IVAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN liiiil )ranje Boven! Vrijdag 11 Augustus 1939. No. 32 Zeven en vijftigste jaargang Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer UITGAVE FIRMA J. M. C. POT. THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043 •'S 9 TT hij Jaj THOOLSCHE COURANT t blad verschijnt eiken •ijdag. Prijs per kwartaal 5.80met Geïllustreerd jndagsblad 1,375, franco r post ƒ1.65 -j- 15 cent sp. kosten. Advertentiën van 1 tol 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 175 ct. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. bi se{ •in lie ee ita Er is op dit oogenblik in Neder- slechts een gedachte, die ons er harten vervult: de Blijde Ge- urtenis, de geboorte van een Prin- s in bet Huis van Oranje; en wij n allen gelukkig te weten, dat de oge Moeder en de vorstelijke telg goed maken. ien Prinses geboren Een nieuwe t, ontloken' aan den alouden uije-stam! Groote vreugde vervult geheele land, van Noord tot Zuid, Oost tot West. De nuchtere, matieke Nederlanders vieren feest. is vooral bij blijde gelegenheden als deze, dat de hechte band welke i en vorstenhuis bindt, voor de tenwereld zichtbaar wordt. Een van vlaggen, oranje of rood-wit- uw op ieders borst zijn de sym- en van wat er leelt in die hon- iduizenden, die millioenen Neder- e Isehe harten over de geheele •eld in onze elf provincies, in 3t en West-lndië, aan de Kaap, Vlaanderen, in Amerika tot in t fel geteisterde China, la, dank en blijdschap vervult onze rten en wij willen tiet weten, wij Hen het uitroepen en aan de heele ireld verkondigen: deze kleine rgeres van Nederland, deze tweede chter van Prinses Juliana en van ins Bernhard is welkom in ons dden. Zij is een kind niet alleen ®e haar hooge Ouders, maar van ïeel een volk. Wij leven mede met het Huis van anje, in lief en leed en in span- ig hebben wij liet oogenblik ver- d, waarop ons het eeuwige mys- ie zou worden onthuld een Prins een Prinses? Het geschut heeft iaverd, de radio heeft het ons c :ds in den vroegen morgen toege- ipen, zwierige herauten op vurige ;sen hebben het alom in den lande luider stemme den volke ver- irtigdHet Huis van Oranje is ien verblijd met de gehoor'e van n" Prinses Een klein, klein weinig teleurstel- g heeft zich wellicht gemengd in algemeene vreugde. Diep in de 'ten van velen leefde de hoop, al am men er niet rond voor uit s het ditmaal maar een Prins )ie hoop is niet verwezenlijkt, maar feestvreugde is er niet minder Prinses Beatrix heeft nu een de, dat naast haar een plaats vraagt de harten van het Nederlandsche k; en deze nieuwe Oranje-spruit niet minder hartelijk verwelkomd de kleine Beatrix. !n in onze vreugde betrekken wij geheele Koninklijke Gezin de ukkige Ouders en de niet minder ukkige Grootmoeders, want een lot en innig geluk is hun beschoren vorden op dezen geboortedag van de ine Prinses. Eendrachtig staat het oge Gezin geschaard om de wieg arin de kleine wereldburgeres imert, die op dien gedenkwaardi- vijfden Augustus voor het eerst licht dezer wereld aanschouwde Nhet Paleis te Soestdijk. En wan- :r Koningin Wilhelmina de oogen k t rusten op Haar geliefde Dochter, Prins Bernhard, op de kleine itrix en op de jonggeborene, dan et Haar hart vervuld worden van stil, onzegbaar innig geluk en zal van Haar lippen een dank- le opstijgen, dat deze Blijde Ge- ïrtenis, deze vermeerdering van Prinselijk Gezin, zoo voorspoedig verloopen voor Moeder en Kind. faast ons medeleven met Prinses iana en Prins Bernhard is daar ook ons medeleven met onze ierbiedigde Vorstinne, Koningin Ihelmina. Wij trachten in onze lachten, ons te verplaatsen in ar geluk, dat immers ook het onze en uit ons midden rijst de stille wensch, dat het Haar, nog lange, lange jaren gegeven moge zijn, in onge stoorde levensvreugde getuige te zijn van den groei en de ontwikkeling van Haar kleinkinderen. Het feestgedruisch verstomt en het dagelijksche leven met zijn be slommeringen eischt ons weer op' Vlaggen zijn binnengehaald, versierin gen verdwenen. Maar binnen in ons laten zich nog de naklanken vernemen van deze onvergetelijke dagen, waarin een Volk en een Vorstenhuis de wereld weder het opwekkende schouw spel hebben geboden van een onver brekelijke Eenheid, een liefde en een harmonie, welke geen twijfel laten aan den band, die het volk van Nederland aan zijn Koningshuis bindt. Deze Blijde Gebeurtenis in het Prinselijk Gezin is weder een wel kome gelegenheid geweest om den vrijen loop te laten aan onze ware gevoelens, om ons te toonen zooals wij zijnwarme aanhangers van het Huis van Oranje. Onze ingeboren Oranjezin heeft ons niet verloochend bij de geboorte van deze nieuwe Prinses; integendeel, hartelijker en spontaner dan ooit hebben wij in deze dagen medegeleefd met de jeugdige Moeder en Haar Gemaal en de Koninklijke Grootmoeders in het Paleis te Soestdijk. Leve de KoninginLeve Prinses Juliana en Prins Bernhard, met de kleine Prinsesjes! en Oranje Boven! De blijde viering. Minder uitbundig dan bij de eerste blijde gebeurtenis in het Prinselijk gezin, maar toch ook nu weer met onvermengde vreugde en opgewekt heid is het heugelijke feit van de geboorte eener tweede prinses uit het Huis van Oranje alom in den lande gevierd. Mocht de regen al den eersten dag der halve feestweek spelbreker trachten te zijn, de feest gangers waren er niet om thuis gebleven en de feestelijke versieringen en illuminaties trokken als gewoon lijk bekijks van duizenden, die stil vergenoegd of met zang en lawijt, al naar hun aard, de revue der „lichtjes" bielden. Dit wat de viering in de groote steden betreft, waar het uiteraard alles meer en masse gaat. Maar ook het platteland heeft zich niet onbetuigd gelaten. Muziek- en zanguitvoeringen, sport en spel, vlaggen, groen, oranje nergens ontbraken de feestelijke attributen van een Oranjeviering, zooals ons na een tijd van benauwde stilte thans weer in snelle opeenvolging zoo vaak heeft beleefd. Dat de echte Oranje geest in verre uithoeken van het land dikwijls nog feller gloeit dan in het hart van het land, is overigens weer eens een keer te meer bewezen door het voorbeeld van de kleine Zeeuwsche gemeente Breskens, die het bestaan heeft, nu reeds een straat naar de jongeborene te doopen. Op den nationalen feestdag kwam het gemeentebestuur daar in spoed vergadering bijeen, onmiddellijk nadat de radio den naam van de kleine Prinses bekend had gemaakt, en op voorstel van B en W. werd met algemeene stemmen besloten een straat, die weinig ouder is dan de kleine Irene, naar de jonge Oranje te noemen. Het nieuwe naambord was al van te voren ge schilderd en zoo kon het in tegen woordigheid van een groote menigte en in het bijzijn van het voltallige gemeentebestuur door den burge meester plechtig onthuld worden. Met deze eerste Prinses-Irenestraat zal Breskens wel het record houden De Kabinetscrisis. Onverstoord temidden van al het feestgerucht heeft de Kabinets forma teur jlir. De Geer zijn besprekingen met de verschillende leidende poli tieke figuren voortgezet. Dat het resultaat den toestand klaarder heeft gemaakt, kan helaas niet gezegd worden. De anti-revolutionnairen, die door den heer De Geer werden gepolst, de oud ministers Van Dijk en Terpstra, hebben geweigerd in een kabinet van de ontworpen samen stelling zitting te nemen, terwijl later ook de liberaal jhr. Van Lidtli de Jeude, den formateur zijn mede werking onthield. Tot de personen met wie jhr. De Geer voeling heeft gehouden, behooren verder mr. E. N. van Klelfens, chef van de afd diplo matieke zaken, die onlangs benoemd werd tot gezant te Bern, oud-minister Weiter, luitenant-generaal baron Van Voorst tot Voorst, commandant van het veldleger, luitenant-kolonel van den Generalen Staf A. Q. 11. Dijxboorn, prof. mr. S. Gerbrandy en prof. Woltjer, welke laatste drie personen resp. voor de portefeuilles van Defensie, Justitte en Onderwijs werden aangezocht, terwijl aan oud minister Steenberghe de portefeuille van Economische Zaken werd aan geboden. De kansen op een kabinet op zoo breed mogelijke basis zijn dus on vervulbaar gebleven JHR. DE GEER GESLAAGD Woensdag is de constitueerende ver gadering gehouden, welke tol resul taat bad, dat de lijst van nieuwe ministers aan 11. M. de. Koningin is aangeboden. De kabinetsformateur jhr. mr. D. J. de Geer zal zich belasten met de portefeuille van financiën. Hier volgen de namen van de leden van het door Jhr. mr. D. J. de Geer samengestelde kabinet Buitenl. Zaken mr. E. N. van Klelfens, v.d. Justitie: prof. dr. P. S. Gerbrandy a.r. Binnenl. zaken H. van Boeijen c.h. Onderwijs: G. Bolkeslein, v.d. Financiën en Alg. Zaken a.i.Jhr. mr. D. J. de Geer, c h. Defensie: Luit.-gen. A. Q. II. Dijxhoorn. Waterstaat: Ir. J. W. Albarda, s.d. Econ. Zaken mr. M. P. L. Steen berghe, r.k. Soc. Zakendr. J. v. d. Tempel s.d. Koloniën: Ghr. J. I. M. Weiier r.k. Is niet-spuiten strafbaar Een voor vele landbouwers belang rijke rechtzaak heeft de vorige week voor het kantongerecht te Roermond gediend. Twee en vijftig aardappel telers uit de omgeving dezer plaats waren voor het gerecht gedaagd, omdat zij niet of niet tijdig genoeg hun gewassen met loodarsenaat hadden bespoten. Tot een definitieve conclusie kwam de kantonrechter niet, omdat hij eerst kennis wilde nemen van de motiveeriug van het arrest van den Hoogen Baad. die zich onlangs met den Coloradokever heeft bezigge houden. üm echter de meening van den ambtenaar van het O M. te vernemen alsmede het verweer van de ge daagden, behandelde de kantonrech ter de zaken wel, doch zonder vonnis te wijzen. Dit vonnis zal later, in de maand September pas vallen. De ambtenaar van het O.M. wees er op, dat het hier gaat om hel belang van heel Nederland. Of de boeren in Limburg het spuiten zelf moeten betalen, is z.i. een kwestie die niet in het geding kan worden gebracht, want het gaat er om, dat van regeeriugswege be volen is te spuiten en dat dit bevel moet worden opgevolgd. Gezien bet algemeen belang, gaat het niet aan, dat een eenling wegens geldgebrek niet spuit. De kosten voor bespuiting zijn ongeveer f 12— f '18 per ha. Bij de strafmaat moeten die kosten in de boete verrekend zijn, anders voelt men het niet als straf aan. Aldus het oordeel van den ambtenaar O. M. Het zal nu van belang zijn, boe mettertijd de uitspraak van den kantonrechter zal luiden. Een bekende parlementaire figuur heengegaan. De Eerste Kamer beeft baar oudste lid, jhr. A. F. O van Sasse van IJsselt door den dood verloren. En zoo kon het gebeuren, dal in een en dezelfde zitting het ontluiken van Waarborg. Bij alle goed, dat U wilt wasschen Ontheft Persil U van veel zorg Voor duurzaamheid en hoogste 9 49118 reinheid Blijft Persil onveranderd borg jong leven in het Prinselijk gezin en bet heengaan van een grijzen staatsman werd herdacht. In de Kamer was de overledene een der meest geziene figuren, die als oudste lid den voorzitter herhaaldelijk verving. Aan zijn zittingsperiode in het parlement ging een loopbaan bij de rechterlijke macht vooraf, waarbij jhr. van Sasse van IJsselt vooral als president van het Bossche gerechts hof zich een groote populariteit verwierf. Ook door zijn wetenschap pelijk werk, waaraan bij zich na zijn aftreden als president van het Hof in 1933 vrijwel uitsluitend wijdde, heeft hij zich veel naam gemaakt. Zijn publicaties over de historie van Brabant en vooral over de Brabant- scbe hoofdstad genieten een welver diende reputatie. De plaats van den heer Sasse van IJsselt in de Eerste Kamer zal nu worden bezet door den heer J. G. A. M. van de Mortel te Tilburg. Danzig vraagt weer eens in ver hoogde mate de belangstelling. Zooals men zich zal her inneren, liep er reeds eenige dagen een gerucht, dat de Senaat van Danzig het aantal douane inspecteurs wilde beperken. Dit aantal zou volgens den Senaat toegenomen zijn en deze Poolsche ambtenaren zouden zich met geheel andere dingen bezig houden dan de controle van douanekwesties Deze plannen waren voorde Poolsche regeering aanleiding om zich met twee zeer scherp ge stelde r.ota's lot den Senaat van Danzig te richten. In de tweede nota werd in ultimatieven vorm intrekking geëischt van de maatregelen van den Poolsclien commissaris in Danzig door den Senaat zouden zijn geno men. De autoriteiten van Danzig beweren nu, dat het gerucht over het ontslag van Poolsche douane-inspecteurs on juist is en dat het belachelijk is, dat de Polen op grond van geruchten zulke overhaaste stappen nemen. Zij hebben voorgesteld eens over de zaak van de competenties der Poolsche douane-ambtenaren te praten en dit zal dan ook geschieden. Dit is een zeer belangrijk iets. Want tot nog toe brachten in de kwestie Danzig scherpe woorden nog weer scherper woorden van de tegenpartij mede. En zooals al gezegd, de Poolsche nota was zeer scherp. Hadden dus de Danzigers de zaak op de spits willen drijven, dan hadden zij daartoe thanseen schoone gelegenheid gehad. Danzig deed dit echter niet en juist dat het naliet, den scherpen Pool- schen stap met nog scherper maat regelen te beantwoorden of ten minste propagandistisch uit te buiten, is een feit van de grootste beteekenis. Door voor het eerst uit een geschil geen argument voor nieuwe maatregelen te putten en zelfs voor te stellen, nog eens over de kwestie te praten, geeft de Senaat, waarachter uit den aard van de zaak de Duitsche regee ring staat, te kennen, dat op zijn minst genomen de tijd nog niet rijp geacht wordt om hot geschil in een stadium te brengen, dat mogelijk de gevaren tot dramatische grootte zou kunnen opdrijven. Nu mag men uit dit feit natuurlijk nog niet opmaken, dat in de toekomst thans alles koek en ei tusschen Duitschers en Polen zal zijn. Berlijn zal van zijn wensch, dat Danzig ten slotte tot het Rijk terugkeert, niet afzien. In dit opzicht is er niets veranderd en dus ook de spanning niet weggenomen. Maar wel wijst dit voorval er op, dat de Duitsche regee ring op het oogenblik het conflict niet opgedreven wenscht te zien tot een hoogte, die een oorlog welhaast onvermijdelijk zou maken. In dit verband zij er aan herinnerd, dat men meermalen uit Duitschland heeft kunnen vernemen, dat het Rijk wel iswaar Danzig wil terughebben, maar daarvoor geen gewapend conflict wenscht te riskeeren. En dat is voor Europa toch het belangrijkste. Manoeuvres. Dat de toestand in Europa overi gens nog uiterst gevaarlijk geacht wordt, moge blijken uit het feit, dat welhaast ieder land op het oogenblik een troepenmacht op de been heeft, die van de financieele draagkracht der verschillende staten het uiterste vergt. Deze strijdkrachten zijn, of worden deze maand in beweging gezet. Natuurlijk is het slechts een oorlogs spel, maar uit dit spel kan men toch veelal opmaken, in welke richting een bepaald land zijn defensieve of offensieve behoeften meent te moeten zien. Zoo heeft Italië enorme manoeuvres in de Povlakte gehouden, welke de afweer van een van over de Weste lijke Alpen (Frankrijk) komende aan val tot doel hadden. Engeland houdt juist op het oogenblik groote luchtmanoevres, waaraan niet minder dan 1300 vliegtuigen deelnemen. Hier gaat het er om, het land te verde digen tegen den luchtaanval van een denkbeeldig, ergens aan de Noord zeekust gelegen Oostland. Ook in Duitschland worden groote legeroefeningen gehouden, waarover echter het grootste stilzwijgen wordt bewaard. En tenslotte zet ook Turkije op Euiopeesch gebied, nl. in de provincie Thracië, drie legercorpsen in beweging, waaruit men in Sofia meent te moeien concludeeren, dat het Ankara's plan is, in geval van ernst, onmiddellijk Bulgarije te be zetten om zoo de landverbinding tusschen Turkije en Roemenië tot stand te brengen. Van Turksche zijde geeft men echter te kennen, dat men bevreesd is voor een Italiaanschen aanval van Albanië uit door Bulgarije op de zee-engten. Zooals men ziet, zonder politiek bijsmaakje zijn al deze manoevres niet. „Zenuwenoorlog" Al deze manoeuvres passen geheel in het kader van den „zenuwen oorlog" zooals de huidige strijd om de beste positie eens door de Duitsche propagandisten is genoemd. Tot dezen eigenaardigen oorlog behooren verder de perscampagnes der verschillende landen, de onderhandelingen om een bepaald land aan zijn zijde te krijgen (b.v. de Engelsch-Russische onder handelingen, waarin thans wel eenig schot schijnt te komen) en niet in de laatste plaats ook de verspreiding van geruchten, welke ten doel hebben in het andere kamp een zekere ver zwakking of paniekstemming te ver wekken. Het heeft er den schijn van, dat er juist in de komende weken vele van dergelijke geruchten zullen worden verspreid. Dat daartegenover de grootste voorzichtigheid op haar plaats is, behoeft geen betoog.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1939 | | pagina 1