Tien jaar gelede braken s nac Vrijdag 1 februari 1963 - Pagina 16 Zo was het, zo is het nu. Een l'oto van Kerkwerve, opgenomen in 1953, toen het water kerk en huizen om spoelde en een foto van hetzelfde dorp in 1958, toen het herstel nagenoeg was voltooid. Foto's KLM-Acrocarto rFlEN jaar geleden, de nacht van 31 januari op 1 februari, de nacht die volgde op de nieuwe maan, toen gebeurde het. Het was springtij en een storm uit het noordwesten dreef met windvlagen van 150 km snelheid het water op tegen het lage land van Holland en Zeeland. In die nacht braken de dijken en onstond er een dodenwereld van 175.000 hectare zee geworden land. Ongeveer 300.000 mensen verloren al les wat ze hadden, behalve het leven. Ruim 1800 mensen wisten ook dat niet meer te redden. Tien jaar geleden, maar toch staal deze nacht der verschrikking ons nog zo duidelijk voor ogen. En wij her inneren ons weer hoe diep ontroe rend dit alles beschreven is in het boek „De Ramp", dat kort na de gebeurtenissen verscheen. CTORM, staking van de loodsdiens- ten, schepen in nood, grote duin afslag, vormden de voorboden van het naderend onheil. In het lage land van Holland en Zeeland, doorsneden door zeearmen, was niemand er ech ter op verdacht. We waren er al zo aan gewend dat hier een gebied van 570.000 hectare, slechts door dijken en bemalingen beschermd, lager lag dan de zeespie gel. Men went aan de aanwezigheid van permanent gevaar, evenals de bewoners van een vulkaaneiland. Eerst om twee uur 's nachts gingen de noodklokken luiden. Het geluid ging verloren in de orkaan en men wekte elkaar door met stokken op deuren te timmeren. „De dijk breekt door!" Nauwelijks was men zich van het gevaar bewust of metershoge watermuren stortten zich op het lage land, wierpen zich op eenzame boerderijen, verzwolgen dorpen en landerijen. Ergens stond een man met een dweil het binnensijpelende water in zijn huis op te nemen, niet wetend dat hij duelleerde met de dood Let op Uw saeck /"VVERAL ontstond een strijd op leven en dood. Ver van de ver trouwde wereld vochten enkelingen om het behoud. Vrijwel nergens viel aan dijkdichting te denken. Elders probeerde men het toch, maar werd hel een wanhopig en uitzichtloos ge vecht. De zuidhollandse eilanden, Schouwen-Duiveland, Tholen, Noord en Zuid-Beveland, Walcheren, alles werd een prooi van de ziedende zee. Temidden van de natuurkrachten speelde het carillon in de toren van Zierikzee onverstoorbaar „O, Neder land, let op uw saeck'. Een groot deel van Nederland sliep echter nog en trouwens, wat zou men op dat mo ment beginnen. Reddingsvlotten wer den immers door de orkaan gevangen gehouden in de havens. Machteloos, langzaam aangetast door koude en ontbering, zaten de mensen op instortende huizen en in de boomtoppen. Zij, die niet vluchten konden, wachtten op verlossing. Vaak was het wachten vergeefs. Duizenden drama's TN HET boek „De Ramp" worden enkele drama's verhaald, die plaats vonden. Hoe die nacht in Sta- venisse een echtpaar poogde te vluch ten. In de woonkamer stond het water al boven de knieën. De vrouw was al op de overloop. De man zou nog even een las grijpen, die in de kamer lag. Maar binnen enkele tellen was het water nog een halve meter geste gen en drukte de deur dicht. De vrouw die trok, de man die duwde, zij konden hem niet bewegen. Zij moest vluchten en hij verdrinken, aan de andere kant van de deur. Op Tholen zag een man zijn vrouw en twaalf kinderen verdrinken. Een tienjarig meisje wordt gered, maar onder het huispuin liggen haar vader, moeder en acht broertjes en zusjes. Dit zijn slechts enkele drama's, van de duizenden van die nacht. Eerste reddingen TTONDERDEN ontredderde mensen zaten op de daken, toen de eerste wrakke bootjes door de straten voeren. Dapperen trotseerden het ge weld van de snel stromende wateren. Mensen werden gered, ze konden slechts het lijfgoed meenemen. Elk uur stortten er huizen in. elk uur verdronken er mensen en dieren. De rest van Nederland wist nog niet wat er precies aan de hand was. Er kwamen verwarde berichten binnen van radio-amateurs, de eerste vluch telingen naderden het vasteland. De radio-nieuwsdienst meldde maandag morgen veertig doden men wist verder nog van niets Ja. in die eerste dagen was het de strijd van de enkeling, van een moe der die haar kind redde, van een oude man met een baby. Hulptroepen naderen TTULPTROEPEN naderden. Toen de omvang van de ramp lang zaam doordrong tot de vest van Ne derland kwam er een zich steeds uit breidende hulpactie tot stand. Het gehele apparaat van het Rode Kruis werd ingeschakeld, militairen werden gemobiliseerd, er kwam een geweldig hulpleger op de been. Alleen hun ver schijnen al gaf de slachtoffers moed. Niet alleen voeren de boten om mensen te evacueren, maar ze voer den ook materiaal aan om de dijk dichting te kunnen beginnen Duizen den mensen werden gered, verzorgd en getroost, honderdduizenden zand zakken gingen op drassige dijken door vele handen. In tüden van gevaar, nood en ellen de vormt ons volk een eenheid, dat is reeds vaak bewezen. Ook nu weer ontstond er een solidariteit, een ge meenschap, een spontane hartelijk heid en een gulheid, die alle beschrij ving te boven gaat. Koningin Juliana gaf hieraan uiting, toen zij schreef: „Het doet goed, te zien, hoe allerwegen eendrachtig de handen ineen worden geslagen, om verlichting te brengen in de ontstel lende nood van zovele landgenoten". De hulpactie DEN vloot van vrachtschepen, sa- lonboten, jachten bevoer in die dagen de Zeeuwse wateren Met vol strekt ongeschikte schepen werd het leven van duizenden gered. Anderen voerden medicamenten, drinkwater en voedsel aan. Urker vissers lieten overal een schip met radio achter om zo de verbinding met het vasteland tot stand te brengen. Scheveningse vissers haalden met hun twintig sloe pen meer dan 700 mensen uit de zol ders en bomen van Abbenbroek en Zuidland. Vliegtuigen en helikopters scheer den over het verdronken land, speu rend naar levenstekenen. Ook uit an dere landen snelden hulptroepen toe. want nog steeds is er grote nood. Waren de eerste slachtoffers na een korte doodstrijd gevallen, waanzinnig makend was het lot van de mensen die nu reeds dagen onverlost bleven en het einde zagen naderen, tergend langzaam. Verenigd Europa TN DIE dagen ontstond er een werkelijk verenigd Europa De len van het Engelse Rijnleger snelden toe, een Amerikaanse legermacht met Duitse hulpkrachten, twee Franse ba taljons, Belgen. Italianen hielpen. Uit alle landen stroomden goederen toe, overal werd geld ingezameld. Maar terwijl de storm luwde en het eerste schamele herstel een aanvang nam, steeg de rouw steeds meer omhoog, totdat ze ons hele volk omvat hield. „Laat het tenminste een troost zijn dat U niet de enige bent", liet een radioreporter zich ontvallen tot een geredde, die niets had kunnen mee nemen. ,Het zou groter troost zijn, wanneer ik de enige was", antwoord de de man. Het liad erger kunnen zijn A CHTERAF bezien had de ramp nog verschrikkelijker kunnen zijn. De Schielandse hoge Zeedijk, die het hart van ons land en drie miljoen mensen beschermde, hield hel. Enkele bressen konden haastig worden gedicht. De Hondsbosse zeewering, een zwakke plek waarvoor men angst had. doorstond de orkaan. Benauwd was de situatie geweest bij 's-Graven- zande, waar een doorbraak dreigde. Zou dit zijn gebeurd, dan was heel het Westland aan de zee prijs gege ven. En zo waren er nog tientallen plaatsen, waar men maar ternauwer nood het gevaar kon bezweren. Er was geen mens in Nederland, die er aan dacht om het eens op de zee verworven land nu maar prijs te geven. Integendeel, onmiddellijk werd het herstel van de dijken aangevat, werden boerderijen herbouwd, werd alles in het werk gesteld om de ma teriële schade van de ramp weer in te halen. Natuurlijk werd er ook een nauw keurige analyse gemaakt van hetgeen er in de rampnacht precies was ge beurd. Men kwam tot de conclusie dat het gehele proces der vernieling zich in hoofdzaak heeft afgespeeld in de lijd van zes uren en wel ge heel tijdens de duisternis. Om middernacht waren er nog geen beschadigingen aan de dijken te con stateren, terwijl na zonsopgang op 1 februari niets wezenlijks meer is ver anderd, afgezien van verdieping en uitbreiding van doorbraken en bescha digingen. Deze omstandigheden bemoeilijkten het onderzoek. Zo bestond er bijvoor beeld geen enkele fotografische opna me van de werking van de zee op de dijken tijdens de vernieling. Er zijn vele dijken doorgebroken of zwaar be schadigd op een tijdstip dat er nie mand bij aanwezig was. In de paniek van het moment was er trouwens weinig gelegenheid tot het doen van waarnemingen. Toch zijn er polderopzichters geweest, die tijdens de rampzalige nacht toch nog analyserend werk hebben verricht, zoals bijvoorbeeld een gesloten serie van peilschaalwaarnemingen maken. Uit de fragmentarische gegevens ont wierp men een beeld van de „nor male" gang van zaken bij de vernie ling der zeedijken. Van binnenuit begon vernieling ATEN onderscheidt hierbij verschil lende fases. Eerst sloegen de uit lopers der hoogste golven onregelma tig over de dijkkruin. De waterover slag nam sterk toe en in deze fase was het binnenbeloop dikwijls onafge broken met water bedekt En van dit binnenbeloop uit begon de vernieling. In een volgende fase begonnen langsscheuren op te treden en gingen de buitenste lagen van het binnenbe loop langzaam afglijden. Soms kon men dit voorkomen, door onmiddellijk de langsscheur af te dekken met zei len of dicht te stoppen met zandzak ken. De afschuivingen werden meestal echter snel erger en er zijn gevallen bekend van dijken, die plotseling met donderend geraas in elkaar stortten, waarbij de grond tot op grote afstand dreunde als bij een bominslag. De slotfase is dan dat het water over de aangetaste dijk spoelt, de dykspecie meesleurt en er geen reden meer aan ia. Het spectaculaire werk aan de Delta-plannen houdt de aandacht van ied< was dit het geval met de afsluiting van het Veerse Gat, het eerste grote r situatie bij de werkzaamheden aan dit grote proje

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1963 | | pagina 6