II Als de Hop bloeit ONZE FEUILLETON raad de meening uitspreekt dat men thans niet beleefd verzoekt, maar dat men eischt, dat men nader toelicht de andere ontvangsten zijnde 1*84.24 en de andere uitgaven zijnde f 236.19 en deze nader te specificeeren en tevens daarbij voegt dat de raad op zijn recht staat. Wethouder van Ast merkt op dat als de gemeente geld geleend heelt aan die vereeniging er dan volgens een Kon. Besluit een contract moet zijn en vraagt hoe dat luidt. Want de wet spreekt alleen van Burg. en Weth. en niet van den raad, indien er nu een contract is tusschen de vereeniging en de gemeente, dan zal in dat contract nadere gegevens moeten slaan betreffende de raad en daaruit kan men dan ook de mis vatting van Luijk plaatsen. De voorzitter zegt dat er een over eenkomst is en leest deze ook voor en daaruit blijkt dat de raad volkomen recht heeft inzage, van boeken en flat door de vereeniging de noodige inlichtingen moeten worden verstrekt. De heer Carels blijft dan ook op zijn standpunt slaan en eischt nadere specificatie van de andere ontvangsten en uitgaven. Met alg. stemmen wordt besloten deze alsnog te vragen. De voorzitter zegt dat er een be spreking heeft plaats gehad met twee leden van Ged. Staten en de nadere gemeentebesturen van het eiland betreffende de U L.ü. School leïholeu. Er was aangenomen om f 10 per leerling te betalen, maar dat gaat niet, men zal de geheele kosten moeten dragen en dat zal ongeveer f30 zijn. Toen de leden van Ged. Staten weg waren zijn de ge meentebesturen bij elkaar gebleven en heeft men de zaak nog eens be sproken en nu zou mén den raad voorstellen om aan Ged. Stalen voor te stellen 'om 2/3 in de kosten te betalen. De heer Boognart vraagt of het niet opgeworpen is om de school te verplaatsen naar St. Maartensdijk, daar wordt misschien wel veel voor gevoeld en zou alsnog besproken kunnen worden. De voorzitter merkt op dat dit niet besproken is want daar gaat het niet over en spr. gelooft ook niet dat dit toegelaten zal wordon. De heer Boogaart merkt op dat de school in Tholen dan opgeheven zou worden en een andere te slichten te St. Maartensdijk, dat zou voor de kinderen hier ook nog een kilometer schelen. De heer Krijger zegt dat door den minister de voornaamste steden aan- gewezen woiden voor dergelijk onder wijs en men kan Tholen beschouwen als de hoofdstad van ons eiland en die zou dan ook worden aangewezen. Weth. van Ast zegt dat dit veel hoogere kosten met zich zal brengen, want dan zal men in de totaalkosten moeten betalen. De heer Boogaart acht dit in het algemeen belang en dan gaat het er toch ook om zoo voordeelig mogelijk en als deze school te St. Maartensdijk kwam zou men daar zeker voordeel bij hebben De heer Carels vraagt in de ver onderstelling dat dit voorstel wordt aangenomen, heeft Burg. en Weth. dan ook zeggenschap in de exploilatie- kosten. De voorzitter antwoordt ontkennend De heer Carels zegt dus dan zijn wij overgeleverd in handen van 27) Naar hel Engelsch. Maar toen hij in den stal kwam, zag hij daar de beide knechts ijverig aan het werk; dus keerde hij naar zijn kamer terug. Hij-nam het étui van tafel, deed het open en uitte een kreet van verbazing want er was niets in 1 Een oogenblik stond hij als verplet toen herinnerde hij zich duidelijk, dat bij het op den ochtend, dat bij de familiejuweelen aan Jim had laten zien, nog in handen had gehad, het portret van zijn overleden vrouw bekeken had en bet daarop in de safe bad gezet. „Dan moet bet gestolen zijn dacht hij. „Maar niemand kan in de safe... Of zou bet er soms uitgenomen zijn, juist gedurende het korte oogenblik, dat ik het vertrek verlaten heb?" Tegelijk herinnerde hij zich weer het meisje op het terras. Die zou zeker de dievegge zijn Daar liep zij nog, niet eens zoo heel ver af. Langs een korteren weg had hij haar weldra ingehaald. Burg. en Weth van Tholen. De voorzitter antwoordt dat als het niet goed mocht gaan wij altijd kunnen reclameeren bij den Inspec teer of bij Ged. Staten, er is dus altijd een weg open om daar ver betering in te brengen. De heer Carels heeft de vorige keer ook al gewezen op de toelating van leerlingen als er geen plaats ruimte is, hij zou gaarne zien dat Burg. en Weth. van Pooitvliet toe zicht hadden op de toelating. Wethouder van Ast merkt op dit ook gezegd te hebben op die ver gadering en toen werd er geantwoord dat dit aan de ouders zelf overgelaten moest worden naar welke inrichting de kinderen zullen gaan. De heer Carels antwoordt dat het daar niet over gaat. Er zijn betalende en niet betalende schoolgeld leerlin gen en nu is het geval denkbeeldig dat Burg. en Weth. vau Tholen zeggen die betaalt geen schoolgeld die nemen wij niet en die betaald wel en die nemen wij wel, terwijl de niet beta lende een eminente leerling is en de andere niet, maar steeds medegesleept moet worden. Wethouder van Ast merkt op dat ze toch van te voren ook op school hebben gegaan dan kan men toch dc rapporten vragen. De heer Carels merkt op dat men geen rapporten ter inzage krijgt en dat zegt nog zoo weinig. De voorzitter zegt dat men zich dan toch nog kan wenden tot den Inspecteur die slaat buiten alles en die kan dan direct wel zeggen wat er moet gebeuren. De heer Krijger meent dat men toch vertrouwen moet stellen in het gemeentebestuur van Tholen, dat zal toch niet zoo eenzijdig zijn om de een die beter is af te wijzen tegen over een andere die minder is. De heer Boogaart zegt niet zooveel reden te hebben om op de mildadig- heid van Tholen te bouwen. De heer Murre zegt dat men op vertrouwen tegenwoordig niet veel moet rekenen, het is heler op contract. De heer Carels zou die van de kosten naar omlaag willen brengen. Wethouder van Ast zegt dat zal niet gaan. Als de buitengemeenten niet naar de zin van Ged. Staten een regeling maken dan leggen ze de gemeente zelf een gemeenschappelijke regeling op en daarom is men dan ook tot de conclusie gekomen dat het beter is, dat wij zelf een goede rege ling maken. De heer Carels wil alleen dit nog zeggen, hij zou dit eerst niet gedaan hebben, maar zal het thans toch doen, dat tegenwoordig de scholen met kunst en vliegwerk op de been ge houden moeten worden. De heer Boogaart wilde er nog een bepaling bij voegen dat er een com missie komt van toelating bestaande uit deskundigen te benoemen door den Inspecteur en personen uitdeel- nemende gemeenten. Met deze bepaling erbij wordt het voorstel van Burg. en Weth aange nomen. Aangeboden wordtde rekening over 1935 in ontvang op f 50435.56 en in uitgaaf op f 41910.05, alzoo een batig saldo van f 8495.51. De voorzitter doet nog opmerken dat van het batig saldo nog afmoet de bijdrage van de R.H.B.S, te Bergen op Zoom over 1935, welke echter tot op heden nog niet is ingekomen, i De voorzitter stelt deze reken ng Gillian had hem niet hooren aan komen ze liep met gebogen hoofd en keek aandachtig naar iets, dat zij in de hand hield. Eerst toen hij vlak bij haar was, keek zij op, zag zijn vertoornden blik en hoorde zijn vraag: „Wat doe je daar1?" Hij keek naar baar hand, die zij krampachtig over iets gesloten hield, wat natuurlijk een bevestiging van zijn vermoeden beduidde. „Wat doe je hier?" herhaalde hij. Ze antwoordde niet, maar staarde hem aan in stommen angst. „Ikik doe geen kwaad stamelde zij. „Geen kwaad Vooreerst ben je op verboden terrein. Kom je uit hel dorp'?Neen?... Hoor je dan tot de plukkers O, dat dacht ik wel Volgens zijn opvatting was dat hopplukkend volkje tot alles in staat stroopen en stelen. Hij twijfelde er nu dan ook geen oogenblik meer aan, of zij was de dievegge. Ze had zeker gewacht, tot hij het vertrek verlaten had en had toen 't medaillon uit het étui genomen. Maar vóór hij haar rechtstreeks beschuldigde, wilde hij haar gelegenheid geven, zich te rechtvaardigen. „Waar werk je'?" Bij Mr. Terriss op de plantage." „Bij Terriss'? Ik dacht, dat hij juist zulke fatsoenlijke plukkers had. Is voor onderzoek in handen van een commissie bestaande uit de heeren Krijger, Murre, Boogaart en Carels. De heer Krijger wil deze benoeming wel aannemen, mits er op die com missie-vergaderingen gezorgd wordt voor een kopje thee of koffie. De heer Murre onderschrijft dit, hij wil het allemaal graag voor niets doen, maar dan moet een ander dat ook doen. De voorzitter merkt op dat hij dik wijls iets uit eigen zak betaalt, wat hij op de gemeente-rekening zou kunnen doen. Met alg. st. wordt goedgevonden, dat dit op de commissievergaderingen aanwezig zal zijn. Een wijziging van de begrooling voor 1935 van het alg. armbestuur wordt met alg. st. goedgevonden. Aangeboden wordt de rekening van het armbestuur in ontvang op f I7482.645 en in uitgaaf op f 12563.05 alzoo een batig saldo van f4919.59. Deze wordt in handen gesteld van dezelfde commissie. Nu volgt stemming over het be sluit tot wijziging der verordening van het alg. armbestuur, daar over dit voorstel de vorige vergadering de stemmen hebben gestaakt. Weth. van Ast zegt de vorige ver gadering geen voorstel gedaan te hebben om dit in te trekken, maar wil dit alsnog doen daar als gevolg van de aanneming van dit voorstel meerdere voorstellen tot wijziging van het reglement zullen volgen. De voorzitter antwoordt dat intrek king van het voorstel niet meer kan, omdat er reeds over gestemd is ge worden. De lieer Carels meent dat er de vorige maal niet over bet voorstel is gestemd geworden, maar dat er ge zegd is de stemmen zullen thans toch staken, laten wij het aanhouden. Uit de notulen blijkt echter dat er gestemd is. Het voorstel tot wijziging van het reglement in stemming gebracht wordt aangenomen met 4 tegen 3 st. Tegen de heeren van Ast, Murre en Carels. De heer Boogaart zou gaarne zien dat in art. 2 van het reglement van hel alg. armbestuur op die twee é's van een een punt werd gezet, zoodat het een telwoord wordt. De heer Carels zou thans een voor stel willen doen om ait. 2 le lid als volgt te lezen het armbestuur be slaat uit 5 leden, worden benoemd, geschorscht en ontslagen door den gemeenteraad. Spr. licht dit toe, het bestuur bestaat thans uit 4 leden, daarbij is dus spoedig mogelijk dat bij stemming de stemmen staken en dat is bij 5 alleen denkbaar als et- één ontbreekt. Weth. v. d. Slikke zegt dat staking van stemmen nooit voorkomt, hij acht uitbreiding van het bestuur niet noodig. De heer Carels zou er toch maar over willen stemmen. De voorzitter zegt misschien bad U nog meer wijzigingen, is het niet beter ze dan tegelijk te behandelen. De heer Carels wil dan ook wijzigen art. 3 en wel dit de leden hebben zitting 0 jaar en treden al bij groe pen van 3 en 2. Dan acht spr. het ongewenscht dat er twee wethouders zitting in zouden hebben en dan wordt art. 3 al. 2: van die 5 leden mag slechts één uit het college van Burg. en Weth. zitting hebben. De voorzitter vraagt wanneer dit dan in werking moet treden. dit voor 't eerst, dat je voor hem werkt „Ja, voor het allereerst." Gillian was van nature niet verlegen, maar deze oude heer, met zijn ach terdochtiger boozen blik en zijn onaangename stem, boezemde haar angst in. Ze zou hem immers nooit met haar aanspraak te voorschijn durven komen. Neen, dan bleef ze liever, wie en wat zij was. Geen wonder, dat Jim zich niet tegen hem durfde verzetten. „En boe is je naam „Mijn naam'? „Ja, je zult toch wel een naam hebben?... Voorden dager dan mee!" Tot haar eigen ontsteltenis en tot onbeschrijflijke verontwaardiging van den Squire barstte zij in lachen uit. Dit hield hij toch voor het toppunt van onbeschaamdheid! Hij werd vuurrood van drift en het duurde eenigen lijd, eer hij zijn stem voldoende in zijn macht had, om ruw uit te vallen „Jou brutaal wichtHoe durf je 't in je hoofd halen, om mij uit te lachen Maar daar zal je voor boelen Wat heb je daar in jc hand?" Ondanks haar tegenspartelen wist hij die hand toch open te krijgen en met zegevierenden blik riep hij toen: „Zie je, daar heb je 't al! Ik wist wel, dal jij de dievegge was. Ik bad De lieer Carels meent dat dit kan gaan als ze is goedgekeurd of bij de eerste aftreding. De voorzitter zou er voor zijn om het bestuur uit 4 leden te laten be staan, maar met het tweede lid van art. 3 kan hij zich vereenigen. Weth. van Ast zou er prijs op stellen om er de volgende vergade ring over te stemmen, dan kan men het voor en tegen nog eens nagaan. De heer Carels zou het nu maar af willen doen, dan kan het gelijk met de juist aangenomen wijziging naar Ged. Staten ter goedkeuring. Hij is er niet voor hel weer op sleep touw te houden. De voorzitter is ook voor aanhou den, misschien zijn er nog wel enkele wijzigingen aan te brengen, zoo zou spr. ook gaarne zien dat er in werd opgenomen, dat iemand die lid is van een diaconie geen lid k-an zijn van het armbestuur. Weth. van Ast zou liever eerst een commissie benoemen die het regle ment van het armbestuur eens goed naziet. De heer Carels wenscht stemming over zijn voorstel. Het voorstel wordt gesteund door den heer Murre en in stemming ge bracht verworpen met 3 tegen 4 st. Voor de heeren Murre, Boogaart en Carels. Nu wordt er voorgesteld om een commissie bestaande uit 3 leden le benoemen en dit wordt aangenomen met 6 tegen 1 stem, die van den heer Carels. Als leden van die commissie wor den aangewezen de heeren Boogaart, van Ast en Dronkers. Hierna wordt de vergadering ge schorst en gaat men over in besloten vergadering ter bespreking kosten herstelling branpspuil. Na heropening wordt aan Burg. en Weth. opdracht gegeven deze in orde te maken. Hierna sluiting. THOLEN, 31 Juli 1936. Alg. vergadering van den Zeeuwschen Polder en Waterschapsbond. Zaterdag werd alhier in Hotel Zeeland de alg. vergadering van bovengenoemden bond gehouden. Onder de aanwezigen merkten wij o.m. op den Coram. der Koningin in ons gewest, de leden van Ged. Staten de heeren v. d. Wart en Vogelaar, afgevaardigden van het gemeente bestuur van Tholen, bestaande uit den heer W. Moelker en secretaris V. Laban, den hoofding. dir. van den rijkswaterstaat in Zeeland. De voorzitter mr. P. Dieleman heete de aanwezigen welkom, in de eerste plaats de commissaris der koningin, leden van Ged. Staten en den chef der tweede afd. der prov. griffie en andere autoriteiten, de vertegenwoordigers van het gemeente bestuur van Tholen, die der Z. L. M de vertegenwoordigers van den Brabantschen en Z. Holl. waterschaps bond. Aan het polderbestuur van Stavehisse dat hedenmiddag de deel nemers aan de excursie aldaar zal ontvangen, waarbij dit dank werd gebracht, evenals hen die hun auto je al gezien. Maar je hebt listig het oogenblik afgewacht, dat ik even met mijn rug naar je toestond, om je slagje te slaan en toen maakte je, dat je er vandoor ging, hé, jou heks, jou feeks „Dat héb ik niet gedaanHet medaillon is van mij Zonder in het minst eenigen acht te slaan op deze opmerking, stak de Squire het bij zich, terwijl Gillian de handen wrong en snikte-; „Het is van mijZoowaar! Moeder heeft het mij nagelaten. Toe, geeft u het mij nu en laat mij gaan „Je laten gaan? Ik denk er niet aan Jij bent een beetje te ver gegaan, kind. Jullie hoppluksters maakt het toch al bont genoeg met het verschal ken van zoo menig haasje en patrijsje. Dus ga jij maar eens met mij mee." Hij voerde haar de treden van het terras op en op dit oogenblik kwam Mrs. Chetwyn hen tegemoet. „Goede hemel, James!" riep ze en keek van het verstoorde gelaat van Mr. Payne naar het trillende meisje naast hem, dat hij nog steeds bij den arm vasthield. Toen zij het mooie gezichlje zag, leek het wel, of alles met haar in het ronde draaide, en zij moest zich vasthouden aan de steenen balustrade. Waarom herinnerde dit kind haar zoo duidelijk aan de vrouw, die bij voor den tocht hebben becchikba gesteld. Spreker noemde Tholen de poo van Zeeland en wees op de liggii aan de Eendracht, waar men Eendracht samen wil zijn. Spr. deo een beroep op de waterschappen polders die nog niet bij den bon zijn aangesloten om mede samen werken. Notulen van de vorige vergaderin jaarverslag, rekening en verantwoo ding werden uitgebracht. De aftredende bestuurleden \l Kakebeeke en L. J. Simonse wenk herkozen, terwijl in de vacalui Marleveld werd aangewezen de hei J. Becu. Daarna hield de heer Ir. Wallan zijn causerie over Tertiaire wegen, Ir. J. P. Walland, hoofdingenioui directeur van den Rijkswaterstaat! Middelburg sprak daarna over „Ik ontwikkelt zich het vraagstuk vand verbetering der tertiaire wegen." Il« zich steeds uitbreidende motorverkct is volgens spr. de oorzaak, dat me terecht de noodzakelijkheid van ce naar de eischen destijds voldoend iit van hoofdwegen inzag. Door wegenbelastingwet en wegec fonds was voor de prijnaire en ss cundaire wegen een voorziening trolïen, maar voor de tertiaire wege werd niets bestemd en deze wenk voortdurend slechter ook door In voortschrijden der verbetering va het net van hoofd verkeerswegen. Spr. komt dan tot het rapport va dc Commissie ingesteld door de vei eeniging „Het Nederlandsch wegei congres". De commissie stelde ce tertiair wegennet vast lot een lengt van 6000 km. De commissie meend dat de opbrengst van de Motor- Rij wielbelasting als volgt moet worde besteed: 53.6% voor de primairt 33.7% voor de secundaire en 12.7°, voor de tertiaire wegen. De commissie wil dit deel vooni tertiaire wegen besteden en die wege dan in beheer brengen bij de pre vincies. De drie centrale landbouw organisaties vroegen 10% van <1 opbrengst van het wegenfonds bestemmen voor verbetering van i tertiaire wegen. Intusschen vervii het verkeersfonds het wegenfonds e nu wordt in de memorie van antwoor op de behandeling der begrooting va liet bedoelde fonds medegedeeld, een ontwerp voor een regeling Hu het verleenen van steun uit het fond voor de tertiaire wegen reeds aand Provinciale besturen is gezonden oo daarover hun meening kenbaar maken. Verwacht zal dus kunne worden, dat een regeling in een ver gevoraerd stadium van voorbereid in verkeert en dat binnen niet te lange tijd voorstellen door de regeering au de Staten-Ceneraal zullen worde gedaan. Naar aanleiding hiervan werdei vele vragen gesteld, die door dei inleider zijn beantwoord, waarbij di heer Kakebeeke er op wees hoe dl breede Watering door het aanbrengei van een teerpreparaat het onderhout zeer goedkoop was geworden. Spr drong aan dat de Bond naar cd dergelijk onderhoud een onderzoc zou instellen en dit publiceeren het orgaan. De voorzitter bracht dank aan Ir Walland. Hierna hield de voorzitter van til commissie benoemd door het bestuur mr. dr. R. W. Graaf van Lynden haar leven zoozeer over haar ge zege vierd had Hoe was het mogelijk dat de Squire dit niet merkte? IIe waren precies Gillians oogen, lie kastanjebruine haar O, met ieder seconde werd de gelijkenis treffender „Ik zag, dat deze brutale heks zier achter de boomen verschool en ii dacht, dat zij enkel gekomen \va voor een vrijerijtje met een van de grooms in den stal en ging daar ee: kijken. Toen ik terugkwam, zag i dat het étui leeg was. Van dat korit oogenblik, dat ik weg was, had zij gebruik gemaakt, om het medaillon te stelenKijk maarEn toen ik haar van den diefstal beschuldigde was zij nog brutaal genoeg, om vo te houden, dat het haar eigenden was. Haar eigendom En dit terwijl het gelaat van die arme GiJliai haar voortdurend aanstaarde." „Maar ik heb het niet gestolen Zoo waar niet! Het hoorde aan mij? moeder," snikte Gillian. En Mrs. Chetwyn wist, dat zij dl waarheid sprak. Met deze overtuiging kwam dl overweldigende vrees, dat na al (lil jaren, dat zij zich veilig had gewaand nu ten slotte toch haar zonde aai het licht zou komen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1936 | | pagina 2