Scholen in de storm HET was vanzelfsprekend, dat na de ramp de allereerste aandacht van ieder uitging naar de méns in zijn nood. Nu deze allereerste nood enigermate verzacht is, komt er ruimte voor ver dere vragen. Een er van is: Hoe is het onze scholen met de bijbel in de storm vergaan? Uit de antwoorden, binnengekomen uit een onderzoek, dat ingesteld was naar de toestand van ruim honderd scholen in het rampgebied, kunnen we thans wel enigermate een beeld krijgen van de gevolgen van de watersnood voor onze scholen. I We doen maar een énkele greep: De voorzitter van de chr. school te St. Philipsland schrijft, dat de school» niet alleen onder water gelopen is, maar geheel en al in elkaar ligt, als een puinhoop. Er is weinig meer van te zien. De school stond juist op de wind en in de volle golfslag. De school in Stellendam is ernstig getroffen. De vloedgolf heeft er dagen lang dwars doorheen geslagen. De ge hele inventaris is verwoest. Toen het hoofd der school van de zolder van zijn huis werd gered, zag hij zijn school banken voorbij drijven. Nog spoelt bij vloed het water door de deerlijk gehavende scholen van Krabbendijke en Rilland-Bath. In de eerstgenoemde plaats staan er van de school nog enkele stukken muur en het dak. Verder is alles weg. Deze scholen kregen twee meter water. Hooge Zwaiuwe had op 1 Sept. 1951 een nieuw schoolgebouw met gloed nieuwe moderne inventaris in gebruik genomen. Het kreeg bijna drie meter water binnen. Een stuk van de muur werd weggeslagen. Alle leermiddelen werden waardeloos. Het bestuur van de Chr. BLO school in Klundert, die in Sept. 1952 in ge bruik werd genomen, trof de gehele inventaris van de benedenverdieping totaal verwoest aan. Men schat de scha de hier op 10.000. De school in Zwingelspaan zit wel zeer in de hoek, waar de slagen vallen. In 1944 werd het gebouw door brand vernield. Na de oorlog werd een nieuwe school opgebouwd. Thans staat ze twee meter onder water. Volgens ons nog niet bevestigde ge ruchten moet de ravage in de school te Moerdijk zeer groot zijn. Ze is nog niet bereikbaar. Ernstige schade leden ook: Zuid-Beijerland, Herkingen, Oude Ton- ge, Ooltgensplaat, Stad aan het Haring vliet, Papendrecht, Dussen, Numans- dorp, Zuidland, Fijnaart, Vere enz. Vrij wel alle scholen, die in het getroffen gebied liggen. jOE komen deze scholen in letter- H lijke en figuurlijke zin weer boven water? Velen z'ullen ongetwijfeld aanstonds denken aan een grootscheepse actie voor de gedupeerde scholen bij de niet- getroffen schoolbesturen. En men ver zekert ons, dat men hier op grond van de christelijke solidariteit heel wat kan verwachten. Van bevoegde zijde deelt men ons echter mee, dat de tijd hiervoor thans nog niet gekomen is. Hoezeer men ook begrijpt, dat de schoolbesturen naar hulp uitzien. In de eerste plaats staat het men vergeve ons de thans aanvechtbare beeldspraak als een paal boven water vast, dat alle schade aan scholen en j leermiddelen verhaald zal kunnen wor den op art. 72 van de L.O.-wet. Datgene, wat niet te rekenen is onder de publiekrechtelijke aansprakelijkheid, als b.v. schoolwoningen, kleuterscholen, kortom, wat buiten de eigenlijke school schade geleden heeft, zal vallen onder de door de regering te treffen schade loosstelling. Schade van leden van het personeel, zal in eerste instantie, evenals de scha de van alle andere getroffen particu lieren, gedragen worden door het Na tionaal Rampenfonds. Daar komt bij, dat in het huidige stadium, waarin alle giften nog lopen over het éne Nationaal Rampenfonds een SPECIALE actie voor een SPE CIAAL concreet doel, een slechte pers zou hebben. Hiervan is nu al een bewijs tè leveren. Vefder spreekt het vanzelf, dat de onderwijsorganisaties reeds over deze zaak vergaderd hebben. Zo het blijken mocht, dat er een deel van de door scholen geleden schade niet gedekt wordt op de boven aangegeven wijze, dan kunnen de getroffen schoolbestu ren er van verzekerd zijn, dat ze niet in de kou gelaten zulle® worden door de organisaties van schoolbesturen. Men wachte dus even met voorbarige actie. Meer kan er vandaag niet van gezegd worden. Uit de ontvangen brieven van school besturen wordt men duidelijk gewaar, dat men daar zijn geloof nog niet ver loren heeft. Hier is niets aanwezig van de geest uitgekomen in zo velerlei journalistiek oeuvre van de laatste da gen wij fixen dit wel weer. Wij zetten verbeten gezichten, wij klemmen de lippen op elkaar en wij komen er met onze kracht en techniek wel weer boven uit. Integendeel. De secretaris van de Chr. school te Zwingelspaan schrijft: En met Gods feulp, die onze school nu reeds 103 jaar >iocht ervaren, zullen wij biddend In St. 'Annaland op Tliolen hebben enkele gezinnen hun zwaar beschadigde huizen weer opgezocht. De was gaat door! voortgaan, gedachtig aan het: Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken. Het hoofd der school van Zuid-Beijer land zag vanuit z'ijn huis in de storm nacht zijn school langzaam in het water verdwijnen. Slechts de metalen letters: „School met de Bijbel" bleven met de lantaarn zichtbaar. Het was voor hem een aangrijpende symboliek, dat in alle omstandigheden de school met de bij bel heeft te fungeren als een lantaarn boven het woelige mensenleven, ook van dat der kinderen. Welnu, zolang er boven de ramp en de storm uit DE ZE geluiden hoorbaar zijn, behoeft men aan de toekomst van de school met de bijbel in Nederland nog niet te wanhopen. Omdat men hier begrepen heeft, dat déze getuigenissen gedragen worden door een Kracht, die men als eerste bij de wederopbouw zal nodig hebben. De kracht van het christelijk gelóóf. T. M. GILHUIS.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1953 | | pagina 11