fAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
*BUITENLAP
PU ROL M fiumd- cn ^ni/wcjidcn-
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
lijdag 9 April 1937.
No. 14
Vier en vijftigste jaargang
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043
THOOLS
COURANT
blad verschijnt eiken
dag. Prijs per kwartaal
"80; met Geïllustreerd
dagshlad ƒ1,376, franco
ft post ƒ1,05 15 ct.
lp. kosten.
Advertentiën van 1 tot 4
regels 75 ct.; iedere regel
meer 175 ct. Grootte der
letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke
prijsvermindering.
PUBLICATIEN
ring en bestrijding van de bisamrat
ie Burgemeester van Tholen brengt
de aandacht van belangheb-
,den, dat bij het bisamratbesluit
7 bepalingen zijn vastgesteld tot
;ing en bestrijding van.de bisamrat.
ndien de gebruiker van een per-
,1 daarop de aanwezigheid vari de
jamrat vaststelt of vermoedt, is hij
plicht daarvan onverwijld kennis
[geven aan den burgemeester van
gemeente, waarin dat perceel is
legen. Deze verplichting rust ook
p dengene, die op het perceel jaagt
Ivischt. Formulieren voor het doen
i deze kennisgeving zijn ter ge-
eatesecrelarie verkrijgbaar.
Weet of vermoedt de plantenziek-
kundigen dienst te Wageningen,
zich op een perceel bisamratten
vinden, dan doet die dienst onver-
jld een onderzoek instellen.
Indien bij dit onderzoek blijkt, dat
h op een perceel bisamratten be
iden, stelt de burgemeester hiervan
„ebruiker in kennis.
Ingevolge artikel 7 van het bisam-
besluit 1937 zal, indien op den in
j kennisgeving aangegeven dag de
inmratten niet ten genoegen van
n plantenziektenkundigen dienst
n opgeruimd, die opruiming ge
neden door de daartoe krachlens
tikel 61 der jachtwet 1923 aange
ven personen.
In afwijking van het algemeen vis-
lerijreglement voor de binnenwa-
en mogen bij de opruiming mede
llten waarvan het netwerk van
itaalgaas is vervaardigd, worden te
ter gebracht te water gehouden
opgehaald.
Overtreding wordt gestraft met
ldboetevan ten hoogste vijfhonderd
lden.
Tholen, 7 April 1937. 52
het Vorstelijk Paar door een enthou
siaste menigte, die volkomen op goed
geluk af geduldig voor het paleis
bad postgevat, toegejuicht, terwijl
H. M. de Koningin Hen hartelijk
begroette.
Dezer dagen zijn verschenen een
aantal Koninklijke Besluiten, welke
betrekking hebben op de niet-inmen-
gingsmaatregelen in Spanje In deze
K. B. wordt ten eerste een verbod
tot den uitvoer van wapens, oorlogs
schepen, vliegtuigen en ander wapen
tuig, alsmede alle onderdeelen van
deze voorwerpen, uitgevaardigd. Ten
tweede vindt men hierin een aantal
bepalingen betreffende de controle,
waaraan de kapiteins van Nederland-
sche schepen zich zullen hebben te
houden, d. w. z. natuurlijk alleen de
kapiteins van die schepen, welke
Spaansche havens zullen aandoen.
In dat geval zal het schip een der
havens Duins, Dover, Cherbourg, Lis
sabon, Gibraltar, Marseille, Palermo
of Madeira, of andere, nog aan te
wijzen havens moeten aandoen, al
waar een ol meer controleurs, door
de non iutervenlie-bureaux aange
wezen, aan boord genomen moeten
worden; deze controleurs zullen aan
boord moeten blijven tot het schip
geen Spaansche havens meer zal aan
doen. Nadere gegevens hieromtrent
werden nog in het K.B. uiteengezet.
Een groote groep Belgische scho
lieren heeft een bezoek gebracht aan
ons land. Zij hebben verschillende
plaatsen bezocht, ook de Residentie,
waar zij in de Ridderzaal werden
toegesproken door den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen. Spr. zeide in zijn rede o. a. dat
hij hoopte op een spoedig herstel
van den Belgischen gezant, die ern
stig ziek lag.
Helaas heeft dat niet zoo mogen
zijn, want de heer Ch. Maskens, de
zoo populaire Belgische gezant, is na
een ernstige ongesteldheid van eenige
dagen in zijn huis ann het Lange
Voorhout te Den Haag overleden.
De heer Maskens had als gezant van
België, vooral in den eersten tijd van
zijn ambtsperiode, een zeer moeilijke
taak, welke de gezant echter steeds
met groote tact en kundigheid heeft
vervuld.
De K. L. M. heeft haar zomerdienst
weer geopend, en wel met een soort
propagandatocht boven een deel van
Nederland, waaraan door zes toe
stellen der K. L. M., belast met '116
passagiers, werd deelgenomen. Ook
de dienst op Boedapest werd weer
hervat. Ter gelegenheid van deze
eerste vlucht maakten eenige journa
listen den tocht als gasten der
K. L. M. mede. Te Boedapest werd
het gezelschap begroet door eenige
vooraanstaande personen. De K. L. M.
had de aardige attentie hehad, een
hoeveelheid mooie Aalsmeersclie
rozen met het vliegtuig mede te
zenden, welke direct na aankomst
van het vliegtuig werden aangeboden
aan de eehtgenoote van den Rijks-
president Horthy, en voorts aan de
echtgenooten van nog eenige andere
hooggeplaatste personen.
Thans is het eindelijk zoover ge
komen, dat men een aanvang heeft
gemaakt met de verbetering van het
vliegveld Schiphol bij Amsterdam.
De drassige bodem aldaar had reeds
aanleiding gegeven tot zeer vele
klachtenen moeilijkbeden, maar thans
zal een vergrooting van het platform
plaats vinden,terwijl bovendien eenige
asphalt startbanen zullen worden
aangelegd.
Donderdag is Prins Bernhard door
H. M. de Koningin als lid van den
Raad van State geïnstalleerd, zoodat
hij thans aan de beraadslagingen kan
deelnamen.
Wordt er een economische
conferentie voorbereid Van
Zeeland zou het initiatief
moeten nemen. Benesj bezoekt
Belgrado Anti-Italiaansche
demonstraties in Zuid-Slavië.
De kerkstrijd in Duitschland.
Jagoda gearresteerd De
Spaansche burgeroorlog.
Het is rondom de groote Europee-
sche problemen West-pact, koloniale
kwestie, enz. opvallend stil geworden.
En daar de Spaansche kwestie, nadat
de controle op de transporten naar
het land van den burgeroorlog wel
zoo ongeveer werkelijkheid is gewor
den, eigenlijk niet meer bestaat, valt
er op het gebied van de „groote"
politiek weinig te vermelden.
Nu is het zeer wel mogelijk, dat
deze stilte maar schijnbaar is en dut
er achter de gesloten deuren van de
diplomaten over zeer belangrijke
kwesties gesproken wordt Mag men
de geruchten gelooven, dan zou er
juist op het oogenblik een groote
economische conferentie voorbereid
worden
Het initiatief daartoe zou uitgegaan
zijn van Amerika, dat een van zijn
kundigste mannen, Norman Davis,
naar de suikerconferentie m Londen
heeft gezonden. Men trekt daaruit
de conclusie, dat Amerika van deze
gelegenheid gebruik zou willen maken
om een meer algemeene conferentie
voor te bereiden. Nu is zulks mis
schien wat ver gqzocht. Hel is geen
geheim, dat men zoowel in Londen
als in Washington gaarne een Britsch-
Amerikaansch handelsverdrag zou
zien. Dat een dergelijk verdrag werd
voorbereid, kon men reeds tijdens
het bezoek dat de Britsche minister
van Handel, Runciman, aan Amerika
bracht, huo en vertellen. Het is dan
ook waarschijnlijk, dat het Wille
Huis Norman Davis naar de suiker
conferentie heeft gezonden, om tege
lijkertijd met de Britten nader over
een eventueel te sluiten handelsver
drag te onderhandelen.
Daarmede is echter ook al weer
niet gezegd, dat de geruchten over
een komende internationale econo
mische conferentie allen grond missen
Roosevelt zou een dergelijke confe
rentie ongetwijfeld gaarne zien. De
Amerikaansche president maakt zich
ongerust over de snelle ontwikkeling,
die het economisch leven van zijn
land doormaakt, een ontwikkeling,
die een duidelijk inflationistisch ka
rakter draagt en die binnen niet te
langen tijd tot een ernstige terugval
aanleiding kan geven. Daarom wil
Roosevelt trachten, het evenwicht
tusschen de voortbrenging van pro
ductie- en consumptiegoederen in
stand te houden. Aan Amerika alleen
kan dit nimmer gelukken. Daartoe
heeft men de steun van de geheele
wereld noodig. En het is zeker niet
uitgesloten, dat Norman Davis thans
eens onderzoekt, hoe het er in deze
richting met de kansen voorstaat.
Dat Roosevelt daarbij niet gaarne
den schijn op zich wil laden van een
interventie in Europa, is in verband
met de onder het Amerikaansche volk
heerschende opvattingen begrijpelijk.
Daardoor wint ook het bericht van
de „Indépendance Beige", dat de
Belgische minister-president Van
Zeeland hiervoor gespannen zou
worden, aan geloofwaardigheid. In
ieder geval kan men de komende
dingen met belangstelling tegemoet
Nu de conferentie van den raad
van de Kleine Entente afgeloopen is,
heeft de Tsjechische staatspresident
Benesj, een bezoek aan Belgrado
gebracht. Er is in de laatste dagen,
vooral nadat liet sluiten van het
Zuid-Slavisch-Italiaanscbe verdrag
hekend was geworden, in de inter
nationale pers heel wat over de
Kleine Entente geschreven.
Vrijwel algemeen constateerde men
dat dit statenhloc zich langzamerhand
van Frankrijk afwendde, om een meer
zelfstandige politiek te gaan volgen.
Daar een dergelijke ontwikkeling
Praag, dal een militair hondgenoot
schap met Frankrijk heeft, niet ge
heel naar den zin kan zijn, meende
men verder een zekere verdeeldheid
in de Kleine Entente te moeten
waarnemen. Ten aanzien van deze
beide punten nu gaf het communiqué
dat de raad van de Kleine Entente
vorige week uitgegeven heeft, weinig
opheldering.
Benesj tracht nu aan de buiten
wereld te bewijzen, dat de staten van
de Kleine Entente het nog geheel
met elkaar eens zijn en er geen vuiltje
aan de lucht is. Verder zal hij in
Belgrado nog nadere inlichtingen ge
vraagd hebben over zekere gevolgen
van de Zuid-Slavisch-Italiaansche
overeenkomst. Dat het Zuid -Slavische
volk zeer met deze overeenkomst is
ingenomen, kan moeilijk gezegd
worden. Bij de aankomst van Benesj
in de oude Servische hoofdstad vonden
tenminste anti-Italiaansche demon
straties plaats. Benesj zal zich daar
in stilte wel over verheugd hebben.
In Duitschland vraagt de kerkstrijd
weer eens de aandacht. Daar is in
de eerste plaats het conflict met de
katholieke kerk. Op de bekende
pauselijke encycliek heeft de Ber-
lijnsche regeering, zooals bekend, niet
gereageerd. Men meende daaruit te
mogen opmaken, dat de nazi's een
verscherping van het conflict wilden
voorkomen. Dit blijkt echter niet het
geval te zijn. Men gaat rustig voort
de confessioneele scholen ten gunste
van de z g. eenheidsscholen te sluiten.
En indien men bedenkt, dat de be
zwaren van de katholieke geestelijken
zich hoofdzakelijk tegen deze maat
regel keeren, zal men moeten toegeven,
dat er van een verzoenende houding
van d^ regeering moeilijk sprake kan
zijri. Men vraagt zich nu af, wat de
volgende slappen van den clerus
zullen zijn.
Ook de eewigdurende strijd in het
protestante kamp duurt nog onver
minderd voort. Menige predikant
van de belijdeniskerk is juist dezer
dagen weer gearresteerd en men
klaagt er in deze kringen over, dat
hun vergadering veelal onmogelijk
wordt gemaakt, terwijl de radicale
„Duitsch-Ghristenen" alle mogelijke
steun genieten.
Verder heeft men speciaal in het
katholieke Duitschland met bezorgd
heid kennis genomen van de ver
zoening tusschen Hitleren Ludendorff.
Men weet hoe vijandig de oude
generaal tegenover hel katholicisme
staat en verwacht voor zichzelf dan
ook weinig goeds van deze verzoening
die overigens tot. de eigenaardigste
geruchten aanleiding heeft gegeven.
Zoo concludeeren Engelsche bladen
uit het feit, dat Ludendorff zooals
hekend geen hoogen dunk van de
Italiaansche soldaten heeft, dat Berlijn
naar een toenadering tot Moskou
zou streven. Het klinkt wel zeer on
waarschijnlijk
In Rusland zijn de politieke
processen nog niet uit de mode.
Weliswaar zal de oude leider van
de beruchte GPOE, Jagoda, slechts
wegens verduistering terechtstaan,
maar zeker is wel, dat ook hier
politieke partijstrijd een rol speelt.
In Spanje tenslotte valt van de
verschillende fronten weinig nieuws
te vermelden. De rechtsche opmarsch
in Basken land sluit op steeds
krachtiger tegenstand en ook in de
andere deelen van het land kan geen
van beide partijen beslissende suc
cessen hoeken.
RECHTZAKEN.
ARR. RECHTBANK TE BREDA
Zitting van den Politierechter van
Maandag 5 April 1937.
Tusschen den 54-jarigen koopman
A. L. te Poortvliet en den controleur
der Landbouw Grisiswet J. P. B. te
Tholen was bij laatstgenoemden's
bezoek aan Poortvliet op 11 Januari jl.
een woordenwisseling ontstaan waarhij
de koopman in zijn boosheid den
ambtenaar o. a. uitschold voor „vuile
r....zak."
Natuurlijk voelde de controleur
zich hierdoor heleedigd en diende
een klacht in, met gevolg dat de
Poortvlieter zich Maandag te Breda
voor den Politierechter moest komen
verantwoorden wegens beleediging
van een ambtenaar.
Hij was present en hoorde na ver
hoor van twee getuigen zich veroor-
deelen tot flO.— boete subs. 10 d.
hechtenis.
Verzet tegen de Politie.
In den laten avond van Vrijdag
'11 November jl. om ongeveer 11 uur
waren 4 politiemannen, de Majoor der
Rijksveldwacht Stuffers en de rijks
veldwachter J. Muller uit Oud-Vosse
meer met deTholensche gemeente veld
wachters J. de Bil en A. J. Punt, in
den Oud-Vossemeerschen polder op
surveillance toen zij twee personen
in het jachtveld aantroffen, waarvan
een, de 31-jarige M. G., dijkwerker
te Tholen, een lichtbak droeg en een
zak met twee hazen.
De stroopers gingen op de vlucht,
na wegwerping van lichtbak en jacht
buit, maar M. G. werd achterhaald
en gegrepen. Zonder verzet ging dat
niet en bij de aanhouding kwamen
de heide veldwachters J. M en A. J. P.
met den strooper in 'n sloot terecht.
Behalve een nat pak kreeg M. G.
toen een drietal proces-verhalen, we
gens stroopen, wegens het loopen op
verboden bezaaiden grond en verzet
tegen de politie, terwijl hij ook nog
een valsche naam zou opgegeven
hebben.
Voor diverse feilen heeft de stroo-
pende dijkwerker reeds voor den
kantonrechter te Bergen op Zoom,
terechtgestaan maar Maandag moest
hij naar Breda komen om teverschijncn
voor den Politierechter, terzake van
het verzet tegen de veldwachters.
Als hij in hooger beroep gaat van
zijn vonnis van den kantonrechter zal
men hem binnenkort wel weer te
Breda kunnen verwachten
Thans werd hem ten laste gelegd
dat hij op 11 November j.1. onder
Oud-Vossemeer, toen de veldwachters
J. M. en A. J. P. hem wegens een
overtreding der jachtwet hadden vast
gegrepen en aangehouden, zich op
zettelijk met geweld tegen die amb
tenaren heeft verzet door met geweld
te rukken en te trekken om los te
komen.
Verdachte was verschenen en met
hem als verdediger Mr. H. D. J.
Wolfensberger, advocaat te Tholen.
Ook de beide veldwachters waren
present en na hoor en wederhoor
vorderde de Off. van Just. Mr. G. J. B.
v. d. Dussen 2 maanden gevangenis
straf tegen den verzetteling.
Na het pleidooi van Mr. Wolfens
berger veroordeelde de Politierechter
Mr. Gh. Roebroeck, M. G. tot f20
20