van de weerspannige Zeeuwse volksaard en, in veel gevallen, het zware gereformeerde geloof: niet kla gen maar dragen. Van slachtoffer hulp en traumaverwerking had in 1953 nog nooit iemand gehoord. Maar op de golven van de her nieuwde belangstelling is de genera tie van De Ramp de herinneringen alsnog aan het opdelven. Soms met horten en stoten vertellen zij hun ver haal, nu het nog kan, opdat kinderen en kleinkinderen beseffen dat droge voeten niet vanzelfsprekend zijn. De watersnoodramp (catastrofe en film) gezien door hun ogen. Als in de nacht van 1 februari 1953 het water over Zeeland komt, gaat Jaap Schoof (9) met zijn ouders in de boerderij in Oosterland de trap op. Foto's, dierbare spullen en de boek houding gaan mee. 'Dat geluk had den we: tijd om dingen te redden. De eerste vloedgolf leek mee te vallen. Het water stond niet hoger dan toen de Duitsers de sluizen hadden open gedraaid, in 1944. Pas de volgende dag kwam het water aan huis, maar hoger dan tweeënhalve meter heeft het hier niet gestaan. Boven bleven wij droog. 'Ik zie ons nog zitten bij het raam. Opeens zagen we het huisje van de knecht wegspoelen. Dat lag een stuk lager. Hop, in één keer mee met het water! Hij bereikte met zijn vrouwen zoontje net de dijk. Daar liet hij zijn zoontje los. Hij moest hem laten gaan. Dat jongetje is verdronken. De knecht heeft hem zelf gevonden.' - Een stuk verderop hoort Stoffel Hil- lebrand (14) 's nachts om vier uur de kerkklok van Ouwerkerk luiden: on heil op komst. Het geeft hem, zijn ou ders en broers, de kans op tijd boven te komen. 'Ik herinner me het donde rend geraas in de verte. En vijf minu ten later die muur van water die te pletter sloeg tegen de huizen. Toen het licht werd zagen we wat er was ge beurd. Mijn vader en ik zaten op onze knieën voor het kleine zolderraam pje. Het water kwam tot aan de dak goot. Om ons heen zagen we ver schrikkelijke dingen. Sindsdien weet ik hoe een huis wegspoelt. Het water tilt het dak van de gevel, de muren val len om en dan kantelt het dak met de nok het water in, als een schip dat ten onder gaat. Het sleept alles en ieder een mee. Mensen zaten als ratten in de val. Wij keken machteloos toe.' Nog een stukje verderop, in Zierik zee, komt Bart Schot (17) op zaterdag avond thuis van een afspraakje met zijn meisje. Sinds zijn vijftiende zit hij al op de mosselboot van zijn vader. Hij kent het water en hij ziet tot zijn schrik dat het aan de kade van de Nieuwe Haven, waar zijn ouderlijk huis staat, dan al tot ongekende hoog- Watersnoodramp eiste meer dan 1.800 levens De watersnoodramp van 1953 vol trok zich in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Dooreen combi natie van springtij en een noordwes terstorm steeg het zeewater tot re cordhoogte. De dijken bleken niet bestand tegen de druk. Een groot deel van Zeeland, West-Brabant en de zuid-Hollandse eilanden werd overspoeld. Meer dan 1.800 mensen verdronken, zeker 100 duizend men sen verloren hun huis en al hun be zittingen. Na de ramp barstte de dis cussie over de dijkbeveiliging los. De Deltawerken, waaraan sindsdien meer dan veertig jaar is gewerkt. moeten zeeland en Zuid-Holland voortaan beschermen tegen het wa ter. in de film De Storm (met onder ande ren Sylvia Hoeks, Barry Atsma, Dirk Roofthooft en Katja Herbers) van re gisseur Ben Sombogaart dient de ramp als decor voor een dramatisch verhaal. De film draait in 111 zalen. De watersnoodramp wordt ook ver werkt in een musical, in het seizoen 2010-2011 brengt Van Hoorne thea terproducties 1953, de musical op de planken, met in de hoofdrollen Ben Cramer, Filip Bolluyten Marcel Smid. DE VOLKSKRANT WOENSDAG 23 SEPTEMBER 2009 Zeeuwen proberen na de watersnood in 1953 te redden wat er te redden valt. te stijgt. 'We hebben de schotten nog tegen de gevel gezet, in de hoop dat het zou helpen, maar om 3 uur 's nachts stroomde de zee door het sleu telgat de gang in. Ik ging met mijn va der de tuin in om de kippen te red den. Buiten stond al een meter water, we kregen de deur naar binnen niet meer open. We zijn door het raam ge klommen en naar boven gegaan. Daar hebben we de nacht doorge bracht.' Bart Schot groeit in de daaropvol gende dagen uit van mosselvisser tot mensenredder, zoals vele mannen in de stad. 'Het is nu moeilijk voor te stel len, maar in heel Zierikzee hadden we maar twee bootjes met een motor. Die zaten alle twee in ons bedrijf. Daar mee zijn we het water opgegaan, de polder in. We hebben andere mannen in roeisloepen naar de boerderijen gesleept. Die haalden de mensen van de daken. Het was gevaarlijk varen. Je wist niet wat er onder het water lag. Overal was hout, daartussen licha men en kadavers.' Bij dë herinnering moet Schot nog altijd slikken. 'Maandag, aan het eind van de middag, bijna twee dagen na de eerste vloedgolf, pikten we op een boerderij nog vijf mensen op. Die we zen naar de dijk: daar zitten er nog twee. We vonden een man en een hoogzwangere vrouw, half waanzin nig door de kou en de radeloosheid. Op de dijk lagen twee kindjes, een jaar of acht en twaalf denk ik. Die leefden niet meer. En ze konden ook niet mee, want de boot was vol. We hadden al leen plek voor levende mensen. Dat is nog steeds geen gemakkelijke herin nering: dat je als snotneus van 17 te gen mensen moet zeggen dat ze hun dode kindjes achter moeten laten.' Jaap Schoof verliest zijn oma, een tante, een oom en een nichtje. 'Die za ten in Nieuwerkerk, op het dak. Op zondagmiddag zijn ze weggespoeld. Mijn oma en mijn nichtje zijn nooit OVERSTROMINGEN WATERNOODSRAMP 1953 Noordzee OVERFLAKKEE Zierikzee Oos T1 Nieuwerkerk Ouderkerk Middelburg Vlissingen 230909 c fle volkskrant - tt ZUID-BEVELAND Roosendaal •Bergen op Zoom gevonden. Naar zee gedreven, waar schijnlijk, of bedolven onder het zand. We hebben nooit de illusie ge had dat ze nog leefden. Iemand had ze zien wegdrijven.' Pas in de dagen na de vloedgolf dringt tot het rampgebied, de rest van de wereld én tot Stoffel Hille- brand door wat er is gebeurd. 'Ons ge zin is gered, maar toen mijn moeder klaar was met tellen, miste ze elf fami lieleden. Een hele familie, in één klap gehalveerd. In de maanden daarna, toen het land droog viel, moest ze om de haverklap opdraven om mensen te identificeren aan de hand van li chaamsdelen of kledingstukken. Dan kwam ze weer helemaal kapot terug. Dat beeld, van die gebroken vrouw, dat vergeet ik nooit meer.' Goed dat mensen als Schoof, Hille- brand en Schot dezer dagen hun ver haal durven vertellen, vindt Daan van der Wekken, vrijwilliger in het Wa tersnoodmuseum in Ouwerkerk. 'Te lang heeft hier de Zeeuwse drie-een heid geregeerd: horen, zien en zwij gen. De mensen hebben heel lang nergens over willen praten. Die zwijg zaamheid, die zit hier in de mensen. Waarom zou je andere mensen lastig vallen met je verdriet? En dan het ge loof hè. Het zal de wil van God wel zijn geweest. Wie zijn wij dan om daar over te blijven zeuren? 'De mensen hadden geen aandacht voor zichzelf en ze kregen geen inte resse van buitenaf. Alle belangstel ling, ook vanuit de overheid, is heel snel naar de wederopbouw gegaan, naar het Deltaplan. Pas de laatste ja ren, nu die generatie oud wordt, komt er van alles los.' Stoffel Hillebrand: 'Mijn moeder heeft er nooit één woord over gezegd. Als zich in deze tijd zoiets dramatisch Naar film of niet? Doen overlevenden en nabestaan den er verstandig aan De Storm te gaan zien? Of is het onverstandig oude wonden op te rijten? Finus Kuijs, directeur van de Zeeuwse tele fonische hulpdienst Sensoor, durft niet voor iedereen te spreken. 'De scènes van de dijkdoorbraak zijn zo realistisch dat de film zeker iets in je gaat oproepen als je er destijds bij was. Het ligt er aan of je de ramp in middels een plaats hebt gegeven. Menigeen heeft z'n leed in stilte ver werkt. Als er nog een open zenuw is, komt zo'n film na al die jaren wel even binnen.' Bekend zijn de paniekaanvallen die sommigen in de Zeeuwse bejaarden huizen overvallen als het stormt op zee. Geen deltaplan kan op tegen die angst. Bart Schot: 'Er wordt niet over gepraat. Maar in de winter, bij wind kracht 9, slaat de vrees de mensen nog altijd om het hart. Ik heb kennis sen in de polder die dan nog steeds hun huis ontvluchten.' Kuijs heeft de afgelopen dagen nog geen toename van het aantal tele foontjes geregistreerd. Hij nodigt mensen uit hun verhaal te delen. 'Ve len willen er hun kinderen niet mee lastig vallen. Die denken: ze zien me aankomen, na meer dan vijftig jaar, met m'n rotgevoel. Die mensen moe ten weten dat ze bij de hulplijn kun nen praten met iemand buiten hun eigen kring.' voltrekt, word je bedolven onder de slachtofferhulp. Zij had dat denk ik ook wel nodig gehad. Niemand hielp dat mens. Ze moest zelf maar zien. Dat heeft ook met die kleine dorpsge meenschappen hier te maken. Ieder een weet van elkaar wat er is gebeurd. Dan vraag je niet: hoe is het er mee? Dat weet je toch! Ik heb er zelf ook nooit over gepraat thuis. In 2003, bij de 50-jarige herdenking, zat ik naast de koningin. Toen zeiden mijn kinde ren voor het eerst: goh pa, die ramp, hoe was dat eigenlijk?' De première van De Storm, en alle aandacht eromheen, brengt de ramp bij velen dichterbij dan ooit in de af gelopen 56 jaar. 'Levensecht', vindt Schot de scènes waarin het water Zee land overspoelt. 'Ik was opeens hele maal terug.' Hij heeft de film inmid dels drie keer gezien. Stoffel Hillebrand: 'Ik kon me in de bioscoopzaal moeilijk beheersen. Het is zo heftig en ingrijpend. Alles komt terug. Alsof er geen tijd meer tussen zit. Dat overdonderende geraas van het water, dat greep me zo aan.' Later dit najaar organiseert het wa tersnoodmuseum speciale filmvoor stellingen voor slachtoffers en nabe staanden. De eerste vier avonden zijn nu al uitverkocht. Toch weet Jaap Schoof, directeur van het museum, zeker dat lang niet iedereen de bios coop zal opzoeken. 'Er zijn er nog ge noeg die zeggen: mij niet gezien..' Hillebrand: 'Niet iedereen kan dit aan. En dat kan ik me voorstellen. Want oef, het is heftig hoor. Er wordt misschien niet over gepraat, maar veel mensen hebben na 1953 nooit een normaal leven gehad. Die zijn zo veel kwijtgeraakt. Ze doen alsof alles gewoon voortgaat. Maar het leven is nooit meer normaal geweest. Altijd is er op de achtergrond de ramp.'

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 2009 | | pagina 2