Laatste bres in Rampgebied gaat
Zeven en dertig weken na
de bange nacht
SCHOUWEN
HOUDT
EN DUIVELAND
DE ADEM IN
Gat bij Ouwerkerk zat
Vrijdag dicht gaan
Er is iets groots
Verricht...!
Caissons naar het
laatste gat
(Van een onzer redacteuren)
VRIJDAG aanstaande, de zesde November 1953, houdt Schouwen
en Duiveland de adem in. Met Gods hulp hoopt men het laatste
stroomgat, de laatste bres, die herinnert aan de Rampnacht, te
sluiten, Zeven en dertig weken na de bangste nacht in de historie
van Neerlands delta-gebied wordt de eerste phase in de strijd om de
herovering van het verdronken land beëindigd. Omstreeks midder
nacht hoopt men de taaie bres voor het levenloze dorp Ouwerkerk
te dichten. Dan zal men de wedloop met de tijd, de wedren met de
najaarsstormen, voorlopig hebben gewonnen. Het stroomdicht
maken van het dijkgat voor de polder Vierbannen, is de onver
wachte krachttoer voor Waterstaat geworden.
Oók de revanche, want men weert hier de gulzige stroom op een
plaats, die weinige meters verwijderd is van het onzichtbare kerk
hof van caissons en stortsteen, van brede drempels van zinkstukken.
Einde Augustus sloeg het water nog eenmaal toe, het rukte de
reuzen-caissons, de betonnen bunkers weg van hun bedden van rijs-
I hout. Het leger van dijkwerkers, de opzichters, de ingenieurs waren
I verslagen!
Morgenavond, als een zee van geel
I natriumlicht 'het werkgebied voor dit
I Duivelandse dorp overspoelt, wordt
I tij en wind dienende de laatste
I „Phoenix" ingevaren. Dan zullen de
I sleepboten met oneindige zorg, als
I voeren zij met porselein, de laatste
1 schakel door het Brökkengat naar 'het
nieuwe sluitgat slepen.
De laatste „Fhoenix"-caisson, met
I zijn indrukwekkende omvang, zijn
I waterverplaatsing van 15.000 bruto-
registerton. Een log, schijnbaar on
handelbaar gevaarte, waarbij de man-
nen in de lieslaarzen als mieren zijn.
„Phoenix"-caisson, de naam'is sym-
bolisch voor het „vergeten eiland", de
naam herinnert aan herrijzenis, nieuw
leven, nieuwe toekomst. Men heeft
deze gigantische pontons gebruikt als
drempel voor de herovering, de herle
ving van Europa. De geallieerden
steunden er op bij hun invasie op de
kunst van Nonmandië. Mogen zij nu
de herrijzenis van het eens zo welva
rende liefelijke eiland, dat zich door
rouw en ellende heenworstelt, in7
luiden.
Het gevecht buitendijks neemt Vrij
dag, wat zijn meest spectaculaire vorm
betreft, grotendeels een einde. Men
moet er bij herhaling bij zijn geweest,
te midden van de vleohters van het
rijshout hebben vertoefd, de komst der
honderdduizenden zandzakken hebben
gezien, de lichten tot diep in de nacht
in het hoofdkwartier in Zierikzee
hebben zien branden, om enigermate
te beseffen, wat het zeggen wil, dat
nu reeds de laatste poort van dit be
sprongen eiland gesloten wordt.
Materieel en mensen worstelden
I met de getijden. Het grootste probleem
1 in de gelukkig zo rustige maanden,
I die achter ons liggen, zijn geweest de
1 eb en de vloed van het Noordzee-
I water. Men heeft de bijna ontelbare
I vierkante meters matten van rijshout,
I de zo vitale zinkstukken alleen dan
I kunnen leggen als de stroom zijn ken-
tering had bereikt.
Dood water kennen de Zeeuwse
stromen niet.
Betrekkelijk geruisloos hebben de
B naamlozen gewerkt, de mannen van
I de bakkende dragline-machinisten,
I de polderjongens, de rijshoutwerkers,
de schippers op de driftig stampende
1 bootjes, de mannen van de blauw-
I drukken, kortom heel dat legioen, dat
1 aanvankelijk voor een hopeloze taak
I stond.
Mensen, die felle critiek hebben on-
dervonden, die wanbegrip moesten
overwinnen. Natuurlijk ging het Zee
land en zijn Zeeuwen te langzaam. De
sterke gehechtheid aan hun grond, aan
hun boerderijen, hun huis, hun dorp,
hun stad, leefde zo onstuimig en
maakte de eilandbewoners zo onge
duldig.
Begrijpelijk, menselijk!
Nu, in de late herfst, waarin nog
meermalen een glimlach van de lange,
milde nazomer is doorgebroken, sluit
Waterstaat een hoofdstuk af.
Vrijdagnacht, als naar menselijke
berekening de sirenes haar vreugde-
gehuil rondzenden over water en over
land, is de schakel van zeeweringen
rondom Schouwen en Duiveland ge
sloten en begint men aan de episode
van herstel, van drooglegging.
Neerlands strijd tegen het water
heeft de Nederlander door de eeuwen
heen een zaak geacht, die voor zich
zelf spreekt. Deze kamp behoort bij
het leven in de lage landen.
Waterstaat, dat alle krachten bun
delde, dat zijn grote vredeswerk in de
oude Zuideiv.ee in de steek liet, stond
na het geweld van de eerste Februari
van dit jaar voor een taak, die haar
evenbeeld in de geschiedenis van de
waterbouwkunde niet had.
Men is begonnen met grote nuchter
heid, met vaderlandse omzichtigheid,
maar met een vakmanschap, dat erva
ring van eeuwen verried. Bres na bres
werd gestopt, dijkvak na dijkvak ver
rees, men arbeidde rustig en gestaag,
men deed zijn plicht, men deed uitein
delijk wat het land verwachtte.
Wij willen op deze plaats, nu
Zeeland zijn laatste door het ge
weld der golven opengestoten
deur, sluit, warme hulde brengen
aan allen, de naamlozen, de onge-
noemden, die pal hebben gestaan.
Wij willen uit naam van hen,
die veraf stonden móésten
staan ons respect betuigen aanl
het dijkleger, van hoog tot laag,
aan de mannen voor en achter de'
schermen.
Zonder overdrijving mag ge
zegd worden: „Hier is iets groots
verricht!"
Langzaam verdwijnt deze trieste wereld van verdronken land
BIJ GUNSTIGE WEERSGESTELDHEID
V-//-.T3 (Van een onzer verslaggevers)
Indien de weersgesteldheid gunstig blijft en de laatste voor
bereidende werkzaamheden volgens het schema verlopen, verwacht
het departement van Verkeer en Waterstaat, dat het laatste dijkgat
in het rampgebied dat voor het Duivelandse dorp Ouwerkerk
Vrijdag in het late avonduur zal worden gesloten. Men hoopt de
sluiting, waarvan tal van autoriteiten getuigen zullen zijn, te be
werkstelligen tussen 10 en 12 uur.
DONDERDAG 5 NOVEMBER 1953
Twee van de drie Phoenixcais-
sons. bestemd voor het dichten
van dijken in het rampgebied,
zijn gisteren reeds van de vlucht-
haven by Zijpe naar Ouwerkerk
versleept. Indien er zich geen on
verwachte moeilijkheden voor
doen wordt de eerste caisson he-
denochtend ingevaren; dt tweede
Vrijdagochtend en de laatste Vrij-1
dagavond.
Tiet. dijkleger neejt de zw