WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
Versterking
Luchtmacht
Vrijdag 13 Januari 1939.
No. 2
Zes en vijftigste jaargang
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT. THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043
onzer
MIJHHARDTJES'
THOOLSCHE COURANT
)it blad verschijnt eiken
frijdag. Prijs per kwartaal
'0,80; met Geïllustreerd
iondagsblad ƒ1,375, franco
ier post ƒ1,05 -j- 15 cent
lisp. kosten.
Advertentiën van 1 tot 4
regels 75 ct.iedere regel
meer 175 ct. Grootte der
letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke
prijsvermindering.
PUBLICATIEN.
DIENSTPLICHT
Uitspraken inzake vrijstelling
De Burgemeester van Tholen
brengt ter algemeene kennis, dat
;en uitspraak op een aanviaag om
vrijstelling van den dienstplicht,
welke uitspraak is gedagteekena
Januari 1939, ter secretarie van
leze gemeente voor een ieder ter
inzage is gelegd.
Voor verdere bijzonderheden raad
plege men de aanplakborden.
Gemeentelijke Arbeidsbemiddeling
verleent kosteloos haar tusschen-
komst bij vraag en aanbod van
werkkrachten, dienstpersoneel, e. d.
Gevraagd12
Een nette dagdienstbode, tegen
nader overeen te komen loon.
Inlichtingen Bureau Arbeidsbe
middeling.
Nog nooit is er zooveel geschermd
met de leus: wie den vrede wil,
bereidde zich voor op den oorlog,
als in onzeu tijd. Het is een vaag
teelten. Vooral het luchtwapen wordt
in alle landen versterkt; en de lucht
beschermingsoefeningen hier te lande
wijzen er op, dat ook onze overheid
een open oog heeft voor het gevaar,
dat ons land vanuit de lucht bedreigt.
In dit verband vragen velen in den
lande zich af, hoe het metdeNeder-
'andsche luchtmacht is gesteld; en
an moet ons de bekentenis van
et hart, dat daaraan nog veel, zeer
eel te verbeteren valt. Dit is wel
overtuigend gebleken uit de
oordracht, die dr. W. K. H. Feuil-
eteau de Bruijn, oud-kolonel, dezer
Idagen heeft gehouden voor de Alge
meene Vereeniging van Neder-
landsche Reserveofficieren. Daarin
bepleitte hij o.a. den opbouw van een
sterke luchtmacht, die geleidelijk
zou moeten worden opgevoerd tot
ongeveer 025 vliegmachines, met een
kern van 270 bombardementsvlieg
tuigen in de eerste linie en 180 in
de tweede linie. Hierbij zij opge
merkt, dat België thans 700 vlieg
tuigen bezit.
Met het oog op onze zelfstandig-
heidspolitiek is een dergelijke lucht
vloot alleen niet overdreven,
doch zelfs hoogst noodzakelijk. Al
mogen wij dan ook nog zoo vrede
lievend gezind zijn wij moeten
er bijtijds zorg voor dragen, dat een
eventueel gewapend conflict, dat
velen voorzien, ons niet onvoorbereid
vindt.
Het heeft volstrekt geen zin ons
te verhelen dat wij, bijvoorbeeld in
geval van een oorlog tusschen Duitsch-
land en Engeland, in een weinig
benijdenswaardige positie zullen ver-
keereneen positie, die nog veel
hachelijker zal blijken te zijn dan in
den wereldoorlog, tengevolge van de
vorderingen welke de techniek heeft
gemaakt op het gebied van de strijd
middelen, en wel meer speciaal wat
het betreft de strijdmiddelen in de
lucht.
Deze vooral zijn het, die een land
als Nederland, omringd door oorlog
voerende mogendheden, te duchten
heeft en waartegen het zich dus dient
te wapenen. Is het wel zoo zeker,
dat de luchtvloten dier mogend
heden de neutraliteit van het Neder-
landsche grondgebied zullen eer
biedigen Dit is een vraag, welke
nooit geheel bevestigend zal kunnen
worden beantwoord. Veel zal af
hangen van de omstandigheden. Doch
wanneer zich dan het geval mocht
voordoen, dat een der beide partijen
zich op het standpunt stelt: „Nood
breekt wet", moet onze luchtmacht
in staat zijn, daartegen krachtdadig
stelling te nemen.
Duitschland heeft zich bereid ver
klaard de neutraliteit der lage landen
te garandeeren, naar dr. Feuilleteau
de Bruyn opmerkte en het groote
nabuurland heeft groot belang bij die
van allerlei aard
verdrijft U snel en zeker met
Koker 12 stuks 50 cl, Proefdooi/e 3 stuks 10 ct.
11
neutraliteit, aangezien daardoor het
kwetsbare Roergebied wordt be
schermd. Immers, daartoe gedwongen
door de Nederlandsche neutraiiteit,
zullen, bij een Duitsch-Engelschen
oorlog, de Engelsche luchteskaders
den grooten omweg om Nederland
heen moeten maken, willen zij het
Roergebied kunnen bereiken, dan
wel van Noord-Frankrijk uit moeten
ageeren.
Daar de werkingssfeer van massa-
aanvallen van bombardementsvlieg
tuigen wordt geschat op 800 kilo
meter, biedt de eerste route, als ge
volg van den afstand, weinig kans
van slagen. Dit verklaart gemakkelijk,
waarom Duitschland er belang bij
heeft dat Nederland neutraal blijft.
In rechte lijn zou een Engelsche
aanval overrompelend kunnen werken.
Van Engelsch standpunt bezien is
er ook alles voor te zeggen, dat
Nederland buiten het conflict blijft;
want, indien de Duitsche legermacht
goedschiks of kwaadschiks het Neder
landsche grondgebied bezette, zou dit
niet meer of minder beteekenen dan
dat Schotland en het Westen van
Engeland aan de aanvallen der
Duitsche luchtmacht zouden zijn
blootgesteld.
Met dit feit voor oogen kan ook
de leek gemakkelijk begrijpen dat in
geval van den uitersten nood van
een der beide partijen de Neder
landsche vliegvelden en havens een
zoo begeerlijk bezit vormen, aange
zien zij een beslissende rol zouden
kunnen spelen, dat alle andere over
wegingen hiervoor moeten wijken.
Schending van de neutraliteit is een
zwaar vergrijp tegen de gangbare
begrippen, doch wie kan voorspellen
wal een in het nauw gedreven, oor
logvoerend land zal doen, als het
geen anderen uitweg ziet?
Dit is echter zeker, dat hoe beter
onze eigen luchtvloot in staat zal zijn
om in een dergelijk geval een ernstig
woord mee te spreken, hoe meer de
oorlogvoerenden, onverschillig wie dit
zijn,daarmede rekening zullen hebben
te houden. En dit moet voor ons een
reden zijn om te zorgen, dat onze
luchtmacht inderdaad zoodanig moet
zijn, dat een eventueele vijand ze
niet, figuurlijke gesproken, met een
minachtend gebaar terzijde kan
schuiven
Nadruk verboden
De Landmacht jubileert.
Voor de Koninklijke Landmacht
was het Maandag een gewichtige dag.
Dien dag toch werd door het geheele
land in tal van garnizoenen het feit
herdacht, dat 125 jaar geleden na
den terugkeer van Oranje in ons land
en het uitroepen van onze onafhan
kelijkheid, ter verdediging van de
pas verworven vrijheid 25 legerkorp
sen werden opgericht, die den grond
slag vormden van de Nederlandsche
weermacht, zooals deze thans ge
worden is. In de betreffende 25 gar
nizoenen werd dit jubileum met
groote opgewektheid gevierd. Aller
wegen weerklonken de feestmarschen
en de regimenten hebben gewed
ijverd in het aanbrengen van kleu
rige en feestelijke versieringen, eere
poorten enz. In den avond van den
feestdag hield de commandant van
het Veldleger, luitenant-generaal
J. J. G. baron van Voorst tot Voorst
een belangrijke radiorede, waarin hij
de beteekenis van de landmacht voor
de verzekering van ons vaderland
uiteenzette en haar vergeleek bij een
schild, dat ons moet beschermen
tegen hetgeen ons zou kunnen be
dreigen eD een zwaard van gerech
tigheid in handen der overheid.
Rondom Soestdijk.
Van al de jubileerende garnizoenen
was het Amersfoort, dat het voorrecht
genoot twee leden van het Vorstelijk
Huis bij de feestelijkheden aanwezig
te zien. En meer nogeen van hen
er zelfs actief aan te zien deelnemen.
In het kader van de feestelijkheden
had het Amersfoortsche garnizoen
namelijk een cross-country op touw
gezet, waaraan ook Z. K. H. Prins
Bern hard deelnam en die gedeeltelijk
ook door Prinses Juliana werd bijge
woond. Voor den Prins zal het zeker
een voldoening zijn geweest na zijn
lessen aan de Amersfoortsche Rij
school als derde uit dezen wedstrijd
van „vaklui" te voorschijn te komen.
De afgeloopen dagen brachten nog
ander nieuws u t Soestdijk. De be
handelende geneesheer van Prinses
Beatrix verstrekte een bulletin, waarin
hij mededeelde, dat de kleine Prinses
op 24 December door hem is gevac
cineerd. Het proces is goed verloopen
en na enkele dagen koorts te hebben
gehad, is zij thans weer volkomen
gezond Het bulletin besluit met de
mededeeling, dat Prinses Beatrix zich
lichamelijk en geestelijk zoo goed
ontwikkelt als men op haar leeftijd
mag wenschen.
Nog meer vliegtuigorders.
Na de mooie bestelling van de
Fransche regeering voor Koolhoven
is thans ook Fokker m'et een regee-
ringsopdracht verrast, echter niet
met een buitenlandsche, doch met
een order van het Nederlandsche
Departement van Defensie, dat bij
deze fabriek twintig lesviiegtuigen
van het type S 9 bestelde. Een tweede
order, die, boswel kleiner in omvang,
nog belangrijker is, omdat zij een
nieuwen koers in de materieelvoor-
ziening der Nederlandsche lucht
macht beteekent, plaatste Defensie
in het buitenland, en wel voor de
eerste maal in Duitschland. Het be
treft drie Focke Wulfvliegluigen van
het type FW 58, de z.gn, „Weihe",
die bij de vliegopleiding van de lucht
vaartbrigade te Soesterberg dienst
zullen doen. Dit is de eerste maal,
dat Nederlandsche militaire vlieg
tuigen in het buitenlend worden aan
geschaft.
De Tromp op de oefenreis.
Van de werf Wilton-Feijenoord te
Schiedam is Hr. Ms. flottieljeleider
Tromp Maandagmorgen voor een
groote oefenreis naar de Middelland-
sche Zee vertrokken, die tevens be
doeld is als vlagvertoon, Het schip
is te Schiedam grondig opgeknapt,
zoodat hel nu weer geheel in orde
is voor zulk een lange reis. Dat deze
jaarlijkscke oelenreizen steeds naar
buitenlandsche wateren worden on
dernomen, vindt zijn oorzaak hierin,
dat het weer op de Noordzee in den
winter te ruw is voor het houden
van oefeningen. De havens, die de
Tromp officieel zal bezoeken zijn
Lissabon, Messina, Istanboel, Athene,
Dubrovni, Venetië, Villefranche en
Bordeaux. Na deze oefenreis zal de
Tromp nog eenigen tijd in het moe
derland blijven, om in Augnslus naar
Indiö te gaan. Deze reis zal via
Amerika worden gemaakt. Het ligt
in de bedoeling, dat de Tromp op
31 Augustus te New York zal zijn,
waar de Nederlandsche kolonie dan
in verband met den verjaardag van
H. M. de Koningin een groot feest
zal organiseeren.
De tomatencampagne heeft succes.
Toen de regeering dezen zomer
besloot de Nederlandscho tomaten-
kweekers te steunen door het aan
zienlijke overschot aan tomaten, dat
anders vernietigd zou moeten worden,
uit de markt te nemen en te laten
inblikken als soep, die tegen lagen
prijs als massa artikel in den handel
gebracht zou worden, was het na
tuurlijk de vraag, of het Nederland
sche publiek „er aan" zou willen,
of deze poging de tomaat tot volks-
voedsel te maken, zou slagen. Dit nu
is thans geen vraag meer. Terwijl
de campagne nog geen twee maanden
aan den gang is, is al gebleken, dat
het een volledig succes wordt. In
dezen korten tijd zijn van de 4Y2
millioen blikken, die het Centraal
Bureau voor de Veilingen bij een
drietal fabrieken heeft laten aan
maken, reeds 1.600.000 verkocht,
zoodat de voorraad waarschijnlijk
op zal zijn, voordat het nieuwe
seizoen is aangebroken. Wanneer nu
dit succes van regeeringssoep voor
de verschillendeconservenfabrikan ten
een aansporing is, meer tomaten te
verwerken en in den handel te bren
gen, zal de hulp der regeering niet
meer noodig zijn en zal dit kostelijke
Nederlandsche' product vanzelf in
ruimer mate dan vroeger het geval
was zijn weg onder de Nederlandsche
verbruikers vinden. Men mag dus
hopen, dat de regeeringspropaganda
voor de tomaat als volksvoedsel tot
een blijvend grooter verbruik van
deze gezonde vrucht zal leiden.
Op het oogenblik, dat deze
regels worden geschreven, ver
toeven Chamberlain en Halifax
te Rome om met Mussolini de
besprekingen te hebben, die van
zoo groot belang voor de toe
komst van Europa kunnen zijn.
Nog kan niet worden gezegd,
of het resultaat van deze be
sprekingen rust of onrust voor
ons werelddeel zal beteekenen.
Vast staat echter, dat slechts
Mussolini het antwoord op deze
vraag zal kunnen geven.
Het bezoek van de Engelsche
staatslieden aan den duce staat, ook
al legt men daarin Londen en Parijs
liever niet den nadruk op, geheel in
het teeken van de Italiaansche
eischen ten aanzien van Dzjiboeti,
Tunis, het Suezkanaal.
Zelfs het onderwerp „Spanje" is
vergeleken met de nieuwe door
Rome opgeworpen vraagstukken van
minder belang. Spanje, dat st^at
reeds maanden lang vast, zal Europa
niet meer tot den oorlog kunnen
brengen. Van deltaliaansch-Fransche
kwestie kan dit echter nog geenszins
gezegd worden.
Vast staat, dat Frankrijk tot geen
territoriale concessies wil overgaan
en dat Londen de Fransche houding
volkomen goedkeurt. Dit blijkt wel
uit het communiqué, dat werd uit
gegeven na het korte onderhoud,
dat Chamberlain en Halifax op hun
doorreis naar Rome te Parijs met
Daladier en Bonnet hadden. Dit
communiqué spreekt van de alge
meene gelijkheid der opvattingen,
welke tevoren was vastgelegd tus
schen de beide regeeringen.
Waartoe men te Parijs wellicht
bereid is, zijn enkele concessies van
ondergeschikt belang: stichting van
een vrijhaven in Dzjiboeti voor Italië
verkoop van den spoorweg van
Dzjiboeti naar Addis Abeba, opname
van Italië in den raad van beheer
van de Suez-kanaal-maatschappij.
De groote vraag blijft echter, of
Mussolini met deze tegemoetkomingen
tevreden zal zijn en zoo niet, of zijn
territoriale eischen den steun van
Berlijn genieten. Is dit laatste het
geval, dan zal Europa in 1939 een
nog gevaarlijker crisis beleven, dan
in September van het vorige jaar.
Eenige staatslieden, b.v. de Zuid-
Afrikaansche minister van Defensie
Pirow, die zooals bekend onlangs
verschillende EuropeeSche hoofd
steden bezocht en dus over bepaalde
inlichtingen zou kunnen beschikken,
hebben zulks voorspeld. Maar zoo
lang het resultaat van Chamberlains
besprekingen nog niet vaststaat, is
liet overbodig zich aan een te groot
pessimisme over te geven.
Wanneer Miïnchen iets goeds heeft
bedacht, is het wel het bewijs, dat
de volkeren van Europa den oorlog
niet wenschen. En daarmee zal ten
slotte ook Mussolini rekening moeten
houden. Hij kan er immers niet op
rekenen, dat hij zjjn vérstrekkende
eischen tegenover Frankrijk op on
bloedige wijze ingewilligd kan krijgen
evenals Hitier de zijne ten aanzien
van Tsjechoslowakije te Miïnchen.
Het Fransche volk legt op het oogen
blik een groote eensgezindheid aan
den dag, een eensgezindheid, waar
van overigens de verdienste aan
Mussolini toekomt en deze stelt de
Fransche regeering in staat tegen
over Italië een krachtige houding
aan te nemen.
De houding van Amerika.
Een andere ongunstige factor is
voor Mussolini de houding, die op
het oogenblik door de Vereenigde
Staten tegenover de totalitaire staten
wordt ingenomen.
De groote rede van Roosevelt heeft
voor zoover zij betrekking had op
de buitenlandsche politiek van het
Witte Huis wel zeer weinig critiek
verwekt en daaruit mag men conclu-
deeren, dat het Amerikaansche volk
deze politiek ten volle goedkeurt.
Mussolini weet nu, dat indien hij
werkelijk bereid is een oorlog te
riskeeren om zijn plannen ingewilligd
te krijgen, Engeland en Frankrijk
minstens genomen den moreelen en
economischen steun zouden genieten
van de United States. Ook dat zal
hem tot inschikkelijkheid moeten
manen.
De Spaansche kwestie.
Naast de Fransch-Ilaliaansche
kw estie, vormt Spanje een onderwerp
der besprekingen te Rome. In dit
vraagstuk zal Chamberlain aan Mus
solini bepaalde voorstellen doen en
het is niet onmogelijk, dat de duce
daaraan een willig oor zal leenen.
Ook het laatste offensief van Franco
heeft aan de nationalisten nog niet
de beslissende overwinning gebracht.
De Spaansche burgeroorlog duurt
lang, veel te lang naar den zin van
Mussolini, die in dezen strijd groote
middelen heeft geinvesteerd in de
hoop op een snelle beslissing.
Bovendien schijnt ook in het
achterland van Franco geen rust te
heerschen. Men krijgt zelfs den
indruk, dat achter het front een
revolutie wordt voorbereid, die voor
de Italianen een ongunstig verloop
zou kunnen hebben. Dit zou voor
den duce aanleiding kunnen zijn,
het Spaansche avontuur op de voor
hem best mogelijk wijze te liquidee
ren. Londen zal hem daarbij onge
twijfeld behulpzaam zijn en mede
werken aan de vestiging van een
regime in Spanje, dat de buitenland
sche invloeden in het land uilscha-
kelt en waarbij beide partijen zich
neer zouden kunnen leggen Het is
waarschijnlijk niet toevallig, dat men