^CNZE FEVILLETSN
Eindelijk
verzoend
u
Met de 3 Dampo-producten bestrijdt U alle verkoudheden
wijl deze tot een dergelijk verzet
den raoreelen grondslag misten. En
aldus is het Duitsche Kijk weer ge
worden tot dat, wal het voor 1914
was een land welks groeiende macht,
de overige groote mogendheden be
angstigt. En de verdediging, uie men
daartegen toepast is al niet anders
dan voor den wereldoorlog oorlogs
alliantie.
De algeheele ommezwaai in de
politiek van de groote democratiën,
die zich onder leiding van Londen
heelt voltrokken, is wel van zeer
verrassenden aard. Nog onmiddellijk
na het gebeurde in Tsjechoslowakye
verklaarde Ghamberlain in het Lager
huis, dat de verzoeningspolitiek nog
geenszins dood behoefde te zijn en
dat Engeland niet van plan was
verdere verplichtingen, die een nieuwe
collectieve veiligheidspolitiek met
zich zou brengen, op zich te nemen.
Maar reeds 24 uur later was het
Engelsche kabinet als een blad van
een boom omslagen. Het ForeignOffice
ontplooide een ongekende activiteit,
de ambassadeurs en gezanten van
Frankrijk, Kuslaud, Polen, Roemenië
enz. enz. gingen in en uit, felle pro
lesten van Londen, Parijs en Washing
ton werden te Berlijn overhandigd en
op het oogenblik bereidt men een ge-
zamenlijken stap, van Engeland,
Frankrijk, Polen en Rusland voor,
waarbij men de veroordeeling van de
Dnitsche aan valspolitiek zal uitspreken
en bovendien zal waarschuwen, dat
een voortzetting van deze politiek
gemeenschappeiijken weerstand zal
ontmoeten. Men hoopt, dat later
anderelanden men denkt natuurlijk
aan de Staten van Zuid-Oost-Europa
zich daarbij zullen aansluiten en dat
dan aan deze coalilie praktische be-
teekenis zal kunnen worden gegeven
door overleg tusschen de verschil
lende leden omtrent de militaire,
politieke en economische maatregelen,
welke zij in staat .en bereid zijn in
geval van verdere Duitsche daden
van agressie te nemen. Met andere
woorden: Londen is er op uit, een
militaire alliantie tegen Duitschland
in het leven te roepen en wil daartoe
zelfs bepaalde verplichtingen op zich
nemen, iets, wat het sinds 1918 steeds
angstvalling trachtte te vermijden.
De Duitsch-Roemeensche handels
betrekkingen afgebroken.
Men heeft getracht, een verklaring
voor het lenomeen, dat deze plotse
linge koersverandering van Londen
ongetwijfeld is, te vinden.
Men is daarbij tot de slotsom
gekomen, dat het het gebeurde in
Tsjechoslowakije niet kan zijn.
Engeland heeft daar geen vitale
belangen te verdedigen en reeds te
München had men Tsjechoslowakije
zonder verzet in de Duitsche invloeds
sfeer gebracht. Men meent derhalve,
dat het dus de Duitsche bedoelingen
ten aanzien van Zuid-Oost-Europa
moeten zijn, die Londen tot een zoo
scherpe houding tegen het Derde
Rijk hebben genoopt. Al is er dan
aan Roemenië geen Duitsch ultimatum
overhandigd, vast staat toch het
wordt immers door Berlijn niet
ontkend dat Duitschland gaarne
een economisch blok zou willen
vormen van de Oostzee lot de Zwarte
Zee, een blok, dat volkomen autark
zou zijn, gezien do machtige Duitsche
industrie en de rijke graan- en
petroleumvoorraden van het Zuid-
Oosten. En hier wringt hem de schoen.
Engeland is nog steeds het machtigste
land van de wereld, wijl het de zeeën
beheerscht, wijl het mot hulp van
bondgenooten als Frankrijk. Rusland
en eventueel de Zuid-Oost-Europee-
sche landen nog steeds in staat is
Naar het Engelsch
ilet ging bij de llalliwells „twee aan
twee, zooals ze dat zei ven noemden
eerst kwamen Clayton en Godfrey,
waarvan de eerste zijn universitaire
loopbaan achter den rug had, terwijl
de ander in het derde jaar was. Dan
Betty en Joceline, een paar lucht
hartige jonge meisjes, die er met
recht van genoten, dat haar opvoeding
nu als voltooid werd beschouwd.
Dan volgden Horace en Tony, een
paar lïinke, stevige jongens, die
precies een jaar scheelden en een
gouverneur hadden gehad, wien ze
het leven te benauwd hadden gemaakt
zoodat ze nu tijdelijk zonder zaten
wat zijzelven niet al te zeer betreur-
lode, ofschoon ze door dien tijd
negloopen er niet gemakkelijker in
Duitschland zoodanig te omsingen,
dat de honger het tot overgave zou
dwingen. Tegenover een Duitschland,
dat volkomen autark is, zou dit
machtsmiddel natuurlijk komen te
vervallen.
Het komt nu Engeland bij de
verdediging van zijn overheerschende
positie te stade, dat de landen van
Zuid-Oost-Europa, zoo zij misschien
al geen bezwaar tegen zeer nauwe
economische banden met het Duitsche
Rijk mogen hebben, vreezen, dat
daarbij ook hun politieke onafhanke
lijkheid in het gedrang moet komen.
Berlijn geeft wel is waar te kennen,
dat het daarop geenszins uil is, maar
daar tegenover slaat, dat inderdaad
economische afhankelijkheid maar al
te dikwijls automatisch in politieke
afhankelijkheid ontaardt. Bovendien
heeft Engeland de beschikking over
groot financieele middelen, waardoor
het op hot zoo arme Zuid-Oosten een
groote aantrekkingskracht moet uit
oefenen.
(let zal inteiessant zijn, de strijd,
die tusschen Duitschland en Engeland
Maar de wethouders geven echter wel
aanleiding tot deze dingen, omdat ze
sedert het overlijden dagelijks op de
secretarie zitten en de waarnemend
secretaris steeds op'de vingers zitten
te zien en dit belet de goede
gang van zaken. Spr. geeft dan ook
in overweging dat indien het niet
noodzakelijk is dat de wethouders
hun houding wijzigen. Is de waar
nemend secretaris niet voor zijn werk
geschikt, laat men dan niet overgaan
tot beëediging, maar is hij wel ge
schikt laten de wethouders dan hun
houding wijzigen. Hij stelt dan ook
nog deze vraagis de waarnemend
secretaris bekwaam voor zijn werk
ja of neen
De voorzitter antwoordt dat de
zaak op de secretarie geheel in orde
is. De laatste dagen is er zeer veel
werk geweest en ook gisteren was
het kasopname van de boeken van
den gemeente-ontvanger. Ook waren
er veel ingekomen stukken en wat
betreft de waarnemend secretaris,
die is voor zijn taak bekwaam.
De heer Boogaart doet het genoegen
pliment voor de eenvoudige woorden
die de voorzitter aan het graf heeft
gesproken, waarin het leven van den
overledene werd geschetst, hetgeen
ook indruk maakte, maar het is
jammer dat dit verduisterd werd door
het optreden van wethouder van Ast.
Weth. van Ast interrumpeert en
verzoekt den voorzitter den heer
Boogaart het woord te ontnemen
daar dit persoonlijk wordt en hij aan
niemand hoelt te vragen of hij zal
spreken.
De voorzitter ontneemt den heer
Boogaart dan ook liet woord.
Verder is ingekomen een schrijven
van Ged. Staten om alsnog mede
werking te verleenen tol het slichten
van een borgstellingsfonds.
Den heer Krijger doet het genoegen
dat dit schrijven is gekomen. Verleden
jaar is dat ook reeds geweest en
toen heeft spr. reeds er op gewezen
dat dit noodig is dat dit komt in het
belang van den middenstand. Deze
wordt toch al zoo verdrukt en het
zou zeer goed zijn dat men aansloot.
De heer Niemantsverdriet zou voor
Dampo-verkoudheidibalsem, Pol 50. Doos 30 cl. Dampo-hoestbonbon», Doos 25 cl. Dampo-nemdruppel», Flacon met druppelspuilje 60 cl.
op het oogenblik in Zuid-Oost-Europa
wordt gevoerd, verder te volgen.
Het resultaat daarvan zal voor Europa
van de grootste beteekenis zijn.
Voorloopig schijnt Engeland in
Roemenië een slag gewonnen te
hebben. De Duitsche handelsdelegatie
onder leiding van Wohltat, waarover
zooveel te doen is geweest, is uit
Boekarest onverrichter zake vertrok
ken, wijl Boekarest gezien den hui-
digen crisis toestand het sluiten van
een overeenkomst voorloopig oiige-
wenscht acht. Maar dit neemt niet
weg, dat zich nu wel een Engelsche
handelsdelegatie naar Boekarest
begeelt. Dit geeft te denken.
De aansluiting van het Memelland.
De aansluiting van het Memelgebied
bij het Duitsche Rijk kan onder de
huidige omstandigheden geen sensatie
meer heeteii. Deze werd reeds lang
voorbereid en op oogenblik was hel
ijzer heet genoeg om het te smeden.
Men kan tegen deze aansluiting ook
veel minder bezwaren aanvoeren dan
tegen de annexatie van Tsjechië. In
het Memelland wonen Duitschers,
die door een willekeurig verdrag van
hun vaderland waren afgesneden. Dat
het kleine Lithauen zich onder de
genwoordige omstandigheden moeilijk
tegen de Duitsche wenschen kon
verzetten, behoeft geen beloog en al
evenmin zullen de onderteekenaars
van het Memelstatuut, waaronder
naast Frankrijk en Engeland, bijv.
ook Italië en Japan behooren, iets
in dezen ondernemen.
GEMEENTERAAD
POORTVLIET, 17 Maart 1939,
Voorzitter wethouder van der Slikke.
Secretaris de heer J. Dronkers.
1 vacature.
De voorzitter opent de vergadering
op de gebruikelijke wijze en stelt
voor over te gaan tot beëediging van
den waarnemend secretaris en leest
voor dat door burg. en weth. benoemd
is tot waarnemend secretaris de heer
J. Dronkers.
De heer Boogaart wil nog iets
vragen voordat men daartoe overgaat.
Spr. zegt dat er geruchten door het
dorp
en deze nemen steeds een
grootere omvang, dat de boel op de
secretarie reddeloos in elkaar zit,
hetgeen voor hem onbegrijpelijk is
omdat hij den overleden secretaris
kende als een zeer accuraat persoon.
den omgang op zouden worden voor
den opvolger. De rij werd besloten
door de tweelingen Madge en Trixie,
die de broers in alles nadeden en
die ook niet gemakkelijk te behan
delen waren. Maar ze hadden een
warm hart en waren toch altijd
weer gauwer tot de orde te roepen
dan de jongens.
Mrs. Grilïeths had gesproken van
logé's op Greencroft; op het oogen
blik was er toch maar één en die
viel onmiddelijk in het oog tusschen
de blonde, hlauwoogige Halliwels,
die nu aan de lunchtafel zaten ge
schaard. sjilpende als zoovele mus-
schen. Hij was een man, die niet
onopgemerkt zou blijven in welk
gezelschap dan ook. Hij had zeer
regelmatige trekken, een bleeke
gelaatskleur en zijdeachtig zwart
haar en snor. Zijn oogen waren ook
donker en schitterend, ofschoon er
misschien op aan te merken was, dat
ze wat te dicht bij elkaar stonden.
Zijn gelaat drukte zelden iets
anders uit dan een minzame hoffe
lijkheid en zijn optreden getuigde
van goede opvoeding en manieren.
Hij kleedde zich met groote zorg, in
dit te hooren, dus laten de wethou
ders hun houding wijzigen.
De voorzitter antwoordt dal zij
moeten weten hoe ze doen.
De heer Boogaart zegt dat weet
hij wel, maar dan zal hij ter plaatse
waar dit hoort een klacht indienen.
De heer Dronkers iegt in handen
van den voorzitter de vereischte
eeden af.
De notulen worden met enkele
opmerkingen van den heer Boogaart
vastgesteld.
Ingekomen stukken
Een verzoek van M. J. de Witte
om vergoeding volgens art. 13 der
I. o. wet.
Burg. en weth. stellen voor de
gebruikelijke vergoeding te geven,
wat met alg. st. wordt goedgevonden.
Van het algemeen armbestnur dat
ze aangekocht hebben voor f125 het
huis van J. Suurland.
Met alg.st. wordt dit goedgevonden.
Van Ged Staten goedkeuring raads
besluit tot toekenning van de subsi
die aan het Groene Kruis over 1938.
Van het gemeentebestuur van
St. Annaland dat over 1936 betaald
moet worden voor de kinderen die
de school te St. Annaland hebben
bezocht f20.21.
Van den minister van onderwijs
dat over 1938 te weinig is genoten
voor vergoeding salarissen onder
wijzers een bedrag van f150.
Van het gemeentebestunr van
Be. gen op Zoom dat over 1937 ver
schuldigd is voor het bezoeken van
leerlingen aan de ambachtsschool
f 107.91.
Van den voorzitter van het hoofd
stembureau dat in de plaats van den
heer Dronkers als raadslid is benoemd
de heer P. J. Vroegop.
Van Ged. Staten goedkeuring van
de begrooting van den keuringsdienst
van waren te Goes, waaruit dan blijkt
dat de gemeente Poortvliet moet
bijdragen f 117.82.
De balans van de vereeniging tot
verkrijging van onroerende goederen
der landarbeiders.
Deze zal bij de leden circuleeren.
Een kennisgeving van de familie
Dronkers dat hun man en vader is
overleden
De voorzitter meent daar aan het
graf reeds ter nagedachtenis is ge
sproken dit hier niet meer te doen.
De heer Boogaart heeft ook als
raadslid bij de begrafenis tegen
woordig geweest en maakt zijn com-
den regel in donkergrijs of bruin
en over het geheel viel er iets
aristocratisch waar te nemen in zijn
verschijning.
Baldwin Vandeleur was een man
van goede fami ie en ofschoon er
waren, die er zich over verwonderen,
hoe hij het aanlegde, om met weinig
geld altijd zóó voor den dag te
komen, had men nooit iets min-
gunstigs van hem gehoord.
Hoe Clayton Halliwell zich tot
hem aangetrokken had gevoeld, was
hemzelf ook een raadsel, maar zijn
familie nog meer. Hij had hem met
Paschen in Rome ontmoet en ze
hadden toen samen de reis gemaakt.
Maar zoodra hij Vandeleur aan hen
voorstelde stonden ze allen versteld
over de keuze van vriend die twee
kwamen toch zoo geheel niet overeen.
Toch scheen het Vandeleur zeer te
bevallen in die opgewekte omgeving
en wist hij er zich uitstekend aan te
passen. Hij kende heel wat anecdotes
en aardige gezelschapsspelen zelfs
goocheltoeren, zoodat hij zich heel
aangenaam wist te maken en niemand
er dan ook aan dacht, om hem het
recht te benemen, om zoo lang te
109% met den heer Krijger meegaan
als men hem oveituigde dat er één
middenstander te Poortvliet mee
werd geholpen. Als men de zaak
goed beziet en ook in de gemeente
stem heeft men dit kunnen lezen dan
kan het niet anders dan de gemeente
geld kosten, maar niemand wordt er
mee gered. Het is absoluut niets.
De heer Krijger is het daar niet
mee eens, want hij weet dat het goed
werkt en dat er menschen mee ge
holpen zijn. Als men de zaak secuur
stelt en er zijn goede gronden die
men aan kan toonen, dan wordt men
ter dege geholpen. Spr. zegt maar
zoo als er maar één te Poortvliet
mee geholpen zou worden dan is dit
een klein bedrag en een grootbelang
is gediend, als die man daarmede
gered zou zijn.
Dr heer Boogaart wil wel eens zien
dat er hier bedrijven uit de midden
stand zijn die daarvoor in aanmer
king komen en dan is het roekeloos
het geld zoo maar weg te doen.
De heer Krijger zegt in de stukken
gelezen te hebben dat wanneer een
zaak door omstandigheden naar be
neden is gegaan en de persoon staat
op failliet te gaan, hij wanneer er
goede gegevens worden opgegeven,
geld kan krijgen en zoodoende ge
holpen wordt.
De heer Niemantsverdriet heeft
gelezen van een gemeente die f175
moest betalen en met veel moeite
is er iemand geholpen met f250.
Spr. stelt voor dit stuk aan te houden
tot de volgende vergadering om deze
zaak eens nader te bezien.
Met alg. st. wordt dit aangenomen.
Het jaarverslag van de Vereeniging
van Ned. Gemeenten over 1938.
Dit zal bij de leden circuleeren.
Het jaarverslag van de commissie
tot wering van schoolverzuim over
1938.
Het jaarverslag van den agent der
arbeidsbemiddeling over 1938.
Dit zal ook bij de leden circuleeren.
Van den Commissaris der Koningin
dat kon. is goedgekeurd de verorde
ning heffing opcenten pers. belasting
en vermogensbelasting.
Burg. en weth. stellen voor een
wijziging van de begrooting voor
1938 welke wordt goodgekeurd.
Burg. en weth. stellen voor aan
de B. V. L. een subsidie te geven
van 1 25.
De heer Niemantsverdriet heeft
de rekeningen van de B. V. L. niet
blijven, logeeren, als hij zelf wilde.
Aan de lunch werd er druk ge
sproken over den terugkeer van de
Stormonts op Vale Royal, na een
afwezigheid van bijna twee jaren en
Vandeleur werd in het kort de ge
schiedenis van de familie verteld,
die hij dadelijk geheel in zich opge
nomen had.
Basil zal ons wel gauw komen
opzoeken, zei Betty. Ik ben blij,
dat hij weer zoo goed is en dat ze
terug zijn. Hij was net een bioer
voor mij, toen we allen nog kinderen
waren, en ik denk niet, dat hij veel
veranderd is.
Ik denk, dat bij nu wel gauw
met Olive trouwen zal, meende
Jocelirie. Gek, hé, maar met Olive
wil de omgang nu maar niet vlotten
en toch is ze heel aardig. Het zal
mij benieuwen, of ze dan op Vale
Royal zelf komen wonen, of in het
Weduwenhuis, aan den overkant van
het Park
Olive is bijzonder mooi, of de
omgang met haar nu meer of minder
kan vlottenriep Clayton. Zeg,
Vandeleur, als ik jou was, dong ik
naar de hand van die rijke erfge-
bij de stukken gezien en stelt
dit dan aan te houdeu lot de
geilde vergadering, zoodat de ljn0
eerst deze in kunnen zien. Met
stemmen wordt dit goedgevonde
De voorzitler zegt dat er p
moet hebben in verband met
overlijden van den burgemeestei
noeming van een plaatsvervanj
lid voor het stembureau.
De lieer Boogaart maakl nog
aanmerking op de benoeming
sic
nd
Mi
lts
or
A|
Be
nb
de leden van het stembur^u,
de voorzitter antwoordt daCriet sl
>lf
oc
la;
71;
bureau, steeds zoo benoemd is
orden.
Tot plaatsvervangend lid w
gekozen de heer W. J. Boogaart
Aan de orde komt wijziging
de instructie van den gemeente;
De heer Boogaart stelt voorin
artikel over de waarneming te
palen dat de waarneming zal
schieden door dr. C. J. Poorlvlie
Weth. van Ast vraagt of deze 1
deling wel fair is tegenover dr. T;
laar. Dr. Tazelaar moet op zijn koi
iemand nemen als plaatsvervai
en nu is spr. bevreesd dat de
dan mis zal loopen, want dr. T;
laar neemt natuurlijk iemand w;
mee hij kan praten. Dr. Tazel
heeft reeds 33 jaar de gemei
gediend en het is nog maar
afzienbaren tijd of hij zal zijn I
neerleggen en dan kan deze
vanzelf geregeld worden. Spr. w;
schuwt om geen unfnire handelin
te doen tegenover dr. Tazelaar.
heeft dr. Tazelaar hier zijn bezitl
gen en verpacht dit land ook
te hoog en ook worden door enke
hier hun brood verdient. Spr
persoonlijk tegen om de instru
zoo te wijzigen.
De heer Boogaart handhaaft
voorstel. Hij acht het in het bel;
van de patiënten dat zij dade
goede hulp hebben als het noodi
De voorzitter acht het dwingen
Weth. van Ast acht het ook
het belang van de arme patiënt
dat dr. Tazelaar zelf iemand aanw'
De heer Krijger meent dat
dr. Tazelaar niet kan dwingen
plaatsvervanger te nemer, die
gemeente aanwijst, wel als de
meente die betaalt.
Weth. van Ast merkt op dat
dokter die zelf betaalt en vraagt
het dan geen unfaire zaak is
iemand die zelf een plaatsvervanj
betaalt, te zeggen die moetje nem; -
De heer Boogaart meent dat
verschil over is en zal blijven oi
de benoeming van den gemeentea
en stelt voor dat dr. Poortvliet
plaatsvervanger wordt aangewez
Met 4 tegen 2 stemmen wordt
voorstel aangenomen. Tegen de bei
wethouders.
De heer Boogaart wensebtde
geluk met dit besluit.
Dan stelt spreker voor om in
instructie te zetlen dat dr. Tazela
2 x per dag op Poortvliet te spret
is in een lokaal door hem aan
wijzen en op bepaalde uren.
De heer Krijger vindt dit te
grijpend, hij vindt dit wel goed, ma
eenmaal per dag is voldoende.
Wethouder van Ast vindt dit
wel goed, maar dan in overleg
dr. Tazelaar.
Met alg. stemmen wordt dit aa
genomen.
De instructie blijft verder ongewijzig
Nu volgt benoeming schoolarts
een nader vast te stellen instruel
De heer Boogaart zegt echt
reeds een ontwerp klaar gemaakt
hebben en leest dit in zijn gein
voor. Alleen van het salaris hee
hij opengelaten.
Na eenige toelichting wordt echl
nameIk weet niet, hoe groot ha
fortuin is, maar een som, waar
in ieder geval wel wat moeite vo
zoudt willen doen. Mij zou ze toi
niet aannemen, dat weet ik w
zeker, mijn concurrentie hel) je d;
niet te duchten, lachte Clayton held
op, terwijl Vandeleur antwoordde ra
een stillen glimlach
Ik dacht, dat de erfgenaam vi
Vale Royal de gelukkige was Althai
je zuster sprak zoo even van ei
verloving.
•-Ja, daar kan wel wat van aa
zijn. Wij weten allen, dat de oude
zeer gesteld zijn op dit huwelijl
maar toen ze gingen, was er van ee
verloving nog geen sprake en sind
dien tijd hebben ze elkaar haast ni
meer ontmoet. Het kan wel zijn, d
er zoo'n soort stilzwijgende overeei
komst beslaat, maar ik geloof, dati
te veel als broer en zuster opgevoe
zijn, om liefde voor elkaar op 1
vatten; dus kan een ander nogeei
een kansje wagen.
B
(Wordt vervolg"