1 DE FEESTELIJKE INTREDE VAN DEN HEER B. J. VAN OEVEREN ALS BURGEMEESTER DER GEMEENTE POORTVLIET Een zonovergoten zomerdag dien zesden Juni, toen velen zich opmaak ten naar de grens der gemeente Poortvliet waar de ontvangst zou plaats hebben van den nieuwen bur gemeester. En niet alleen die zonnige zomerdag, doch de een rijken oogst belovende velden, die het Thoolsche landschapzoo'n (raaien aanblik geven, de mooie paarden feestelijk opgetuigd, die daar op de grens der gemeente stonden, bereden door de Poortvliet- sche ruiters, die een eerewaeht vorm den, de in feestelijke stemming ver- keerende menigte, dit alle3 maakte zeker voor den nieuwbenoemde en zijn familie de reis naar de nieuwe standplaats tot een niet te vergeten dag. Wij zagen daar aanwezig alle raads leden met den fd. secretaris de heer J. J Pronkers, de commissie van ontvangst en feestcommissie, onder voorzitterschap van dr. Poortvliet met de leden J. van Nieuwenhuijzen, L. Blaas, M. v. d. Klooster, W. J. Gunter, A. Kesteloo, A. C. Sakko, C. A. Sakko, J. Hollebrands, A. Punt, J. Zuideweg, C de Jonge, G. Gebraad en B. A. Reeders. Vanzelfsprekend was ook het fanfaregezelschap Kunst naar Kracht aanwezig. Het wachten duurde niet lang, ten ongeveer kwart voor elf arriveerde een stoet auto's waar in de eerste, een open wagen, gezeten was de nieuwe burgemeester met zijn echt- genoote. De muziek zette het Wil helmus in, waarna de officieele be groeting plaats had en dr. Poortvliet als volgt sprak Hooggeachte Burgemeester. Het is mij, als voorzitter van de commissie van ontvangst een eer en een voorrecht U bij het overschrij den van de grens onzer gemeente een hartelijk welkom toe te roepen. Hoewel het feit van Uw benoeming tot Burgemeester van Poortvliet zijn oorzaak vindt in een droeve omstan digheid, n.1. het overlijden van bur gemeester Pronkers, in wien de gemeente een kundig magistraat verloor, meenden wij toch dat Uw intrede een eenigszins feestelijk karakter moest dragen. Immers, een burgemeester is voor een gemeente wat een vader is voor een gezin en het stemt ons tot blijdschap weer een centrale figuur, een burgervader, in ons midden te hebben. Het dorp Poortvliet is weliswaar niet groot, maar zijn geschiedenis gaat terug tot omstreeks 1200, toen ongeveer op de plaats waar nu het dorp ligt, een versterking werd ge bouwd, die evenwel later verwoest werd. In de tijd van de Graven ge noten de inwoners van Poortvliet het privilege tot de persoonlijke lijfwacht van den Graaf van Zeeland te mogen belmoren. De gemeente is zeer uitgestrekt en bevat behalve het dorp Poortvliet in engeren zin ook nog de buurt schappen Strijenham met zijn haven, de Hand en Malland. Peze drie deelen vertegenwoordi gen drie bevolkingsgroepen, elk met een eigen karakter. Het is weer als in een gezin, waarin ook alle kinde- I ren verschillend van aard zijn. E11 in ons geval zal het grootste kind wel het lastigste blijken te zijn. U zult dus vaak voor moeilijke beslissingen komen te staan, maar uit Uw levensbeschrijving is ons gebleken dat gij een man zijt, die daartegen wel opgewassen zal zijn. De vele functies die IJ in Uw vorige woonplaats vervulde, vormen voor ons het bewijs dal U meeleeft met de nooden en vreugden der gemeen schap en dit is voor een burgemees ter een zeer goede eigenschap. Ik wil dit welkomstwoord besluiten met den wensch uit te spreken, dat U Uw functie een langen lijd zult mogen waarnemen en dat er Zegen op Uw werk moge rusten, tot heil onzer Gemeente! Ik heb gezegd. speelde vrolijke marschen en zoo bereikte men het druk bevlagde en met twee eerepoorlen versierde Poortvliet, waar de bevolking groote belangstelling toonde. Onder de aanwezigen in het ge meentehuis merkten wij naast den voltalligen raad o.m. op dr. J. J. Pronkers, zoon van den overleden burgemeester, de burgemeesters Klos en mr. Versluys, secretaris van Doorn' wethouder G. van den Berge, de heer W. Carels, ds. van den Heuvel, de heer Ilanssens uit Stavenisse, de schoolhoofden, de gemeente-ontvan ger en den gemeente-opzichter, den oud-burgemeester van Bruinisse, met wethouder en raadsleden dier ge meente, hel polderbestuur te Poort vliet en tal van anderen. Toen allen gezeten waren klonk de hamerslag waarmede wethouder E. van der Slikke de vergadering opende, waarna deze het ambtsgebed uitsprak. Hij deed vervolgens voorlezing van het Kon. besluit en de andere stukken op de benoeming betrekking hebbende en sprak toen als volgt Mijnheer de Burgemeester. Uit naam van den raad en de burgerij van Poortvliet heet ik u en uwe familie hartelijk geluk met uwe benoeming tot burgemeester onzer gemeente. Toen eenige maanden geleden uw voorganger, de door ons zoo diep betreurde burgemeester Pronkers was overleden, kwam er een tijd van afwachten en de vraag wie hier als eerste burger onzer gemeente zou worden benoemd. Het was de „Thoolsche Courant" die door een bulletin Dinsdag 23 Mei jl. de burgerij het bericht van uwe benoeming bracht. Reeds spoe dig daarop volgde een voorloopige kennismaking met u en die kennis making versterkte onze meening dat wij hier een man aan het hoofd der gemeente krijgen die als Zeeuw en plattelandbewoner, grondig bekend met de gemeente-administratie, de „rechte man op de rechte plaats" zal zijn. Dat u een goed burgervader in de goede beteekenis van het woord zult zijn, toegankelijk voor ieder die uw raad en uw hulp zal noodig hebben, iemand, die boven de partijen staande, de belangen onzer gemeente naar beste weten zult behartigen, hiervan meenen wij zeker te kunnen zijn. U heeft het voorrecht in deze moeilijke tijden het beheer overeen gemeente te kunnen aanvaarden die, door wijs bestuur van uwen voor ganger, géén schulden heeft, terwijl de lasten die op de bevolking druk ken, veel minder zwaar zijn dan elders wel het geval is. Dat uw bestuur onder Gods zegen tot welvaart van onze gemeente en onze bevolking moge zijn. Ik verk.aar u te zijn geïnstalleerd als burgemeester der gemeente Poortvliet en heb de eer u hierbij met het teeken uwer waardigheid te versieren. Nadat Wethouder van der Slikke den burgemeester de ambtsketen had omhangen, nam deze hel woord, zeggende Heeren Leden van den Raad, Dames en Heeren. Hierna werd een driewerf hoera op den burgemeester ingesteld, ter wijl de muziek een „lang zal hij leven" inzette. Daarna bood Dik Poortvliet, zoontje van den voorzitter een oorkonde aan, terwijl een dochtertje van M. van der Klooster aan mevrouw van Oeveren bloemen aanbood, die in dank werden aanvaard. De burgemeester dankte in een kort woord voor deze hartelijke ont vangst. De stoet formeerde zich, de muziek Wanneer ik thans gereed sta het ambt van Burgemeester te aanvaar den gevoel ik mij gedrongen eerbiedig dank te brengen aan 11. M. onze geëerbiedigde Koningin die mij heeft verkoren tot het vervullen van dit eervolle ambt. Ook Zijne Excellectie den Minister van Binnenlandsche Zaken die mij bij H. M. voor een benoeming heeft willen voordragen en den Heer Com missaris der Koningin voor de voor lichting bij het doen van deze voor mij zoo belangrijke keuze. Maar bovenal breng ik ootmoedig dank aan den Almachtige, Wien het heeft behaagd mij tot het gewichtige ambt te roepen. En ik durf het thans den onlangs geinstalleerden Burge meester van mijn vorige gemeente nazeggen Het geloof in de Voor zienigheid Gods, die ons aller leven bestiert en in Zijn Hand heeft, geeft rust en vertrouwen in de toekomst. In dat geloof hoop ik dat mij wijsheid en kracht wordt geschonken om mijn laak te vervullen. Het zou mijne Heeren, als een ernstig verzuim kunnen worden aangemerkt, wanneer ik thans niet een enkel woord wijdde aan de nage dachtenis van Uw overleden Burge meester wijlen dhr. Dronkers. Het is mij bekend dat hij met hart en ziel zich beijverde voor het welzijn der gemeente Poortvliet die hij zoo vele jaren heeft gediend, en dat hij met de hem geschonken gaven en talenten het Bestuur der gemeente in goede banen wist te leiden. Wij mogen van deze plaats daarvoor nog eerbiedig dank zeggen. Vervolgens mag ik. zeker wel uiting geven aan mijn gevoelens van dank baarheid jegens U, Hooggeachte Heer van der Slikke voor de uit nemende woorden zooeven tot mij gericht en voor de goede wenschen die daarbij vergezeld gingen. Ik hoop met U dat deze alle in vervulling mogen gaan. Niettegenstaande Gij weldra be hoort tot de zeer sterken, zooals de Psalmist dit zegt, hebt Gij in Uw kwaliteit van Wethonder dezer ge meente geruimen tijd het Burge meestersambt waargenomen en naar ik verneem op een wijze, die menig Wethouder, jonger in jaren, het bij U moet afleggen. Het is mij een behoefte U voor Uw arbeid mijn wel- gemeenden dank te betuigen en waar Gij hebt gemeend, in verband met Uw hoogen leeftijd, Uw mandaat als lid van den Raad niet meer te moeten doen vernieuwen en wij derhalve slechts korten tijd meer samen kunnen werken, daar moge ik den wensch uitspreken dat Gij mij, indien noodig, met raad en daad zult willen bijgestaan. Dit verzoek ik tegelijk ook van Uwen Collega, Wei- houder van Ast, die ik ook eenige keeren heb ontmoet en met wien ik ook aangename besprekingen mocht voeren. Ik spreek den wensch uit dat de onderlinge verhouding, zoowel met het Dagelijksch Bestuur als met den geheele Raad van den meest vriendschappelijken aard mag zijn. Dat de behandeling van de ver schillende vraagstukken nimmer aan leiding mag geven tot wrijving onder elkander is mijn oprechte wensch. De Gemeenteraad waarvan ik vóór enkele dagen afscheid nam, en die thans tot mijn groote vreugde hier tegenwoordig is mag als een voor beeld gesteld worden ten opzichte van de homogeniteit die daar altijd heerschte, en met wien het een lust was èn voor den Voorzitter èn voor den Secretaris, samen te werken. Ik hoop dal de Raad van Poortvliet hetzelfde voorbeeld mag volgen, indien dit eventueel niet mocht bestaan. Een woord van dank is zeker ook wel op zijn plaats aan den heer Dronkers, die ais volontair ter Secre tarie eenige maanden het Secretariaat heeft uitgevoerd en, naar ik tot mijn genoegen verneem, tot allen tevreden heid, daartoe bijgestaan door de heer de Wilde, die ook hier werkzaam is Wij hopen dat wij te zamen op vriendschappelijke wijze moge werk zaam zijn. Hetzelfde verzoek ik ook van alle ambtenaren, van welke rang of stand dan ook, die op eenigerlei wijze aan de gemeente verbonden zijn. Van den gemeenteveldwachter Evertse, die mij nu reeds menige dienst heeft bewezen, roep ik bij de uitoefening van mijn functie als hulpofficier van Justitie de volle medewerking. En als ik dan nu mijn ambt aan vaard, dan spreek ik den wensch uit dat dit zal worden uitgevoerd in alle onpartijdigheid met eerbied voor ieders overtutging ik voor de Uwe en Gij voor de mijne. Het zal wel eens voorkomen dat ik neen moet zeggen wanneer men mij iets vraagt. De door de Overheid uitgevaar digde wetten en voorschriften mogen mij daarbij tot richtsnoer zijn en dan vertrouw ik dat mijn beslissing zal worden geëerbiedigd. Ik heb voorts mijne Heeren met voldoening kennis genomen van het feit, dat de werkloosheid in deze landbouwgemeente thans tot het kleinst mogelijke minimum is be perkt, terwijl het percentage vverk- loozen in den regel beneden het nor male is. Dit is een niet te onder schatten voorrecht, in de eerste plaats voor belanghebbenden zelf, maar ook voor het gemeentebestuur, dat daar door meer ruimte heeft voor het uitvoeren van werken. Dit blijkt ook daar wel uit, dat de belangstingdruk hier allerminst zwaar is en wij spreken den wensch uit dat zulks mag blijven voortduren En ten slotte Mijne Heeren, breng ik U, ook namens mijn gezin oprecht dank voor de hartelijke ontvangst in dit mooie dorp. Dank aan het feestcomité voor de genomen maatregelen deze dag te maken tot een vreugdevolle endank ook aan de burgerij voor de ovaties mij zooeven gebracht. En hiermede Mijne Heeren aan vaard ik het Burgemeesterambt en tegelijk ook het Secretariaat van de gemeente Poortvliet en roep nogmaals bij de uitvoering van deze schoone ambten Uw aller medewerking in, maar bovenal Gods onmisbaren Zegen Wethouder van Ast het woord verkregen hebbende zegde. Mijnheer de Burgemeester! Het is mij een voorrecht u thans als Burgemeester te mogeu begroeten. Ik wensch U dan hartelijk geluk met de benoeming welke U is ten deel gevallen, waardoor U een taak hebt aanvaardt die eenerzijds eerbied waardigheid en anderzijds groote verantwoordelijkheid met zich brengt. Groote verantwoordelijkheid omdat naar luidt van Gods Woord dit ambt uit en van God is, want immers in Rom. 13 wordt ons geleerd: „dat de machten die er zijn van God veror dineerd zijn." Mocht gij in dit besef leven dan zal Uw uiterste streven zijn het gees telijk en tijdelijk weizijn dezer ge meente te zoeken. Dit in eigen kracht te bereiden is ten eenenmale onmo gelijk doch alleen te verwezenlijken indien ge een steun en hulp zoekt bij Hem dien het nog belieft gezag op aarde te geven, opdat naar luidt van art. 30 der Ned. Confessie „Het alles met goede orde onder ons men- schen toega." De lijnen volgens welke wij te handelen hebben vinden wij uitge stippeld in Gods onfeilbaar Woord en Zijne geboden die ten allen tijde ons richtsnoer moeten zijn. Burgemeester U staat thans aan het begin van uw taak in Poortvliet, waardoor ge als hoofd gesteld zijt over bijna 1700 zielen. Ik wensch u bij de aanvaarding van die taak toe dat een begin met God moge zijn, dan eerst zult ge een recht Burgervader kunnen zijn. Er moge dan strijd zijn, dit tegen vallen en dat anders verwacht zijn geworden dan mogen Hosanna roe pers veranderen in Kruisigers. Als ge Hem kent in al uwe wegen dan zult ge door Hem uwe paden recht gemaakt vinden. Ge vindt hier een volk achter u dat in onderscheidene kerken steeds wordt herinnerd aan het antwoord van den Heidelb. Cat. Zondag 39. „Dat ik allen die over mij gesteld zijn eere, liefde en trouw bewijze, mij harer goede leer en behoorlijke strat onderwerpe, met hare gebreken en tekortkomingen geduld hebbe aange zien het Gode belieft ons door hare hand te regeeren". Op grond daarvan wil ik thans de geheele gemeente in uw liefderijke leiding en zorg aanbevelen. Elke ingezeten groep,zonder onder scheid, zoo welgestelden, midden standers als min gesitueerden, ik beveel hen allen in uwe welwillende belangstelling aan. Ge mocht voor een ieder een ge opend oor hebben en voor ieder toegankelijk zijn. Inzonderheid wil ik uw aandacht vragen voor een groep van ingeze tenen die door den geesel der werk loosheid getroffen een deel van het jaar bij de gemeente in zorg zijn. In velen dezer gezinnen is het budget van verdienste en steun nog zoo ontoereikend dat alleen maar het aller noodzakelijkste kan worden aangeschaft en nog veel moet worden ontleend. Ge mocht U ook jegens hen een rechtgeaard Burgemeester betoonen. Op fiSRncieel gebied mocht het Uw ernstigóstreven zijn de sporen van uw amlBsvoorganger te drukken. Het is de groote verdienste van hem geweest de gemeente financieel achter te, laten in een staat waar velen jaloersch op kunnen zijn. Het peil der gemeentelijke belas tingen is zeer laag te noemen. En het zal geen gemakkelijke taak voor U zijn de gemeente op dit peil te houden. Toch dienen wij een ernstig beroep op U te doen dat bij U een ernstig streven daartoe gevon den worde. Mocht dit zoo zijn dan kunt gij ten allen op onze mede werking rekenen. Voorts wensch ik van harte dalU in onzen Raad een Voorzitter zult zijn die met vaste hand de besprekin gen zult leiden en altijd den goeden toon zult weten te houden. Bij alle verschil van meening kan men toch nog vruchtbaar samen werken wanneer we bedenken dat wij allen onvolmaakte menschenzijn die zoo gemakkelijk fouten en ver gissingen maken. li ;j Indien wij dit willen erkennen wij ook toegankelijk voor be inzichten. Dan alleen zullen wemetelka als raad van Poortvliet in moeilijke tijden de belangen gemeente kunnen behartingen. Dat de Heere U daartoe bekw en kracht geve is onzen wei opdat een arbeid onder Zijn moge strekken tot Zijn eer en bevorderingen van de belangen Gemeente. Ik besluit met den wensch da Uw Echtgenoote en verder vele jaren in gezondheid en bë welstand onder ons moge verkee Daarna verkreeg de heer V Boogaart het woord, hij felicite den burgemeester met de aam ding van zijn ambt en hoopte alle goede wenschen uttgespri door de heeren van der Slikki van As in vervulling zullen Onze verwachtingen zijn goed' sprak den wensch uit dat hij en vrede moge vinden inzijna"r en op den weg die hij thans is i slagen en dat hij met genoegen leven temidden van Poortvliet. Waar geen der raadsleden n het woord verlangde, sloot de zitter onder dank voor de hem gesproken woorden de vergadei Hierna werd gelegenheid gege tot het aanbieden van gelukwensc Namens de collega's in het eil Tholen voerde mr. J. J. Versl burgemeester van Oud-Vossen het woord, waarbij hij namens gemeester Hanssens te Stavenjli diens spijt betuigde dat deze, we; een vergadering te Amsterdam aanwezig kon zijn. Spr. hoopte waar het tegenwoordig een tijlli om nauw samen te werken, i samenwerking ook door hem worden voortgezet. Hij hoopt da zegen van den Heer op hem rusten in het belang van de gemee Poortvliet. Wethouder van Vessem sprak mens het gemeentebestuur en gemeentepersoneel van Bruinisse merkte op dat deze benoemin^ kwam temidden van de feestvréü te Bruinisse bij de intrede van nieuwen burgemeester. Hij prees burgemeester als een goed ambten en wenschte Poortvliet toe dat gemeente Poortvliet onder zijn kwame leiding, die in goede han| is, steeds moge bloeien. Hij hoopte dat de geknoopte vrie schapsbanden tusschen burgemee van Oeveren en hem mogen blij bestaan. De oud-burgemeester van Bruin de heer Hage releveerde dat hij de jaar met den nieuwen burgemee|': heeft samengewerkt. Als jongmen op de secretarie gekomen had steeds het volle vertrouwen in h en dat was zoodanig dat, toen na afwezigheid van een halfjaar er nieuwe secretaris te Bruinisse noemd moest worden hij niet gea zeld heeft om den heer van Oeve voor te dragen als secretaris der meente. Hij heelt hier nooit spijt gehad, want samen hebben ze moeilijke vraagstukken opgelost, wenscht hem toe dat de zegen den Almachtige op zijn werk mi rusten. Hij spreekt den wensch uit dal tijd die hem te Poortvliet nog genoegelijk zal worden doorgebra en dat het hem moge gelukken de noeglijke stemming die steeds in gemeente Bruinisse heeft geheers ook te Poortvliet te doen ontsta Spr. wenscht hem en zijn vrouw kinderen alle goeds toe en hoopt zij elkander nog wel eens zul ontmoeten. De heer Vijverberg, gemeente-o vanger te Bruinisse, sprak evenef zijn goede wenschen uit, er bij merkende spijt te hebben dat hij z besten vriend kwam te missen, hadden hem liever in hun eig omgeving gehouden. Ds. van den Heuvel sprak namf ai de Kerkelijke gemeente zijn geit wenschen uit. Spr. legde er den nadruk op Overheid een instelling Gods is m: dat God toch alleen regeert. Spr. den wensch dat de samenwerki tusschen de burgerlijke en de ker lijke gemeente zoo hecht mag Tl C. uit moge loopen tot e dat alles van God. De heer H. van Ysseldijk spr namens de Geref. Kerk en hoop dat de Heere hem kracht en wijshe mag schenken de gemeente te bestur als een echt burgervader. Dat met de zijnen in lengte van jar gespaard moge blijven tot heil v ons allen. De heer Looyenga, voorz. van A. R. Iviesvereeniging heette d' nieuwen burgemeester namens d volksgroep hartelijk welkom toe i fi

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1939 | | pagina 2