Tweede Blad. VAN VRIJDAG 16 APRIL 1937. RECHTZAKEN. Moet een automobilist dimmen voor het verkeer op andere verkeersbanen? De heer W., directeur van de Tholensche waterleiding is, rijdende per auto op den Noord weg op Wal cheren vorig jaar geverbaliseerd ter zake van het niet verminderen van zijn verblindende verlichting toen eenige wielrijders naderden. Deze wielrijders bevonden zich op het langs dien weg gelegen rijwielpad, dat echter van den hoofdweg is ge scheiden door een zandweg van eenige meters breed, beplant met een haag. Verdachte heeft als verweer ge voerd dat hij niet verplicht was tot dimmen van zijn lichten omdat het rijwielpad daar ter plaatse een geheel afzonderlijken weg vormt. Zoowel de kantonrechter te Mid delburg als in hooger beroep, de rechtbank aldaar hebben het verweer van W. verworpen en een veroor- deelend vonnis gewezen. Mr. S. van Oven heeft voor den Hoogen Raad eenige cassatiemiddelen toegelicht. Hij betoogde dat het vol maakt onwenschelijk is, dat een auto mobilist ook aandacht besteedt aan het verkeer op andere banen. Om te dimmen is het noodig, dat het tege moetkomende voorwerp zich bevindt op denzelfden weg, d. w. z op de zelfde verkeersbanen. Dit achtte pl. in overeenstemming met het karakter van het Motor- en Rijwielreglement. De advocaat-generaal, mr. Van Lier, zal op 26 April concludeeren. (Een en ander is een proefproces. De A. N. W. B. aan wien van dit procesverbaal kennis is gegeven tracht over deze zaak een principëele uit spraak te krijgen, ;oodat een automobilist in den vervolge weet 'fwaaraan hij zich heeft te houden. f Red.) INGEZONDEN. Geachte Redacteur. Hiermede verzoek ik gaarne een plaatsje in uw veelgelezen blad tot het opnemen van onderstaand schrij ven. Hier in Oud-Vossemeer worden wij geregeld de dupe van de steunregeling die er wordt toegepast. Nu zijn er de vorige week weer verschillende personen uitgesloten van steun omreden dat deze een bon van een ingezetene gehad hebhen, wiens vrouw gestorven was en alzoo door deze personen ten grave gebracht was. Daar de steun hier wordt af gehouden, (wat billijk is, indien er wat verdiend wordt)had de ingezetene maar besloten een bon voor bood schappen in natura te verstrekken, omdat het dragen van een doode naar den doodenakker geen gewoon werk is en toch voor iedereen altijd een hartroerend karwei is. Nu vind ik dit een feit, dat voor dergelijke werkjes geen steun mocht worden afgetrokken, daar de dragers toch steeds moeten gekleed zijn in een degelijk zwart costuum en dat zij ook steeds door weer en wind moeten, dat alles aldus veel lijdt hierdoor. Op den duur komt het op die manier hier zoover, dat er geen personen meer zullen zijn, die zich voor dergelijk werk beschikbaar zullen stellen, waar zij mi. gelijk in hebben. Vooral nu de menschen een bon krijgen van een gulden in natura en deze ook niet alleen wordt afgehouden doch zij worden tevens nog voor een week uitgesloten van steunuitkeering. Doch wie is hiervan de dupe? Ten eerste valt het voor den betrokken steuntrekker niet mee, doch indirect is de middenstand hiervan de dupe. De winkelier en bakker zijn de eersten die geen cent krijgen, dank zij het goede beleid van de gemeente. Burg. en Weth. denken zeker dat wij middenstanders op een goud mijntje zitten tegenwoordig. Als ik naar deze handelingeu kijk, dan zou ik haast denken, dat ze er zoo over dachten. Doch de practijk bewijst dat wel anders. Wij zullen hopen dat door dit schrijven deoogen van velen zullen opengaan en dat de gemeente het eens in ernstige overweging zal nemen wie hierdoor de lijdende partij is. Indien er dan met degelijk ver stand te werk zal gegaan worden, dan betwijfel ik het niet of zooiets zal niet meer voorvallen. En wij als middenstanders, die nog het grootste gedeelte van den steun moeten be talen, wij kunnen dan nog eventjes langer het hoofd boven water houden. Nu, Mijnheer de Redacteur, zal het wel voldoende zijn en teeken ik namens vele betrokken middenstan ders, bij voorbaat onzen hartelijken dank voor plaatsing van dit schrijven. Een gedupeerde ingezetene. GEMEENTERAAD ST. MAARTENSDIJK,9 April 1967. Voorzitter Burgemeester Mr. H. H. Schuller. Secretaris de heer J. E. B. Meloen. Afwezig de heer Bout. De notulen van de vorige vergade ringen worden ongewijzigd vastge steld. Ingekomen stukken Eenige missives van Ged. Staten Betreffende goedkeuring raadsbe sluiten. De kon. goedkeuring op de leges- en schoolgeldverordening. De goedkeuring op de instructie van den gemeentegeneesheer en de gemeen te-vroed vrouw. Het kon. besluit betreffende de vaststelling van de fleuren van de vlag. Het jaarverslag van de afd. Zeeland van de Ver. van Ned. Gemeenten. Van Ged. Staten of er bezwaar bestaat tegen de verzetting van de kermis te IJzendijke. Weth Koopman heeft er bezwaar tegen omdat het nu komt op Zondag. Over dit schrijven staken de stem men, zoodat het wordt aangehouden. Kasopname van het woningbedrijf en bij den gemeente-ontvanger. Van Ged. Staten betreffende het vaststellen van de rooilijn op de Westvest. Ged. Staten deelen mede dat zij dit doorgezonden hebben voor advies naar den Inspecteur der Volks gezondheid en deze antwoordt dat het niet noodig is dat er een rooilijn vastgesteld wordt. Met alg. st. wordt dan ook dit raadsbesluit ingetrokken. Van Ged. Staten enkele aanmer kingen op de begrooting voor 1937. Burg. en Weth. stellen voor aan I deze opmerkingen te voldoen, waar toe met alg. st. besloten wordt. Een schrijven van den heer Brevet inhoudende het fin. verslag van het gehouden kinderfeest op 2 Febr. jl. De voorzitter zegt van verschillende gemeenten is reeds binnen gekomen •dat zij accoord gaan met de wijziging van de instructie van de keurings veearts; alleen Scherpenisse heeft nog een vraag gesteld. Nu is er echter deze week nog een verga dering geweest met de kringge meenten en is met alg. st. besloten om het salaris niet te splitsen dus te laten op f2750 in verband met den pensioensgrondslag en de waar nemend te betalen f 6 per dag in gaande December 1936. Het een voudigste is dus om het eerste be sluit in te trekken en een ander be sluit te nemen. Weth. Koopman merkt op dus er is geen verandering gekomen, maar de autovergcsding die is kwijt. De voorzitter zegt nu is het voor stel van burg. en weth. orn art. 21 der instructie zoo te wijzigen dat het salaris blijft bepaald op f2750 en dat voor een plaatsvervanger wordt betaald f6 per dag. De heer Op den Brouw vraagt hoe het dan is met de autovergoeding. De voorzitter antwoordt dat regelt de keuringsveearts dan zelf. Met alg. st. wordt het voorstel vai^ burg. en weth. aangenomen. Een schrijven van Z. van de Velde dat hij er geen prijs op stelt het vischrecht weder in te pachten als een hoogere pacht dan tot nu toe werd betaald wordt geöischt. De voorzitter zegt bij de behande ling van de begrooting is dit naar voren gebracht om te trachten hier meer voor te ontvangen. Nu is er een advertentie geplaatst geworden, maar daar is niets op gekomen. Er bestaat dus geen animo voor. Burg. en Weth. stellen dan ook voor om het weder aan denzelfden pachter te geven voor denzelfden prijs. Met alg. st. wordt hiertoe besloten. Een verzoek van J. M. van Gorsel om een afheining te maken aan zijn tuintje. De voorzitter zegt dat burg. en weth. daar zijn wezen kijken en de een heeft zoom afheining en de an dere weer een andere. Indertijd is de sloot gedempt en is de grond bij die tuintjes gevoegd en dan moest men zelf voor afheining zorg dragen en daarom is men daar niet op ingegaan. De heer llage zegt hij heeft dus meer grond dan hij betaalt, dan is er ook geen bezwaar tegen dat hij zelf de heining maakt. Weth. Quakkelaar merkt op dat het zoo is, de grond is er gratis bijgevoegd, maar men moest zelf voor de afsluiting zorgen. De heer üp den Brouw meent dat het verkeerd wordt voorgesteld. Aan de eene kant is er meer grond bij gekomen, maar dat van Van Gorsel is juist gemeten. De eigenaar is dus de gemeente, want het is gemeente grond. De voorzitter zegt op dat alles eigendom van de gemeente is. De heer Langejan merkt op dat door de gedempte sloot er wel 4 M. grond is bijgekomen. De afheining is zeer zwak en nu meent Van Gorsel dat hij daar schade van heeft, maar die schade is niet zoó groot, want er is maar aan één kant dat de lcinderen er op kunnen komen en daar loopen niet veel kinderen. Met 5 tegen 1 stem wordt besloten afwijzend op het verzoek te beschik ken. Tegen de heer Op den Brouw. De voorzitter stelt echter voor om die menschen daar aan te schrijven dat ze zorgen dat er een goede af heining komt, maar zóó, dat het geen zon beneemt. Met alg. stemmen wordt dit voor stel aangenomen. Een verzoek van Joh. de Graaf e.a. bewoners van het Kaadje, Molendijk en Westkant Boschje om het pad naar hun woningen te verbeteren. De voorzitter zegtdestijds is be sloten om dit pad te verbeteren met grondslijk uit den Molendijk. Dat is ook gebeurd, maar nu is het juist zoo getrollen dat het deze winter veel heeft geregend en nu is de grond niet vast gereden, maar is het eon modderige toestand geworden. De heer Hage zegt dat het beter is in de toekomst die weg te verbe teren met grind of macadam. De heer Langejan zegtal wordt die weg verhard met keien dan blijft

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1937 | | pagina 3