MN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT ®BU|TENLMI purolx; NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN i|HI rijdag 3 December 1937. No. 48 Vijf en vijftigste jaargang Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer UITGAVE FIRMA J. M. C. POT. THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043 en eerste oefentijd maanden. an ijbels en kerkboekjes Vulpotlooden THOOLSGHE COURANT blad verschijnt eiken ijdag. Prijs per kwartaal ,80met Geïllustreerd idagsblad 1,37®, franco post ƒ1,65 15 ct. p. kosten. Advertentiën van 1 tot 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 175 ct. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. linnenkort zal de Ilde Kamer be- inen met de behandeling van de lensievoorstellen en onze volks- riegenwoordigers zullen dan een ilissing moeten nemen, welke voor 3 land van de grootste beleekenis is. n deze beslissing zal het nl. af- Dgen, hoe het in den komenden met de veiligheid van den Staat zijn gesteld. )e wenschen van de regeering zijn tendeen eerste oefentijd van maanden en een contingent van 000 man. Deze maatregelen acht regeering noodzakelijk, om de na- Igende redenen In de eerste plaats moet de ge- èndheid vau den soldaat op een oger peil worden gebracht. In de eede plaats is het noodig, onze ierve-officieren bij het onder de pens komen een troepencommando geven, opdat zij zich beter dan nog toe op hun taak in een even- ielen oorlog kunnen voorbereiden, n derde is het in den huidigen tijd odzakelijk sterker garnizoenen aan grenzen te leggen, zoodat men iminste eenigermate tegen z.'g. ategische overvallen verzekerd is. Ditbrengt natuurlijk metzich mede, de permanente vredessterkte op hooger stand wordt gebracht, rder is er dan nog personeel noodig or de nieuw ingevoerde of nog in voeren strijdmiddelen. En tenslotte it de regeering het noodig, het ge- ibiliseerde leger te doen bestaan minder lichtingen dan tot nu toe geval moest zijn. Daardoor wordt n natuurlijk de eenheid in ons er verhoogd. Nu is er in de laatste maanden in paalde kringen nog al een eenige tiek op de regèeringsvoorstellen in ruime voorraad voorhanden - RMA J. M. C. POT, THOLEN geoefend, waarop wij, gezien de )ote belangrijkheid van het onder- rp, gaarne eens wat naoer willen ;aan. Aangezien een ieder er vau over- gd is, dat een versterking van ze weermacht een dringende nood- telijkheidis, laat zich begrijpen, dat critick hoofdzakelijk met finan- ele argumenten werkt. Nu is het natuurlijk waar, dat de erorganisatie belangrijke offers onze landgenooten zal vragen, lar daarbij verkeeren de Neder- iders waarlijk niet in een ongun- ger positie, dan andere volkeren, egendeel, in staten, welke minder vaarlijk gelegen zijn dan de onze, rdeelt men het noodig de bevolking zwaarder militaire lasten op te gen. Jat is wellicht een schrale troost or de belastingbetalers, maar het int toch duidelijk aan, dat de [eering werkelijk geen overdreven ten van ons volk eischt. )esondanks bestaat de mogelijkheid een groot deel van onze volks- 'tegenwoordiging meent, dat er op voorgestelde uitgaven voor de fensiezal moeten worden bezuinigd. zal zich, zij het ook met eenige jt, misschien bij deze overtuiging ïr kunnen leggen, maar niet idelijk is het, waarom men deze zuiniging nu juist wil vinden in n vermindering van den voorge- ilden eersten diensttijd van 11 landen tot b.v. 8 of 9 maanden. de techniek van den oorlog steeds fewikkelder wordt, lijkt ons een entijd van 11 maanden toch reeds een minimum toe, en met recht mag de desbetreffende voorgestelde maat regel vau de regeering dan ook als één der voornaamste pijlers van ons nieuwe leger worden beschouwd. Wanneer er dan werkelijk be zuinigd moet worden op de voorge stelde uitgaven, ware het dan niet beter, deze bezuiniging te zoeken in een vermindering van de voorge stelde lichtingsterkte van 32 000 man tot b v. 29.000 man Men vraagt zich zulks te meer af, wijl een vermindering van den voor gestelden diensttijd van 11 tot 9 maanden, waarlijk zoo'n groole be zuiniging nog niet beteekent, wijlde kosten voor de voeding en kleeding vau den soldaat niet zeer hoog zijn. En bij een vermindering van de lichtingsterkte zou men in ieder ge val op de totale kosten voor kazerne bouw, beroepskader en dienst plichtigen kunnen bezuinigen, omdat de aanwezige maximum vredessterkte per corps daalt. Onslijkteen dergelijke bezuinigings maatregel, indien deze onverhoopt dan als noodig mochtblijken, beter, dan een vermindering van den voor gestelden eersten oefentijd van 11 maanden tot een korter tijdsbestek. (Nadruk verboden) De toestand van Prins Bernard. Onderzoek naar de schuldvraag Begrootingsdebatten voortgezet Twee jubilea. Het Rijks museum voor Volkenkunde betrekt zijn nieuwe behuizing. Beginnen wij ons overzicht met datgene, waarnaar thans de belang stelling in heel ons land in de eerste plaats uitgaatde toestand van den Prinselijken patiënt. Gelukkig blijven de berichten, die hieromtrent worden uitgegeven, gunstig luiden, zoodat verwacht mag worden, dat 's Prinsen volledig herstel slechts een kwestie van tijd zal zijn en indien ook tl. K. H. Prinses Juliana geen nadeelige ge volgen ondervindt van den schok, dien de tijding van het ongeval dat dat Haar gemaal is overkomen, onge twijfeld gegeven moet hebben, dan kan dit ongeluk, juist omdat het door de hooge maatschappelijke positie van het slachtoffer zoo algemeen de aandacht trekt, misschien een nuttig en waarschuwend voorbeeld zijn voor iederen weggebruiker, de Prins zelf niet uitgesloten, om bij het snelver keer de grootste waakzaamheid en voorzichtigheid te betrachten. Intusschen is bij het justitioneel onderzoek naar de schuldvraag, dat door den minister van Justitie per soonlijk wordt geleid, reeds komen vast te staan, dat, de gevaarlijke situatie ter plaatse van het ongeluk in aanmerking genomen, de aannemer van de zandwerken ten aanzien van het aanbrengen van de vereischte waarschuwingsteekens voor het van weerskanten naderende verkeer wel eenigszins in gebreke is gebleven. Ook de marechaussee en de rijks- veldwacht gaan misschien hierin niet geheel vrij uit, omdat zij op hun beurt weer den aannemer op zijn verzuim opmerkzaam hadden moeten maken. Hoe dit ook zij, indien er aan welke zijde dan ook van verzuim of nalatigheid gesproken kan worden, dan heeft zich dit wel zeer spoedig gewroken, want het zandtransport, dat oorzaak was van het verhoogde gevaar op dit toch reeds beruchte punt, was nog slechts een halvcn dag aan den gang. In de beide Kamers van de Staten Generaal wijdden de respectievelijke voorzitters treffende woorden aan de onverwachte gebeurtenis, die vooral de eerste dagen de Koninklijke Familie en met haar heel ons ^olk in bezorgde spanning hield en ieder zal zich in gedachten hebben aange sloten bij de vurige wenschen voor een spoedig herstel van den Prins, zooals deze namens de beide Kamers door de ministers Colijn en Patijn werden vertolkt. Na deze inleiding kon een aanvang worden gemaakt met de begrooting van Buitenlandsche Zaken, die voor deze week op het programma staat. Het voornaamste punt van bespreking Ruwe huid Ruwe handen verzacht en geneest 617 bij deze begrooting was de Volkenbond die ons land in weerwil van al zijn falen toch nog altijd trouw blijft. Zooals te verwachten was, deelde de N.S.B.-fractie bij monde van mr. Rost van Tonningen mede, zich daarmede niet te kunnen vereenigen omdat er van den Volkenbond toch geen enkel heil is te verwachten, een uitspraak, die weer aanleiding gaf tot weerlegging van de zijde der Chr. Hist., liberalen en socialisten. Verdedigers vindt de Volkenbond, ook al heeft hij ons teleurstelling op teleurstelling bezorgd, in ons parle ment nog altijd genoeg. Ook de minister van buitenlandsche zaken schaarde zich aan de zijde der ver dedigers en betoogde met klem, dat de Volkenbond ondanks alles nog van groot nut is voor de menschheid en dat wij hem juist nu, na tal van mislukkingen, niet in den steek mogen laten, omdat thans de tijd voor practisch werk is gekomen na de periode van schitterende speeches en te hoog gestelde verwachtingen, die noodzakelijkerwijs tot teleurstel ling moesten leiden. Na de begrooting van buitenlandsche zaken kwam het vervolg van die van Sociale zaken nog aan de beurt. Het voornaamste wat hiervan te vermel den valt, is wel de verwerping van de socialistische motie inzake een wettelijke regeling van de vacantie met behoud van loon voor alle werknemers, terwijl voor het overige de werkloosheidsbemoeiingen van minister Romme opnieuw aan de noodige critiek werden onderworpen. Een voldoening moet het voor den minister zijn geweest, dat althans een der sprekers erkende, dat in geen enkel ander land beter voor de werkloozen wordt gezorgd dan in het onze, wat natuurlijk niet wegneemt, dat ook ons systeem van werkloos- heidsvooreiening nog voor verbetering vatbaar is. Twee sympathieke jubilarissen zag deze week letterlijk in haar midden. Het zijn de Amersfoortsche Rijschool, die Woensdag haar tach tigjarig bestaan herdacht en de on vermoeide, energieke directeur van het bloeiende staatsbedrijf der P.T.T. ir. Damme, die op dien zelfden dag 12Va jaar deze belangrijke functie vervulde. Sympathie genieten deze beide jubuilarissen terecht inbreeden kring. De Amerfoortsche Rijschool toch heeft zich in de 80 jaren van haar bestaan ontwikkeld tot een onmisbaar instituut voor de militaire scholing van een nog altijd belangrijk leger onderdeel. Gegroeid uit de in 1806 door Koning Lodewijk Napoleon in het leven geroepen Rij- en Veeartsenij school te Leiden, die later in 1857 in de te Haarlem gevestigde rijcursus werd omgezet, heeft dit instituut eenheid weten te brengen in de .scholing van onze militaire ruiters, hetgeen het-peil van de rijkunst in ons leger niet weinig ten goede is gekomen. De bewijzen hiervan zijn nog juist op overtuigende wijze geleverd door de beide Nederlandsche deelnemers aan het Concours Hippique te Toronto waar baron Sirtema van Grovestins en ritmeester Pahud de Mortanges, die beiden instructeur aan de Rij school zijn geweest (eerstgenoemde ook thans nog), de Nederlandsche kleuren op zoo schilterenc e wijze de overwinning wisten te bezorgen. Dan de tweede jubilaris, ir. Damme, wiens verdiensten, al liggen zij op geheelander terrein zeker niet minder groot zijn. Heel het Nederlandsche pnbliek heeft deze zoo» allerminst bureaucratische „ambtenaar" in de 12'/2 jaar, dat hij thans de teugels van het belangrijke staatsbedrijl der Posterijen, Telegrafie en Telefonie in handen heeft, aan zich verplicht door de wijze, waarop hij steeds de be langen van het publiek voorop heelt gesteld, met het gelukkige resultaat dat in den betrekkelijk korten tijd van zijn beheer de tarieven van post, telegiaaf en telefoon meer dan eens konden worden verlaagd. Aan stil zitten denkt deze voortvarende zaken man nog allerminst, getuige hetgeen hij in een A. N. P. interview aan gaande de ontwikkeling van het binnenlandsch telefoouverkeer mede deelde, namelijk over 5 a 6 jaar ons geheele land bij het automatische telefoonnet zal zijn aangesloten, zoodat men dan zonder tusschenkomst van de centrale rechtstreeks van den eenen uithoek van het land met den anderen zal kunnen telefoneeren. Leiden, en meer speciaal het Rijks museum voor Volkenkunde aldaar, beleefde Dinsdag een belangrijke dag. Op dien dag betrok dit museum, dat een onschatbare bron van studie materiaal voor de Leidsche Univer siteit en de Ooslersche studie in het algemeen bevat, zijn nieuwe woning in het voormalige Academisch Zieken huis. De museumschatten, die tol nog toe in verschillende gebouwen waren ondergebracht, zijn nu in één doel matig ingericht gebouw op overzich telijke wijze bijeen, hetgeen zeer in het belang van de studie is. Minister Slotemaker de Bruine verrichtte de openingsplechtigheid, die door tal van autoriteiten werd bijgewoond. De besprekingen te Londen. Een rede van Litwinoff. Moei lijkheden in Sjanghai. Een week geleden lazeri wij in een te Parijs verschijnend weekblad van Duitsche emigranten, dat in zijn be richtgeving over Duitschland uit den aard van de zaak niet altijd even objectiet is, een opmerkelijk artikel, dat tot titel had „Vrede van de hand in de tand". Daarin werd betoogd, dat de munt der internationale poli tiek op het oogenblik meer dan ooit uit twee zijden, een zijde van den vrede en een zijde van den oorlog, is samengesteld. De activiteit der staten en regeeringen is een som van handelingen, welke gedeeltelijk op den vrede, gedeeltelijk op den oorlog betrekking hebben. Evenals voor iedere activiteit is ook voor die in deze beide groepen een bepaald doel, een bepaalde wil de voorwaarde. Zonder dat men weet. wat men wil, kan men niets doen, ook geen inter nationale politiek voeren. Volgens het artikel zou het nu met de demo-"' cratische regeeringen zoo gesteld zijn, dat zij weliswaar voor het geval van oorlog een vast doel op het oog hebben (n.1. het voornemen om te winnen), maar dat het hun voor de vredespolitiek aan iedere bepaalde marsehroute ontbreekt. Inderdaad, de democratische staten willen den oorlog verhinderen, maar dat is niet voldoende. Zij moeten aansturen op een toestand, die heer- schen moet, wil men in de wereld verzekerd zijn van den vrede. En hoe stelt men zich in Londen en Parijs nu dezen toestand voor En wat is dientengevolge het doel, dat zij in hun internationale politiek met vasten wil najagen? „Men behoeft deze vragen slechts te stellen, om te bemerken, dat zij zulk een positief doel, zulk een positieve wil niet hebben", schreef het blad verder zooals gezegd, een week geleden. Thans zijn wij weer eenige dagen verder, in Londen hebben de Engel- sche en Fransche ministers met elkaar gesproken, en men vraagt zich af, of men ook nu nog met dergelijke verwijten, die nog korten tijd geleden gegrond schenen, critiek op de poli tiek van de twee grootste Europee- sche democratische staten mag uit oefenen. Wij meenen van niet. Want te Londen heeft men zich dit keer tenminste eens een vast doel voor oogen gesteld. Zoo zal de kwestie van Duitschland's verlangen naar koloniën ernstig worden bestudeerd, maar vast staat reeds, dat een even- tueele regeling doel zal moeten uit maken van een veel ruimer regeling, die o. a. bewapeningsbeperking mede zal omvatten. Ten aanzien van Mid den- en Oost Europa hebben beide regeeringen vastgesteld, dat de vrede in die deelen van ons werelddeel hun gemeenschappelijk belang is. Men is tot de overtuiging gekomen, dat betere betrekkingen en betere bezitsverhoudingen noodzakelijk zijn en in onderling overleg tot stand kunnen komen. En in deze richting wil men thans verder werken. Natuurlijk mag men van deze verandering in de houding van Frankrijk en Engeland niet onmid dellijk wonderen verwachten. Succes zou eerst gegarandeerd zijn, indien men in alle landen der wereld het zelfde wenschte. Maar het belangrijkst blijft in ieder geval, dat men zich thans een vast doel heeft gesteld, waarvoor men werken kan en werken wil. Critiek op de internationale politiek van de democratische staten is ook uitgeoefend door Litwinoff in een rede, welke hij te Leningrad voor de „kiezers" van zijn district hield. Bepaald opbouwend was Litwinofls critiek intusschen niethij beperkte zich tot eenige goedkoope grappen over bepaalde mislukkingen in de Spaansche kwestie en in het conflict in het Verre Oosten. Hij gaf daarbij overigens toe, dat de Sovjet-Unie met de democratische staten zou moeten blijven samenwerken. Grapjes, zooals Litwinoff maakte, zou men overigens met meer recht kunnen debitteeren over de Russische „verkiezingen", welke binnenkort plaatsvinden en waarvoor het geheele propaganda apparaat der Sovjets in werking is gesteld. Waarvoor is niet geheel begrijpelijk, want in ieder district is slechts een Stahn-getrouwe candidaat gesteld, zoodat de Russische kiezers nu niet bepaald veel keus hebben. Van een ware democratie is deze toestand nog wel ver ver wijderd. Hoe verder de Japanners China binnendringen, des te meer komen de belangen van de Westersche mogendheden en Amerika in het gedrang Reeds een week geleden hebben de Japanners verschillende eiscben ten aanzien van bepaalde Chineesche ondernemingen in de internationale concessie gesteld, welke men wel moest inwilligen. 12 46600 vindt U bij ons in ver schillende kwaliteiten, in prijzen vanaf 15 cent Firma J. M. C. POT-THOLEN

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1937 | | pagina 1