ONZE FEUILLETON
Eindelijk
verzoend
laatste vergadering nog een klad
moest geworpen worden op het dag.
hestuur in het rapport van de com
missie lot hel nazien van de i ekening.
Spr gaat op deze zaken niet verder in.
Spr. dankt nogmaals de voorzitter
voor zijn waardeerende woorden, liet
was slechts een korte tijd dat spr.
het genoegen had met den voorzitter
samen Ie werken, maar het is ge
bleken dat het Uw bedoeling is te
werken in het belang van de ge
meente Poortvliet. U wethouder van
der Slikke gaat spr. voorl dank ik
voor hetgeen U gedaan hebt na het
verscheiden van wijlen den heer
Dronkers. Wij hebben elkaar altijd
verstaan on er was wel eens verschil
van gedachten, maar wij hebben
steeds de middelen en gaven en
krachten gezocht om de zaken zoo
goed mogelijk op te losseu. Wij heb
ben niet ons zelf gezocht en wij
hebben niet gewild fouten Ie maken.
Spr. betreurt het dan ook dat in deze
laatste vergadering U nog beklad
zijt. Het spijt mij dat gebleken is
dat U deze laatste zweepstriem nog
moest worden gegeven en hij kan
dan niet begrijpen hoe iemand zijn
handteekening onder zoo'n rapport
zet. Wethouder van der Slikke U
hebt de gemeenle door de branding
heen geloopen ook in de spannende
dagen van Maart en ik dank U daar
zeer voor.
He heer Krijger wil allereerst ant
woorden op het gesprokene van den
heer van Ast. Het was in het rap
port van de commissie niet de be
doeling wethouder van der Slikke
nog een duw te geven. Er heetteen
vergissing plaats gehad en de raad
had er reden voor dit te zeggen en
nu geachte heer van der Slikke ik
voel mij gedrongen om ook een enkel
woord tot U te spreken. Als raadslid
en als vriend wil ik nog met een
enkel woord afscheid van U nemen
uit dit college. Zoo zijt gij dan van
der Slikke aan het eind van uw
loophaan. Gij zijt nu oud-wethouder
der gemeente Poortvliet. Zwaar zal
U dit heengaan vallen dat betwijfelen
wij niet, temeer daar deze functie
van wethouder uw volle sympathie
liadt en ook bij het neei leggen van
de functie op deze leeftijd vermenig
vuldigen de gedachten, daar U toch
ook bij het getal der zeer sterken
gaat behooren.
Maar van der Slikke gij gaat niet
heen als iemand die de belangen van
de gemeente Poortvliet verwaarloosd
hebt. Ik kan U als raadslid, die nu
vier jaren met U samen de belangen
van deze gemeente gediend heb, be
tuigen dat gij steeds en altijd uw
beste krachten voor de gemeente
hebt gegeven en dat onder uw dege
lijk beleid de gemeente zonder schuld
is gekomen en de belastingenfers zoo
laag zijn.
Ik geloof wel van der Slikke uit
naam van het meerendeel van don
raad te spreken en ik breng U dan
ook namens den raad dank voor uw
samenwerking en uw verstandige
voorlichtingen.
En als vriend zeg ik U dank voor
uw steeds hartelijken omgang en ik
hoop dat deze banden van vriend
schap steeds mogen blijven bestaan
en daar Uw levensavond daar is,
wensch ik U toe dat God de Heere
U in alle opzichten goed en nabij
moge wezen.
Ook den heer de Graaf wel niet
hier aanwezig zeg ik namens den
raad dank voor zijn aangename om
gang en zijn voorlichtingen en wij
hopen ook dat voor hem en zijn
vrouw nog vele gelukkige jaren zijn
(24
Naar het Engelsch
Clive was doodsbleek en zijn blik
stond onheilspellend.
Pas op uw woorden, mr. Van-
deleur. U mocht eens Ie ver gaan...
ZooDus dan is er tóch een
grens aan uw geduld U neemt wel
het recht, om naar goeddunken te
beleedigen, maar u wacht niet al,
dat u dan ook soms enkele onaan
gename waai heden te hooren krijgt.
Ik denk, dat het geruimen tijd
duren zal eer er eenige waarheid
door u gesproken wordt.
Zoo'? Het wordt hoe langer
hoe interessanter en het klinkt
inderdaad opbouwend, als men be
denkt dat het komt van een man,
die doorgaat onder een gelingeerden
naam in het huis van zijn oom
weggelegd.
Wethouder van der Slikke dankt
den heer Krijger voor de woorden
namens de raad lot hem gesproken.
De vergadering wordt geschorst
en men gaat over in besloten verga
dering.
Na heropening van de openbare
vergadering is met algemèene slem-
men in beginsel besloten tot het
bouwen van een kluis voor het op-
hergen van het archief, zulks naar
aanleiding van het bezoek van den
voorzitter en secretaris van de com
missie van advies in zake bescher
ming van archieven. Na ontvangst
van een kostenberekening zal een
definitief besluit worden genomen,
waarbij dan tevens zal worden be
sproken de uitbreiding van de secre
tarie.
THOLEN, 30 Augustus 1039.
Vooizitter burgemeester mr. A. J.
van der Hoeven. Secretaris de heer
V. Laban. Aanwezig alle leden.
De voorzitter opent de vergadering
op de gebruikelijke wiize en spreekt
dan als volgt
Hel is wel een zorgvolle tijd dal
wij deze laatste vergadering van den
Kaad in zijn huidige samenstelling
moeten houden. In de wereld rondom
ons zijn de oorlogswolken dreigend
samengepakt en met de mogelijkheid
van een ontlading dezer onweers
wolken over Europa wordt alom gere
kend. Tot op dit oogenblik echter is
gelukkig de vrede nog bewaard en de
kansen op het behoud van de vrede be
staan nog. In de erkenning dat in laatste
instantie het lot van landen en vol
keren ook ons lot niet is in de han
den van menschen hoe machtig zij
ook mogen schijnen, zij ook in
Tholen de bede van overheid en
burgerij dat God Almachtig den vrede
bes 'endigt.
De notulen van de vergaderingen
van '28 Juli en '22 Aug. worden onge
wijzigd vastgesteld.
Ingekomen stukken
Een schrijven van Ged. Staten dat
het brugtarief wederom voor een
jaar is bestendigd.
Een dankbetuiging van II. K. H.
Prinses Jutiana en Z. K. 11. Prins
Bernhard voor de gelukwenschen
ontvangen bij de geboorte van hun
dochter.
Van het centraal bureau van veri-
licatie procesverbaal van kasopname
bij den gemeente-ontvanger over hel
'2e kwartaal 1939.
Deze stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
Mededeeling geschiedt van goed
keuring van de besluiten van burg,
en weth. betreffende het verhuren
van woningen aan K. Bakker, P. P.
Dij kwel en S. Schot.
Aan de orde komt voorloopige
vaststelling van de rekeningen der
bedrijven en van de gemeenlereke-
ning over 1938.
De voorzitter zegt dat er een
rapport van de commissie is ingeko
men met aanmerking dat enkele
posten nog niet zijn ingevuld. Burg.
en weth. stellen voor deze in te
vullen zooals met de laatste begroo-
tingswijze is goedgevonden en zooals
wij meenen dat het goed zal^zijn.
Nemen Ged. Staten daar geem ge
noegen mee dan moeten ze de
rekening maar terugzenden.
De heer Moelker zegt dat de com
missie ook nog heeft gewezen op
drie posten, waarbij gevraagd wordt
of deze uitgaven beantwoorden aan
de bezuiniging die daarbij heelt
voorgestaan.
De voorzitter antwoordt dat deze
een huis waar hij nooit ontvangen
zou worden, als hij eerlijk genoeg
was, om voor zijn identiteit uit te
komen. En of het nog niet genoeg
was, dat hij het landgoed ging ver
kennen, dat hij eens het zijne hoopt
te noemen, spant hij nog een tweede
pees op zijn boog en tracht de erf
gename voor zich te winnen, die
voor zijn neef bestemd was, zoodat,
als de erfgenaam van Vale Royal,
ten spijt van heel de medische
wetenschap toch zijn vader opvolgt,
hij dan tenminste een rijke vrouw
zou hebben en dit is dan iemand,
die zoo hoog opgeeft van waarheid
en eer en die intusschen al zijn
best doet, om oneer te brengen over
de vrouw
Vandeleur was niet meer in de
gelegenheid den zin te voltooien.
Het volgend oogenblik lag hij op
den grond en stond Clive over hem
heengebogen, blakend van woede.
Als je nog één woord durft
spreken van de eer van miss Hamil-
ton, dan zal ik je een geeseling toe
dienen die je heugen zalZeg van
mij watje wilt! Ik geef niets om
beleedigingen. Ik hoef mij over geen
posten zijn betreflende de armen
zorg. De bezuiniging heeft aan de
verwachting beantwoord, want de
kosten van armenzorg hebben nu
bedragen f 4920,30 terwijl de laatste
subsidie die de gemeente aan het
armbestuur heeft gegeven bedroeg
15900, dus is dit een verschil van
bijna f 1000, daaruit ziet men dat de
bezuiniging effectief is.
De heer Moelker merkt op dat
niet betaald is f400 aan het Groene
Kruis voor de wijkverpleging, dat
betaalde het armbestuur altijd, dan
heeft het armbestuur het laatste
jaar een uitgave van bijna f 1000
voor operatiekosten en ziekenhuis-
verpleging aan minvermogenden
gedaan en dat zal nu ook wel veel
minder zijn door de vereoniging voor
ziekenhuisverpleging. Het blijkt dus
dat het verschil niet zoo groot is.
De voorzitter zegt per slot van
rekening kan men niet uit de cijfers
uitpluizen wat voordeeligsr is. Het
doel was om een doelmatiger ver
deeling te krijgen en dat is niet uit
te drukken in cijfers. Er is in 1938
nog f800 verhaat opgebracht. Het is
in geen geval duurder geweest en
deze organisatie was in stand ge
bracht ten profijte van de gemeente
en dat is het geweest.
De heer Overbeeke acht deze
werkwijze beter dan vroeger. De beer
Moelker was voorzitter van het arm
bestuur en als men dan niets kreeg
dan werd dit telkens op de persoon
afgegeven nu hebben wij een bureau
van Soc. zaken en nu gebeurt de
armenzorg zooals het moet. Het
armbestuur verhaalde niets en het
eerste jaar is dit reeds f 800. Be
wezen is dus dat het tegenwoordige
systeem beter is als vroeger.
De heer Moelker zegt dat hij do
functie van voorzitter niet ambieerde
want men kreeg veel menschen aan
de deur. Nu is het eerste jaar wel
f800 geïncasseerd door de nieuwe
instantie, maar de oude had dit fei
lelijk reeds klaar gemaakt.
De voorzitter zegt laten wij niet
beginnen om elkaar vliegen af te
vangen door uit te maken of het
armbestuur in gebreke is gebleven
en de afdeeling van Soc. zaken dit
heeft in orde gemaakt. Gebleken is
ten slotte dat de gemeente er niet
minder* mee geworden is.
Met alg. stemmen wordt de reke
ning voorloopig vastgesteld.
De commissie had geen op- of
aanmerkingen op de rekening van
het Pot-Meijertonds over 1938, zoo
dat deze met alg. stemmen wordt
goedgekeurd.
Burg. en weth bieden aan de
hedrijfsbegroolingen en de gemeente-
begrooting voor het dienstjaar 1940.
De voorzitter stelt voor om, gezien
de vele werkzaamheden die er thans
zijn een commissie door hem te doen
aanwijzen die de begrooting zal
nazien en deze commissie te doen
bestaan uit drie leden, welke dan in
de volgende raadsvergadering kan
worden benoemd.
Met alg. stemmen wordt dit goed
gevonden.
De voorzitter spreekt hierna als
volgt
Aan het einde van onze werk
zaamheden van dezen middag ge
komen, ziji: wij thans nagenoeg aan
het einde gekomen van een 4 jarige
periode van Uwen Raad. En aan het
einde van deze periode mag ik met
blijdschap en dankbaarheid consta-
teeren dal Uwen Raad in prettige
samenwerking met het College van
B. en W. en "met mij als voorzitter
veel en nuttig werk heeft mogen
verrichten.
van mijn handelingen te schamen,
maar als je nog één syllabe
Wat beteekent dit alles'? Del-
vyn, Vandeleur1? Hoe nu
Vandeleur op den grond Een
vechtpartij hier in mijn Park'?
Ileeren, welke vei klaring kunt gij
geven van deze hoogst-onverkwikke-
lijke scène?
Het was sir Hugh die sprak en
die blijkbaar in toorn ontstoken was.
Dat zoo iels voorviel op zijn land
goed beschouwde hij nagenoeg als
een persoonlijke beleediging.
Vraagt u mr. Delvyn maar om
een verklaring, zei Vandeleur, lang
zaam oprijzend. Hij heeft mij de
eer aangedaan mij neer te werpen.
Ik ontmoette hem zoo juist met
miss Hamilton, die zich trachtte los
te werken uit zijn armen en, nadat
ik haar bevrijd had, zei ik hem
enkele waarheden, waarop hij mij
beloonde door mij neer te werpen.
Hij zal zijn gedrag wel voldoende
weten te verklaren. Mijn geschiedenis
is kort. Als u miss Hamilton onder
vraagt dan zult u mijn verklaringen
bevestigd hooren. Mogelijk dat mr.
Delvvn ze ook niet loochenen zal.
Al zijn de moeilijkheden ook voor
onze gemeente in den loop der jaren
niet minder geworden, in goede
harmonie hebben wij met elkander
kunnen beraadslagen over dat wat
het belang van de gemeente eischt
en ik meen te mogen zeggen dat de
uitkomst tot nu toe heeft bewezen dat
de genomen besluiten in het belang
van de gemeente zijn geweest. Ook al
hebben vaak stuurlui aan den wal
gemeend het heter te weten.
Is deze vergadering de laatste van
de op 5 September a.s. eindigende
periode, deze vergadering sluit voor
twee ieden in ons midden' een tijd
vak af, waarin zij ieder op zijn eigen
manier en naar zijn eigen inzicht
het gemeentebelang hebben gediend,
de heer Moelker die met onder
breking van 4 September 1917 tot
'20 Maart 1919 en van 1 September
1931 tot 5 October 1931, sedert 3
September 1901 het lidmaatschap
van den Raad heeft bekleed en
de heer Overbeeke die met onder
breking van 22'Mei 1924 tot Sep
tember 1927, sedert 4 September
1923 lid van den Raad is geweest.
Namens raad en burgerij van
Tholen dank ik beide heeren zeer
voor den ijver en de toewijding
waarmede zij aan liet welzijn onzer
gemeente gedurende een reeks van
jaren hebben gewerkt en ook per
soonlijk dank ik beide heeren zeer
voor de wijze waarop zij mij het
uitoefenen van mijn taak als burge
meester hebben mogelijk gemaakt.
Het doet ons leed de heeren straks
niet meer in ons midden te zien
terugkeeren, dat neemt echter niet
weg dat de raad met aangenaamheid
zich zal herinneren den tijd dat gij
deel van hem uitmaaktet en ook
omgekeerd verwacht ik dat gij het
wel en wee van onze stad ook buiten
den raad met belangstelling zult
blijven volgen. Voor u beiden wensch
ik u namens den raad het allerbeste
toe in uw vanaf nu ambteloos leven.
De heer Moelker zegt ook mede
namens den heer Overbeeke den
voorzitter dank voor de waardeerende
woorden tot de scheidende raadsleden
gesproken lk heb gemeend dat er
een tijd is van komen en een tijd
van gaan. .Zooals in 1931 voor mij
de tijd was om te komen, zoo zal te
middernacht van 4 op 5 September
voor mij de tijd zijn aangebroken
om te gaan. Mijnheer de Voorzitter
ik heb het werk als raadslid dat mij
op de schouders was gelegd altijd
met veel lust gedaan. Ik was heel
vroeg al lid van de verschillende
commissies en bij het heengaan van
de oudere generatie heb ik de eer
genoten voorzitter te worden van die
verschillende commissies, maar ik
kan zeggen dat de besprekingen in
die commissies steeds vriendschap
pelijk zijn geweest. Er was wel eens
verschil van meening, maar men
bleef steeds zakelijk.
Mijnheer de Voorzitter U zult kun
nen begrijpen dat waar ik zoolang
in den raad heb gezeten dat ik be
lang zal blijven stellen in hetgeen
de raad doet in het belang van de
gemeente Tholen. Ook aan ons werk
zullen louten hebben gekleefd, maar
ik meen dat deze fouten wel te ver
geven zullen zijn. Ik heb steeds in
het belang van de gemeente zonder
opschik en zonder aanzien des per-
soons gewerkt. Ik dank U ten zeerste
voor de welwillende houding welke
U tegenover mij steeds hebt betoond.
Indien ik op reis ging en ik deelde
U dit mede, terwijl ik dan vroeg of
U mij kon zeggen of het raad zou
zijn, dan zeide U mij altijd toe indien
dit mogelijk was te wachten tot ik
weer terug zou zijn. Ik dank Uzeer
Mr. Delvyn had de gelegenheid
niet, om dit te doen. Sir Hugh
wendde zich tot hem, blakende van
drift. Een paar minuten geleden
had hij Olive ontmoet die naar het
huis vluchtte in de grootste agitatie.
Uit de enkele woorden, die hij van
haar boorde had hij wel opgemaakt,
dat er iets niet in den haak was en
deze geschiedenis nu van Vandeleur
verklaarde alles.
Sir Hugh nas heet-gebakerd en
niet alleen was Olive hem lief als
een dochter, maar hij beschouwde
haar als de verloofde van zijn zoon.
In zijn drift gat hij weinig acht
op wat hij zeizijn pleegdochter
was verschrikt, zijn gast beleedigd
en aangevallen en dat door een man
die als gast aan zijn tafel had gezeten
en dien hij behandeld had als een
vriend.
Het was Clive dus onmogelijk een
speld er tusschen te steken en
bovendien was hij toch al zoo van
streek door al het gebeurde, dat hij
hier niet eens veel moeite voor deed.
Vandeleur stond er at dien tijd bij
met zijn smalenden glimlach en
tevens zou die immers iets kunnen
daarvoor. Onze verhouding w
zeer vriendschappelijk en ii
dat deze verstandhouding nii
verslappen. Ik dank ook d
rige raadsleden voor de pi
samenwerking en al was erw
verschil van meening, de zake
den toch altijd objectief heli;
en niet persoonlijk. Ik wensi
het de gemeente, U mijnli
Voorzitter en de Raad goed
gaan.
De heer Overbeeke zegt aa
gesprokene van den heer M
niets toe te voegen. De verstai
ding was goed, al was er we
verschil van meening en Mi
de Voorzitter al hebben w
gebekvecht, maar de vrieni
bleef en na afloop van de ve
ring waren wij altijd weer vri
Wij hebben ook in het opi
wel eens tegenover elkaar g
en U trachtte uw meening te
zegevieren, wat altijd goed is.
U ook dank voor de pretti
standhouding en ook met bu
weth. is de verstandhouding v
schappelijk. Ik hoop dat straks
zullen komen, dat wanneer
sluiten zullen nemen pal blijvei
net als spr. dit heeft gedaan
op het oogeublik iets in de gen
gaande wat spr. bejammert e: ;T
is ook jammer dat die weg n<
ten volle is uitgevoerd. Spr.
ook dat het nieuwe lid dat
in den raad zitting zal nemen
te zijn een goed lid van de 've j'
ging Gemeentebelang.
Hierna sluiting.
Strijders voor den vrede.
Nimmer welhaast beleefd
wereld zenuwsloopender dage
in onzen tijd. De spanning v
dagen in September 1938, die
reeds een niet te overtreffen I
punt scheen te hebben bereik
verre door in de schaduw s
en slechts de zomer van 1
wat onrust en spanning betre: 'j
deze weken te vergelijken
Dag en nacht wordt door di
ten en staatshoofden gewer
het kostbare goed, dat vrede
voor de menschheid te be
Elke poging om het kwij
plantje te stutten en te bei
tegen de dreigende gevaren d
omringen, wordt door de be;
wereld met gespannen aai
gevolgd.
Zoo heeft ook thans weer be
bod van H. M. Koningin Withi
en Koning Leopold van Belgi e
zich met hun beste krachten in
te stellen van den vredesarbe
laatste hoop, die reeds in si
pessimisme verloren dreigde te
weer doen herleven. Heel E;
heel de wereld hoopt vurig,
nobel, belangeloos initiatief va
hoogstaande staatshoofden, wi
partijdigheil niemand in t wij f
trekken, met succes moge v
bekroond.
De hoogste militaire leiding
En terwijl het werk tot li
van den vrede met inspantiinj
aller krachten wordt voorl
mogen anderzijds de maatr
voor het geval deze pogingen z
mislukken, niet uitblijven. Vo
defensieve belangen van ons
heeft in deze dagen alles n
wijken en het moet gezegd,
schikt er zich met kalmte en er
vastberadenheid in, waartoe
sterkend radiowoord van onze t ;c
zeggen, dat al de kracht va
door Clive beweerde, te nie
doen.
Delvyn liet dus den storm
zich gaan en toen die ten
uitgewoed was, boog hij voo
baronet, wierp Vandeleur een
achtelijken blik toe en ging
zonder verder een woord te z( -t
Het is meer dan ergefvl
sprak sir Hugh, toen Clive's
stappen in de verte wegstierve m
vooral als je dan bedenkt i la
zich den vriend van Basil noe Vt
Ja, dat is zeker merkwa
Maar de verleiding was da
sterk, antwoordde Vandeleui
jongeman is niet zoo heel nauv
van geweten, daar ben ik wel a
gekomen en als u mij een half
rustig te woord wilt staan, dai
ik u nog wel iets vertellen I
bevreemden zal, maar wat nog sl
den indruk zal versterken, d
nu al van hem gekregen heett
Dan zullen we naar het
teruggaan en daar een privaat o
houd hebben in mijn studeer!;;
(Wordt verv