Wzfaoorofm
olatktmfm
doot fa hackt
vmh&üouttt
'Luctor et emergo', dat is mijn ouders op het lijf geschreven
Het eerste dat hij prevelde was een heel zacht 'mama'
libelle 5-8
Ons gezin bestond uit vier personen en er zou binnenkort gezinsuitbreiding komen. Mijn opa en
zijn oudste dochter woonden in één deel van de boerderij. Ons gezin bewoonde het andere deel.
Het water kwam en nam in de vroege ochtend van zondag 1 februari 1953 drie mensen mee.
Mijn opa, mijn tante en mijn oudste zusje van viereneenhalf verdronken in het kolkende water.
Mijn moeder, hoogzwanger van mij, en mijn zusje van bijna drie konden zich vastklampen aan een
kinderledikantje. Mijn vader kon mijn moeder vastpakken. Op een vlot hebben ze de hele zondag tot
maandagmiddag gezeten in een boerderij die dreigde in te storten. Toen kwam een helikopter om hen
te redden. Drie weken later werd ik geboren in Rotterdam. De ramp heeft een stempel gedrukt op ons
gezinsleven met als positieve kant dat wij veel geleerd hebben van onze ouders. 'Luctor et emergo' is
hen op het lijf geschreven. Voor veel mensen is dit een moeilijke tijd. Het is dan wel veertig jaar gele
den, maar vergeten kunnen de getroffenen niet. Ik hoop dat mijn ouders voor hun overlijden geen van
hun kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen zullen hoeven missen.
WILLIE SANGSTER-LOS, ENSCHEDE
Midden in de nacht werden mijn man en ik wakker van
loeiende sirenes. We stonden op om te kijken wat er gaan
de was: hoogtij en springvloed. Mijn man en ik hebben
zoveel mogelijk spullen en huisraad bij elkaar gezocht en
zijn naar boven gevlucht waar ons twintig maanden oude
zoontje Donato lag te slapen. Ik heb hem uit zijn ledi-
kantje gehaald en bij mij op de rand van het bed geno
men. Ik was zeven maanden zwanger van ons tweede
kind. We hoorden dat beneden door de kracht van het
water de ruiten ingedrukt werden en zagen de achtergevel
van ons huis scheuren die daarna direct in het kolkende
water stortte. Even later zakte ook de zolder weg en Do
nato en ik gleden in het ijskoude water. Mijn man die
voor het slaapkamerraam stond, zag ons gaan. Hij wilde
in de stroom aan de voorkant van het huis springen,
maar ook de gevel en het dak sloegen weg en ook hij
kwam in het water terecht. Zelf kreeg ik telkens puin en
stukken hout tegen me aan waardoor Donato verschillen
de keren uit mijn armen glipte. Het was deze nacht aar
dedonker, maar voor mij was het licht genoeg om iedere
keer weer mijn zoontje te zien spartelen. Ik zag het wiegje
voor ons aanstaande kindje voorbij drijven en dacht aan
het verhaal van Mozes in zijn biezen mandje. Ik pakte
Donato op en hees hem op het wiegje, maar het zonk me
teen en het donkere water sloot zich boven hem. Ik vocht
om hem weer boven te krijgen en Godzijdank: het lukte.
Daarna ben ik met Donato naar de havendijk gezwom
men. Ik wilde de dijk opklimmen, maar gleed tot drie
keer toe terug. Ik was zo verstijfd van de kou dat ik niet
meer kon lopen en kruipend over de stenen heb ik mijn
weg vervolgd. Bij de familie Krakeel aangekomen nam
iemand Donato van mij over. Hij was helemaal stijf en er
kwam schuim uit zijn mondje. Ze wilden hem in de kel
der leggen omdat ze dachten dat hij overleden was, maar
ik wilde hem niet achterlaten. Na lang aanhouden is hij
naar boven gedragen. Daar heeft iemand van het Rode
Kruis hem bijgebracht. Het eerste dat hij prevelde was een
heel zacht 'mamaDonato en ik zijn beide naar het
ziekenhuis vervoerd, waar ik later mijn man ook in mijn
armen kon sluiten. Op 19 maart is daar onze dochter
Renata in goede gezondheid ter ivereld gekomen. Nu wo
nen we alweer dertig jaar in een ander dorp, ver van het
water. De stormvloedkering is er en het lijkt onmogelijk
dat dit weer kan gebeuren, maar de angst voor onweer en
storm blijft bestaan. En toch is er iets dat mij altijd nog
verwondert: we hebben gezwommen in het ijskoude water,
maar zijn niet verkouden geweest. Ik heb op handen en
voeten gekropen over de stenen en toch waren mijn knieën
niet kapot. Zijn we gered door een wonder?
MEVR. JACOBA DE SPIRT-LEIJDEKKER, PRINSENBEEK
(MftUtZKr
centen/.