Toen het water kwam - de Schelphoek bij Serooskerke (S) was niet ver stond mijn moeder er met haar twee kleine kinderen alleen voor. Een echtgenoot op afstand en een eigen moeder in verwarring. Terwijl het water steeg en de palen van het toegangshek als ijkpunt bij elke tijdklik verder onder het stijgende water verdwenen, moest mijn grootvader per auto in veiligheid worden gebracht met een van de weinige auto's van het dorp. De smid riep om toch vooral op te schieten, terwijl hij zijn voertuig tegen de glooiende helling steeds verder omhoog moest verrijden. Intussen werden allerlei spullen in het kleine huis bijeen gegrist, achter af niet de meest belangrijke. Oom Piet, de man van tante Anna, regelde een paard en wagen, waarop de familie en de verzamelde spullen in veiligheid konden worden gebracht. Als kleine stadse jongen hield ik, samen met mijn moeder, een jutezak met een onrustig varken in be dwang. Mijn moeder ontfermde zich bovendien over mijn jongere broer en een klagende tante. Zo bereikten wij het hoger gelegen Renesse. Diezelfde dag kreeg mijn moeder onderdak bij kennissen in Burgh. In het evacuatiegezin heerste kinkhoest en dus werden mijn broer en ik preventief ingeënt. Helaas maakte een pijnlijke en onhandige injectie in de ischiasspier mij het lopen nog dagen daarna onmogelijk. Intussen was mijn vader geheel onkundig van de werkelijke omstandigheden van zijn gezin. Schouwen-Duiveland was een vergeten eiland en pas enkele dagen na de ramp berichtte het ANP dat geheel Schouwen-Duiveland was ondergelopen. Hij kon niet anders concluderen dan dat hij in een klap zijn vrouw en twee kinderen was verloren. Niemand die hem inlichtte. Alle contacten waren verbroken. Mijn moeder drong erop aan om snel terug te keren naar Zutphen. Zij kreeg uiteindelijk toestemming van de burgemeester van Burgh om het eiland te verlaten, voorzien van een officieel gestempeld en getekend document. Ik heb het nog ergens opgeborgen. Met haar twee kinderen stond zij niet veel later met nog twee andere "vluchtelingen" aan de dijk bij Burgh-Sluis. Het was vijf uur in de ochtend, donker en ijzig koud. Er voeren vissersschepen voorbij die passagiers oppikten. Een behulpzame boer zwaaide met een vlag, waarop een van de Scheveningse vissers het verkleumde gezelschap in het oog kreeg. Via een wankele opstap van strobalen kon een sloep worden bereikt. In het water dreef huisraad en vee. Er stond een gevaarlijke stroom. Via een uitgezette lijn bereikte de sloep uiteindelijk het vaartuig. Een touwladder bracht de passagiers aan boord. Eindelijk geborgenheid. Het enige dat ik mij ervan herinner is een kajuit, waar ik kon liggen zonder dat iemand mijn zere been aanraakte. Het was er warm en bedompt. De golven klotsten; de eindbestemming was Dordrecht. Daar stonden vele hulpverleners met auto's klaar om de slachtoffers te vervoeren. Iedereen wilde wat doen. In de volstrekte chaos riep mijn moeder dat zij naar Amersfoort gereden wilde worden, waar haar zuster woonde. Achteraf merkwaardig, want zij moest naar Zutphen. Na uren kwam zij aan. Er was niemand thuis en de huisbewaarder liet haar niet binnen. De buren vingen haar op. Er was een feestje gaande. Onder de modder en gedesoriënteerd leverde mijn moeder met twee dito kinderen een trieste en armzalige aanblik. De gastheer liet een taxi voorkomen en stelde zich garant voor de kosten van repatriëring, als dat nodig mocht zijn. Het zag er niet naar uit dat zij de rekening konden betalen. Het was niet nodig, maar wel sympathiek. Die nacht om drie uur kwamen wij aan. Onaangekondigd. Een donkere straat werd plotseling verlicht, toen de taxichauffeur met deuren klapte, aanbelde en ik als kind erbarmelijk krijste. Mijn vader opende met verwilderde blik en in pyjama de voordeur. De kamer vulde zich met uitgelopen buren en familie. Nog steeds zie ik mijn moeder met haar hand leunend op de schoorsteen. Anna hoe was het? 't Is allemaal water", zei ze en ze huilde. Dat doet ze nog steeds als ze dit verhaal vertelt en ik doe met haar mee als ze probeert de slotscène opnieuw te vertellen. Ton Brandenbarg, januari 2009

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1953 | | pagina 9