ÉÉN~JAAR VERSTREEK.... MOEDER kosten betalen, maar het mag niet. Tholen moet bukken en dat is spr. niet van plan le doen. De heer Franke is ook mee geweest naar Middelburg, maar ze zijn niet erg optimistisch daar vandaan gekomen. Tholen zal het loodje moeten leggen. De heer Jansen meent dat het financieel belang te veel wordt opge wogen tegen het algemeen belang, men moet zich niet blind staren op de financiën. De voorzitter zegt het algemeen belang niet uit het oog te willen verliezen, maar het recht moet niet uit de weg gaan voor de macht. Wethouder Franke meent dat men nu moet opkomen voor het pucliek, want dat heelt de last. De voorzitter merkt op dat den Haag deze toestand heeft gebracht en niet wij. Wethouder van den Berge zegt dat men macht wil en geen recht. De schuld ligt niet aan de gemeente. De heer de Hond zegt dat men moet trachten zoo lang mogelijk het recht te handhaven. De heer Zachariasse merkt op dat men het dlgemeen belang minder acht dan het recht. Fr is toch een compromis voorstel aangeboden'? De voorzitter merkt op dat men de neiging heelt het algemeen belang met het recht te gaan vereenzelven, dat is een zeer gevaarlijk standpunt De heer Jansen vraagt of er geen voorstel is. De voorzitter antwoordt dat dit er niet is, maar dit kan nu uil de be sprekingen worden geformuleerd. Het voorstel is om niet aan hel verzoek van het manstere van openbare wer ken te voldoen. De heer Jansen vraagt of er geen tusschenweg te vinden is, door een commissie te benoemen die deze zaak in den Haag nog eens gaan bepleiten. De zaak kan toch zoo be sproken worden dat de rechten van Tholen niet aangetast worden er zou toch een oplossing gevonden moeien worden. Nadat de heer Jansen, Klompe en Berrevoets nog een en ander naar voren hebben gebracht om tot een compromis te komen brengt de voor zitter het voorstom niet op het verzoek van het hl listeria van open bare werken in te yaan in stemming hetwelk wordt aangenomen met tegan stemmen. Tegen de heeren Janse, Zachariassz en Klompe. Hierna sluiting. POORTVLIET, 27 Deo. 194Ó" Voorzitter en secretaris van Oeveren. Aanwezig alle leden. De voorzitter opent de vergadering met het ambtsgebed. De notulen van de vorige vergadering worden ongewijzigd vastgesteld. Ingekomen stukken: Van Ged Staten ontvangen goed keuring raadsbesluiten tot wijzing van de bé^föutingïïn van lüio-mr 1946. Van het Bureau van verificatie Yan de Ver. van Ned. Gemeenten procesverbaal van kasopname bij de gemeente-ontvanger, bij den secretars ontvanger van het Burg. Armbestuur, bij den Secretaris van de legeskas, van de rekening van het burg. armbestuur oven 1945, en bij den penning-meester van de landarbeiders stichting. Deze stukken worden voor kennis geving aangenomen. Van den heer Nortier bericht dat hij zijn benoeming tot lid van de commissie tot wering van school verzuim aanneemt. Van den Commissaris der Koningin dat de verordening heffing honden belasting Kon. is goedgekeurd. Van Ged. Staten een beschikking over het beroep van Uijl betreffende het raadsbesluit waarbij afwijzend is beschikt over het verzoek van Uijl om de reiskosten van zijn zoon die de L.O. School teTholen bezoekt te vergoeden. Ged Staten bepulen dat de kosten hiervan geheel ten laste van de gemeente komen. Burg. en Weth. stellen voor om deze zaak aan te houden tot een volgende vergadering en eerst eens een nader onderzoek in te stellen of zijn gezinsinkomsten wel juist door Uijl zijn opgegeven en dan definitief het besluit te nemen of men in beroep zal gaan. Met alg. stemmen wordt dit goedgevonden. Tot leden van de commissie tot wering van schoolverzuim worden benoemd de heeren Krijger, Looyenga, Monteau, Kurvink Burg. en Weth. stellen voor om opnieuw een overeenkomst aan te meenten De heer van Ast vraagt of dit verplicht is. De voorzitter antwoord hierop bevestigend. De heer Vroegop vraagt of deze bijdrage groot is. De voorzitter antwoordt dat dit voor de gemeente 43.93 en voor het Weezen-Armbestuur 14.62 per jaar is Met alg. st. wordt het voorstel aangenomen. Ingekomen is een verzoek van Mej. Quist otn haar jaarwedde als schoonhoudster van het gemeentehuis te verhoogen tot 1300.— Burg. en Weth. stellen voor hieraan te voldoen. Met alg. stemmen wordt dit goedgevonden. De voorzitter zegt nu dit is goed gevonden hebben Burg. en Weth- ook gesproken om dat van de schoon maakster van de school ook eens onder oogen te nemen en slellen voor om deze op dezelfde voet te verhoogen, daar zij niet valt in het recht van de jaarlijksche verhoogingen De h^er van Hout vindt dit goed nu te doen, want anders komt ze later toch. De heer van Ast vraagt hoe lang zij dit werk al doet. De voorzitter antwoordt vanaf 1943 De heer van Ast meent dat we beter kunnen wachten totdat ze het zelf vraagt. Naar boven kunnen wij altijd, maar naar beneden is altijd zeer bezwaarlijk. Weth. van der Slikke merkt op dat de mogelijkheid is dat zij het dan niet meer doet en waar zullen wij een ander vinden. Weth. Krijger meent dat als de schoonhoudster van hel gemeentehuis het krijgt de schoonhoudster van de school het ook toekomt. De heer van Ast. zou de conclusie hieruit willen trekken dat dan de schoonmaakster van het gemeentehuis te hoog wordt betaald- De voorzitter uierkt op dat de schoonhoudster van de school niet voor de kachels behoeft te zorgen en van het gemeentehbuis wel, terwijl er ook nogal klachter zijn over de school. Spr. zegt verder dat hij haar hier over heeft gesproken en zij zeide dat dit kwam omdat er ook door anderen gebruik werd gemaakt van de school De heer van Ast meent dat wanneer de vereenigingen die gebruik van het schoollokaal maken er voor zouden betalen, van dit geld iets hiervoor te cornpenseeren. De heer van Houdt merkt op dat al die vergaderingen in de school van de vereenigingen ook meer werkzaamheden meebrengen en is er ook voor dat daar iets voor betaald werd. De heer de Graaff is er ook voor om de vereenigingen te laten betalen zoodat van dit geJd mede de schoon houdster betaald kan worden. De voorzitter antwoordt dat wanneer het lokaal veranderd wordt, dan komt men niet meer door de school. De heer van Houdt is ook bang dat zij ontslag zal nemen en het zal niet gemakkelijk zijn een ander te krijgen, dat zal men ook onder oogen moeten zien. De heer van Ast wil zich niet laten afschrikken met iets wat er niet' is. De voorzitter stelt dan voor deze zaak aan te houden, waartoe met alg. stemmen besloten wordt. Van de districtsopzichter is bericht ingekomen omtrent de verbouwing van het gymnastieklokaal en de kosten worden geraamd op f550. Nadat door de heeren van Ast en Krijger naar voren is gebracht om te trachten een aparte ingang te maken, worden burg. en weth. ge machtigd dit werk uit te voeren. Burg. en weth. stellen voor om gehoord het rapport van de commissie die de rekening heeft nagezien, de rekening van het armbestuur over 1945 vast te stellen in ontvang op f6138.78 en in uitgaaf op 3761.03, alzoo een batig saldo van '2377.75. De heer van Ast wil nog enkele vragen stellen en wel over de post van inkomsten onder punt van f4104 zijnde nog te verhalen pacht. De voorzitter antwoordt dat in de commissievergadering daar ook de aandacht op is gevestigd en uit de inlichtingen is gebleken dat een groot gedeelte van deze post is betaald geworden in 1946 en ook op deze rekenidgis geboekt. De heer van Ast zag onder de post beleggingen van elfecten een post nn alsou inbaar, hoe is dat mogelijk? De voorzitter kan hierop geen antwoord geven, maar zal nader in lichtingen vragen. De heer van Ast zegt er is nog een post van 1241 als te ontvangen huur. De voorzitter meent dat deze post wel niet meer zal komen, want er is zooveel huur geraamd en na Maart is er van verschillende woningen geen huur meer ontvangen kurnen worden, omdat ze verwoest zijn, zoodat er nu minder is ontvan gen dan geraamd. De heer van Ast heeft dan nog een -^ost van 15 gezien als gratificatie aan den heer Verburg, maar deze taat niet in de rekening De voorzit'er antwoordt dat deze voorkomt in onvoorzien. De heer van Ast houdt niet van gratificaties, het is beter dit onder werkloon te brengen. Met algemeene stemmen wordt de rekening vastgesteld. Burg. en weth. stellen voor, gezien het rapport van de commissie die de begrooting heeft nagezien, de begrooting van het armbestuur vast te stellen in ontvang en uitgaaf op 1'9323.83 met een post van onvoorzien van 2640.71. De voorzitter deelt nog mede dat er nog een onderzoek zal ingesteld worden naar een post van 302.69, welke op de begrooting staat voor de verpleging van een kind in Kinder zorg, maar deze jongen is nu 17 jaar. Met alg. stemmen wordt de begroo ting vastgesteld. In behandeling komt de vaststelling van de gemeentebegrooting voor 1947 De voorzitter zegt in de commissie vergadering zijn reeds enkele voor stellen besproken en in de eerste plaats stellen burg. en weth. voor om het presentiegeld voor de leden van den raad te verhoogen en te brengen van 1.50 per lid per ver gadering op 2.50. De heer van Houdt zegt in de commissievergadering daar reeds tegen geweest te zijn. Van deregee ring wordt uitgebazuind om te be zuinigen en als men nagaat dan smijten een massa mannen die in de regeering zitten met het geld op een onbehoorlijke manier. Spr. meent als hij van zich zelf afgaat dat wij het best zonder verhooging kunnen en daar er van de regeering niet de hand aan wordt gehoudeu om te bezuinigen, wij een voorbeeld moeten stellen en daar niet aan mee te doen en spr. verklaart zich dan ook tegen de verhooging van het presentiegeld. De heer Krijger wil het lidmaatschap van den raad als een eerebaantje bezien en is ook tegen verhooging. De heer de Graalf zou er maar over willen stemmen. De heer van Ast is het volkomen eens met den heer van Houdt. Alle regeeringsinstanties en heel de wereld spreekt er van dat er versobering moet komen, maar in werkelijkheid wordt hier niets aan gedaan. Nu weet spr wel dat dit geen gewicht in de schaal legt als wij dit niet aannemen, maar hij is er voor toch een voor beeld televen. Spr. heeft indertijd er tegengestemd toen he presen tiegeld aan de orde is gekomen en zal nu tegen deze verhoogir.g stemmen. De voorzitter antwoordt dat ver schillendeambtenaren werkelijk ver hooging noodig hebben en het is dus goed dat ze dat krijgen. De heer van Ast zegt dat die er mogelijk bestaan, maar er wordt van de toren geblazen over vermindering, maar he.'., blijft bij praten; maar hi de beleving wordt het niet in toepas sing gebracht, zoowel bij hoog als bij laag. Als men ziet hoe sommige regeeringspersonen in Nederland het van alle kanten er uit trachten te halen wat er is, hoe is het dan mogelijk straks nog te leven. Er is nu nog geld onder de menscben, maar dat wordt straks anders. De heer Vroegop meent dat als men onderaf gaat beginnen het weinig zal baten. Alles gaat naar boven. Voorgesteld is 2.50 en het niet te laten op 1.50, dat zal weinig invloed geven. De heer van Ast meent dat de onoerste sport van de ladder het meeste gebruikt wordt en die is dus het eerste versleten. De heer van Houdt meent als wij zoo blijven praten, dan komt er nooit geen einde. Daarom moeten wij beginnen met de onderste sport van de ladder en hiermede een voorbeeld stellen. Weth. Krijger meent dat dit geen motief is om de saiarisverhoogingen te vergelijken met de presentiegelden te verhoogen. De heer van HouGt zegt het is niet persoonlijk. Maar als wij alles zoo bij elkaar nemen, dan wordt het heel wat. Het voorstel van burg. en weth. in stemming gebracht wordt verwor pen met tegen stemmen. Voor de beide wethouders en de heer Vroegop. Burg. en weth. stellen voor om de verzekeringsbedragen van de ge meenteeigendommen aanmerkelijk te verhoogen. De heer van Houdt verklaart zich principieel tegenstander van verze keringen, dus zeker tegen de ver hoogingen van de bedragen. De heer van Ast staat op hetzelfde standpunt. De voorzitter antwoordt dat door deze verhooging de premie voor de gemeente komt van f42.03 op f85.05. Hij leest de verschillende verhoo gingen voor. Met tegen stemmen wordt dit voorstel aangenomen. Tegen de heeren Vroegop, van Ast en van Houdt. (Slot volgend nummer) Opnieuw is een jaar voorbijgegaan en wéér maken wij, zooals men dat steeds op Oudejaarsdag te doen pleegt de balans op om met wantrouwende gezichten de verlies- en winstreke ning te bekijken. En laat ons maar dadelijk zeggen eno su niet tol ongerechtvaardigd enthousiasme opschroeven; de winstposten zijn zoo gering, dat men zich afvraagt, of er wel winst is gemaakt. Elke stilstand beteekenteruggang en verlies en ineerste jaar, waarin ons ladn niet in oorlog was, mag men de voor uitgang na de volledige oorlogsalbraak niet le hoog aanslaan; lager zakken dan dit tijdens de laatste jaren van de oorlog het geval was, konden wij immers niet. Was er het vorig jaar tenminste nog reden tot juichen, omdat toen de dictaturen waien verslagen en verpletterd en wij vrede en vrijheid hadden herwonnen, ook dat lelt thans niet mee. Maar de menschheid blijft een kind, dat als naar een kleurrijke bal steeds naar de toekomst grijpt. En 1947 is een nieuw jaar... Het belangrijkste probleem, waar voor wij ons in afgelopen jaar gesteld zagen (en dat waarschijnlijk ook in het komende jaar nog hel belangrijkste zal blijven) is onze verhouding iot Indonesië. Nadat de luitenaut Gouverneur- Generaal, dr. Van Mook, reeds in het bevrijdingsjaar veel met de op 14 Augustus 1945 door Soekarno en Ilatta uitgeroepen Indonesische repu bliek „gedokterd" had, was het eerste belangrijke feit in het nieuwe jaar (21 Januari) het door de Engelsen zenden van een waarnemer in de persoon van Sir Archibeld Clark Kerr (Lord Inverchapel.) Veel goeds heeft Clark Kerr niet tot stand gebracht, integendeel hij stichtte nogal wat verwarring in beide gelederen door zijn zinspelingen op een eventueel „trustoeschip" Op 11 Februari deed Van Mook een nieuw voorstel, name lijk deelgenootschap in het koninkrijk met uiteindelijk vrije beslissing. Een maand daarna Maart) landden de eerste Nederlandsche troepen op Java hetgeen de Indonesische republikeinen niet handelbaarder maakte. Kort nadat Sjahrir was afgetreden Maart) en met nieuwe volmachten terugge keerd. werd een complot tegen hem en Soekarno ontdekt, de vroegere minister Soebardjo werd gearresteerd De volgende phase in de onder handelingen brengt ons het bezoek van verscheidene Indonesische afge vaardigden aan ons land (Ook Van Mook en Clark Kerr zijn daarbij.) Op 12 April gaan onze ministers naar Londen, maar de conferentie op de Hogo Veluwe werpt geen positief resultaat af. Voorstellen en tegenvoorstellen kruisen elkaar; op Mei verklaart Logemann, dat de regeering bereid is Java en Madoera zelfbestuur toe te kennen, waarna de Indonesiërs souvereiniteit eisen over Java, Sumatra, Bali en Zuid-Celebes. Op Mei volgt een sensatie Sjahrir wordt ontvoerd; Soekarno neemt alle macht in handen. De zomer wordt zonder dat de oplossing van het probleem een stap verder komt doorgesukkeld. In Augustus wordt onder de nieuwe regeering Beel tot de zending van de commissie- generaal besloten en een tweide Engelse bemiddelaar komtLord Killeern. Op 12 September worden de onderhandelingen hervat, die nadat op 14 October de wapenstil stand gesloten was uiteindelijk lot de voorlopige ondertekening van het basisaccoord van „Linggad- jati" voerden. De Lt. Van Mook zette in een uitvoerige memorandum de gevolgde gedragslijn inzake Indonesië uiteen, waaruit is op te maken dat dit wel de eenigste oplossing is geweest die er was en de gehouden Denpassar- conferentieeindigde met liet aannemen van het ontwerp regeling voor de Groote Oost, waarmede de staat Oost Indonesië in principe isgevestigd. Tot voorloopig staatshoofd werd Soe kawati gekozen Door de afgevaardigde Toemboe Toenggoe Billi werd voorgesteld een telegram aan TI de Koningin te zenden om den dank uit uit te spreken voor dc inlossing van de Koninklijke belofte vervat in Haar rede van December en smeekt zegen van den Allerhoogste af voor Hare Majesteit en Haar Huis. Een slot dat hoop geeft, maar de T.R.I. gooit roet in eten en het is niet te hopen dat door deze partij die niet accoord gaat met hetgeen tot stand kwam dezelfde weg op zal gaan als in Indo China, strijd tot het uiterste, zooals generaal Soedirm heeft geproclameerd. Dat is de donkore wolk waaronder wij hel nieuwe jaar ingaan. Regeringsbeleid. Hoewel geen onderdeel der regerings politiek zo belangrijk is als oe Indonesische kwestie, willen wij toch nog even bij de regering en dus bij de droge kost blijven. (Vervolg 4e pagina) En ben ik suf en moedeloos van THOLEN Oe Kerstfeestviering van de Ned. Hervormde Zondagschool, Tweede Kerstdag had oudergewoon te de Kerstfeestviering plaats van de Zondagschool. Er was zeer veel belangstelling. Nadat door de aanwezigen psalm 105:1 was gezongen, ging ouderling de Korte voor in gebed en opende daarna de bijeenkomst. Door de leerlingen werden ten gehoore gebracht verschillende Kerst liederen, terwijl de Kerstgeschiedenis werd verteld door de heer van Elsacker. Daarna volgde nog het door de kinderen zingen van eenige liede ren, waarna alle aan wezigen de Lofzang van Zacharias zongen verzeil en Oudergewoonte werd een Kerst verhaal verteld door Mej.Cense die daarna de scheidende leerlingen ioesprak. De aanwezigen zongen de kinderen toe Psalm 121 Geertje de Jonge bood namens de scheidende kinderen mej. Cense als blijk van waardering voor hetgeen zij steeds belangeloos verricht heeft een boekwerk, een vulpotlood en een lepeltje aan, waarna deze kinde ren hun leidster toezongen psalm 134:3. Mejuffrouw Cense bedankte hierna de kinderen voor deze verrassing waarbij zij de hoop uitsprak dat hetgeen zij op de Zondagschool ge- hebben vrucht zou dragen voor hun verdere leven. Hieina werden nog twee liederen gezongen, waarna ouderling De Korte de bijeenkomst met gebed sloot. Als slotzang zongen de aanwezigen Psalm 150 De leiuing van de zangnummers was toevertrouwd aan de heer Deurloo. Voiige week ontvingen de kinderen reeds een Kerslboekje, terwijl zij dezen avond zijn onthaaald op eenige lekkernijen. De scheidende leerlingen kregen bovendien een psalmboekje. Het is en vonr de kinderen en voor de ouders en onderwijzend Hoe gaarne staar ik bij stille avond Naar gouden sterren en zilv're ma neschijn Dan krijg ik een gevoel van heimwee Want daarboven moet mijn moeder zijn Zo vroeg moest ik alreeds haar liefde missen, Zo vroeg en hard werd ze van mij weggerukt. Thans loop ik hier al zoekend steeds naar liefde, Wijl groot verdriet en angst mij drukt. Een Moeder te hebben, God wat een weelde, Te vroeg is deze naam van mijne mond ontrukt. Wie dan is die mij van zooveel liefde beroofde. Die mij ontnam zooveel geluk? En hoor een stem heel diep in mijn boezem, Mijn kind Ik was het die van uw Moeder nam. Maar Ik was ook die toen Ik aan kruis hing Een tweede Moeder gaf, grooter dan die Ik ontnam. En stil berust ik in leed dat God mij toezond, probeer het stil te dragen met een lach. strijden, Dan rust ik bij Haar bij wie al leed verzacht.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1947 | | pagina 2