AARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
Hjdag 18 November 1938.
No. 46
Zes en vijftigste jaargang
oning Leopold van
dgië in Nederland
Een leger van meer dan 100.000 aclieve Ivorol-scliuim-
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maarlensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT. THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043
THOOLSCHE COURANT
blad verschijnt eiken
dag. Prijs per kwartaal
80; met Geïllustreerd
dagsblad .1,375, franco
post ƒ1,65 -|- 15 cent
kosten.
Advertentiën van 1 tot 4
regels 75 ct.iedere regel
meer 175 ct. Grootte der
letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke
prijsvermindering.
PUBLICATIEN.
IRING VOOR DEN DIENSTPLICHT.
ie Burgemeester van Tholen maakt
end, dat de Keuringsraad voor
ingeschrevenen voor de lichting
3, alsmede voor de dienstplich-
n van de lichtingen 1938 en
3, voor zoover laatstbedoelden in
tijdvak van 1 November 1937
ovemher 1938 tijdelijk ongeschikt
verklaard en r.iet inmiddels bij
ere uitspraak geschikt of voor-
d ongeschikt verklaard, van den
ist uitgesloten of overleden zijn,
r deze gemeente zitting zal houden
rholen, op het Gemeentehuis op
sdag, '20 December 1938, des
liddags om 1.30 uur precies en
Woensdag, 21 December 1938,
namiddags om 2 uur precies.
leven van reizen, onderzoekingen
studie. Vriendelijke ontvangst valt
hem ten deel.
og slechts weinige dagei scheiden
w van het oogenblik waarop Koning
empold van België als gast van ons
[rjiinklijk Huis de Nederlandsche
'is zal overschrijden, alssouverein
een bevrienden en grootendeels
verwanten nahuurstaat; en er
geen twijfel aan beslaan, of hij
door het Nederlandsche volk op
rdige wijze worden verwelkomd,
oning Leopold van België, een
jongere monarchen van Europa,
londer tegenspraak een gaarne
ene persoonlijkheid, niet alleen
/pijn eigen land, doch ook in de
'ere landen, waarmede België
ndschappelijke betrekkingen on-
ïoudt. Tot die landen behoort
[uurlijk ook Nederland. Het is zelfs
eugend te kunnen constateeren,
deze betrekkingen in hartelijkheid
vliemen, wat niet anders dan beiden
goede kan komen,
rijoning Leopold is dan ook in
erland een gaarne geziene per-
tlijkheid. Naast zijn andere be-
nelijke persoonlijke eigenschappen
ft hij dit ongetwijfeld ook voor
deel te danken aan bet feit dat
zieh met vtucht op de studie van
Nederlandsche taal heeft toege-
]|P, welke hij geheel beheerscht en
8|irvan hij zich overal, waar dil
eeft, bedient,
oorts hebben tot 's konings popu-
teit in ons land ook veel bijge
ven de on-officieele bezoeken,
ke hij aan Nederland bracht, als-
'e het feit, dat de kleine prins
idewijn en het prinsesje Joséfine
rlotte vrij geruiman tijd in ons
:1 vertoefden, met het doel de
ingskinderen reeds vroegtijdig
rouwd te maken met het gebruik
de Nederlandsche taal.
vorst, die de teekenen des tijds
:t verstaan.
'ot de groote populariteit, waarin
Belgische koning zich verheugt,
ft ook in hooge mate bijgedragen
huwelijk met de Scandinavische
ises Astrid, die zich door haar
alligheid niet anders dan vrienden
wierf en wier dramatische dood
29 Augustus 1935 nog zoo versch
iet geheugen ligt. Als koningin
d zij zieh eveneens verschillende
en ongedwongen te Noordwijk
toen haar beide kinderen daar
loefden.
oning Leopold behoort tot de
stitutioneele monarchen, die de
lenen des tijds hebben verstaan I
blaasjes dringt bij elke poetsing met Ivorol reinigend door tot in de gevaarlijke schuilhoekjes tusschen
tanden en kiezen en in de onzichtbare barstjes en gaatjes waar de borstel en gewone tandpasta
dB niet komt. Zóó voorkomt U tandbederf. Tube 60 40-25 ct. Doos 20 ct. 48112
en zich onderscheiden door hun
moderne, liberale opvattingen. Reeds
lang voordat hij den troon besteeg,
op '23 Februari 1934, nadat zijn vader,
koning Albert, zooals men zich r.og
zal herinneren, bij een bergtocht
was verongelukt.
De .jeugdige vorst heeft reeds
vroeg een levendige belangstelling
aan den dag gelegd voor economische
en sociale vraagstukken, meer in
het bijzonder eigen land en volk
betreffende. Daarnaast stelde hij een
levendig belang in de natuurweten
schappen. Hij vergezelde zijn vader
op reizen naar de Vereen. Staten en
naar Brazilië, welke zijn kennis van
landen en volken verrijkte ook later
na zijn huwelijk met Prinses Astrid,
ondernam hij nog enkele groote
buitenlandsche reizen, waarop wij
nog terugkomen.
Gedurende den oorlog studeerde
hij aan Eton College, terwijl hij in
19241925 lessen volgde aan de
Gentsehe Universiteit.
Wat hem in de oogen van ons,
Nederlanders, en ook van zijn Neder-
landsch sprekende onderdanen bij
zonder sympathiek maakt, is, dat hij
zooveel mogelijk tracht een einde
te maken aan de achterstelling op
velerlei gebied, waaronder onze
stamgenoolen in België heden ten
dage nog lijden.
De reis van prins Leopold en prinses
Astrid naar Nederlandsch-Indië.
Begin 1933 ondernam de toenmalige
kroonprins met zijn gemalin een
reis naar den Belgischen Congo, ten
einde zich in dit Belgisch Afrikaan-
sche gebied op de hoogte te stellen
van de toestanden. Hij bezocht er
de wetenschappelijke inrichtingen,
len einde wegen en middelen te
bestudeeren om een vruchtbaarder
landbouwpolitiek te voeren in de
kolonie; tevens bezocht hij er de
instellingen op landbouwgebied.
Dit was overigens niet de eerste
maal, dat de prins den Congo bezocht.
Reeds in 1925, na een reis naar
Egypte, strekt hij zijn tocht uit tot
het groote Belgische koloniale gebied
in het Zwarte Werelddeel. Bij die
gelegenheid bracht hij een groote
verzameling insecten mede, welke
men kan bewonderen in het Kolo
niaal Museum van Tervueren.
Het koloniale vraagstuk heeft zijn
bijzondere belangstelling. Voordat hij
den troon besteeg had hij dikwijls
de gewoonte, de vergaderingen van
den Kolonialen Raad bij te wdnen,
waarbij hij menigmaal zijn meening
ten beste gaf.
Deze belangstelling voor koloniale
aangelegenheden was het dan ook,
die hem in '1932 had bewogen, om
een uitgestrekten onderzoekingstocht
te ondernemen door onze Oost, steeds
vergezeld door prinses Astrid. Het
prinselijk paar maakte den overtocht
met het s.s. „Marnix van St. Alde-
gonde" van de Stoomvaart-maat
schappij „Nederland", en deze over
tocht heeft een onvergetelijken. in
druk achtergelaten bij allen, die het
voorrecht hadden, daarbij in aan
raking te komen met prins Leopold
en prinses Astrid, die de reis mee
maakten als graaf en gravin van
Rethel. Zij stonden er op, als gewone
passagiers met hun medereizigers
om te gaan en maakten zich door
hun beminnelijkheid tal van vrienden
aan boord.
Deze reis leverde den prins, naast
belangrijk studiemateriaal, weer een
nieuwe collectie tropische insecten
op. Een uitvloeisel van de reis was,
dat, toen besloten werd tot een reis
naar Indo-China, de tocht naar
Singapore eveneens weder met een
Nederlandsche mailboot werd ge
maakt.
Wel een bijzondere onderscheiding
voor onze Nederlandsche passagiers
schepen, wanneer men bedenkt, dat
de hooge gasten een keus konden
maken uit een keur van groote
scheepvaartmaatschappijen, welker
schepen dit traject bevaren.
Ook deze reis, eveneens onder
nomen met het doel zich op de
hoogte te stellen van kolonisatie
methoden en koloniale exploitatie
mogelijkheden, dioeg er toe bij om
den blik op dat gebied te verruimen
van den jongen man, die reeds zoo
spoedig en zoo onverwacht zou
worden geroepen, om den Iroon van
België te bestijgen.
Duitsche vluchtelingen
naar Nederland.
Snel en op verheugend waardige
wijze is in het Parlement gereageerd
op de jongste gebeurtenissen in
Duitschland. En wat wel het meest
tot voldoening stemt is het feit, dat
stemmen van de meest uiteenloopende
politieke richtingen zich naar aan
leiding hiervan lieten hooren en
meer nog dat niet all en uiting
werd gegeven aan de algemeen ge
voelde verontwaardiging, doch dat
men terstond onder het oog zag,
wat ons land nu te doen slaat, of
en in hoeverre wij de slachtoffers
van den progrom kunnen helpen en
gastvrijheid verleenen. Van verschil
lende zijden werd in dit verband
aangedrongen op verruiming van de
op het oogenblik zeer strenge toela-
tingshepalingen.
Terecht wees echter de minister
president op het gevaar van open
stelling onzer grenzen, zoolang alle
andere landen de hunne hermetisch
gesloten houden. Met de noodige
behoedzaamheid, opdat niet door
hulp aan buitenlanders bet eigen
volk in grooter moeilijkheden woidt
gebracht, kan ons land echtei toch
nog genoeg doen en zeker een bewijs
geven van goeden wil en goede
gezindheid, hetgeen ter bewerking
van de stemming in de andere
democratische landen zeker niet
gering te achten is.
Zoo zullen er dan in ieder geval
twee vluchtelingenkampen worden
ingericht, terwijl de regeering voort
gaat overleg te plegen met de andere
landen, ten einde gezamenlijk tot
een oplossing van het Joodsche
emigratievraagsluk te komen. Van
particuliere zijde is hiertoe inmiddels
reeds de eerste stap gedaan in den
vorm van stichting eener „Interna
tional Jewish Colonisation Society",
gevestigd te Den Haag, welke orga
nisatie zich ten deel stelt de emigra
tie van Joden van Midden-Europa
en de kolonisatie in voor vestiging
geschikte gebieden te Bevorderen.
Voor dit grootsche plan is reeds
meer dan een millioen gulden
beschikbaar.
Weer een vliegtuig.
Opnieuw werd de K.L.M. door een
zwaren slag getroffen. Vlak voor de
landing in de veilige haven veron
gelukte de „Douglas DC3 Ijsvo
gel", die met 5 koppen bemanning
en 14 passagiers aan boord op weg
was van Berlyn naar Amsterdam.
Van de bemanning kwamen de gezag
voerder Duimelaar, de tweede piloot,
de marconist en de werktuigkundige
om het leven, terwijl van de '14 pas-,
sagiers twee dames den dood vonden
en tal van anderen werden gewond.
Hoe het ongeluk precies is gebeurd,
is thans nog niet hekend. Bij de
nadering van Schiphol vroeg het
vliegtuig met het oog op de laag
hangende mistbanken aan de lucht
haven aan, of op radiobaken kon
worden geland, hetgeen bevestigend
werd beantwoord. Toen men daarop
op deze bij mist gebruikelijke wijze
de landing wilde uitvoeren, is de
machine buiten het vliegveld met den
grond in aanraking gekomen en in
stukken geslagen.
Daar niet alle leden van de be
manning zijn omgekomen, zal mis
schien omtrent de oorzaak van dit
noodlottig ongeval nog opheldering
kunnen worden verschaft.
Overwinning en nederlaag.
Evenals in den werkelijken oorlog
wisselen ook in den strijd lusschen
spoorwegen en autobussen overwin
ning en nederlaag elkaar af. Na de
reeks van veroordeelingen hadden de
busondernemers nu eens een over
tuigend succes te boeken: in het"
eerste proces tegen den Staat stelde
de Haagsche Rechtbank den Staat
in het ongelijk. De president bleek
de opvatting van den minister van
Justitie, dat één vonnis op een bepaald
traject alle diensten op dat traject
kan doen verdwijnen, niet te deelen.
Zooals begrijpelijk heerschte na deze
uitspraak groote vreugde in het kamp
der bus ondernemers. Nog denzelfdeii
dag, dat het vrijspekend vonnis was
gevallen, reden de bussen van de
betredende ondernemingen, de oudsle
op het traject Den Haag—Amsterdam
onder groote belangstelling van de
zijde van het publiek, weer uit. Voor
eeii ieder was het een voldoening
het gevoel van rechtszekerheid, dat
dat door het drastisch optreden tegen
de busbedrijven wel eenigszins was
geschokt, was weer hersteld.
Intusschen is de vreugde in het
bussenkamp alweer danig getemperd
door de nienwe serie veroordeelende
vonnissen uitgesproken door den
president van de Amsterdamsche
rechtbank, waardoor weer tal van
uit Amsterdam vertrekkende bus
diensten zijn stopgezet met het
gevolg, dat weer tientallen chauffeurs
en verder personeel van deze bedrij
ven tot weikloosheid zijn gedoemd.
De organisatie der luchtverdediging.
Zooals men weet is op 1 November
een speciaal commando voor de lucht
verdediging opgericht, waarmee het
groote belang van het lucbtwapen
in de moderne landsverdediging orri-
fleel werd erkend en de weg werd
geopend tot een betere en ruimere
organisatie van de taak van dit wapen.
Met uitbreiding van het luchtwapen
moet onvermijdelijk vermeerdering
van militaire vliegvelden gepaard
gaan. Min. Van Dijk heeft hierover
dezer dagen als zijn meening le
kennen gegeven, dat er binnen de
Vesting Holland vier vliegvelden
noodig zijn en dit zou dan nog slechts
een minimum zijn. Daarom zijn onder
handelingen gevoerd over de vlieg
velden Waalhaven en Ypenburg.
Bovendien is begonnen met het
aanleggen van een militair vlieg
terrein bij Bergen, terwijl nog twee
andere vliegvelden in opdracht zijn
gegeven, daar Ypenburg bij nadere
beschouwing niet in aanmerking komt
wegens de ongeschiktheid van den
bodem bij slechte weersomstandig
heden.
De anli-joodsche maatregelen heb
ben op de internationale betrekkingen
die. na het accoord van München
zoo zeer voor verbetering vatbaar
schenen, wel een buitengewoon on
gunstige uitwerking gehad. Inderdaad
kan worden gezegd, dat de toenade
ring in Europa er op zijn zachtst
uitgedrukt zeer door wordt bemoei
lijkt. Het is voor de Westersche
regeeringen thans welhaastondoenlijk
tegen de openbare meening in naar
vriendschap met Duitschland te
streven.
Wilson naar Washington ontboden.
Een diepen indruk heeft het ge
beurde vooral ook is de Angelsak
sische landen gemaakt en feller nog
dan de reacties in Engeland zijn die
in Amerika. De Amerikaansche
regeering is zelfs overgegaan tot een
demonstratieve ontbieding van haar
ambassadeur te Berlijn, Wilson, naar
Washington.
Deze ontbieding is wel is waar
niet gelijk te stellen met een terug
roeping, maar ongetwijfeld slaat zij
toch gelijk met een waarschuwing,
die ten doel heeft Duitschland te
doen begrijpen, dat de behandeling
van de Joden in Duitschland de
betrekkingen tusschen de heide
staten in gevaar dreigt te brengen.
Aandrang tot matiging in Duitschland.
01 Berlijn naar deze en andere
waarschuwingen zal luisteren? Uit
de heftige campagne, die de Duitsche
pers heeft legen de ,7bemoeizuchtige"
Angelsaksische landen, zou men
kunnen vaststellen van niet.
Anderzijds blijkt echter uit een
artikel van het „Schwarze Korps",
een van de felste anti-Joodsche bladen
dat er vermaningen lot matiging
zijn ingekomen van persoonlijkheden,
die meenden, dat zij die zonder
schade voor hun positie konden
bewerkstelligen. Natuurlijk kettert
het „Schwarze Korps" ijverig tegen
deze „hoogst verdachte bemiddelaars"
dien men dringend aanraadt „uit de
vuurlinie te gaan".
Maar dat deze verdachte bemid
delaars ook onder het gewone volk
niet gering in aantal zijn, bevestigt
het Blad zelfs door zijn mededeelirig,
dat „ieder van ons in de laatste
dagen wel met zoo'n trouwhartige
verdediger van de oer-Christelijke
en bijna reeds voor-Aziatische naas
tenliefde te doen heeft gehad, omdat
zij in iederen vleeschwinkel, aan
ieder krantenstalletje, aan iedere
kolflehuistafel ongeroepen versche
nen".
Men neemt thans in politieke
milieu's te Berlijn aan, dat de af
kondiging van verdere wetten tegen
de Joden zal worden uitgesteld tot
nader order, d.w.z. tot de opwinding
aan de westzijde van de grenzen is
geluwd.
Het vluchtelingenvraagstuk.
De gebeurtenissen in Duitschland
hebben ook het vluchtelingenvraag
stuk weer uiterst acuut gemaakt.
Vele duizenden Joodsche vluchtelingen
trachten hun land te verlaten en
komen dan voor gesloten grenzen te
staan. Men kan dat den buurlanden
niet ten kwade duiden, men doel wat
men kan, ook in ons land, maar
zooals minister-president Coiijn al
uiteenzette is er geen plaats voor
GU0.0Ü0 Joden en onder de huidige
omstandigheden niet eens voor 50.060,
Het vluchtelingenvraagstuk is een
probleem, dat internationaal opgelost
moet worden en dat met bekwamen
spoed.
Naar verluidt zijn thans door de
Engelsche regeering actieve gedachten
wisselingen gevoerd over de vraag,
welke doeltreffende stappen tot dat
doel in samenwerking met andere
regeeringen genomen kunnen worden.
In het bijzonder wordt nauw contact
bewaard met de Amerikaansche
regeering. Dit is een verheugend
bericht, want indien een regeering
in staat is iets voor de vluchtelingen
te doen, is het wel die van hej