i£utus. Mnze feuilleton Sproeten komen vroet Sprutol. Bij alle Drogist p l Eindelijk verzoend Burgemeester W. Dronkers f Te Poortvliet overleed Zondag jl. nog vrij onverwacht de heer W. Dronkers, Burgemeester-Secretaris der gemeente Poortvliet. Hij was 1875 te Balh geboren, waarna hij later naar Goes vertrok. Met ingang van 1 October 1906 werd de heer Dronkers benoemd als secretaris der gemeente Poortvliet. Al spoedig bleek dat hij een uit stekende administratieve kracht was, die met veel toewijding de belangen der gemeente behartigde. In Maart I9U8 werd hij als ont- vanger-grilfi'er van het Waterschap Poortvliet benoemd, welke betrekking Inj tot zijn overlijden vervulde. Het Waterschap verliest in hem een ambtenaar wiens adviezen op veler lei gebied van veel waarde zijn geweest. 13 Augustus 1924 viel den heer Dronkers de eer te beurt te worden benoemd tot burgemeester der gemeente, welk ambt hij dus ruim 14 jaren heeft hekleed. Hij heeft op uitstekende wijze naar zijn beste Krachten de gemeente in alle opzichten gediend. In den tegenwoordigeii tijd mag het wel als een bizonderheid worden gememo reerd dat liet vorige jaar de laatste schuld der gemeente werd afgelost zoodat de gemeente zonder schulden is. Men kan zeggen dat de over ledene zoowel als hootd der gemeente en als secretaris de hem toever trouwde belangen heeft gediend op meer dan voortreffelijke wijze. De overledene was voorts oprichter van het Groene Kruis, bekleedde jaren de betrekking van Kerkvoogd der Ned. Herv. Gemeente aldaar was lid van den Baad van beheer der N. V. Waterleidingmij. Tholen, lid van den Gemeenteraad, lid van het bestuur van de PI. Afd. van den Vrijw. Landstorm. Onder overgroote belangstelling had Donderdag de teraardebestelling van hel stollelijk overschot plaats op de alg. begraafplaats te Poortvliet. Zeer velen waren aanwezig om de overledene de laatste eer te bewijzen. Onder de zeer talrijke genoodigden merkten wij o.m. op alle collega's bur gemeesters in ons Eiland en eenige gemeentesecretarissen, beide Wet houders en leden van den gemeente raad, het polderbestuur, de beide hoofden van scholen, notaris D. v. d. Velde, het oud-raadslid dhr W. Carels, den gemeente-ontvanger en andere gemeente-ambtenaren. Ook gal'blijk van belangstelling de heer P. van Rees, de ambtsvoorganger van den overledene, die uit Papendreeht was gekomen. Voorts was er een zeer groote belangstelling van de zijde van het publiek. Toen de droeve stoet op de alge- meene begraafplaats was aangeko men en de kist, waarop twee kransen lagen, met het stollelijk overschot grafwaarts gedragen en in de groeve was nedergelaten, was het de heer E. van der Slikke oudste wet houder, die het eerst als spreker naar voren trad. Deze zegde Nu wij aan de geopende groeve staan van den Edelachtburen heer Willem Dronkers, Burgzmeester van Poortvliet kom ik ook namens het Gemeentebestuur dezer Gemeente, U dank zeggen voor het vele goede, dat u in de 33 jaren in deze gemeente tot stand hebt gebracht als Burge meester, Secretaris en Ambtenaar van den burgerlijken stand. U was een groot denker en een harde werker, niets was u te veel van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, eer u hulp bad, was u op de secretarie aanwezig, eri zelf tot laat in den avond was u bereid met raad en daad alle gemeenteleden in de gemeente bij te staan. U was wel een unicum in den lande, want op u was wel van toe passing het spreekwoord dat zegt zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kasteeelen, want u Iaat de Ge meente van Poortvliet zonder schuld. Daar hebt u lang voor gearbeid en 1 Januari 1938 is het u gelukt dit te doen. Veel hebben wij aan u te danken, wat niet kan en zal ver geten worden. Ook als secretaris-kerkvoogd moet ik u gedenken, daar zult u ook ge mist en uw verlies gevoeld worden, u was de vraagbaak en al was er wel eens verschil van meening, het werd altijd in der minne bijgelegd, het waren altijd zeer geanimeerde vergaderingen. En nu kom ik nog ten slotie u als familielid en vriend een laatste groet brengen. Onze omgang dag- teekent van dertig jaren terug en deze vriendschapsband is versterkt toen ik Wethouder werd en u later Burgemeester.Sedertdien tijd hadden we dagelijks omgang met elkander. Wethouder van Ast voerde hierna het woord, zeggende Geachte familie en vrienden van den overledene. Laat het mij vergund mogen zijn, na het gesprokene door wethouder van der Slikke aan deze geopende groeve een enkel wooiM te spreken. Burgemeester Dronkers is niet meer, dat was de mare die in het begin dezer week alom in de ge meente werd vernomen en waardoor velen in de gemeente diep geroerd en getroffen werden. Na een betrekkelijk korten tijd van ongesteldheid is te midden van zijn vele ambtelijke bezigheden, de eens zoo sterke man uit z'n zoo werkzaam leven weggenomen. En al Naar het Engelsch. is het dat wij wisten dat de krank beid een ernstig karakter had, toch kwam de doodstijding onverwacht. En zoo heeft dan burgemeester Dronkers den Raad Gods uitgediend. Zijn levensdagen door God gesteld waren voleindigd en heeft hij jl. Zondag het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Hij heeft gedaan wat wij nog moeten doen, nl. God ontmoeten. Wat wij nu zijn, was hij voor dezen, wat hij nu is zullen wij haast wezen. En op al de vragen die er in u.v hart zouden kunnen oprijzen, heb ik maar één antwoord uit Gods onfeilbaar Woord, waar de Heere zegt: „Mijn raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen". 't Is ruim 20 jaar geleden dat ik hem voor het eerst ontmoette in z'n kwaliteit van gemeentesecretaris, toen ik als militair in het mobilisatie- tijdvak voor bepaalde aangelegen heden, de secretarie bezocht, wan neer ik met verlof kwam. Maar nooit heeft die ontmoeting geleid tot een persoonlijke kennis neming als in de laatste jaren. Sinds 1935 als lid van het dag. bestuur heb ik met hem moeten samenwerken aan de belangen van de gemeente Poortvliet. In dien tijd heb ik hem leeren kennen in al zijn eigenschappen, in zijn zwakheden. Want hij was mensch en niets men- schelijks was hem vreemd, maar ik heb hem ook leeren kennen in zijn goede eigenschappen. De zwakke eigenschappen heb ik in hem willen dragen, omdat ik weet dat elk mensch die heeft, de goede eigenschappen heb ik in hem willen waardeeren. De onderlinge verstandhouding 4) Als je al niet lang veel te hartgrondig bedorven was. Ik vraag mij dikwijls af Basil, hoe het toch komt, dat ik je zoo graag lijden mag. Er is niets waarvan ik zoozeer geniet als van een kalm onderhoud met jou; ofschoon je eigenlijk maar heel zelden iets zegt, dat de moeite van het luisteren waard is Gedurende een oogenblik heerschte er stilte toen sprak Basil Ie kon mij geen grooter com pliment maken, Olive. Ik ben je er heel dankbaar voor. 't Eigenaardige is, dat ik maar zoo weinig menschcu graag lijden mag, zie je Basil. Niet dat ik al blasée ben, maar de meeste mensehen vervelen mij. En zeg je hun dit ook? Neen dat niet, maar ik geloof dat ze het wel degelijk merken zullen. Misschien doet hun dat wel onbeschrijfelijk veel goed Mogelijk... Toch zou ik het oneindig veel amusanter vinden, als ik mij wat meer kon interesseeren voor menschen in het algemeen. Soms denk ik, dat het een bepaald gebrek in mij is. Er was een uitdrukking op haar gelaat die hij niet geheel begreep, maar het was ook te donker, om iets duidelijk te onderscheiden en bovendien wist hij dat hij Olive Hamilton nooit geheel zou door gronden. Toen hij ging studeeren, had hij gemeend dat hij zijn speel kameraadje en pleegzusje geheel kende, maar toen hij, na drie jaren in. Oxford te zijn geweest weer thuis kwam, had hij een verandering waargenomen in Olive en was hij overtuigd dat er een geheim was in haar leven. Hij was vroeg naar college gegaan, even vóór zijn negentiende jaar en promoveerde toen bij twee-en-twintig was. Zijn ouders met hun pupil onder ons was steeds goed en aan genaam te noemen. Er heerschte steeds een goede stemming. Bij zaken van algemeenen aard was er dikwijls steeds wrijving van gedachten, maar dit heeft nooil geleid tot verwijderen en de zaken werden sleeds in goede harmonie opgelost. Politiek van ver schillende partijen zijnde, bracht dit mede dat er bij principieele aange legenheden wel eens verschil van opvatting bestond. En al was het dus dat wij onze opvatting de zijne niet konden maken, toch hebben we nooit kunnen merken dat dit tengevolge had een mindere waardeering van onze per soon en beginselen. Op materieel en zakelijk terrein heeft hij met de gaven die hem waren toebedeeld, den ijzeren wil en de taaie volharding jarenlang de belangen van onze gemeente behar tigd en op dat terrein steeds haar welzijn gezocht. Dat heeft zeer zeker op de gemeente zijn gunstige invloed gehad. Want op stollelijk gebied heeft hij, bijgestaan door hel gemeen tebestuur de gemeente mogen op voeren tot het p?il waarop ze thans staat. Want burgemeester Dronkers laat de gemeente achter in een staat waarop vele gemeenten in ons land jaloersch kunnen zijn. Wij rneenen dan ook dat het voor zijn opvolger geen gemakkelijke taak zal zijn de gemeente op dit peil te houden, veel minder nog ze op te voeren tot hooger peil. En gemeente van Poortvliet, zoo staan wij thans voor de geopende groeve waarin is bijgezet het stoffelijk overschot van hem die meer dan 14 jaar als hoofd de gemeente heeft geleid en bestuurd om aan hem de laalsle eer te be wijzen. Het is hier niet eer. vader van een klein gezin, die aan de groeve der vertering wordt toever trouwd, maar een vader van een veel grooter gezin, een gezin van bijna 1700 zielen. Gods woord leert ons dat het den mensch gezet is eenmaal te sterven. Dat wordt ook hier weer bij ver nieuwing bewaarheid. De dood kent geen stand. Arm en rijk, hoog en laag, wij allen moeten sterven of wij het erkennen willen of niet, of wij het gelooven ofniet. Iedere dag leert ons dat het zoo is. Mochten wij ieder persoonlijk te samen, zoo familie, vrienden en belangstellenden door dit sterven, wat voor een ieder onzer den roepstem is: bereidt uw huis want gij zult sterven, nog'eens sterven geleerd worden opdat wij kunnen sterven wanneer wij sterven moeten. Burgemeester A. F. Hanssens sprak hierna namens de collega's burge meesters en secretarissen in het eiland en betuigde namens deze de deelneming in dit zoo zware verlies aan de familie, die hij toewenschte dat God hen mag sterken in dit zware verlies. Het was hierna de heer E. C. W. A. Geuze die als volgt sprak Geachte familie. Als dijkgraaf van het Waterschap rust op mij de plicht bij deze groeve eenige woorden te spreken ter ge dachtenis van onzen thans overleden ontvanger-griffier. In 1908 werd de heer Dronkers als zoodanig door de Vergadering van Ingelanden benoemd en heeft hij dus gedurende een reeks van 31 jaren als ontvanger-griffier zijn beste krachten voor de admini stratie der Polders gegeven. Onder deze zijn jaren geweest met zeer omvangrijke administratieve werk zaamheden, o. a. bij de stichting der bemaling en daarmede verband hou- dende classificatie der gronden vol gens hoogteligging. Gedureude de 20 jaren, dat wij hebben saamgewerkt, heb ik groote bewondering gehad voor zijn ijver en werklust, ook in tijden, dat zijn gezondheid wankel was. Ik weet te spieken namens mijn medebestuursleden en de Ingelanden, wanneer ik den heer Dronkers dank zeg voor al hetgeen door hem voor het Waterschap is verricht. Wij zullen hem missen, een man van hoog plichtsbesef en ouderwetsche dege lijkheid is van ons heengegaan. Dat God zijn weduwe en zijn kin deren kracht geve dit verlies te dragen. Dat God hem genadig zij en dat hij ruste in vrede. De heer J. van Brummelen her dacht den overledene als oprichter en bestuurslid van het Groene Kruis en als lid van de commissie van den B. V. L. en bracht ook namens het school personeel dank voor diens medewerking op velerlei gebied. Hij besloot met de woorden dat zijn nagedachtenis bij allen in hooge eer zal worden gehouden. Ds. van den Heuvel, Herv. predi kant, voerde hierna het woord, er op wijzende dat de overledene 15 jaren voorganger der burgerlijke gemeente was geweest en thans weer voorganger is voor allen die hier staan, zoodat de geopende groeve thans voor ons predikt dat zij ons wacht. Z. Eerw. wees er op dat de dood zonder onderscheid voor een ieder komt. De zoon van den overledene Dr. J J. Dronkers bracht dank aan Ds. van den Heuvel voor de geestelijke leiding, wethouder van der Slikke, dr. Tazelaar en den heer Evertse, waarvan zijn vader veel steun had ondervonden, waarna hij afscheid nam van zijn vader die voor hen een ideaal voorbeeld is geweest. Met de woorden „Rust in vrede bij God" eindigde deze. Hierna verliet men zeer onder den indruk van deze plechtigheid, de doodenakker. hadden het grootste deel van dien lijd buitenslands doorgebracht,hoofd zakelijk met de bedoeling, dat Olive zich bekwamen zou in de moderne talen. Lady Stormont had met haar scherpen vrouwenblik wel opgemerkt dat er iets haast al te broederlijks en zusterlijks was in de genegenheid van die twee. Het was de al zoo lang gekoesterde wensch van haar en haar echtgenoot geweest, om een huwelijk tot stand te zien komen tusschen de dochter van hun besten vriend en hun eenigen zoon en erf genaam maar wilden Basil en Olive in dien zin liefde voor elkaar op vatten, dan was het waarschijnlijk gewenscht, dat er een scheiding tusschen hen beiden bewerkt werd en dit wel voor een aanzienlijken tijd. Maar nu die paar jaren omwaren, was de oude intimiteit tusschen het tweetal hersteld, ofschoon duidelijk merkbaar was, dat er iets anders over haar gekomen was; iets on doorgrondelijks voor Basil Hij was er zich zeer goed van bewust, dat zij een bekoring op hem THOLEN, 10 Maart 1939. Vrijdagavond gaf in de zaal van wed. M. J. Hoek „Olympia" haar winteruitvoering voor een volle zaal. Na een welkomstwoord door den voorzitter werd een serie oefenin gen, onder leiding van dir. C. Bijl, door de verschillende afdeelingen goed uitgevoerd. Het viel op dat onder de heerenafdeeling goede leden zijn, jammer dat de dames- aideeling wat minder sterk in aantal is. Het applaus gaf uiting dat men tevreden was. Na de pauze werd een aantal plastische groepen gegeven, die door de verlichting goed uitkwamen. Na alloop van het gymnastische gedeelte werden nog eenige sportfilms ver toond, die evenals het andere ge deelte van het programma zeer in de smaak vielen. De avond werd met een gezellig bal besloten. De C. v. P. te Nijmegen waar schuwt nogmaals tegen colporteurs en venters, die trachten het mede lijden van het publiek op te wekken, door voor te geven een belrekking bij de N.V. Zeepfabrieken Dobbelman te Nijmegen te zullen krijgen, wan- uitoelende en hij voelde ook wel liefde voor daar, maar hij zou haar geluk vooiop sfellen en zou nooil méér willen zijn dan haar ridder en kampioen, zou geen andere belooning van haar verwachten, dan dat ze hem haar vriend zou noemen en hem zou behandelen als een broer. Olive was de eerste, die de stilte verbrak, die gevolgd was op haar laatste woorden. Je blijft nu voor goed thuis, is 't niet, Basil? Ja, nu word ik hokvast. Je bent ook klaar met doktoren en kuren, hé Dat hoop ik van harte. Ik ook. Want ik zou graag op Vale Royal „hokken" en je ouders zouden er nooit blijven, als je er weer wegging. Hoor eens, Basil, ik wilde je iets vragen, waar je mij volkomen naar waarheid op ant woorden moet. Beloof je dat? Ik beloof 't je. Ik zal toch niet te véél zijn hier in huis?..., Eerlijkheid gaat bovenal, zie je, want ik ben nu meerderjarigen ik zou mij dus bier of daar kunnen gaan vestigen met een dame van neer zij een bepaalde hoeveel G zeep per week verkoopen. Deze mededeeling is onwaar G de zeep wordt meestal boven tl waarde verkocht. Rijkspostspaarbank. Aan het postkantoor Tholen het daaronder behoorende am D gebied werd gedurende de ma Februari 1939 ingelegd f29.55 c en terugbetaald I 15.794,69. laatste door dat kantoor uitgege boekje draagt het nummer 46411 het voorjaar, koop tijdig een li Dinsdagavond had er een vre 13 zame ontmoeting plaats tusschen 12 Thoolsche en Oud-Vossemeers datnvereenigingen, waarbij Oud-V semeer als gastvrouw optrad. De vi zitter der ontvangende vereenigi de heer Kloet, opende met een wo j, van welkom aan de gasten de bije II komst,waaropdeheer Amsingnam il de Thoolsche deelnemers dank brai »i Hierop werd een aanvang met de w strijd gemaakt. Tholen bleek zijn s; a, peil niet te hebben verzwakt, daai ij aan de winnende hand bleef.Toch zit er bij de Oud-Vossemeersenareu zi goede spelers, vooral één der jotii ren bleek het spel goed te behe schen. Het was een aangename \vi strijd. De uitslagen waren N. v. d. Maas—C. A. Gunst 0- H. Vis—G. van Driel 1 M. MeermanG. Verkerke 2 G. VisA. Droogers 1 A. J. PuntA. Koolaard 0 D. de VosL. Voshol I L. Verkerke—A. Kloet 2- J. ZwagemakerJ. Frangoys 1 D. van Dalen—L. de Rijke 2 M. C. MeermanJ. Eindhout 1- A. GelukJ. Aarnoudse C. J. de KorteC.'Verkerke 1- M. KorsmanJ. Gunst 2- Tholen won dus met 1610 De gastvrouwe zorgde voor ,_,e kopje thee met een versnapering d in door eenige jongedames werd r gediend. De beide voorzitters spraken alloop nog een kort woord waarl die van Tholen de Oud-Vossemei sche club verzocht om spoedig wed eens naar Tholen te komen voor ei revanche-wedstrijd. Bloemenwedstrijd. Deze week heeft op de lage scholen de keuring plaats gehad v; de eerste bloeiende hyacinthe ,e waarvan de opgepotte bollen aan i schoolkinderen voor verderen kwei waren uitgereikt. Zoodra wederom een voldoei aantal hyacinthen in bloei is gekomi zal de 2e keuring plaats hebbe daarna de 3e, enz. Door den financieelen steun vi het Nutsdepartement alhier kunn. een aantal prijsjes worden toegeken Het ligt in het voornemen biervoi potplanten beschikbaar te stelle die, zoodra de keuringen zijn afgi loopen, tegelijk worden uitgereikt. De keurings commissie werd g vormd door Mevr. van der HoevenTon Wethouder C. van den Berge en P.. Blaas. Prijzen werden o. m. toegeken aan Gereformeerde SchoolGroep Ie prijs Nehemia van Zetten. 2e pi Johanna Quist. gezelschap of een chaperonne. J vader heeft al de moeite gehad va het financieel beheer gedurende mij minderjarigheid en dat zal hij hee zijn leven nog houden. Ik ben nie zijn dochter, ofschoon hij altij' een vader voor mij lijkt, en het i moeilijk aan te nemen, dat je moede ook niet de mijne is. Daarom lijk het ook misschien even onnatuurlijk als ik er van spreek om hier wegt gaan, als van een kind van den huize maar in waarheid ben ik toch slecht een indringster. Ik geloof, dat il bergen geld heb, die zich steed: maar opstapelen en waar je vadei niets van gebruikt voor mij. Ik krijg er enkel een aardig sommetje spelde geld van, maar ik woon toch in zijl huis, drink zijn wijn, berijd zijl paarden en bezorg hem eindeloo veel last Maar je bent immers ook geheel als hun kindTerwijl ik we' was, ben je alles voor hen geweesl Er is niets, dat hen zoozeer zoi grieven, als je te hooren zeggen, dal je bij ons weg wilde, althans of deze manier (Wordt vervolgd >u e Ie 1.4 B N f: T

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1939 | | pagina 2