ONZE FEUILLETON Eindelijk verzoend niut mijHHAM7 9,3i :d.H 9.31 kerk nam.; 2 en 9.30| i. nam k. 9.30 jzen 1 H lam. k. 9.30 pril 'er- rke 139. Jo- de eu- ina J- :11a :11a tje tot '25 menschen geplaatst kunnen worden en dan zal het nu beter zijn deze zaak te laten rusten tot het najaar. Als dit werk klaar is, zal het werk wel aankomen en daarom actit spr. het op het oogenblik vat baar dit werk uit te stellen. Wethouder van Ast gaat voor >30% met het gesprokene van den heer Krijger rnee, om de zaak aan te houden. Het is zoo April en ex- kunnen 20 menschen geplaatst wor den aan de werkverschaffing bij tiroenewege en dit werk wordt uit gevoerd met subsidie van het rijk. Dit werk kan duren 2 a 3 weken en dan zal de werkloosheid opgelost zijn. De werken die aangeduid wor~ den om uitgevoerd te worden hebben thans niet het minste nut en ook zijn ze niet voldoende toegelicht. In de eerste plaats moet die sloot geheel gerioleerd worden, daar deze eigendom is van den eersten onder- teekenaar, op .volle kosten van de gemeente en bovendien indien nu het besluit genomen zou worden om die sloot dadelijk te dempen waar moeten wij dan de menschen halen, daar er 20 tot 25 gaan in de werk verschaffing te Kalversdam. In de tweede plaats is er absoluut geen materiaal aanwezig om dit werk uit te voeren, zoodat het geen nut heeft nu eeu besluit te nemen. De landbouwwerkzaamheden staan om te beginnen en het gaat toch niet aan dit werk aan een paar menschen over te laten. Hij is het er volkomen mee eens het te laten rusten tot de herfst. De heer de Graaf acht het niets geen bezwaar thans al een voorloopig besluit te nemen dit werk uit te voeren. Wethouder van Ast acht dit wel, want wij kunnen nu hesluiten zoo te doen, terwijl het najaar anders moet gebeuren. De heer Boogaart heeft met leed wezen de bespreking gehoord over het werk bij W. Noom. Ieder die een blik werpt in den polder zal opmerken dat er nog geen werk in het zicht is, dit zal tenminste wel Mei worden eer het werk een aanvang kan nemen, liet graan moet nog worden gezaaid en het werk komt eerst als de uien er uil komen om vuil uit te doen en wij kunnen gerust wezen dat voor Mei geen werk hoegenaamd zal komen. Spr. acht het gelukkig dat er 20 menschen aan Kalversdam werk hebben en zoodoende hun eigen brood kunnen verdienen, maar spr. heeft gehoord dat er ruim 30 zijn, wat moeten die 15 dan. Er wordt gezegd wij hebben geen grond en geen materiaal, dat is zoo, maar als wij hesluiten die sloot te dempen dan komt dat wel. Er is grond in overvloed en als het water van te voren niet vertroebeld wordt dan is dat wel te krijgen. Wij moeten dat goed vragen en dan gelooft spr. dal er geen negatief antwoord zal komen. Spr. heeft zijn oogen goed de kost gegeven en dan is er nog voldoende grond om die sloot hij W. Noom te dempen. Wij maken een begin met het werk en als het niet klaar kan komen dan laten wij het rusten tot later, maar spr. is overtuigd dat de kans op werk zeer gering is. Lalen wij in beginsel besluilen dit werk te beginnen als dit werk klaar is. Hij is er tegen om te zeggen gaat heen en wordt warm, terwijl de werkloozen verlangend er naar uitzien hun spieren te oefenen. De heer Niemantsverdriet heeft verschillende stemmen gehoord en ook die er is geen materiaal aanwe zig en geen grond. (7 Naar het Engelsch Al de Halliwel's lachten luidruchtig om het feit, dat hun broer Ciaylon ineens zoo trouwlustig was en Van- deleur deed mee. Dien middag gebeurden er twee dingen, die in meerdere en mindere mate opwiudend waren voor de familie. Vooreerst kwam er een brief van hun tweeden zoon Godfrey uit Oxford en dan kregen ze bezoek van Basil Stormont. Godfrey's brief bevatte het nieuws, dat hij een ongeluk had gehad op het cricketveld een week geleden, waardoor hij voor dat kwartaal niet meer studeeren kon. Hij had een klap in het gezicht gehad, dicht hij het oog, waardoor hij tijdelijk heel leclit had kunnen zien en dus ook Spr. kan zich er niet moe vereenigen dit over te laten aan burg. en weth., want dat heeft hij al een paarmaal gedaan, rnaar dat is een fiasco gewor den. Burg en weth. is veel in handen gegeven en hij kan die punten wel opnoemen, maar er is niets gedaan. Eén punt wil hij noemen. Op het laatst van 193S heeft hij gewezen op de sloot waar bijna al het gemeente water in uit loopt om deze uit te laten diepen, want de modder zit een voet boven de buizen, maar het is nog niet gedaan. Dan wordt gezegd er is over het verzoek geen toe lichting en ook dat er geen ma- Per «luk 5 ct. 12 stuks 50 ct. Bij Apothekers en Drogisten. teriaal en geen grond is, maar dat komt er allemaal. Er is grond in overvloed te krijgen. De voorzitter vraagt waar zoo dan V De heer Niemantsverdriet wil een ding noemen en dat is dat men van plan is dijken a( te graven en daar is dan grond genoeg. Er zijn nu 20 personen te werk gesteld aan Kalversdam dit wisten wij nog niet toen wij dit verzoek deden, want dan hadden wij misschien wel een andere houding aangenomen, althans met iets anders gekomen maar om nu bij eikaar te komen en zeggen het is gebeurd, dat is zijn richting niet. Wij moeten dit werkobject vvaardee- ren en behartigen. De lieer Krijger zegt er zijn 3 vverk- objecten aangegeven. Het werk te Kalversdam zal 2 tol 3 weken duren en als het mooi weer is zal er wel voldoende werk wezen op het land. Nu zou hij voor willen stellen als deze werkverschaffing nu is afge- loopen en er is dan nog geen werk, dit werk aan te vangen. Intusschen kan hel dag. bestuur de plannen opmaken en een kostenberekening, dan kan men altijd zien wat te doen. Spr. acht het echter het beste het te laten zitten tot het najaar omdat burg. en weth. dan met een goed beslagen voorstel ter tafel kunnen komen. Wat betreft het nalatig blijven van het uitdoen van slooten, dat moet men niet aan de wethouders wijten. Deze verantwoording was bij onzen vroegeren voorzitter, maar door zijn ziekte is er veel blijven zitlen, dat had moeten gebeuren. Weth. van Ast zegt toe dat het alsnog zou kunnen gebeuren als de betrokkenen er geen bezwaar tegen hebben De heer Niemantsverdriet zegt dat dit wel niet zal gaan, maar het had kunnen gebeuren. De heer Boogaart merkt op dal wij van de hoofdzaak afdwalen. Wij hebben het schoone woord van onze Koningin de geestelijke en moreele herbewapening en daaraan kunnen wij thans iels doen. Wij hebben in ons verzoek gevraagd o( burg. en weth. zich in contact wilden stellen met den directeur van de werkver schaffing te Middelburg met dag en datum er hij dat deze te Stavenisse zijn gekomen en rui wilde spr. viagen heeft deze conferentie plaats gehad. Weth. van Asi antwoordt dat u zegt de directeur van de werkver schaffing, maar dat is inspecteur, terwijl u schrijft de directeur der arbeidsbemiddeling, maar daar is niet mee te onderhandelen. De heer Boogaart zegt dan een schrijffout gedaan te hebben, maar niet studeeren, en ineen paar weken zou hij nog niet tot eenige inspan ning in staat wezenniet, dat hij ziek was, ofschoon hij zich wel een paar dagen hoogst onaangenaam had gevoeld, maar als hij nu geen rust nam, zon hij er later zeker voor boeten. Daar de maand Juni al aan gebroken was en hij toch, vóór de groote vacantie, nieis meer mocht doen, had hij permissie gekregen, om dadelijk naar huis te gaan en nu was zijn verzoek, of hij nog een jongmensch mocht meebrengen, een zekeren Clive Delvyn, „Clayton kent hem en Basil Stormont ook, luidde de nadere toelichting Hij is verbazend goed en vriendelijk voor mij geweest, sinds ik dien klap kreeg. Ik heb bij hem op de kamer mogen liggen, omdat het bij mij zoo warm was. Ik weet zeker, dat u allen heel veel mét hem op zult hebben en ik geloof vast, nat hij komt, als ik hem vraag. Hij heeft geen tehuis en geen familie en zou anders tiier moeten blijven Toe, vraagt u hem nu, moeder. dit is ter goeder trouw gebeurd. Maar deze zou toch te Stavenisse komen. Weth. van Ast zegt de directeur der arbeidsbemiddeling zegt dat er arbeiders kunnen naar Duitschland en die komt op gezette tijden daar eens over praten. Als dit moet gaan over de werkverschaffing dan moet dit eerst naar den inspecteur en deze zend het door naar de Heidemij. en dan weer naar den inspecteur en dan weer naar het departement en als het dan kan gebeuren dan is het zeker voor September niet voor el kaar. De heer Boogaart merkt op dat de tijd niets geeft, laten wij in beginsel hesluiten om deze werkobjecten uit te voeren, dan kunnen wij verder zien, hel vertrouwen in burg. en weth. is hij hem niet zoo groot. Weth. van Ast zegt heftig maar uw vertrouwen is ontzettend dat is jl. Zaterdag weer gebleken, want er is medegedeeld op de secretarie dat u de arbeiders ophitste over het loon, dat u tegen de menschen zeide dat ze niet zoo hard achter de karretjes moesten loopen en ook is medege deeld dat U de menschen op de ge- meenleweide een half uur aan de praat hebt gehouden. De heer Boogaart ontkent dit. Weth. van Ast zegt dat dit is medegedeeld en de getuigen zijn bereid dit te verklaren. De heer Boogaart zegt dat dil niet zoo is. Hij heelt gevraagd naar het loon, omdat hij gehoord had, dat de menschen slechts f2 per dag konden verdienen en dil is minder dan 23 cent per uur. Hij wil de zaak nader onderzocht hebben dan kan hij tegen degene die dit heeft gezegd een klacht indienen wegens het aan randen van iemands goede naam en eer en zal hem dan voor den persoon laten dagen, die daar een rechtvaar dig oordeel over kan vellen. Weth. van Ast zegt dat het best mogelijk is dat er iets in gebreke is gebleven, maar wij trachten thans al het mogelijke te doen om de zaak voor elkaar te krijgen. De heer Boogaart zegt alleen ge vraagd te hebben naar het loon en cat mag toch. De voorzitter zegtdaar behoeft U zich ook niet mee te bemoeien. De heer Krijger meent als het waar is wat gezegd wordt dat er dan rap port moet gemaakt worden en op gestuurd naar Ged. Staten. De heer Niemantsverdriet zegt is dat nu niet kwajongensachtig om op vogelgeschrei acht te geven. Het is lafhartig dit ter tafel te brengen voordat een onderzoek heeft plaats gehad. Hoe dikwijls is het niet op een fiasco uitgeloopen als men op praatjes acht geeft. Wethouder van Ast zegt dat als hem dit geoorloofd voorkomt, hij dit gerust in het openhaar mag zeggen. De heer Krijger meent dat dit in midden gebracht moet worden. Hij meent dat juist burg. en weth. een eeresaluut moet gebracht worden voor de wijze hoe ze dit voor elkaar hebben gebracht. Toen spr. hel de vorige vergadering in het midden bracht werd er gezegd dat de werk loozen dit niet zoo prettig zouden vinden, maar het is juist gebleken dat ze het op hoogen prijs stelden dit werk te kunnen doen. Er is meer uitbe taald dan 23 cent per uur en hij moet hiervoor aan het dag. bestuur een eeresaluut brengen. De heer Niemantsverdriet merkt op dat dit niet zonder de wil van den raad kan, want wij beschikken over de centen. Hij acht het belache lijk dat een werkloos landarbeider U zult er heelemaal geen spijt van hebben en we hebben clan meteen onze verplichtingen jegens hem afgedaan. Toen Clayton geraadpleegd werd, zei hij, dat Delvyn een vandeknap- sten van het college was. Hij was vijf en twintig, maar had zich al her haaldelijk onderscheiden en was nu „fellow", (lid van het college), had er een paar mooie kamers en kreeg een aardig inkomenlje. Hij h d al enkele studenten helpen klaarmaken voor het examen en daar moest hij zelfs bijzonder de slag van hebben. De uitnoodiging werd dan ook onmiddellijk verzonden, haast op hetzelfde oogenblik en inden vollen familiekring, toen er ineens de juich kreet weerklonk dat Basil door het park reed. De jongsten ijlden naar 't venster en begroetten hem alierluidruehtigst maar zoo hartelijk en spontaan, dat iedereen een dergelijke ontvangst goed gedaan zou hebben. Mrs. Halliwell stak Basil de hand toe en zei verheugd Wel, beste jongen, wat ben ik achter zoo'n karretje loopt. De heer Boogaart acht dit ook niet juist achter het karretje. Hij was het die de vorige vergadering de aanmer king maakte, maar li ij heeft ook gezegd laten wij de werkloozen zelf hooren want ik heb er geen verstand van. Als het veel had geregend de vorige week zou het ook niet doen baar geweest zijn door den weg, maar zij zijn nu over de Postweg gegaan en daar had spr. niet meegerekend. Wethouder van Ast zegt nogmaals dat hij het voorstel van den heer Krijger steunt om de zaak aan te houden, zoodat er eerst plannen en kostenberekening kan gemaakt wor den en als er dan na drie weken geen werk is, dan een werkobject te openen. De heer Boogaart zegt ons verzoek komt eerst want daarvoor is deze vergadering belegd en dan kunnen de hij voorstellen worden behandeld. Het voorstel van de drie raadsleden in stemming gebracht krijgt geen meerderheid doordat de stemmen staken. Voor waren de heeren Boogaart de Graaf en Niemantsverdriet en tegen de heer Krijger en de beide wethouders. Het voorstel van den lieer Krijger in stemming gebracht wordt aange nomen met 5 tegen 1 stem, die van den heer Niemantsverdriet. Bij de rondvraag wijst de heer Krijger op de sloot tusschen Nieuvv- kerk en Murre, deze zou dan ook in het plan kunnen worden opgenomen. Wethouder van Ast vraagt of de raad goed vindt indien er meerdere aanvragen komen deze er ook hij te pemen. Met alg. stemmen wordt dit goed gevonden. De lieer Niemantsverdriet zegt dat de vorige vergadering gezegd is dat er geen busgroenten meer verkrijg baar zijn en vraagt van wie dat schrijven is gekomen. Wethouder van Ast zegt dat dit zal zijn omdat de aanvraag te laat is gedaan. De voorzitter leest het schrijven van den Min. van Soc. zaken voor. De heer Boogaart zegt gevraagd te hebben aan de Herofabriek te Breda en deze schrijft terug dat er nog een zekere hoeveelheid bus groenten zijn en geeft dit schrijven over om dit over te leggen hij een nieuw verzoek aan den minister. De heer Boogaart zegt de vorige maal benoemd te zijn als plaatsver vangend voorzitter van het stem bureau, terwijl hij een schrijven heeft ontvangen dat hij tot plaats vervangend lid is gekozen. De voorzitter antwoordt dat dit juist is, er was een vacature voor plaatsvervangend lid. De heer Boogaart zegt dat het dan verkeerd is gezegd, want er is ge sproken over een plaatsvervangend voorzitter en ook uit de woorden die hij toen nog heeft gesproken, heeft men dit kunnen afleiden. Wethouder van Ast licht deze zaak aan de hand van de wet toe en dan wordt er alleen gekozen een plaatsvervangend lid. De heer Boogaart vraagt hoe dat gaat met de altrek van land voor de werkloozen. Wethouder van Ast licht dit zeer duidelijk toe en zegt dat alles ge beurt volgens de voorschriften van den minister. De heer Boogaart vraagt hoe dat is met de heul bij de gemeentewei. De voorzitter antwoordt dat deze reeds is opgeknapt geworden. De heer Boogaart vraagt als de gemeentewei opgeruimd is of ze dan wordt omgespit. blij, je te zien. Weer heelemaal goed en gezond? Ik geloof zoowaar dat je nog langer geworden bent sinds ik je het laatst zag maar nu nog wat in de breedte groeien Toe kinderen, eens even wat kalmer. Hoe kan Basil nu ooit iets verstaan als jullie allen tegelijk praat Hoe maken je ouders en Oiive het? En laat ik je even voorstellen aan mr. Vandeieur Er volgde een tijdelijke stilte, toen Vandeieur naderbij trad en den gast de hand reikte. Dat er logé's waren op Creencroft was een zeer gewoon verschijnsel, maar deze man was zoo weinig in harmonie met de omgeving, dat Basil er zich over verwonderde, hoe hij hier gekomen was en dadelijk instinctmatig een afkeer voor hem voelde. Zullen we even in den tuin gaan? stelde Basil voor. fJw huis is wel soliede gebouwd, maar soms vrees ik toch nog wel eens, dat het tegen al die uitingen van levenslust niet bestand zal zijn Ja, vader en moeder maken het goed. Dank u. Wij voelen ons weer erg op ons gemak thuis en verlangen er naar, De voorzitter antwoordt dat dit niet zal gebeuren alleen de walletjes grond zullen er over worden ge strooid. Wethouder van Ast zegt dat de bedoeling is deze grond weer te verhuren. De heer Boogaart stelt voor om twee pakken bussen vleeseh en twee pakken bussen gebak te bestellen. Met algemeene stemmen wordt dit aaogenomen. De heer Boogaart wijst nog op enkele putten in een straat. De voorzitter zegt toe deze te laten lichten. De voorzitter vraagt een blanco crediet voor de uitvoering van de werkverschaffing. Met algemeene stemmen wordt dit gegeven. Hierna sluiting. RECHTZAKEN. KANTONGERECHT BERGEN OP ZOOM Zitting van Donderdag 23 Maart. POORTVLIET. Onnoodig rumoer. Het was voor het maken van on noodig rumoer, voor het bonzen op deuren en ramen van enkele wonin gen in den Randweg te Poortvliet, in den nacht van 31 December te ongeveer kwart voor twaalf, dat C. G. en J. V. waren verbaliseerd. Laatst genoemde had geschikt zoodat alleen C. G. ter verantwoording was ge roepen terwijl J. V. als geluige in deze zaak, tegen zijn oom G. was gedagvaard. Deze V. die tegenover de politie had verklaard in welk opzicht ook zijn oom aan het rumoermakenschul dig was geweest, had Woensdagavond een brief naar den kantonrechter gezonden waarin hij verklaarde dat G. onschuldig was en hij alleen de schuldige zou zijn. Hij werd daarom in hot bizonder op de beteekenis van den eed ge wezen. Getuige gaf een uiteenzetting van het gebeurde. Een tweede getuige werd gehoord n.1. C. P. dis in gezelschap van ver dachte en V. geweest was en ook hij kon niet met zekerheid verklaren wie hij V. geklopt had. Besloten werd de zaak aan te houden tot 13 April en alsdan als getuigen te hooren veldwachter E. en alsnog de getuige J. V., terwijl ook voorgeleide van verdachte G. G. gelasl werd. TH0LEN, 31 Maart 1939. *POORT V LIET. In ons vorig num mer vermeldden wij in het verslag omtrent den blindetiavond dat deze gegeven was onder de auspiciën van Het Groene Kruis alhier. Deze vereeniging staat buiten do zaak. Het initiatief is genomeu door een comité beslaande uit Mw. Hartog v. d. Velde, de heeren C. v. d. Slikke, W. Carels, dr. Poortvliet en J v. Brummelen. Door de afdeeling EIIBO alhier werd Woensdagavond de eindles gehouden, welke tijdens de winter maanden werd gegeven onder leiding van dr. C. J. Poortvliet. Deze cursus werd door een aanzienlijk aantal der ingezetenen gevolgd, waarop zij allen met voldoening mogen terug zien onze oude vrienden weer te zien. En Oiive, hoe maakt die het? O, die is mooier dan ooitZe zou meegekomen zijn, rnaar liet was haar wat warm. Ik hen een soort salaman der. Het kan mij nooit te heet zijn. Ik ben blij je weer zoo goed en wel te zien. li; hoop maar,datje niet weer op de jacht zult gaan; dat is een gevaarlijk genoegen. Wal een heerlijk weer, niet waar? Me dunkt er gaat toch niets boven een Engel- schen zomer. En wat weet je nu van mr. Delvyn? Ken je bem goed? Godirey dacht van wel. Intusschen werd Basil den brief in handen gegeven, maar ze zwegen geen oogenblik, zoodat hij er moei lijk de aandacht bij bepalen kon en maar gauw antwoordde: -Ja, die Delvyn is een alleraar digste kerel tenminste, toen ik hem het laatst gezien heb en dit is nu zoowat, een drie jaar geleden. We hebben ook nog wel eens gecorres pondeerd. Ik had er al over gedacht, om hem één dezer d^,en op Vale Royal te vragen, maar op Greencroft is het veel levendiger en gezelliger voor hem. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1939 | | pagina 4