Tien jaar geleden
bezweken de dijken
NOORDZEE NAM LEVEN VAN MENS EN DIER
C
Rien Groenendijk
is nu tien jaar
Herinnering aan nachtelijke reddingstocht
v..
- geboren in rampdagen -
Jongensboek
Trouw
van
Nacht van
doodsnood
Klankbeeld over
watersnood
DIE ZATEttBAG, de 31ste janu
ari 1953, luid
de het weerbericht:
Geldig tot zondagavond)
Guur weer met wisselende bewolking en nu
en dan regen-, liagél- of natte sneeuwbuien,
krachtige tot stormachtige wind tussen
West en Noordwest.
zou Eisenhower overwegen de vloot bij
Formosa terug te trekken, begon Forster
Dulles een Europese rondreis.
werd gemeld, dat de beschadigde „Willem
Ruys" na de geruchtmakende aanvaring
met de „Oranje" in de Rode Zee op 4 maart
weer in de vaart zou komen.
greep de vogelpest op de westelijke Veluwe
weer om zich heen.
was het vijftig jaar geleden dat de^Spoor-
wegstaking in Nederland uitbrak.
arriveerde prins Bernliard met de „Jan van
Riebeeck" in New York voor het bijwonen van
een herdenkingsplechtigheid.
eindigde de overdenking voor de zondag in
Trouw getiteld: Vaderland in de verte
met deze woorden: Beid uio tijd. En duur
uw uur.
vierde prinses Beatrix haar vijftiende ver
jaardag.
luisterde het grootste deel van de bevol
king over Hilversum 1 naar het nationaal
radioprogramma „Als je vijftien bentEn
tevoren naar ooggetuigeverslagen van de Euro
pese schaatskampioeyischappen.
ME MAANDAG ~r^
vond ik mij aan boord van de KLM-Dakota
PH TBZ voor een verkenningstocht boven het
rampgebied. Er lag een ragfijne nevelsluier
over Zeeland. Het vólle zonlicht drong er ge
makkelijk doorheen en zette de barre xooes-
tenij, het verdronken land, in een hard, ge
nadeloos licht. Wij zochten naar Schouwen
en Duiveland, naar het welvarende, frisse ge
bied, een der tuinen van Zeeland. Duiveland
leek van de aardbodem te zijn verdwenen.
Alleen in Zierikzee stond nog een teken op
gericht: de stompe toren, die eenzaam oprees
uit een grijze wereld van nameloze verlaten
heid.
Men kon dit alles niet aanzien zonder dat de
ogen vochtig werden, het hart ineenkromp.
Er waren geen afscheidingen meer. Tele
foonpalen stonden in het geliddaar moes-
ten de wegen zijn. De dorpen, verloren eiland
jes in de bijna tot rust gekomen baaierd; de
zee omspoelde de huizen, de kerk. Het was
verbijsterend zó, op enkele tientallen meters
hoogte, over volslagen ontluisterd land te vlie
gen.
In een grote sprong naar Hansweert, naar
Halsteren, de Westhoek van Brabant, dan
Tholen. Wat wisten we toen van het ontstel
lende drama van Stavenisse's-Gravendeel:
plokken hooi als engelenhaar drijvend op de
vloed. Oude Tonge, Nieuwe Tonge
Het wateroppervlak rimpelde vreedzaam
onder de straffe bries.
Ik vermoedde, teruggekeerd op Schiphol,
alleen dit: waarlijk, de helft was mij nog niet
aangezegd.
J
(Van een onzer verslaggevers)
DIE nacht kwam de zee te
rug, als een dief.
Zij verscheen in de ge
daante van een spring
vloed, zij rameide de dijken en nam
bezit van leven en land.
De mensen sliepen in het lage
land, dat zij ontworsteld hadden;
de bevolking van een groot deel
van Zeeland, een deel van Zuid-
Holland en Noord-Brabant.
De zilte dood sloeg toe en veroorzaak
te nameloos leed.
Bijna tweeduizend mensen kwamen
om in de vloed, een ramp, waarvan het
begin maar heel traag tot Nederland
doordrong.
Dat alles gebeurde tien jaar geleden.
De overlevenden, die zelden of ooit
meer spreken over die uren en dagen
van ontluistering en verslagenheid, zijn
tien jaren ouder geworden.
Hun land, hun dorp, hun stad heeft
zich opgericht, de uiterlijke sporen van
het geweld zijn weggewist.
In tien jaar zijn kinderen volwassenen
geworden, zijn babies schoolkinderen
geworden, zijn nieuwe dijklichamen ont
staan, nieuwe dorpskernen tot stand ge
komen, heeft zich de lichte schaduw van
een wedergeboorte over Neerlands del
tagebied gelegd.
Het leven ging verder, de zeegaten,
drempels van voorspoed en van tegen
spoed, worden gesloten.
In deze dagen herdenkt Nederland de
Ramp, de doden en de levenden, die bij
duizenden evacueerden, die het vege lijf
konden redden. Het herdenkt, hoe in na
tionale saamhorigheid werd gered, ge
holpen, hoe de beste tradities van dit
volk manifest werden: het gedenkt de
internationale hulp en de stugge strijd
VERVROEGDE VERJAARDAGSVISITE IN
NIEUWE TONGE
HET is nu heel wat geriefelijker in de woning van de familie
Groenendijk te Battenoord (Nieuwe Tonge) op Goeree-
Overflakkee, dan toen hun zoontje Marinus tien jaar gele
den geboren werd. Toen zat de gehele familie op een koude
zolder, zonder eten of drinken en volkomen van de buitenwereld af
gesloten, juist op een moment, dat er zo dringend hulp moest zijn.
Toen klotsten de golven tegen het huis; nu zijn alle kamers ver
warmd en denkt men niet meer zoveel aan de benarde dagen van
begin februari 1953. Rien is zich helemaal van niets bewust. Hij be
grijpt nauwelijks waarom hij zo erg veel belangstelling heeft als
hij jarig is.
van waterstaat en zyn hulptroepen om
voor de herfststormen de gaten te dich
ten.
Nederland herinnert zich ook hoe de
eerste en de laatste maal na haar terug
treden koningin Wilhelmina temidden
van haar volk, in Zeeland, vertoefde.
De Ramp bracht de kwetsbaarheid
van het oude Deltagebied aan het licht.
Na de vloed is de strijd tegen de zee
in principe een nimmer aflatende stryd
in een nieuwe fase gekomen. Een
proces, dat mede de ontsluiting en de
metamorfose van besloten landstreken
veroorzaakt of beïnvloedt.
Die zondag de eerste dag van de
februarimaand van 1953 werd Neder
land geconfronteerd met de grootste
natuurramp sinds mensenheugenis.
De kille cyfers spreken een taal, die
niet zal uitsterven zo lang er mensen
achter dijken, beneden de zeespiegel wo
nen en werken.
Ruitm een half jaar later begin sep
tember 1953 werd gemeld: „Volgens
het informatiebureau van het Nederland-
sche Roode Kruis bedraagt het totale
aantal slachtoffers van de overstro
mingsramp thans 1795-
Het is zeker, dat hierby geen doublu
res voorkomen. Nog 164 personen worden
vermist. Van de 164 vermisten zijn in
middels 32 slachtoffers geborgen, doch
deze konden nog niet geïdentificeerd
worden.
De Ramp veroorzaakte een tijdelijke
volksverhuizing van 72.000 getroffenen,
4300 vernielde huizen en tienduizenden
beschadigde woningen. Ongeveer 300.000
landgenoten verloren letterlyk alles
wat zij bezaten. Er waren circa 90
stroomgaten ontstaan, 500 dykbressen
en 500 kilometer beschadigde dijk- In
de eerste weken ontving het Rampen
fonds byna 40 per seconde.
rpROUW heeft telkens met de klei-
ne Marinus meegeleefd; toen hy
één jaar werd, zyn we hem een be
zoek gaan brengen en toen hij vijf
jaar werd, vonden we hem al een aar
dig kereltje.
Deze week zyn we er weer geweest.
Rien zit al in de vierde klas van de
lagere school. Hy doet het best. Zyn
laatste rapport was prima; één tien
twee negens, drie achten en een paar
zevens.
Toen Rien vyf jaar werd, had hij
het voornemen vrachtwagenchauffeur
te worden. Daar is wel wat verande
ring in gekomen- -ïij wordt nu drag
line-chauffeur. Daar is hy niet vanaf
te brengen. Zijn vader zou liever zien
dat de zoons in het bedrijf kwamen.
Er zijn er vyf en er is er slechts één
Rien met zijn eerste
verjaardagsgeschenk
die wat voor de landbouw voelt.
Rien houdt niet van de landbouw,
maar dat wil niet zeggen, dat hy die
nu reeds de rug toekeert.
Zyn vader vertelde ons, dat hy vo
rig jaar de „geren" heeft gekregen.
Dat zijn de schuine stukjes grond, die
niet door machines bewerkt kunnen
worden. Rien heeft er uien op geteeld
en dat heeft hem geen windeieren op
geleverd.
Mooisle koe
T"VESGEVRAAGD liet Rien ons de
koe zien, waarmee we hem vijf
jaar geleden fotografeerden. „Vind je
het niet de mooiste?" Wy vonden hem
prachtig en evenals Rien, hard ge
groeid. „Ik kan al een beetje mel
ken," vertelde hij ons, terwijl hij de
koe over de kop aaide.
„Ik ken u nog wel, want toen de vo
rige keer kwam, zat ik bij moeder op
schoot en ik kan me nog wel herinne
ren dat u die camera by u had, maar
dat licht, nee, dat weet ik niet meer-
U hebt toen lang met moeder gepraat
en vader was niet thuis," wist Rien
nauwkeurig.
Nu was vader wel thuis, want de vorst
belet hem landwerk te verrichten.
Vader en moeder lieten ons allerlei
attenties zien, van mensen, dii
Trouw van Rien's geboorte hadden ge-I
lezen en die hem nu jaarlijks prent
briefkaarten sturen. Ook krijgt hij
kleine cadeautjes. De artikeltjes uitl
de krant en de vele leuke brieven be
waren de ouders. Nu hij tien jaar|
wordt, mag hij een en ander lezen.
Welkom geschenk
TV7TJ wa:-n zo gelukkig het eerstf
cadeau voor Rien's verjaarda;
te kunnen geven; een leuk jongens-I
boek. Rien was er bijzonder mee in
zijn sas. „Ik ben de enige die echt
van lezen en boeken houd", verklaar-]
de Rien, die direct begon te bladeren.
Naast de vijf jongens is er in sep
tember een meisje geboren in het ge
zin: Janny. De vyf jongens en vader
en moeder zyn er dolbly mee. Gi
wonder, het is een schat van een mi
je. Ze wordt wel een beetje verwendl
door al die jongens. Maar zaterdag|
2 februari wordt Rien verwend door|
alle mensen die blyk geven van mee
leven. Dat medeleven, zo nemen wij
aan, geldt in niet mindere mate de
ouders, die de bewogen dagen van be
gin februari nooit zullen vergeten.
Rfs
Dorpen en steden boden dagenlang het beeld van volslagen ontreddering. Reddeloos was de situatie
velen, ook het redeloze vee ontkwam daaraan niet.
FotoHet opruimen van kadavers was een dringende noodzaak om epidemieën te voorkomen.
"pjE ramp „staat" op de Philips
langspeelplaat „De dyken bre
ken". Op een dezer dagen, toen de
stormwind over ons land loeide, heb
ben wij de plaat gedraaid. Het klank
beeld over de Watersnood 1953, ver
vaardigd in samenwerking met de
Stichting Nederlandse Radio Unie en
de Radio Nederland Wereldomroep.
Met reportages van de omroepvereni
gingen. Televisie was er nog niet. Het
eerste radiobericht kwam uit Zwijn-
drecht, waar de Ringdijk op breken
stond, men hoort de klokken luiden, de
nood strekte zich uit van noordelijk
Texel tot aan Cadzand. Dan is daar het
bewogen woord van wylen dr. Korten-
horst als de hulp, ook internationaal,
op gang komt. Het klankbeeld, sterk
door zijn soberheid, gewaagt van „een
menselijke broederschap". Broeder ben
jij het? Broeder, ik ben het.
Radio Lausanne mobiliseerde de
Europese radio. Men hoort het ronken
van de vliegmachines, de helicopters,
de luchtbrug van Woensdrecht, de roep
om rubberboten, de hulp van de vele
radio-zendamateurs, flitsen van Fyn-
aard en Zierikzee. Het gedragen woord
van Willem Tollenaar, die voordraagt
de „Ballade van de Watersnood" van
Werumeus Buning Allen in Gods
Hand... De hulp van allen, de burgers
en de militairen, de beelden van eva
cuatiecentra Een klankbeeld, dat de
trieste herinneringen actualiseert, dat
sinds de bezetting 't Nederlandse volk
schouder aan schouder bracht in de
frontlinie voor de strijd tegen een eeu
wenoude vijand, het water, dat in de
gedaante van een springvloed weer
keerde. Het klankbeeld werd samenge
steld door Karei Blom, Nivo Boer, Jo
van de Walle en Jan de Winter, regie:
Ben Steggerda. Men hoort de stem van
Jacques I
HET was voor ons niets bijzonders
in het midden van de nacht uit
bed gehaald te worden: dat gebeurde
in Roosendaal bij het Korps Comman
do Troepen, bij voorkeur als de wind
om de kazerne huilde en de regen te
gen de ruiten sloeg. Maar die zater
dagnacht was het toch anders: er zijn
dijken doorgebroken, ging het al gauw
door de ryen. De G.M.C.'s zware
vrachtwagens, hoog op de wielen, re
den voor en we gingen naar binnen
terwyl de storm over het kazerne
plein bulderde en aan de zeildoeken
kappen van de auto trok.
Een groep reed naar Steenbergen:
van die groep weet ik niets, dan dat
ze maandagmorgen terugkwamen
met pijn in hun ogen. Zelf reden we
over de dijken, waarover al het wa
ter spoelde, richting Sint Philipsland.
Naar Schouwen Duiveland konden we
niet komen: juist voor we de doorgang
tussen Sint Philipsland en Duiveland
bereikten was de weg verdwenen. Van
de risico's die genomen werden wisten
we niets: wat sergeant Rupp en kapi
tein Van Gelder in de cabine van de
G.M.C. deden, was ons onbekend. Wy
zagen alleen dat het water om de as
sen van de auto's spoelde en dat we
een schuimend spoor trokken waar een
weg moest zyn. Toen het schemer
werd, stonden we voor het gat: daar
moesten we wachten tegen elkaar
geleund omdat de storm des benen on
der je wegtrok.
De auto's keerden terug op zoek
naar zakken. Voor het gat dicht was
konden we niet verder. Toen de sche
mer de gordijnen van de nacht op
trok, was er geen land meer. Zelf
stonden we tegen de glooiing van de
dijk met voor ons en achter ons water.
Als torren kwamen de trucks door het
water zwemmen. Met zakken: vraag
niet waarvandaan. Van de boerderij
en staken alleen nog daken boven het
water uit. Tegen de dyk lag wrakhout
raamkozijnen deuren, palen van om
heiningen, huisraad.
gen we hadden nu een overzicht
van de ernst van de ramp trokken we
weer het Zeeuwse land in. Onze dijk
had gehouden: anderen hadden hem
afgemaakt en zo konden we overste
ken naar de dijk nabij Bruinisse. Daar
vlamden de houtvuren tegen de hemel
werd brood opgestapeld in een keet
en vlogen de helicopters af en aan.
Laat in de middag zouden Duck's uit
Duitsland arriveren om hulp te bieden
Daar moesten we op wachten.
Van de watervlakte kwamen nu en
AU ARM BIJ DE COMMANDO'S
TVTE vormden een levende ketting:
zandzakken gingen van hand tot
hand; urenlang tot we het gewicht
van de zakken niet meer voelden. We
wilden de vloed voorblijven, die aan
de provisorische dam begon te trekken
Maar de vloed won: al spoedig ver
dwenen de zandzakken in het water.
Zondagsmiddags waren we terug en
de twee ontbraken op het appèl, een
luitenant en onze hoornblazer. Uren la
ter kwam de luitenant terug: de
hoornblazer hebben we een week la
ter in het Gelderse Didam begraven:
hij was verdronken. Het enige wat die
zondag van hem gevonden werd, was
zijn groene baret.
Voor dag en dauw maandagmor-
dan platboomde boten aan; helicop
ters vlogen heen en weer tussen een
huizenrij aan de horizon waarvan al
leen de daken boven water staken. We
konden niet van dat stuk dyk af, want
de weg dook de polder in, liever: het
water in. Dinsdagmorgen arriveerden
de Duck's. Van slaap was die nacht
niet veel gekomen want de met stuif
sneeuw verzadigde wind schuurde
over de dijk en het vuur hielp maar
nauwelyks. De Duck's waren bemand
met Duitsers: de officier was een
Amerikaanse kapitein, compleet in ge
vechtsuitrusting. Twee Duitsers en
twee commando's per Duck.
WE trokken Schouwen.Duiveland op
naar Sirjansland waar mensen
op de gaanderij van de kerk zouden!
zitten. Toen het eb werd, kon het voer-l
tuig niet verder: de klei trok aan del
banden. We groeven de klei rondom!
de banden weg: de Duitsers en wy;|
toen was het wachten. De woensdag-l
ochtend bracht de vloed. Tegen ach-r
ten dreven we Sirjansland in
water tegen de dakgoten stond en del
deuren van de kerk wyd opën waren, r
Er was niemand. We schreeuwden.
De Duitsers schoten lichtpatronen af.l
We klommen over daken. We keken!
door dakramen. In Sirjansland was!
niemand meer. Laat, tegen de tyd.r
dat de schemering weer over Duive-I
land kroop waren we in Zierikzee. On-|
dei-weg onderzochten we alle boerde-l
rijen, di*> stuk gebeukt werden in de
golfslag. Nu en dan trok een paard, I
de golven voor de borst, driftig aan!
touw, de ogen wit en groot. Dan!
zetten we het beest een stengun voor!
de kop en haalden een maal maar!
de trekker over. Dan braken
ogen er de bek klapte dicht. Lang
zaam, de pens dik van het zoute wa
ter,sloeg het beest om. Een van de
Duitsers stond over le geven. Maar
nergens waren mensendoor de ge
broken ruiten sliert de vitrage in de
wind. Vanuit Zierikzee over zee
Bruinisse na een laatste hand
druk met de -juitsers, die met ons de
chocola hadden gedeeld.
Op de dijk naby Bruinisse was al
les nu geregeld: er was brood, zonder
iets er op, waarop we gulzig aanvie
len. In een schoongemaakt bagger-
vaartuig waren stinkende slaapzak
ken gelegd. We roken het niet. Alles
stonk naar zilt en zweet. Door het wa
ter kwam een auto aanrijden: lang
zaam en voorzichtig, over zyn schou
der duimde de chauffeur naar de laad
bak. We sloegen het zeil terug. Men
sen met voorschoten voor en leren
handschoen aan tilden er een meisje
uit. Blond haar streek vochtig langs I
het verstyfde gezicht. Ze was mis
schien zeven, acht jaar oud.
NIEK HEIZENBERG.