WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT (USOSUS NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN Geen zenuwenoorlog: Vrijdag 3 Mei 1940. No. 18 Zeven en vijftigste jaargang IVOROL-tandpasta is de beste! 50070 THOOLSGHE COURANT zondagsblad ^37 5,Iran co Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer "uers^naar plaatsruimte. Advertentiën van 1 tot k regels 75 ct.; iedere regel per post /1.65 15 cent Bij abonnement aanmerkelijke diSi>-k08ten- UITGAVE FIRMA J. M. C. POT. THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043 prijsvermindering Elke vergelijkende proef bewijst dil. In tuben van 00, 40 en 25 cent. Deze oorlog is niet alleen een vernietigings-, maar ook men kan zelfs wel zeggenvooral een zenuwenoorlog. De zenuwenoorlog bestaat in het scheppen van een sfeer van onrust, onzekerheid, waarin iedereen zich afvraagtZal datgene, wat ons boven het hoofd schijnt te hangen, nu inderdaad gebeuren of zal de slag anders uitvallen Zal die slag hier, of op een ander punt vallen'? Deze geest van onrust wordt van de zijde der oorlogvoerenden voort durend levendig gehouden niet al leen bij den vijand, maar ook bij de "weinige neutralen, die nog zijn overgebleven. De bedoeling is duide lijk: men wil het moreel schokken, het weerstandsvermogen aantasten, zoo mogelijk zelfs een paniek ver oorzaken. Deze taktiek is ook reeds meer dan eenmaal tegenover ons land toegepast. Het is noodig, dat wij de oogen openen voor dit gevaar. Wij moeten in dat opzicht onaantastbaar zijn. Valsche geruchten behoeven op ons geen invloed te hebben. Ons volk kan en moet het volste vertrouwen hebben in zijn regeer ing en zijn leger. De maatregelen, die bij ons worden genomen, zijn weloverwogen. Wan neer thans de staat van beleg is afge kondigd voor het geheele land, be staan daarvoor ongetwijfeld goede redenen; maar er is niets in, waar over wij ons behoeven te veront rusten. Integendeel, elk goed vader lander zal deze nieuwe voorzorg toejuichen, wijl de hoogste belangen van land en volk er door worden gediend. Tendentieuse berichten uit het buitenland, vage geruchten door kwaadwilligen verspreid, vermogen hier geen zenuwenoorlog te ontke tenen. Als nuchtere Nederlanders weten wij, waaraan wij ons te houden hebben. Wij hebben niet te reageeren op al datgene, wat er uitsluitend op berekend is om onrust te wekken en ons vertrouwen in het beleid der regeering en de paraatheid van ons leger aan het wankelen te brengen. Beweerde troepenconcentraties aan onze grenzen, troepenschepen die onderweg zijn om ons land te be zetten (zij zijn nog steeds niet aan gekomen kunnen ons koud laten. Een verrassing, uit het Oosten of zoowel als uit het Westen, moet uitgesloten worden geacht. Onze maatregelen zijn genomen, overal en in elk opzicht. En zoo er nog iets aan mocht hebben ontbroken, dan heeft men zich gehaast om dit lek doelmatig te stoppen na hetgeen wij in andere neutrale landen hebben zien gebeuren, die te blindelings op hun neutraliteit bleken te hebben vertrouwd. Wij kunnen gerust zijn Nederland is geen land, dat zich ongehinderd en ongestraft onder den voet zal laten Ioopen. Bij het eerste teeken van gevaar heeft onze regeering gemobiliseerd, doordrongen als zij is van de diepe waarheid van het woord, dat, wie den vrede wil, zich op den oorlog moet voorbereiden. Onophou delijk is er gewerkt aan de volmaking van onze weermacht. Het Nederland- sche leger is een lactor, waarmede elk land, dat vijandige bedoelingen tegen ons mocht koesteren, terdege rekening zal hebben te houden. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. Wij hebben ge zien, wat in andere landen mogelijk was; en niemand, die kan beweren, dat iets dergelijks in Nederland niet mogelijk zou zijn. Daartegen moeten wij ons wapenen. En het voornaamste wapen van den burger is: vertrouwen. Vertrouwen in datgene, wat de regee ring verordent. Vooral geen nervosi teit, geen zich opwinden over met doorzichtige bedoelingen de wereld ingezonden geruchten van buiten- landschen oorsprong, die niet anders beoogen dan het Nederlandsche volk onder hoogen druk te houden. Een volk, dat zich zenuwachtig maakt, is een gemakkelijke prooi voor den tegenstander, die het er op heeft toegelegd, het in dien toestand te brengen. Laten wij dat bedenken en ons er voor hoeden, onrust aan den dag te leggen. Wij mogen die zelfs niet in ons laten opkomen De verjaardag van Prinses Juliana. Met oprechte vreugde, ofschoon getemperd door den somberen druk der tijden, die niet tot luidruchtig feestbetoon nopen, heeft Nederland den verjaardag van zijn Kroonprinses gevierd. In de vroolijke lentezon wapperden allerwegen de vlaggen lustig en fier en het was, alsof ieder blij was, de driekleur weer eens voor een zoo vredige en echt nationale feestelijkheid als een verjaardag in het Oranjehuis altijd is, te kunnen uitsteken. In den namiddag maakten Prinses en Prins met de twee Prin sesjes een autorit door Den Haag, die van het begin tot het eind een ware zegetocht werd. Overal waren de menschen, aangelokt door het stralende voorjaarsweer, uitgeloopen om een glimp van de vorstelijke personen op te vangen, die langs den geheelen weg hartelijk werden toe gejuicht. Toespraak der Kroonprinses. De dag tevoren had H. K. H. Prinses Juliana zich met een radiorede ge richt tot de Nederl.-Indische bevolking dat zij in haar hoedanigheid van voorzitster van het Nederlandsche Roode Kruis opwekte, deze nuttige en vooral in dezen dreigenden tijd onontbeerlijkeinstellingzoowel metter daad als financieel te steun. „Wil deze organisatie" zoo zeide de Prinses, „aan hare veel omvattende doel stelling beantwoorden, dan is een ernstige voorbereiding een eerste vereischte, want op elk gebied waar het Roode Kruis hulp wil verleenen, hetzij bij natuurrampen of wel in tijd van oorlog, kan slechts een degelijke voorbereiding onmiddellijke en doeltreffende hulp mogelijk maken" Prinses Juliana deed daarom een beroep op alle mannelijke en vrouwe lijke luisteraars in Nederlandsch Indië om zich aan te melden voor opleidingscursussen of voor mobiele en plaatselijke transportcolonnes, opdat ook het Nederlandsch-Indische Roode Kruis paraat zal zijn voor zijn menschlieyenden arbeid. Aanleiding tot deze rede was de in Indië ge houden Roode-Kruisweek, die op den verjaardag Prinses aanving. Ongerustheid over schepen. In visscherskringen heerschte deze week verscheiden dagen ongerustheid over het lot van eenige ter vischvangst uit zijnde schepen, die over tijd waren. Men vreesde, dat de mijnen weer slachtoffers hadden gemaakt, want terugkeerende visschers berichtten van explosies, die op de Noordzee hadden plaats gehad en twee schepen, de stoomtreiler „Willy" uit Scheve- ningen en de spiksplinter nieuwe Katwijksche logger „Teunisje" hadden al binnen dienen te zijn. De verhalen overgehoordeexpolosies, nog versterkt door berichten over ronddrijvend wrakhout, deden het ergste vreezen voor beide schepen. Ditmaal echter de ongerustheid voorbarig. De Kat wijksche logger verscheen Maandag avond voor IJmuiden en liep den volgenden dag behouden de haven binnen, terwijl latere berichten over de „Willy" meldden, dat dit schip Vrijdag nog was gezien, zoodat er kans bestaat, dat het op een andere plaats is gaan visschen, hetgeen vele schepen in verband met de ontplof fingen gedaan hebber Ridders M. W. O. gehuldigd. Behalve de verjaardag van onze geëerbiedigde Kroonprinses waren er deze week nog meer feestelijkheden. De Ridders van de Militaire Wil lemsorde hielden een feestelijke bij- zenkomst in Hotel „De Witte Brug" in Den Haag in verband met het 125-jarig beslaan der Orde en werden deswege gehuldigd. Op den verjaardag der Prinses werd voor de feestende ridders een défilé van onze land- en zeemacht gehouden, dat een beeld van paraatheid en discipline was en door tal van autoriteiten werd gade slagen. Overplaatsing van militaren. Nu de mobilisatie voortduurt en de lasten daarvan zich voor de ge- mobiliseerden steeds meer doen ge voelen, is in den laatsten tijd her haaldelijk de vraag gehoord, ol het niet mogelijk zou zijn militairen, die ver van hun woonplaats gelegerd zijn en daardoor onnoodigen last ondervinden bij het ^behartigen van hun zaken, naar een kantonnement in de nabijheid van hun woonplaats te doen overplaatsen. Deze vraag heeft de legerleiding onder het oog gezien en de Regeeringspersdienst meldt daaromtrent thans, dat de mogelijkheid van overplaatsing naar een ander kantonnement inderdaad bestaat, mits daartoe geldige redenen van studie- of zakenbelang bestaan en vooropgesteld natuurlijk, dat de belangen van het leger er niet door geschaad worden. De eerste Bollenzondag. Volgens de verwachtingen had de achter ons liggende Zondag de eigen lijke Bollenzondag van het seizoen moetenzijn.Destand van hetkleuirijke gewas was zoodanig, dat deze dag de uitverkorene moest zijn voor een bezoekaan de bloeiende velden. Edoch moest zeer tot teleurstelling van de velen, die belang hebben bij dit eerste toeristische hoogtepunt, het kleurig mozaiek van den gulden gloed der zonnestralen verstoken blijven en dit verstek van een zoo belangrijk medewerkster aan het jaarlijksche kleurenfestijn was merkbaar van invloed op den treklust der duizenden bloemenbewonderaars, die anders.de wegen in de bollenstreek plegen te bevolken. De kleurenpracht was overvloedig aanwezig, denarcissen velden straalden van uitbundig geel. de bonte vakken hyacinthen hadden bijna hun vollen gloed en de eerste tulpen hadden ook reeds hun opwachting gemaakt maar toch was de echte stemming van den Bollenzondag er niet. Wel waren duizenden, fietsers, wandelaars en automobilisten, uitgetogen om van het jaarlijksche schouwspel te genieten maar de drukte was toch opvallend minder groot dan andere jaren, als zon en warmte den tocht naar de bollenvelden aanlokkelijker maakten. Men hoopt dan ook, dat a.s. Zondag de ware Bollenzondag zal worden. Zooals te verwachten was, heeft de Noorsche regeering alle be weringen van von Ribbentrop over schending van haar neutra liteit en voorbereiding van een Britschen inval op de meest pertinente wijze tegengesproken bij monde van de ministers Hambro en Koht. De Noorsche regeering was op de hoogte van de Duitsche toebereid selen voor een expeditie, maar wisten niet, waarheen die zou gaan zij heeft zich niet neergelegd bij de schending van haar neutraliteit door de geallieerden door het leggen van mijnen in haar territoriale wateren. De Engelschen hebben een plan gemaakt voor het geval, dat zij in Scandinavië zouden moeten optreden, maar dat is niets bijzonders, want de generale staven moeten zich op elke gebeurlijkheid voorbereiden, ook al bestaat er allerminst een plan voor een invasie. Minister von Rib bentrop, aldus minister Koht heeft opzettelijk de dingen op hun kop gezet, om den door niets gemoti- veerden inval in Noorwegen achteraf te verdedigen. Noorwegen ongebroken en vastberaden De Noorsche regeering heeft op nieuw een verklaring uitgegeven, naar aanleiding van het feit, dat de Duitsche regeering op 20 April ein delijk heelt erkend, dat tusschen haar en Noorwegen de staat van oorlog is ingetreden, hetgeen zij tot nog toe stelselmatig ontkende. Het is een stuk, dat op iedereen diepen indruk moet maken. De Noorsche regeering zegt, dat het vóórhaar geen verschil uitmaakt, of er volgens de Duitschers al of niet oorlog bestaat. Zij is voorbereid op de verschrikkelijkste oorlogsdaden in strijd met het volkenrecht. Noor wegen heeft dezen oorlog niet gewild en er geen enkele aanleiding toe gegeven. Maar het stelt de vrijheid op zoo'n hoogen prijs, dat het liever wil lijden dan buigen voor de Duit sche tyrannie. De regeering spreekt het vertrou wen uit, dat recht en vrijheid ten slotte zullen overwinnen en dat Noorwegen zijn onafhankelijkheid zal herkrijgen. Een fier woord van een dappere regeering en een dapper volk. Hulp van alle zijden. Het zijn nu niet alleen meer Engelschen en Franschen, die aan de zijde der Noren vechten, maar ook Tsjechen, Polen en Finnen komen te hulp. De toestand op het oorlogsterrein ondergaat sinds de laatste dagen, zoover althans uit de berichten is op te maken, weinig verandering. De Duitschers trachten op te rukken in de richting Dront- heim, maar stuiten op krachtigen tegenstand. Trouwens schijnen beide partijen van een adempauze gebruik te maken om hun posities te consolideeren en versterkingen aan te voeren. De Duitschers doen dat voornamelijk door de lucht, al zijn vandeZweed- sche kust Duitsche transporten op weg naar Noorwegen waargenomen. Namsos is geheel verwoest. Met het landen van parachute troepen schijnen de Duitschers even weinig succes te hebben als de Russen eenigen tijd geleden in Fin land hadden. De dalende parachute springers zijn een weerloos doel voor de Noren, en de rotsachtige bodem is weinig geschikt om er ongedeerd op neer te komen. En die gebeurtenissen schijnen ineens een ongedachte wending te hebben genomen. Als een donderslag uit een helderen hemel Jkomt het bericht van Engelsche zijde dat de troepen die daar in het hooge Noorden vechten weder zijn ingescheept, zonder verliezen te hebben geleden. Wil dat zeggen dat Engeland Noor wegen voorloopig aan zijn lot over laat? Zit dit in verband met de dreiging in de Middellandsche zee In Engeland begint men in te zien, dat de strijd in Noorwegen groote inspan ning zal kosten, wil men hem tot een goed einde brengen. In politieke kringen is men niet geheel tevreden over de wijze van oorlogvoering, die men energieker zou willen zien, en over de berichtgeving, die in den beginne blijkbaar wel wat heel opti mistisch is geweest. Het dringt thans tot de bevolking door, dat men op het gebied van den luchtoorlog voor groote moeilijkheden staat, al zijn op zee aan den vijand belangrijke slagen toegebracht. Men kan nog niet spreken van een verlies van vertrouwen in de regeering, maar zij zal zich toch ernstig hebben te verantwoorden over den loop der gebeurtenissen. Uitbreiding van den oorlog in het Zuiden Hoewel Zweden met genoegen den lof heeft aangehoord, die von Ribbentrop zoo onverwacht j.l. Zater dag aan dit land toezwaaide voor het strikt handhaven van zijn neu traliteit, blijft het op zijn hoede, omdat de wind, zooals de ervaring heeft geleerd, plotseling kan omslaan. Het heeft 200.000 man onder de wapenen en kan er nog 300.000 meer mobiliseeren. Toch bestaat de moge lijkheid, dat de oorlog zich uitbreidt, en wel naar het Zuidoosten van dit zwaar bezochte werelddeel. In Florence hebben studenten betoogd tegen Zuid-SIaviê naar aanleiding van de verspreiding van een anti-Italinansch manifest door de Slovenen in Lubli- ana. Deze betooging is blijkbaar door Rsme met instemming gezien, althans niet tegengegaan, en de heerGayda, de meest invloedrijke journalist van Italië, die in nauwe betrekking staat tot Mussolini, schrijft erover in de „Voce d'Italia" dat de geallieerden zich in Zuid-Slavië blijkbaar met maniaties bezig houden, die Italië niet kan dulden. Italië, aldus Gayda, moet voorbereid zijn op elke uitbrei ding van het conflict. Men hoorteen bekend geluid. Kleine landen worden tegenwoordig, voordat ze worden afgeslacht, steeds eerst een bedrei ging voor een grooten overmachtigen nabuur. En Zuid-Slavië is strategisch van groot belang voor het beheer- schen van de Adriatische Zee. Opmerkelijk is dat de Amerikaansche gezant een bezoek heeft gebracht aan Mussolini, staat dit in verband met de oorlogsdreiging die hier hangt? Men zou fhet wel gaan denken, te meer daar de Italiaansche gezant ook bij Roosevelt op het Witte huis te Washington is ontboden en daar een onderhoud heeft gehad met den Amerikaanschen presidenten Summer Welles. Men spreekt nu van eenige ont spanning, doch in Egypte schijnt men op alles voorbereid te zijn en er wordt beweerd dat de mogelijk heid bestaat dat ineens de toestand van vrede kan veranderen in een aanval. En zoo blijft de spanning hangen en kunnen wij niet anders dan hopen dat men tot bezinning zal komen. Engelands handelsbetrekkingen met Italië en Rusland. Alsof er geen vuiltje aan de lucht is, tracht Engeland zijn handel zoowel met Italië als met Rusland uit te breiden. Er zal waarschijnlijk een Engelsche handelsmissie naar Rome gaan, om de zaak te bespreken. Dit bezeek is een gevolg van het onderhoud, dat de Italiaansche gezant Bastianini de vorige week met Lord Halifax heeft gehad. Engeland zou aan alle redelijke bezwaren van Italië tegemoet willen komen en men koestert blijkbaar goede hoop op een gunstig resultaat Rusland wil even eens praten met de Engelschen, mits, aldus heeft het bekend gemaakt, niet getornd wordt aan zijn uitvoer naar Duitschland. Onder die voor waarde wil het zijn economische betrekkingen met Engeland wel uit breiden,

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1940 | | pagina 1