TAARIN OPGENOMEN OE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT ^BUITENLAI? NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN ijdag 18 Juni 1937. No. 24 Vier en vijftigste jaargang Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043 woeding tot den Vrede Bij zomerkleeding THOOLSGHE COURANT )lad verschijnt eiken lag. Prijs per kwartaal 0; met Geïllustreerd agsblad ƒ1,375, franco jost ƒ1,65 15 ct. kosten. Advertentiën van 1 tot 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 175 ct. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. PUBLICATIEN rgemeester en Wethouders van e n maken bekend dat tegen lerdag 24 Juni a s. gelegenheid tat tot aangifte voor ruiming van Aatpulten. A den voormiddag van dien dag scherven enz. door den reini- fcdienst worden opgehaald, ■olen, 17 Juni 1937. 11 Basler National Zeitung" heeft r dagen een vraag gesteld, welke zeker een antwoord waard is! leste menschen. wat beleekent woord vrede? Geen daden, geen nding, geen spanning, geen moed; zal het mogelijk zijn, het ver- kkelijke misverstand op te hel n U de lafheid van den oorlog en heldenmoed van den vrede jewijzen Na zooveel moed tot te den moed tot leven aan ;ken ze vraag is schokkend. En, een uitgesproken, kan m^n er zich gemakkelijk van af ma keu, ook met de gebruikelijke verwijzing den grooten leermeester tijd, deze heeft slechts een enkele •wijsmethodeervaring. Ervaring ïr kan hier geen nut brengen, zien immers met eigen oogen, belachelijk snel de wereldoorlog afschrikwekkende werking heelt >ren, hoe men hem eergisteren et oosten, gisteren in het zuiden andaag in het westen vergeten nt te hebben en hoe de school- d hem al even historisch opvat, <.v. den Tachtigjarigen Oorlog, deze zelfde schooljeugd zal in ekkelijk korten tijd de plaatsen ingenomen van al degenen, door de ervaring hebben geleerd, Ik een lafheid er in den oorlog welk een heldenmoed er in den n( e ligt", zij zal het toekomstige van de wereld besturen en zij opnieuw naar de wapens >en et kreunen en rochelen der ge- den en de angstschreeuwen der "fcllenen zijn nog nauwelijks ver- lak en toch zouden zelfs deinde nde lava van den oorlog gebo- :n in den vrede niets anders dan theid en slechts in den oorlog endom en mannelijken moed Is dat waarheid of slechts het imisme van onzen aan teleur- ingen zoo rijken tijd? ^ldwin zeide in zijn laatste groote voor de Britsche jeugd in Albert heldendom van den oorlog slechts van de heroïsche zijde belicht en over de schaduwzijden onbegrijpelijkerwijs nauwelijks spreekt en anderzijds door de handelingen van vele kringen, die zelfs nog niet schoolgaande kinderen in uniformen steken en ideologieën behoort een mooie bruine huid. Dat staat sportief en charmant. Uw gelaat, hals en armen worden snel, écht bruin, indien U deze bij fietstochten en bij verblijf in de zon, inwrijft met AMlLDA-zonnebruincrême. Deze be schermt U levens volkomen tegen vervellen en de zoo pijnlijke zonne brand. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. 15 46290 bijbrengen, welke er waarlijk niet geschikt toe zijn, in den vrede en het vervullen van de plichten van het alledaagsche leven den waren heldenmoed te zien. Opvoeding tot den vrede wordt door de menschelijkheid geboden en laat zich negatief door vermijding der bovengenoemde wantoestanden en positief door het bijbrengen van de beide factoren eener permanenten vrede: wil tot verzoenlijkbeid en achting voor de persoon van den medemensch, bereiken. Ongetwijfeld ligt er een drang naar strijd in de menschelijke natuur, maar het is geenszins in te zien, waarom deze niet evenals alle andere karakter trekken veredeld kan worden en zich dan in een algemeen nuttige, den vooruitgang dienende activiteit zou kunnen oplossen. (Nadruk verboden). Terugblik op de Amsterdam- sche feestweek. Telegram en woorden van dank van de Vorstelijke Bezoekers. - Een blij vermoeden bevestigd. Staatslieden overleggen. - De werkloosheid daalt. - Opening van het Internationale Congres van de Landbouwers. Als één onafgebroken manifestatie van trouw en aanhankelijkheid aan ons Vorstenhuis is de Amste'rdamsche feestweek verloopen. Geen enkele wanklank is vernomenook bij de huldebetooging van de Joodsche in gezetenen, welke den dag voor het vertrek der Vorstelijke Bezoekers op het Jonas Daniël Meijerplein plaats vond, heeft zich geen enkel incident voorgedaan en zijn demonstraties van andersdenkenden gelukkig uitgeble ven. Zoo is deze feestweek een vol ledig succes geworden, waaraan zoo wel het Drietal, te wier eere dit alles op touw was gezet, als de duizenden en duizenden deelnemers en belangstellende toeschouwers een onvergetelijke herinnering zullen be waren. Even hartelijk als het welkom was het. afscheid. Van het vertrek van het Paleis op den Dam en den korten rit naar het Gentraal-Station hebben nog groote scharen van Amsterdams bevolking getuige willen zijn, terwijl ook op het perron een talrijke menigte was samengestroomd, om nog een laatste gliojp van de Hooge Gasten op te vangen. Dat ook deze laatsten getroffen zijn door den toon van oprechtheid en welgemeendheid, die de vele Hun ten deel gevallen huldebetuigingen dezer week hebben gekenmerkt, blijkt wel uit de bewoordingen van het telegram van dank, dat H. M. de Koningin Maandagavond aan burge meester De Vlugt deed toekomen en waarin H. M. haar erkentelijkheid uitsprak voor de „zoo zeer uit het hart gekomen" ontvangst door Am sterdams burgerij. In Hun dankwoord» dal Prinses Juliana en Prins Bernhard Dinsdagavond door de radio tot Am sterdams bevolking richtten, deden Zij trouwens hetzelfde uitkomen en het moet dan ook volmondig erkend Amsterdam heeft zich een waardige en hartelijke gastvrouw getoond, aan wie alle hulde toekomt voor haar in figuurlijken zin „vorslelijke"ontvangst De mededeeling van de Prinses, dat „op zichzelf vei heugende gezond- heidsiedenen" Haar verhinderd had den, het geheele programma van feestelijkheden mee te maken, zal ongetwijfeld in heel het land met diepe vreugde zijn aangehoord. Men vond er in zeer fijngekozen be woordingen vervat de bevestiging in van geruchten, die reeds eenigen tijd de ronde deden En nu dan het feestgewoel in Am sterdam, dat tot in alle uilhoeken van het land heeft geklonken, is verstomd, hebben wij weer meer belangstelling voor den overigen gang van zaken in ons land. Allereersi herinneren wij ons dan de Kabinets crisis, die nog altijd op een oplossing wacht. Mag het ons leeken in de politieke gaarkeuken misschien te lang duren, eer de men vergeve ons het oneerbiedige beeld „Kabi netpudding" wordt opgediend, laten wij dan bedenken, dat volgens goed- Hollandsche zegswijze „haastige spoed zelden goed" is en dat er daarvoor is de persoon van den formateur voldoende waarborg in alle stilte en zonder dat er naar buiten toe veel van te merken is, hard gewerkt wordt, om ons land zoosnel mogelijk uit den toestand van onzekerheid te helpen. Daarvan spreken de spaar zame berichten over conferenties en audiënties in hun overgroote beknopt heid een al te bescheiden taal. Want achter de simpele mededeeling, dat H.M. de Koningin de ministers Van Lidth de Jeude, Oud en De Graelf in het paleis op den Dam heelt ont vangen, of het al even korte bericht dat de heer Weiter, een der nieuw- gekozen leden van de R.K. Kamer fractie, bij dr. Golijn op bezoek is geweest, steekt een moeizaam werk van polsen en peilen, van passen en nieten, wikken en wegen, waarvan het resultaat straks aan de critiek in al haar schakeeringen van wel willend tot vernietigend toe zal worden prijsgegeven. Doch hoe het resultaat ook mag uitvallen, men kan er zich van overtuigd houden, dat dr. Golijn ook in deze moeilijke taak het land naar zijn beste weten zal hebben gediend. Gemakkelijk is het dr. Colijn niet gemaakt. Vooral de r. k. fractie werkte niet mee, deze wil schijnbaar een coalitieregeering of zoo dit niet gaat een kabinet waarin desnoods linksche ministers worden opgenomen, die z.g. als zakenministers dienst zullen doen. De geruchten loopen dat dr. Golijn niet is geslaagd in het formeeren van een kabinet op breeden basis. Het moet overigens voor de af tredende regeering een groote vol doening zijn, dat zij de teugels over draagt op een tijdstip, waarop de toestand van het land onmiskenbaar gunstiger is dan toen zij aan het bewind kwam Een enkel bewijs daarvan willen wij hier vermelden. Voor het eerst is thans de werk loosheid gedaald beneden het peil van 1934. Bedroeg het totale werk loosheidspercentage van de bij de gesubsidieerde vakvereenigingen met werkloozenkas aangesloten arbeiders (waarbij mede berekend de gedeel telijk werkloozen) eind Mei 1934 25.1 thans is dit, na een stijging tot 30 in 1935 en 31 in 1936, in 1937 gedaald tot 24.7%. Verder stonden bij de verschillende instel lingen van openbare arbeidsbemid deling op het einde der vorige maand ongeveer 64000 personen minder in geschreven dan op hetzelfde tijdstip van 1936, terwijl het aantal werkloozen onder hen ongeveer 63000 minder bedroeg. Dat ook de regeering met deze en soortgelijke verschijnselen bij het door haar gevolgde werkverschaf- fïngsbeleid rekening houdt, bleek uit de mededeeling van d^n minister van sociale zaken, in antwoord op vragen van het Kamerlid Drees in de Tweede Kamer gedaan,dat in verband met de afnemende werkloosheid aan de rijksinspecteurs voor de werkver- schaffing is opgedragen, na te gaan gelukkig is er aan toegevoegd „met groote voorzichtigheid" of en in hoeverre in bepaalde gemeenten de werkverschaffing gedurende den zomer kan worden stopgezet, teneinde de inschakeling van werkloozen in 't vrije bedrijfsleven zooveel mogelijk te bevorderen. Arbeiders, die er niet in mochten slagen werk te vinden, kunnen dan altijd nog in de cenlrale werkverschaffing worden geplaatst. De afgeloopen overzichtsperiode bracht weer een internationaal con gres in ons land. Het Tweede Inter nationaal Gongres van de Landbouw- pers, voorlooper van het groote in ternationale landbouwcongres, dat morgen begint, werd Dinsdagmorgen in het Kurhaus te Scheveningen door minister Deckers geopend. In ons volgend overzicht hopen wij hierover uitvoeriger te berichten. Briand als apostel van den vrede geëerd. De financieele moeilijkheden van de regeering- Blum. De gebeurtenissen in de Sovjet-Unie. De regeling tusschen Engeland, Frankrijk, Duitschland en Italië aan de strijdende partijen in Spanje toegezonden. Generaal Beek in Parijs. De strijd bij Bilbao. Zondagmiddag is aan het hek van het ministerie van buitenlandsche Zaken aan den Quai d'Orsay te Parijs een basreliëf ter herrinnering aan Aristide Briand onthuld. Dit monu ment symboliseert Briand als apostel van den vrede. Bij deze wees minister president Blum er op, dat Briand, die op dezen dag 75 jaar zou zijn geworden, groot werk voor den vrede in Europa had verricht. Hij zou derhalve niet slechts voor Frankrijk, maar voor geheel Europa een legen darische vredesheld blijven. Blum had daarbij kennelyk niet den moed, het ideaal van Briand aan den huidigen toestand te toetsen, want inderdaad heeft het streven van dezen onvermoeiden werker voor den vrede slechts weinig vrucht ge dragen. Liever legde Blum er dan ook den nadruk op, dat het voor een goed deel aan Briand's werk is toe te schrijven, dat Frankrijk op het oogonblik een natie is, die vóór alles den vrede wenscht en dat er tusschen de verschillende klassen in Frankrijk geen verschil van meening bestaat over de vredespolitiek, die het land te voeren heeft. Blum had overigens wel reden, om er eens op te wijzen, dat er tenminste op één gebied eensgezindheid in Frankrijk heerscht. Want op ander terrein schort het daar nog wel eens aan. Zoo is op het oogenblik het land weer in rep en roer over de financieele moeilijkheden, waaronder la belle Frange gebukt gaat. De Fransche beleggers hebben het ver trouwen in hetexperiment-Blum reeds lang verloren en dit heeft tengevolge dat de staat zoo goed als geen cre- diet meer heeft en zulks juist op een oogenblik, dat deze daaraan groote behoefte heeft. Want de verschillende sociale maatregelen en de grootere uitgaven voor het leger hebben slor dige sommetjes verslonden en daarbij komt nog dat de regeering Blum zooals de minister van Financiën Vincent Auriol terecht opmerkt bij haar ambtsaanvaarding nu ook niet bepaald de vetpotten van Egypte over te nemen kreeg. Vanzelfsprekend trachten de spe culanten met den huidigen toestand hun voordeel te doen, zoodat er een onaangenamehausse in de prolongatie is ingetreden. Maar dit is natuurlijk slechts 'n gevolg en niet de oorzaak van de tegenwoordige moeilijkheden. De regeering heeft nu niet beter welen te doen, dan machtiging te vragen om alle maatregelen te nemen, welke het crediet van den Franschen staat kunnen herstellen, de fondsen van den kleinen spaarder te be schermen en de speculanten in hun snoode voornemens te belemmeren. Zal dit inderdaad lukken? Frankrijk heeft overigens ook nog andere moeilijkheden, maar daar kan men de regeering onmogelijk voor verantwoordelijk stellen. Frank rij k's veiligheidssysteem is voor een goed deel gebaseerd op de overeenkomst met Rusland, dat wil dus zeggen op de kracht van het roode leger. Maar nu de hoogste leiders van dit leger, over wier kundigheden men 'n jaar geleden in Moskou zelf nog den mond vol had. de een na den ander als spionnen en agenten van buiten landsche mogendheden ter dood ver oordeeld en ook inderdaad geëxecu teerd. Zal iets dergelijks de kracht van het Roode Leger niet verzwakken? Dat is een vraag, welke men zich op het oogenblik in Frankrijk in allen ernst moet stellen. Uit de Fransche perscommentaren blijkt, dat men in Parijs al even weinig aan het verraad- van Toesjat- sjewski c s., gelooft, als in de andere hoofdsteden van Europa. Men ziet ook daar in de doodvonnissen slechts een uiting van den strijd tusschen twee of rneer stroomingen onder de Sovjets, waarbij Stahn voor geen middel terugdeinst, om zijn richting te doen zegevieren. Maar overigens interesseert dat de Franschen niet zoozeer. Voor hen gaat het er slechts om, of het Roode Leger onverzwakt uit dezen strijd zal komen. Nu, tot groote geruststelling van de Fransche militaire kringen is ge bleken, dat de verschillende executies met onverschilligheid door de Rus sische soldaten en het volk zijn op genomen en dat er van de „enorme opwinding" waarover in de Duitsche, ltaliaansche en ook -een gedeelte van de Engelsche pers te lezen viel, geen sprake is. Ook de sterk anti communistische Poolsche „Express Peranny" moet dit toegeven en verklaart dit met de bewering, dat „het Russische volk van slaven is". En in Parijs trootst men zich nu maar met „berichten" die duidelijk maken, dat in technische opzicht het Sovjet-leger meer en meer tot een geduchte macht wordt." Tegenover al dat onheimelijke gedoe in het land der Sovjets voor de overige wereld slechts een schrale troost.... Tusschen de vier groote mogend heden Engeland, Frankrijk, Italië en Duitschland vlot het in den laatsten tijd wat beter. In Berlijn en Rome zwaait men Londen zelfs lof toe over de wijze, waarop het incident met de „Deutschland" heeft weten te regelen. En dat, terwijl Duitschland en Italië niet eens ten volle hebben gekregen, wat zij voor hun terugkeer in de niet-inmengingscommissie eischten. Het .is bijna te mooi om waar te zijn. De regeling, welke de vorige week tot stand is gekomen, is nu aan de beide strijdende partijen in Spanje gezonden. Gaat men daar met de voorstellen accoord, dan zullen Duitschland en Italië hun con- trölewerk in de Spaansche wateren weer hervatten. Opvallend voor de eenigszins betere

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1937 | | pagina 1