Stavenisse en Sint-Philipsland zwaarst getroffen door de ramp Hulpverlening laat je niet los 40 Jaar de ramp Verwoestingen Veertig jaar geleden kwamen 166 streekbewoners in golven om Verdwenen W.F. de Vries van zoeklichten-batterij hielp in Sint-Annaland Donderdag 28 januari 1993 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 19 van water rondom Stavenisse. Des te zwaarder schijnt Sint Phi- lipsland te zijn getroffen: de schade moet hier zeer aanzienlijk zijn.' En hoewel er op 1 februari 's middags al een mobilofoonver binding tussen Tholen en Bergen op Zoom tpt stand kwam, wist een piloot uit Woensdrecht die de morgen daarna bij Oud- Vossemeer landde, nog niets over de toestand. Pas dinsdag 3 fe bruari berichtte de radio hoe het er op Tholen voorstond. Nog op zondag 1 februari werd praktisch de hele bevolking van Sint-Philïpsland en Anna Jacoba- polder geëvacueerd, voorname lijk naar Roosendaal. Half april was bijna iedereen weer terug. Stavenisse werd op dinsdag, woensdag en donderdag ont ruimd. Eind november verbleven nog zo'n 250 inwoners op een evacuatie-adres. Op de rampdag zelf voeren Thoolse vissers de ondergelopen Halsterse polders in om mensen van zolders en da ken te halen. In Oud-Vossemeer deed veerman Pols met een groep inwoners hetzelfde in buur gemeente Nieuw-Vossemeer. De dagen daarna voeren Thoolse schepen ook naar Stavenisse Voor de achtergeblevenen, zoals in Poortvliet, werd met vliegtui gen voedsel, rubberboten en laar zen gedropt. Commando's In Tholen werden donderdag 5 februari alle mannen tussen 17 en 45 jaar opgeroepen om te gaan werken aan de Strijensedijk bij Poortvliet. In Sint-Annaland ar riveerden honderd commando's en ook Franse genietroepen kwa men te hulp. In Oud-Vossemeer werden 450 arbeiders onderge bracht, die in het kader van de Dienst Uitvoering Werken (DUW aan de dijken kwamen helpen Scherpenisse bood 150 militairer onderdak. Met man en mach: werd gewerkt aan het dichter van de gaten, waarna het watei uit de polders kon worden ge pompt. Dit nam een aantal we ken in beslag. Het bergen van de slachtoffers, kadavers, ruimen van puin en het schoonmaken van de huizen zijn de droeve werkzaamheden die in de dagen na de overstroming ook aan de orde waren. Het laatste Sint- Philipslandse slachtoffer werd op Noord-Beveland gevonden en werd 29 april begraven. Op 4 juli vond in Stavenisse de herbegra fenis plaats van 128 slachtoffers. Namens de regering was de mi nister van binnenlandse zaken daarbij aanwezig. Begin maart stond 80% van de huizen in Poortvliet weer droog. Ook Anna Jacobapolder en de Sluisblok in Sint-Philipsland wa ren vrij van water. Zowel in Sta venisse als Sint-Philipsland bogen de gemeenteraden zich in maart over de wederopbouw van de dorpen. In Stavenisse werd een plan gemaakt voor vijftig wo ningwetwoningen. In Sint- Philipsland werden 35 huizen ge pland in en om de Wilhelmi- nastraat en werd gesproken over een nieuwe school. Die werd in september 1954 als eerste nieu we school in het rampgebied ge opend. Langzamerhand keerde het normale leven zodoende te rug in de getroffen dorpen. Wat bleef waren de littekens door het verlies van dierbaren én de angst voor een herhaling bij storm of een extreem hoge waterstand. Naast alle mensenlevens, eistt het water in 1953 nog veel meer Zo kwamen op Tholen en Sint Philipsland 150 paarden, 86C runderen, 75 schapen en geiten, ongeveer 1000 varkens en onge veer 7000 stuks pluimvee in de golven om. Op Tholen werden 250 wonin gen en 60 boerderijen verwoest, 350 woningen en 200 boerderij en zwaar beschadigd, 1000 wo ningen en 150 boerderijen licht beschadigd. Op Sint-Philipsland waren deze cijfers: 60 woningen en 10 boerderijen verwoest, 100 woningen en 20 boerderijen zwaar beschadigd, 200 wonin gen en 20 boerderijen licht be schadigd. Er overstroomde 4791,90 hectare bouwland, 1063,40 ha grasland, 38,32 ha boomgaard, 2 ha tuingrond en 106,30 ha erf e.d. Aan 3285 inwoners van beide ei landen werd een schade- registratiekaart uitgereikt door het rampschadebureau- Gemeld werden 1707 schadegevallen aan gebouwd onroerend goed, 984 schadegevallen aan niet- agrarische bedrijven, 2172 geval len van huisraadschade, 20 scha degevallen aan schepen en 1759 gevallen van agrarische bedrijfs schade. Alleen al aan huisraad- schade werd bijna vier miljoen gulden uitgekeerd. Via het Rode Kruis werden 1523 textielpakket- ten uitgereikt. Het water, toch zeker in Zeeland met zijn vele polders eeuwenlang de vijand van de mens, sloeg veertig jaar geleden opnieuw toe. Uitgebreid wordt deze dagen stilgestaan bij de gebeurtenissen van toen en de ont wikkelingen sindsdien. Ook onze streek maakte de ramp van nabij mee. Een ramp die het leven kostte aan 153 inwoners van Stavenisse, 9 van Sint- Philipsland, 2 van Sint-Maartensdijk. En niet te verge ten 2 jeugdige inwoners van Tholen - broer en zus - die in Oosterland verdronken. Het water richtte een enorme ravage aan. Margarethapolder over een leng te van 350 meter weggeslagen en ook de dijk van de Oud- Kempenshofstedepolder begaf het. De zeedijk van de Nieuwe- Annex-Stavenissepolder ver dween over een lengte van 1500 meter, de Scheldsedijk over 1800 meter. Door dit laatste gat stortte het water zich op het dorp. Maar ook via twee gaten in het haven dijkje en de weggeslagen haven- coupura De officiële verlïeslïjst van het Rode Kruis vermeldt 156 slachtoffers: 153 inwoners (bijna 9% van de bevolking) en drie mensen van elders die op dat moment in Stavenisse verbleven. Op het grondgebied van Sint- Maartensdijk verdronken twee mensen. Zij woonden aan de Paaldijk (tussen de Vierdedijk en Annavosdijk) in de polders tus sen Stavenisse en Sint-Annaland. Zuiddijk Op Sint-Philipsland sloeg het wa ter over de Zuiddijk heen op de huizen. Een eind buiten het dorp brak die dijk, zodat de Oudepol der onder liep. Over een lengte van 1800 meter werd de dijk weggeslagen. En in de Willem polder over 300 meter. In café De Druiventros in de Voorstraat stond twee meter water. Behalve de Prins Hendrikpolder en de Abraham Wissepolder over stroomde het hele eiland, ook al De watersnood is er de oorzaak van, dat zondag 1 februari 1953 een scheidslijn is geworden in de geschiedenis. Een datum die nu nog gegrift staat in het geheugen van veel mensen. Mensen die sindsdien spreken over vóór en over né de ramp. Begrippen die ook bekend zijn bij de jeugd, die de ramp slechts uit de verhalen kent. Het stormde flink vanuit het noordwesten op zaterdag 31 ja nuari, nu veertig jaar geleden. Het KNMI nam windstoten waar van 120 km/u. Het zeewater werd opgestuwd en kon niet weg: bij de laatste eb was het nauwelijks gezakt. En dat terwijl de aankomende vloed een springvloed was. In het holst van de nacht sloeg het noodlot toe. De op de dijken beukende golven sloegen er op verschillende plaat sen over- en doorheen, vloed planken - die extra waren verhoogd - braken als luciferhout jes. Het water baande zich een weg, alles vernietigend wat het op zijn weg tegenkwam. Het zwaarst getroffen werden Stave nisse en Sint-Philipsland. Hele rij en huizen werden weggevaagd, zoals in de Kerkstraat in het Thoolse dorp, en aan de Zuiddijk in Sint-Philipsland. Respectieve lijk 125 en 100 woningen zijn in beide dorpen verwoest. Bij Stavenisse werd tegen vier uur 's morgens de dijk van de Het Groene Kruisgebouw in de Kerkstraat in Stavenisse. Uit de gevevan het postkantoor, helemaal links, is een flink stuk geslagen. doordat verschillende binnendij ken het begaven. Zo sloeg in de Rijksweg een gat van 24 meter. Door het langzame volstromen van de polder, was de schade in Anna Jacobapolder aanmerkelijk minder. Daar verdronken ook geen mensen. In Sint-Annaland begaf om tien voor vier 's morgens de haven coupure het. Het water baande zich door de Voorstraat en liet er een enorme ravage achter. Won der boven wonder bleven de be woners gespaard. Alleen de hoger gelegen delen van het dorp bleven droog. Op de haven viel een losinstallatie door een loods en door dat gat stortte het water zich op de Suzannapolder. Voor bij de Kleine Nol brak de zeedijk van de Annavosdijkpolder. In de hele gemeente werden dertien woningen verwoest. In de loop van zondag werden veel vrou wen, kinderen en oude mensen in Tholen en Oud-Vossemeer on dergebracht. Doordat in Sint-Maartensdijk een hoek uit een gebouw sloeg, ver dwenen de vloedplanken in het kolkende water. Dat stroomde met kracht door de Kaaistraat en stond al gauw zestig centimeter hoog in de huizen in het dorp. Bij eb liep het weer terug en zo stond de smalstad weer snel droog. Het herstel van de Kaaistraat liet behoorlijk lang op zich wachten, doordat er enkele gebouwen stonden die op de monumentenlijst voorkwamen. Eiland De inwoners van Poortvliet kwa men door de watervloed als het ware op een eiland te zitten. Op twee plaatsen - bij de sluis en bij een bunker - brak de zeedijk van de Klaas van Steenlandpolder. Toen ook de binnendijk het op twee plaatsen begaf, stroomde langzaam de Poortvliet- en Mal- landpolder vol. De bewoners kre gen daardoor ruim de tijd zichzelf en hun spullen in veiligheid te brengen. Meer dan de helft van het dorp kwam blank te staan, maar op het droge gedeelte wer den alle inwoners samenge bracht. Scherpenisse, Tholen en Oud- Vossemeer bleven gespaard. Weliswaar lag eerstgenoemd dorp aan de rand van het water, maar de dijken braken niet on danks dat sommige beschadigd raakten. Van de Rand en Malland werden mensen geëvacueerd. De beide andere plaatsen hadden het 'geluk' dat de zeedijken aan de Brabantse kant van de Een dracht het begaven. Daarmee viel de druk weg die er op de Zeeuwse dijken was. Bijvoor beeld werd een gat geslagen in de kruin van de dijk van de Vos- semeerse Van Haaftenpolder. En bij de werf van Van Duivendijk in Tholen'scheurde de dijk. Geïsoleerd Door de overstromingen raakten hele gebieden geïsoleerd. Electriciteits- en waterleidingen begaven het, telefoonlijnen vielen uit. Op 3 februari hadden Tholen en Oud-Vossemeer weer water en een dag later ook stroom. Sint-Annaland moest tot 10 fe bruari op leidingwater wachten. Tot dan werd dagelijks met grote tankwagens water aangevoerd vanuit Oud-Vossemeer. Van sommige streken was ook nauwelijks bekend hoe de toestand er was. Zo kon het ge beuren dat de nooduitgave van de PZC van 2 februari meldde: 'Tholen schijnt ditmaal geluk te hebben gehad: er werd zondag middag slechts melding gemaakt dijkwerkers en ter plaatse uitge deeld; 15 personen Zoeklicht commando om 12.00 uur middageten; 15 personen Zoe klichtcommando om 16.00 uur brood en koffie; 45 personen Wacht om 16.00 uur brood, be leg, boter, koffie; 75 personen D.U.W. middageten patates- frites, groente, gehakt); 30 mili tairen in O.L. School om 18.00 uur'. Uit het eerste verslag van hoofd G. Heijboer van de afdeling ZIE VERDER PAG 21 Dat de coördinatie tussen de hulpverleners niet altijd even vlekkeloos verliep, illustreert een opmerking in het rapport van G. Heijboer, hoofd afde ling voeding en drinkwater voorziening van het Rode Kruis in Sint-Annaland. Op 10 februari 's avonds om •zes uur werd middageten naar de veiling gebracht voor veertig arbeiders van de D.U.W. 'Zij bleken een uur te voren te zijn verdwenen en afgevoerd, zonder dat door hun ploegbaas hiervan aan ons iets was meegedeeld. In verband hiermede is aan de D.U.W. arbeiders vanaf die tijd niets meer verstrekt dan in opdracht van dhr. Bos van de Heide Mij.'. Het interieur van de N.H. Kerk in Stavenisse na de overstroming op 1 februari 1953. bevolking. We liepen tegen het gewone leven in. Wat een schok gaf het, toen we een platte boe renwagen zagen, met daarop doodskisten die in allerijl waren gemaakt. Hoe is het mogelijk? Noodbegrafenis! De volgende ke ren schrok je al minder." De Vries zag die week veel ellende van mensen die gered waren, maar huis en haard verloren hadden. "Om maar niet te spreken van die mensen, die dierbaren verlo ren hadden." De nachten herinnert De Vries zich nog goed. "Je voelde je bijna altijd eenzaam, zonder radiover binding. De koolspitsen van de lampen (zo werkte dat toen) wer den voor een groot deel op het gevoel verwisseld, met asbest(l) handschoenen aan. In de loop van de nacht was alles heet ge worden. Om beurten probeerden we wat te slapen in de driekwart- tonner." Een voorval illustreert de dankbaarheid van de bevolking. De Vries en een maat vroegen bij een zuivelhandel of ze zich in de opslagruimte eens behoorlijk mochten wassen, maar hen werd meteen de badkamer ter beschik king gesteld, zonder beper kingen. Stiller De volgende bestemming van de zoeklichten was Sint-Annaland. Vanuit het hoger gelegen Halste ren werden ze door de Auvergne- polder naar Tholen gesleept en gevaren. In de polder lag een ar tillerietrekker gekanteld in de berm. "Tijdens de overtocht za gen we veel schade; we werden stiller en stiller. Eigenlijk zagen we voor het eerst, en nu bij dag licht, wat er gebeurd was. Tot dan toe was het altijd schemerig geweest als we op pad gingen en terugkwamen." De militairen werden in het Thoolse dorp ondergebracht in een lokaal van de school naast de kerk. Een deel was vrijgemaakt en voorzien van stro. Verder stond er een potkachel, die werd gestookt om het eten warm te houden en de was op te koken. De Vries: "Eten kregen we uit het hotel op de Voorstraat, terwijl het vlees gebraden en wel van de slager kwam. Voor onze kleine Bezoek van koningin Juliana en commissaris der koningin De Casembroot op 23 maart 1953. Prinses Wilhelmina had 3 februari de zwaar getroffen gemeente al bezocht. Dijkdoorbraak aan de Paaldijk 1953. bemanning waren geen kook- toestellen en etenswaren meege reisd. We vertrokken uit Arnhem met een pakje brood op zak." 'Op zaterdag 7 Februari is toen het volgende verstrekt: 415 liter soep en gebracht naar de Paaldijk en omgeving voor plusminus 800 Een groot aantal militairen werd in de eerste weken van februari ingezet in het rampgebied. Één van hen was de dienstplichtige W.F. de Vries, die nu in Vee- nendaal woont. Hij was ingedeeld bij de tweede zoeklichten-batterij, gestationeerd in Arnhem voor de verdediging van een stuw in de Rijn. De Vries werd met zijn onderdeel naar Zevenbergen gestuurd en vervolgens naar Sint-Annaland. Veertig jaar later volgt hier zijn relaas. Op zondagmorgen 1 februari hoorde De Vries op de radio dat hij zich meteen bij zijn onderdeel moest melden. De zoeklichten batterij was een parate eenheid, wat voor de manschappen in hield dat ze één keer per vier we ken een lang weekend verlof hadden. Nadat alles in gereed heid was gebracht, vertrok het onderdeel in de vroege avond naar Breda. "In die stad kreeg ieder zoeklicht - bestaande uit een drietonner met Engels zoek licht en een driekwarttonner met daarachter een Lister dieselgene rator - zijn bestemming. Wij wer den richting Moerdijk gestuurd." De groep van De Vries werd na een tijdje teruggehaald omdat er gevaar bestond voor een dijk doorbraak. "We zijn behouden teruggekeerd, met de nodige angst op de terugweg. Hier en daar reden we al door wat water. Later hebben we gehoord hoe kritiek de situatie was en dat het commando erg bezorgd was over onze bemanning." Het zoeklicht werd daarop naar Zevenbergen gedirigeerd. "Onze eerste erva ring daar was: ontredderde men sen die naar veiliger oorden werden gebracht. Wij werden on dergebracht in de St.Jozefschool. Eten was er niet en water drinken mocht alleen uit - geroeste - vaat jes." In het parochiehuis, dat als opvangcentrum dienst deed voor bewoners van de ondergelopen polders, kregen de militairen te eten. Het verdriet en de versla genheid die daar heersten, maak ten diepe indruk. Nachtwerkers De groep werkte ongeveer een week in de polders rond Zeven bergen. Tegen de avond de polder in om licht te geven; in het begin bij reddingswerk, later bij dijk herstel. 's Morgens om een uur of acht terug en slapen tot twaalf uur. Een deel van de middag werd besteed aan het onderhoud van het zoeklicht, dat er niet op is gebouwd om een hele winter nacht te schijnen. "Meestal ston den we op afgelegen, gevaarlijke, plaatsen om op afstand licht te geven. Dat deden we door op het wolkendek te richten, want dan was het effect vaak groot," aldus De Vries. "Omdat we nachtwer kers waren, hebben we helaas niet veel contact gehad met de

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1993 | | pagina 18