WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
iSBI
l>9y
Wij zijn bereid.
Vrijdag 5 Mei 1939. No. 18 Zes en vijftigste jaargang
diS[1-l<oste"'UITGAVE FIRMA J. M. C. POT. THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043
Zondagsblad1,87»,franco 1 holen, roortvhet, ocherpenisse, ot-Maartensdijk, otavenisse, ot-Annaland en Uud-Vossemeer letters naar plaatsruimte.
THOOLSCHE COURANT
Vrijdag. Prijs per kwartaal
ƒ0.80; met Geïllustreerd ti i d 1' C L O. TV/I 1"1 C. O. 11 117 meer 175 ct. Grootte der
per post ƒ1.05 15 cent Bij abonnement aanmerkelijke
PUBLICATIEN
SCH00LB0UW BIJZONDER ONDERWIJS.
Burgemeester en Wethouders van
Tholen maken bekend, dat de Baad
der gemeente op 24 April 1039 het
volgende besluit, heeft genomen
De Baad der gemeente Tholen
Overwegende, dat het Bestuur der
Vereeniging tot het verstrekken van
Lager Onderwijs op Gereformeerden
Grondslag te Tholen op 25 Maart jl.,
ingevolge artikel 72 der Lager Onder
wijswet 1920, heeft aangevraagd een
bedrag van 1109. voor het aan
schaffen van leermiddelen en school-
meubelen
dat aan de i:i artikel 73 der Lager
Onderwijswet 1920 omschreven ver-
eischten is voldaan
dat zich niet voordoet een der ge
vallen, hedoeld in artikel 75, derde
en vierde lid, dier wet;
besluit
het verzoek in te willigen.
Herinnerd wordt dat, ingevolge
artikel 70 der Lager Onderwijswet
1920, binnen dertig vrije dagen, te
rekenen vanaf heden, ieder ingezetene
en het schoolbestuur van genoemd
besluit bij Gedeputeerde Staten in
beroep kan komen.
Gedurende dien termijn liggen alle
bescheiden, op de aanvrage van het
schoolbestuur betrekking hebbend,
kosteloos voor een ieder ter inzage
op de secretarie der gemeente.
Tholen, 28 April 1939. 43
Waar gaal de wereld heen 7 Dat
is de beangstigende vraag, die men
zich in welhaast ieder land der aarde
stelt. Van eenige opluchting, van
eenige opklaring van den politieken
hemel is nog geen sprake. Er heersoht
stilte op het oogenblik. Doch is dit
een stilte, waaruit iets goeds belooft
voort te komen of is het integen
deel de stilte, die aan den storm
voorafgaat?
Wij kunnen de toekomst niet door-
i gronden. Wij kunnen slechts hopen,
i dat de groote mogendheden in deze
1 bange dagen zich ten volle bewust
zullen zijn van de groote verantwoor-
c delijkheid, die op hen rust. Velen,
2 ook in ons land, zullen bijvoorbeeld
e met groote bezorgdheid hebben ge-
h zien, dat Engeland zich vati de mede-
2 werking tracht te verzekeren van de
Sovjetrepubliek otn.... den vrede te
0 handhaven. Het lijkt een bedenkelijk
v procédé.
1 Indien de vrede inderdaad gehand-
ft haafd kan worden, heeft een even-
g tuecle overeenkomst tusschen beide
g mogendheden niet veel om het lijf.
1) Wij zijn er den laatsten tijd, meer
1) dan ooit in de geschiedenis het geval
u is geweest, aan gewoon geraakt om
n overeenkomsten tusschen staten te
gaan beschouwen als dingen, waar-
it mede geen rekening wordt gehouden,
lc als dit niet strookt met het belang
n van een der onderteekenaars.
v Van het in de lucht hangende ver-
p drag tusschen een der eerste demo-
li cratische staten en het bolsjewistische
rj Rusland kan men slechts hopen, dat
o het niet van woorden tot daden zal
w komen en het bolsjewisme geen ge-
tr, legenheid zal krijgen om, in geval
van conflicten, te trachten vasten
s( voet te krijgen in het overigens her-
w melisch voor Russische invloeden
li, gesloten gehouden Europa Wij weten
d, nu eenmaal, dat in troebel water
a; visschen een van de meest geliefde
ir middelen is, waarvan de volgelingen
|u van Lenin zich plegen te bedienen.
te Is het van Engelsche zijde wel de
juiste taktiek, om tegenover een even-
m tueele dreiging van andere zijde de
st dreiging van het bolsjewisme te
st stellen Dit laatste zou een bedrei
ging vormen, niet tegen een of twee
landen in het bijzonder, doch van de
beschaving van geheel Europa, van
de geheele wereld zelfs! Dit voelt
b.v. ook Polen zoo goed, dat het zich
er tegen verzet, de roode troepen
eventueel door zijn gebied te laten
trekken, indachtig aan het J'y suis,
j'y reste
Zoo staat ook Nederland tegenover
de situatie. Wij zijn waakzaam
naar alle kanten. Wij gevoelen ons
niet speciaal van een of andere zijde
bedreigd, doch wij hebben onze maat
regelen genomen orn ons althans niet
als een weerloos volk te laten overrom
pelen. Wij hebben, helaas, te'veel leer
zame voorbeelden gezien, om niet op
onze hoede tezijn. Wij gevoelen ons
gerust door de zekerheid, dat door de
autoriteiten allesis gedaan, wat slechls
gedaan kan worden, om het hoofd
te bieden aan het gevaar, onverschil
lig van welke zijde dit ook moge
komen. Wij zijn bereid
Wij, Nederlanders, zijn geen mili
taristisch volk. Chauvinisme is bij
ons ver le zoeken. Wij laten iedereen
met rust en wenschen met iedereen
in vrede le leven doch wij wenschen
wederkecrig met rust en vrede te
worden gelaten.
Dit wil echter geenszins zeggen,
dat wij weerloos zijn. Wij zijn gereed
en bereid om onze vrijheid te ver
dedigen en wanneer wij zien hoe
onze jongens aan de grenzen en de
kust waken, hoe zij oen eventueelen
indringer zouden ontvangen, dan
mogen wij gerust zeggen Wij zijn
bereid.
Met dat al hebben wij slechts één
wensch, één gedachte, die al het
andere overheerscht: moge bet gevaar
van oorlog aan de gansche wereld
voorbij gaan, en vooralmoge het
niet noodig blijken, dat er één drop
pel bloed wordt gestort van onze
soldaten, die zonder aarzelen gehoor
hebben gegeven aan de roepstem van
het vaderland. Wanneer zij daar
staan, met de wapenen in de hand,
is het niet om aan te vallen, doch
om le verdedigen. Er wordt slechts
van hen gevraagd, er toe bij te
dragen, dat onze neutraliteit wordt
geëerbiedigd. Daartoe zijn wij bereid.
(Nadruk verboden).
n wtbh ystsnai
p-ajirjQj
De Kamer waakt voor haar rechten.
In de laatste jaren is het meer en
meer gewoonte geworden, dat aan
gevraagde gelden voor de uitvoering
van overheidswerken werden besteed,
nog voordat de Kamer er haar goed
keuring aan had gehecht. In werke
lijk dringende gevallen wordt tegen
een dergelijke handelwijze, die strikt
genomen niet door den beugel kan.
omdat zij een aantasting van liet
budgetrecht van de Kamer beteekent,
geen of slechls weinig bezwaar ge
maakt, doch thans heeft zich een
geval voorgedaan, dat ook de Kamer
te bont was en waartegen zij een
krachtig veto heeft uitgesproken. De
kwestie is, dat einde December,juist
toen de Kamer op Kerstreces was
gegaan, een suppletoire begrooting
van het staatsbedrijf der Artillerie
inrichtingen werd inger.iend, waarin
gelden werden aangevraagd voor den
bouw van een centraal administratie
gebouw voor dezen tak van dienst
in Den Haag.
liet onverantwoorlijke is nu, dat
met den bouw een aanvang werd
gemaakt, nog voor de Kamer deze
begrooting bad goedgekeurd. Reeds
eenige maanden is men op bet
Lyceumplein in Den Haag bezig met
den aanleg der fundamenten van het
vijf verdiepingen hooge gebouw, een
schuilkelder onder het gebouw was
al afgedekt en zelfs was men al aan
don bovenbouw begonnen. Deze voor
barige handelwijze zal het Rijk nu
weer een leelijke financieele strop
bezorgen, want de Kamer bleek niet
van zins, het aangevraagde bedrag
van f 375.000 alsnog toe te staan.
Men oordeelde vrij algemeen de
beoogde gecentraliseerde diensten van
dit bedrijf in één gebouw niet urgent
en zoo zij al noodig is, dan acht men
het toch zeker overdreven, dat daar
voor een nieuw gebouw wordt gezet,
terwijl bijv. het ïiooldgebouw van de
P.T T. binnenkort vrijkomt en daar
voor dus dienst zou kunnen doen.
Minister Van Dijk, die er met nadruk
op wees, dat de opdracht tot bouwen
niet van hem is uitgegaan, doch die
er wel de verantwoordelijkheid voor
aanvaardde, trachtte de zaak nog te
reddendooropdegevolgente wijzen die
weigering der gelden onder gegeven
omstandigheden ten gevolge zal
hebben. Immers nu zal het gebouwde
op kosten van het staatsbedrijf weer
moeten worden afgebroken en de
grond weer in den oorspronkelijken
staat aan de gemeente moeten worden
opgeleverd.
Doch het mocht niet baten, de
Kamer bleef onverbiddelijk en nam
met 42 1 tegen 35 stemmen het
amendement Tilanus aan, waardoor
de post van f 375 000 voor de stich
ting van een administratiegebouw
met bijbehoorende dienstwoningen,
garage enz. voor de artillerie-inrich
tingen te 's-Gravenhage wordt
geschrapt.
Nederlandsche arbeiders in Duitschland
De minister van Sociale Zaken heeft
aan de gemeentebesturen medege
deeld, dat thans weer in verhoogde
male werkgelegenheid bestaat voor
Nederlandsche landarbeiders in
Duitschland. Behalve in Rijnland en
West falen, kunnen landarbeiders
worden geplaatst in Hannover, in de
streek tusschen Bremen en Oldenburg.
Er is plaats voor ongehuwde melk
knechten, melkersgezinnen, landar
beidersgezinnen en inwonende knech
ten voor allerlei landbouwwerkzaarn-
heden, zooals paardenknechten en
knechten die met landbouwmachines
kunnen omgaan. De ervaring heeft
geleerd, dat deze arbeid in Duitsch
land in het algemeen voor landar
beiders zeer geschikt is.
Daarnaast acht de minister het
plaatsen van landarbeiders in
Duitschland van zeer groot belang
ter bestrijding van de werkloosheid
ten plattelande. De minister zal het
daarom op zeer hoogen prijs stellen,
indien de gemeentebesturen hun
medewerking zullen willen overwegen
om aanbod voor deze werkgelegen
heid te verkrijgen. Deze arbeid kan
in de eerste plaats worden aange
boden aan bij het orgaan der arbeids
bemiddeling in de gemeente inge
schreven werkzoekende landarbeiders
hij kan echter ook worden aangeboden
aan inwonende zoons van landarbei
ders en van kleine boeren.
Persbreidel in de maak.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp houdende nadere
voorzieningen ter bescherming van
de openbare orde. In de toelichting
schrijft de minister van justitie, dat
de herhaalde persexcessen van den
laatsten tijd, gecombineerd met een
reeks van ontoelaatbare mondelinge
uitingen in het openbaar, nopen tot
het overwegen van nadere voorzie
ningen ter bescherming van de open
bare orde.
Het wetsontwerp behelst een aan
tal aanvullingen van de bestaande
bepalingen betreffende beleediging
van het openbaar gezag, openbare
lichamen en instellingen, en van
groepen van de bevolking of ten
deele tot de bevolking behoorende
groepen van personen, terwijl daar
naast de mogelijkheid geopend wordt
van een rechterlijk verbod van ver
schijning van dagbladen en andere
periodieke geschriften, waarmede bij
herhaling misdrijven worden gepleegd
tegen de veiligheid van den staat,
de openbare orde of het openbaar
gezag.
Vooral het laatste is van belang.
Het doel van het wetsontwerp is
niet, dat zij, die voor de tegenwoor
dige onwaardige excessen aansprake
lijk zijn aldus de minister in de
toelichting voortaan, wanneer zij
zich aan gelijksoortige uitingen te
buiten gaan, met gevangenisstraf
zullen worden gestraft en dat or
ganen van hun groep door den
rechter zullen worden verboden,
doch veeleer ishet de bedoeling,
hen ertoe le brengen de ock voor
hen geldende staatsrechtelijke vrij
heden te bezigen in loyalen en op-
bouwenden, althans in een naar
Nederlandsche begrippen betamelij-
ken geest.
Amsterdams raadhuis.
Een nieuwe voordracht van B. en
W. van Amsterdam inzake den raad-
huisbouw is verschenen. Daaruit
blijkt, dat B. en W. de prijsvraag,
die geen aanvaardbaar plan voor
een nieuw raadhuis heeft opgeleverd,
als geëindigd beschouwen.
Zij doen evenwel den raad het
voorstel, zich met twee groepen van
inzenders, wier plannen zich door
bijzondere kwaliteiten onderscheid
den en waaruit na omwerking mis
schien een definitief ontwerp kan
worden verkregen, in verbinding te
stellen. Deze beide combinaties van
architecten zullen nieuwe ontwerpen
voor den bouw van het raadhuis
moeten maken, waaruit dan een
keuze voor het definitieve plan kan
worden gedaan.
Was het in het jaar 1938 de
Duitsch-Tsjechische kwestie, die
Europa in permanente spanning
hield, dit jaar schijnt zulks on
getwijfeld het geval te zullen
zijn met het Duitsch Roolsche
conflict. En wenscht men ook
nu een algemeenen oorlog te
voorkomen, dan zal daartoe een
nog aanzienlijk hoogere staats
manskunst der verantwoordelijke
regeeringen noodig zijn dan in
het afgeloopen jaar. Want men
mag er zich geen illusies over
maken: de Poolsche crisis bergt
aanzienlijk grootere gevaren in
zich dan de vroegere Tsjechische,
hoewel zij in principe wellicht
veel op elkaar gelijken.
Ook bij de Duitsch-Poolsche kwestie
gaat het in de eerste plaats om den
terugkeer van een zuiver Duitsch
gebied naar de Rijk, evenals indertijd
het Sudetengebied, al verschilt de
status van Danzig, dat een vrije stad
onder Volkenbonds- (lees Poolsche)
controle is, daarvan eenigszins.
Danzig en de Corridor zijn voor
Polen een levensbelang, zij geven
het land een uitweg naar de Oostzee
en voorkomen een welhaast alge-
meene omsingeling door de twee
grootste mogendheden van Europa
Duitschland en Rusland, landen, die
gedurende löOjaren de heerschappij
over Pelen hebben gevoerd. Men
kent nu de Duitsche eischen terug
keer van Danzig naar het Rijk en
een ex-territorialen autoweg door
den Corridor.
De Poolsche bezwaren daartegen
zijn, dat concessies in deze richting
Polen in feite van zijn eenige ver
binding met de zee zouden afsluiten.
Duitsche troepen in Danzig en een
ex-territoriale autoweg, waarover de
moderne gemotoriseerde troepen
maar al te spoedig kunnen oprukken
vormen voor Polen een geval, waar
aan Warschau meent zich niet bloot
te mogen stellen, ook al hebben de
Duitschers beloofd in geval van
Poolsche tegemoetkomendheid de
grenzen van het land voor den tijd
van 25 jaren te zullen garandeeren.
Tot eenige concessies is Polen
intusschen wel bereid vergemakke
lijking van het doorvoerverkeer naar
Danzig, afschaffing van de Volken
bondscontrole, enz. Maar dit gaat
Berlijn niet ver genoeg, daar blijft
men vasthouden aan den terugkeer
van een zuiver Duitsch gebied naar
het Rijk en zegt men van opvatting
te zijn, dat daardoor de vitale be
langen van Polen geenszins bedreigd
worden. Onder deze omstandigheden
schijnt de klove, die tusschen de
beide standpunten gaapt, welhaast
onoverbrugbaar te zijn.
Uw7Pm luion worden sekalmeerd
uwzenuwen en gesterkt en Uw
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
7 48817
De garanties voor Polen.
Zooveel gevaarlijker dan in 1938
is de toestand door het feit, dat
terwijl Praag door de groote mogend
heden onder druk gezet werd om
aan de Duitsche eischen toe te geven,
hetgeen het ook overigens niet tot
het geluk van den Tsjechoslowaak-
schen staat gedaan heeft, aan War
schau reeds bij voorbaat garanties
zijn gegeven, zoodat Polen minder
geneigd is aan de Duitsche eischen
tegemoet te komen.
Dat is ook, wat men Berlijn aan
Londen verwijt. Londen echter laat
zich daardoor niet van zijn nieuwe
politiek afbrengen. Het meent zich
tegen elke verdere machtsuitbreiding
van Duitschland op het continent te
moeten verzetten, al ziet het natuur
lijk gaarne alsnog een bevredigende
oplossing tusschen Duitschland en
Polen.
Komt deze intusschen niet tot stand,
dan kan Warschau, naar de Engel
sche regeering wederom met nadruk
heeft verklaard, op den steun van
Engeland en zijn bondgenooten reke
nen.
De onderhandelingen met Rusland.
Intusschen is Londen nog steeds
niet gereed gekomen met de vorming
van zijn z.g. anti-agressiefront. Twee
voorname schakels ontbreken daar
nog in Rusland en Turkije. Terwijl
de ouderhandelingen met het laatst
genoemd land een bevredigend ver
loop schijnen te hebben, vlotte die
metde Sovjet-Unieaanzienlijk minder
Bekend geworden is, dat Moskou aan
Londen een omvangrijk plan heeft
voorgelegd, dat niet slechts in een
EngelschFranschRussisch bond
genootschap voorziet, maar tevensin
een garantie voor alle landen, die
door een der drie groote mogend
heden worden beschouwd als te
behooren tot hun belangensfeer.Een
dergelijk plan schijnt Londen en Parijs
voorloopig nog te ver te gaan al
heeft men het Russische plan dan
ook niet geheei verworpen. En aldus
worden de onderhandelingen naar
stig voortgezet, waarbij, eenig wan
trouwen niet, zooals men wellicht
zou aannemen, aan de zijde van
Engeland en Frankrijk,maar aan die
van de Sovjetunie ligt.
In Moskou n.1. heeft men zich nog
steeds niet kunnen losmaken van het
vermoeden, dat het Londen en Parijs
niet onaangenaam zou zijn als de
Duitschers en Russen elkaar in
Oost Europa maar eens in de haren
vlogen en elkaar over en weer danig
zouden verzwakken, waarvan West-
Europa dan de vruchten zou kunnen
plukken.
In een dergelijke richting wenschen
de Sovjets kennelijk niet le worden
gedreven en vandaar, dat zij bij de
onderhandelingen ondanks de haast
van Engeland om tot een accoord te
komen de grootste voorzichtigheid
betrachten.
En daar komt in eens het bericht