Zierikzeese middenstanders
klagen burgemeester aan
Aantal slachtoffers
gestegen tot
1783
De 100.000.000
gepasseerd
AAN DE ZEE
ONTRUKT
1794 doden bij
watersnood
Evacuatie-drama in de rechtszaal
WAS ONTRUIMING VAN DE
STAD NOODZAKELIJK?
Naar van het informatiebureau vanl
het Ned. Rode Kruis vernomen wordt,
is sedert de laatste opgave, die 17511
slachtoffers vermeldde, het aantal!
slachtoffers van de watersnood geste
gen tot 1783. Dit aantal is de laatste
vier dagen stabiel gebleven.
Van deze 1783 slachtoffers staan er
633 te boek als vermist en waren er
1150 geïdentificeerd. Minstens vijftig
personen zijn begraven, die men niet
heeft kunnen identificeren. Nog bijna
iedere dag worden slachtoffers gebor
gen.
Volgens de thans beschikbare gege
vens zijn de 1783 slachtoffers als volgt
te verdelen:
Noord-Holland
Zuidhollands Vasteland
Voorne-Putten
Beierland
Goeree-Overflakkee
Schouwen-Duiveland
Tholen
Noord-Beveland
Zuid-Beveland
Walcheren
Zeeuwsch-Vlaanderen
Noord-Brabant
verm. geïdent.
12
633 1150
Als vermist worden beschouwd de per
sonen die door de officiële Instanties als
omgekomen werden opgegeven, doch wier
stoffelijk overschot nog niet is gevonden.
De drie gemeenten, die wat het aantal
slachtoffers betreft, het zwaarst getroffen
zijn, zijn Oude Tonge (ruim driehonderd),
Kieuwerkerk (270) en Stavenisse (160).
Tot en met gisteren is in
het Nationaal Rampenfonds
in totaal f 101.700.000 bijeen
gebracht. Woensdag was de
stand 99.8 millioen gulden.
/y-V-^CVaii onze Haagse
redacteur)
Van de 145.000 hectaren
land, die op 1 Februari wer
den overstroomd, waren Za
terdag jl. 128.345 hectaren
van het buitenwater afge
sloten. Op Schouwen en Dui-
veland waren 4275 hectaren
droog, maar door de gebeur
tenissen van Zondag is deze
oppervlakte verminderd tot
350Ö hectaren. j
I
Volgens de tot gisteren bekende
gegevens bedraagt het totaal aan-
tal slachtoffers van de watersnood
tha.ns 1794.
Van dit totaal staan 1504 perso
nen genoteerd als geïdentificeerd
!cn geborgen, en 290 als vermist,
i (Het totaal op 31 Maar,t ver
meldde 1150 geïdentificeerden en
geborgenen, en 633 personen, die
als vermist te boek stonden, totaal
1783).
DONDERDAG 9 APRIL 1953
(Van onze Haagse redactie).
In hoger beroep behandelde het Haagse rechtshof gistermiddag
onder presidium van mr. S*N. B. Halbertsma in een zitting, die bijna
vier uur duurde, het kort geding dat de heer Biezen c.s. namens een
aantal middenstanders uit Zierikzee heeft aanhangig gemaakt tegen
het gemeentebestuur ïr. de persoon van de burgemeester van deze
gemeente, jhr. mr. J. .bchuurbecque Boeye. In dit geding wordt dooi
de middenstanders gesteld, dat de evacuatie van Zierikzee in strijd
met de wet, is gelasv en dus ongedaan moet worden gemaakt. Op 4
Maart heeft de piésident van de Middelburgse rechtbank zich ten
aanzien van de vordering deels onbevoegd verklaard en deze vorde
ring andersdeels ontzegd.
De pleiter voor de middenstanders,
mr. K. A. Keuning uit Zierikzee. be
gon zijn pleidooi met een uitvoerige
schets van de situatie in Ihet zwaar ge
troffen stadje. „Het economisch leven
is te gronde, merkte hij op. Het maat
schappelijk lever, is vernietigd. De
vernielde stad staat nog dagelijks onder
de dreiging van vloed en dijkbreuken.
Van de 1994 huizen zijn er nog slechts
500 bewoonbaar. Maar in de droge kom
van Zierikzee functioneert 'het leven
weer vrij goed, al moet men zich be
helpen. Daarom begrijpt men niet
waarom er van die 500 bewoonbare
huizen nog zoveel leeg staan. Daarom
ook willen de middenstanders, die geen
verblijfsvergunning hebben1 gekregen,
terug naar Zierikzee om hun zaken zo
goed en zo kwaad als het gaat in stand
te houden en hun klanten, die er nog
zijn, te blijven bedienen. Als ze eerst
over maanden of misschien pas over
een jaar terug mogen, zal het een har
de dobber zijn die klanten terug re
winnen".
Ernstige critiek leverde mr. Keuning
op het tempo van de herstelwerkzaam
heden. „Er is zeer onvoorzichtig met de
belangen van de inwoners omgespron
gen" Ook het gemeentebestuur betrok
hij in zijn kritiek. „De opgave was te
zwaar vor het gemeentebestuur", was
zijn oordeel. „Velen achtten de burge
meester reeds lang niet capabel voor
zijn taak".
Even ernstig was zijn kritiek op de
regering, die gedreigd heeft geen eva-
cuatiegelden uit te keren aan hen, die
door de sterke arm tot evacueren
moesten worden gedwongen. „Ik noem
dat immoreel", aldus mr. Keuning.
Behalve grove willekeur bij het toe
kennen van de verblijfsvergunningen
verweet mr. Keuning de burgemeester
ook het gebruik van bevoegdheden, die
hem, aldus mr. Keuning, in de verste
verte niet toekomen. Naar zijn mening
kan een burgemeester een zo grote
bevoegdheid niet aan de Gemeentewet
ontlenen.
„Natuurlijk is een burgemeester in
bepaalde omstandigheden wel bevoegd
tot evacuatie van zijn gemeente", stel
de de raadsman van het gemeentebe
stuur, mr. F. W. Adriaanse uit Middel
burg, hier tegenover. „Hij moet die
bevoegdheid wel hebben om zo nodig
te kunnen ingrijpen in het belang van
de veiligheid van de mensen zelf en ter
handhaving van de openbare orde en
rust, waarvoor hij de verantwoordelijk-
heid heeft. De burgemeester is zelfs
de enige man, die voor het hanteren
van deze bevoegdheid in aanmerking
komt en de Gemeentewet verleent hem
die bevoegdheid dan ook".
„De evacuatie was beslist noodzake
lijk", betoogde mr. Adriaanse. „Verle
den week nog kwam het water weer
vlak bij de kerk. Toen spoelden daar
cadavers aan en liepen weer tal van
huizen onder. Als slechts een kwart
gedeelte van het aantal huizen nog
bewoonbaar is. kan toch niet iedereen
er blijven, anders dreigen stoornissen
van de openbare orde en veiligheid.
Het is nu inderdaad rustig in Zierik
zee, maar dat komt juist door de
evacuatie.
De persoonlijke aanvallen en critiek
op de burgemeester achtte mr. Adri
aanse beneden peil. „Het gemeentebe
stuur is volkomen te goeder trouw en
oo volkomen juiste gronden tot zijn
Desluit. gekomen", betoogde hij.
„Eigenlijk gaat bet in deze zaak om
Ichts twee vragen: „Heeft een bur
gemeester het recht zijn gemeente te
laten ontruimen als er een noodtoe
stand bestaat? cn was die noodtoestand
hier aanwezig, zodat de burgemeester
in redelijkheid tot het evacuatiebevel
kon komen?" Mr. Adriaanse meende
beide vragen in el kopzicht bevestigend
te moeten beantwoorden en conclu
deerde dan ook tot het niet-ontvankc-
lijk verklaren van de vordering.
Na re- en dupliek bepaalde de pre
sident de uitspraak op 13 Mei.