Q| IITT SCHOUWEN-DUIVELAND BLlJl I HET VERGETEN EILAND? Doods en verlaten strekt Schouwen en Duiveland, dat niet langer een eilandmaar eerder een binnenzee is, zich uitMaar plots legt de late middagzon over dit beeld van chaos en vernietiging een mild licht. Het licht van de verwachting, dat dit veelbezochte eiland niet vergeten, maar in nieuwe vruchtbaarheid herbouivd zal ivorden Een recent ooggetuigeverhaal van een onzer speciale verslaggevers x-"J Kaderhebjegczien, dat de eerste groene puntjes J van de sneeuwklokjes al in de tuin boven de sneeuw uitkomen „Nee, Jaap, maar dat is prachtig, dat betekent, dat er weer nieuw leven op komst is!" Vader, heb je gezien, dat de grote schuur al weer helemaal droog ligt bij ebbe?" „Ja, Huibje, dat be tekent, dat het water tenminste niet verder komt en dat we weer hopen mogen op beter!" We zijn er weer op uitgetrokken - de grote, niets ontziende catastrophe is geschied, zij, die deze met hun leven moesten betalen, zijn grotendeels ter aarde besteld, zij, die het rampgebied moesten verlaten, werden geëvacueerd naar vele oorden des lands, het verdronken vee is grotendeels verwijderd. De dorpen van het vergeten eiland Schouwen-Duiveland liggen bijna allemaal verlaten in de onmetelijke waterplas en het doet vreemd, onheilspellend aan: al die bui zen, waaruit men geen gerucht verneemt. Het lijken wel dodendorpen, geheel of grotendeels onder water. Wanneer het vloed wordt, drijft het overgebleven huisraad weer door de kamers en veel er van vindt zijn weg door voor- of achterdeur om zich met de ebstroom in de meest bonte en trieste chaos neer te vlijen tegen de binnenkant van de Zuiderdijk, die als een vergaarbak fungeert voor alles wat men zich aan menselijke en dierlijke ellende kan voorstellen. Het is hard om te midden van deze hopeloze ver woesting te zien, hoe het proces van de vernietiging zi< h met de regelmaat van de klok blijft voltrek ken, want het tot rust gekomen water kwam in feite niet tot rust, maar het verricht zijn duivels werk nog en met tergende, slopende langzaamheid. De meestal uit halfsteensmuurtjes opgetrokken boerderijtjes, schuren en huisjes worden ondermijnd, o, zo lang zaam, maar o zo zeker en bij tijd en wijle stort er wéér een verlaten hoeve in, waarna de afbraak door het met de getijden steeds bewegende water in een mini mum van tijd wordt voltooid Maar laat ons beginnen bij het begin, dat u tot startplaats noemt Woensdrecht, het vliegveld bezui den Bergen op Zoom, waar de jongensachtige, ogen schijnlijk studentikoos aandoende Major Yernon L. Poynter van Fit Det Hqs 7th Army zijn sportief- nonchalante, maar in wezen ijzeren vuist zwaait over een achttal helicoptervliegers. De American Em bassy verzocht gastvrijheid en dienstbetoon, de Major wees ons 1st Lt Richard H. Nelson aan als piloot en een kwartier later stegen wij met de W.K.- camcraman op met als eerste bestemming Zierikzee. „Stavenisse, tweehonderd doden," wijst na enige tijd Lieutenant Nelson. Duiveland, zien we, is geen land meer, maar een binnenzee, met daarin hier en daar wat daken, soms alleen maar schoorstenen, een enkele maal een bovenverdieping» Tegen een dijkrest zijn een vijftiental koeiencadavers aangespoeld met een enkel paardenlichaam er tussen. We dalen in Zierikzee, waar we in een oude woonwagen vergast worden op koffie-uit-kartoneen haast onwezenlijke service te midden van zóveel chaos en vernietiging! Weinige minuten later staan we in de witte, welda dige sfeer van het R. K. Liefdehuis, het ziekenhuis te Zierikzee, waar sinds enige dagen een der doktoren uit de omtrek, bijgestaan door zijn echtgenote, de leiding heeft. En plots denken we aan dat zich naar boven werkende sneeuwklokje van de kleine Jaap en we vragen: „Is er al iets van een nieuw begin, van opbouw hier?" Het antwoord komt moeilijk. „Het hangt er van af, van welke kant u de zaak beziet. Wij zijn hier bezig met de zieken, die daarvoor in aan merking komen, te prepareren voor evacuatie uit het noodgebied, maar er blijven ook vele achter en er komen regelmatig nieuwe bij, zodat we handen vol werk hebben." „En is de sfeer van samenwerking goed, matig of slecht?" Weer dat bekommerde gezicht. „Ik laat mij hierover liever niet uit. Natuurlijk is er binnen onze muren een sfeer van grote samenwerking en in sommige opzichten gelukkig hier en daar ook wel er buiten Deze bekommerde gezichten, deze weinig enthousiaste opmerkingen, we zullen ze hier op onze tocht overal ervaren. Onze helicopter voert ons langs de zuidkust van het eiland. We zien een geweldig groot gat in de dijk bij de zgn. Schelpenhoek en een kleinere maar veel gevaarlijker breuk bij Burgsluis. Ergens midden in het ondergelopen land wordt deze naar mijn schat ting dertig meter lange breuk bij stil tij overwonnen door twee roeiboten, die aan kabels een soort veer dienst onderhouden. Een gevaarlijke onderneming, want zelfs bij stil tij is de zuiging door dit gat enorm. We begrijpen, dat dergelijke breuken niet met enige honderden zandzakken kunnen worden gedicht,, maar dat die zaak in het groot en massaal moet wor den aangepakt. We begrijpen zoveel beter de woor den van de jonge, actieve Hollander Th. van Amerikaanse vliegers in allerijl naar hier gekomen om middels hun helicopters op intensieve wijze deel te nemen aan het reddingsiverk. Honderden danken aan hen hun leven! Van links naar rechts: Major Poynter, Capt. Johnson, Lt. Nelson en Lt. Dow. De helicopter, die de W.Kdoor de Amerikaanse instanties voor haar oriëntatie-tocht wel willend werd afgestaan, met piloot Lt Nelson (midden), de W .K.-verslaggever tweede van linksalsmede een aantal vrijwilligers, onder wie de zeer actieve heer M. Poot uit Rotterdam tiveede van rechts) op een der weinige droge plekken van Schouwen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1953 | | pagina 20