Als de Hop bloeit ONZE FEUILLETON Leert de geschiedenis ons? EERVOL stander. Hitier, van de algemeene verwarring gebruik makend, zegt het Rijnpact op en Mussolini, door de nieuwe en nog grootere verwarring hetoogenblik gekomen achtend,stoort, zich in geen enkel opzicht meer aan de decreten van Genève. Ongeveer te zelfder tijd herstelt Oostenrijk zijn dienstplicht en de vrees in de Kleine Entente is groot, dat Hongarije weldra het voorbeeld zal volgen. Slechts Bulgarije schijnt netjes te zijn, alhoewel ook da&r stemmen opgaan om de beperkende vredesbepalingen te niet te doen en den algemeenen dienstplicht weder in te voeren. Of een en ander nog niet genoeg is, heeft de Turksche regeering besloten de noodige slappen te doen bij de Stalen, die het verdrag van Lausanne hebben onderteekend. om een herziening te verkrijgen van de clausules der conventie betreffende de zee engten, in overeenstemming met de eischen die door Turkije te Genève geformuleerd zijn. L)it in het kort, zijn de problemen, waarmee de Volkenbond zich in den komenden tijd heeft bezig te houden. Het eerst komt het Abessijnsche conflict op het programma, een maand later het Locarnogeschil. L)at de resultaten dier samenkom sten in niet geringe mate zullen af hangen van de welwillendheid tot onderhandelen der verschillende af gevaardigden, behoeft hier nauwelijks betoogd te worden, maar of zij een dergelijke gedragslijn inderdaad vol gen, is een andere vraag. Vele Fransche bladen wijzen er op, dat de publieke opinie in Engeland de verkeerde richting opgaat, waar door het Eden niet gemakkelijk ge maakt wordt. Het is bekend, dat een Er.gelsche minister, in het bijzonder de minister van Buitenlandsche Za ken, zich voor een goed deel aan de publieke opinie heeft te houden, welke soms lijnrecht in tegenstelling is met zijn eigen opvatting en over tuiging. Eden nu, ziet ongetwijfeld in dat het niet aangaat zonder meer de Duitsche vredesplannen te accep teeren, terwijl het Eugelsche volk bezeten is door een pro-Dnitsche stemming, waartegen het moeilijk oproeien is. De schuld van deze groeiende anti- Fransche gezindheid is in hoofdzaak bij Frankrijk zelf gelegen. Bang den steun van Italië te verliezen bij een eventueelen nieuwen aanvalsoorlog, kromt liet zich te Genève in allerlei bochten om het gedrag van Mussolini goed te praten, te zelfder tijd met een breed uitgewerkt vredesplan voor den dag komt en daardoor de ver warring. nog grooter makend. Deze ongerijmdheid heeft de Engelscben boos gestemd en men vraagt zich af, waar de beroemde Fransche logica van een Descartes is gebleven. Toch is de politieke houding der Engelsche bewindhebbers ook in groote mate hieraan schuldig, hetgeen wel heel scberp geformuleerd wordt door Churchill, die in het Lagerhuis ge zegd heeft: „Wij hebben Frankrijk bewogen een koers te volgen die niet ver genoeg ging orn Abessinië te helpen, maar vèr genoeg om Frank rijk en Engeland in onmin met Italië te brengen, en zoodoende Hitier ge legenheid te geven tot zijn stap van 7 Maart". Al deze factoren dragen er niet toe bij een gunstig resultaat van de besprekingen te verwachten. Volgens de Engelsche meening kunnen de lü) Naar het Engelsch. Dien heeft hij onterfd, omdat hij zelf een vrouw voor hem had willen kiezen, is 't niet'? Ja, ik was toen nog maar een kind, moet u denken, maar ik herinner mij nog, wat een opschudding het maakte, dat hij Noel verstooten had Heeft die nooit meer eenige poging in het werk gesteld, om zich met zijn vader te verzoenen'? Zou hij hem nooit meer eens ge schreven hebben Mrs. Chetwyn werd, zoo mogelijk, nóg bleeker en sloot de lippen vast opeen; toen zei ze, op stroeven, strak- ken toon „Als dit zoo is, dan heeft de Squire er toch nooit met mij over gespro ken." „Arme kerelIk mocht Noel graag lijden hij is altijd heel aardig voor mij geweest. Kort na zijn huwelijk is hij gestorven, niet waar'?" „Ik geloof twee jaar later." „Er was toch geen kind'?" „Neen, dan zouden wij er wel van gehoord hebben." sancties niet meer verscherpt worden, daarmee heeft men al te Jang ge wacht. Ongetwijfeld zullen zich com plicaties voordoen, welke de inter nationale spanning slechts zullen vergrooten en claarmede de kans op een uileindelijk resultaat kleiner doen worden. Het gaat den Abessijnen niet voor den wind. Wel is waar schijnen de Italiaansehe legerbeiichteu overdre ven te zijn en zelfs moeten volgens EngelschAbessijnsche oflicieele be richten de Italianen aan het Tsuna- meer in een allesbehalve gunstige positie verkeeren, maar de woorden door Mussolini gesproken, moeten toch wel een bepaalden achlergrond hebben, hetzij pen positieven of een negatieven. Verschillende voorzorgs maatregelen, door den Negus getrof fen, wijzen er echter op, dat die achtergrond positief is en dat de Italiaansehe overwinning in e n ver doorgevoerd stadium verkee: l. Italië zal dus geenszins hef voor nemen koesteren binnen het kader van den Volkenbond de vredesonder handelingen te openen. Als Badoglio spreekt over een volledige bezetting j van Abessinië, neemt Italië geen ge noegen met economische sancties. Vergrooting van grondgebied en uit breiding van het koloniale gezag zullen de eerste eischen van Italië i zijn. Onder de huidige omstandig heden zal met den Anessijnschen wensch, slechts te onderhandelen binnen het kader van hot Handvest, wel weinig rekening worden ge houden. Donker zijn de wolken, die zich boven deze kwestie samentrekken en het geheel ziet er niet naar uit, dat men een groot optimisme aan den dag mag leggen. Naar verluidt, zou de regeering van Italië aan het Engelsche ministerie van Buitenlandsche Zaken hebben gevraagd, of de Britsche regeering bereid zou zijn een geste te maken in overeenstemming met de openbare meening, in antwoord waarop Italië maatregelen zou kunnen nemen, om de spanning te verminderen. Zelfs spreekt men er van, dat Italië de vijandelijkheden dan zou sta/ken. Misschien opent dit verzoek van Italië nieuwe perspectieven, waarmee de Commissie van Dertieneenigszins rekening kun houden. In de Enkhuizer Courant komt een belangwekkeud artikel voor: „Hoe was de algemeene toestand voor 50 jaar" en in dit artikel geeft de genoemde courant weer, wat deze courant een vijftigtal jaren geleden over de toen geldende economische verhoudingen geschreven heeft. Het was op 20 Maart 1886. De toestand werd toen geschilderd op bijna dezelfde wijze als zulks nu geschiedt. Dezelfde klachten komen naar voren gebrek aan koopkracht, uitbreiding der productie, inflatie en valuta-zwakte in verschillende landen, „Ja, dat is ook zoo. Nu, ik moet gaan, Moeder. Maar, zooals ik reeds zei, tobt u niet over deze zaak er kan nog heel wat gebeuren in een week. Ik moet nu naar Londen voor den Squire." „Denk je, dat je vanavond terug zult wezen j „Waarschijnlijk wèl. Als ik 't niet meer halen kan, zal ik wel telegra- feeren." Jim boog zich over zijn moeder heen, om haar te kussen. „Wat ziet u bleek! IJ voelt zich toch wel goed?" „(j, ja, best. Ik heb enkel wat slecht geslapen." Even later zag zij Jim langs de oprijlaan wegrijden en zenuwachtig mompelde zij voor zich heen: „Ik heb ééns voor hem gezondigd. Ik heb vader en zoon van elkaar gehouden, dat hij de plaats van erf genaam zou innemen en hier eige naar zou zijn na den Squire en toen de dood intrad en mij hielp, dacht ik, dat ik mijn doel bereikt had, maar nu....? Zou ik dóór dien zoon zelf, voor wien ik gelogen en gesto len heb, gestraft worden voor die zonden Een tuinman ging voorbij en keek nieuwsgierig naar de lange, slanke gedaante, terwijl het hem opviel, zoo bleek als zij zag. Mrs. Chetwyn had dien blik opgemerkt en onmiddellijk werkloosheid door de mechanisatie, bezien natuurlijk binnen de normen, die toen golden etc. Zegt dit echter wat Veel en weinig! Veel om studie materiaal te verzamelen, weinig voor hetgeen de naaste toekomst ons zal brengen. Wat is in het algemeen de strek king van zulke artikelen Ten eerste om ons het verleden ie leeren zien, hetgeen zeer nuttig mag worden ge noemd. Maar ten tweede orn te zeg gen „Mensch, waarom wanhoopt ge? Na tijden van regen komt zonneschijn. De geschiedenis herhaalt zich. Vroe ger was rnen ook den wanhoop nabij en toch, hoevele jaren van ongekende voorspoed hebben wij niet achter ons. Wij hebben meer comfort dan vroeger... wij hebben een grooter overdaad van alles, wat ons leven kan veraangenamen en de gemiddelde inkomens, ook van de arbeidenden zijn hooger dan toen. Het peil der ontwikkeling is gestegen... de drank zucht is groottmdeels gebannen en het intellectneele peil der menschheid ligt op een hooger niveau. Waarom klaagt ge? Weest dankbaar en ziet met een gerust hart naar een mooie toekomst, die in het verschiet ligt." Die gevolgtrekking vinden wij ech ter niet juist. Om twee redenen. Eerstens omdat de levende gene ratie in de tijden van groote depressie het bijster slecht hebben en slechts wanhoop in hun hart kunnen voelen en tweedens omdat men uit de lessen der geschiedenis geen onjuiste gevolg trekkingen mag maken. Wat heeft de levende generatie aan misère? Immers de aarde wordt bevolkt door generaties; de eene komt, de andere gaat. Het is natuur lijk mooi, wanneer men zijn gedachten vestigt op het belang van de komende generatie, doch wij vechten, wat onze materieele behoeften betreft, nu een maal naar welstand. Het is een lijden, wanneer men zichzelf on zijn gezin niet kan brengen op een peil, dat men wenscht, alleen doordat de eco nomische omstandigheden zulks on mogelijk maken... dat men zijn kin deren niet behoorlijk kan doen opvoeden in het milieu, waar zij be- hooren en dat men geen voldoende i verzorging kan geven in tijden van ziekte Doch ook het trekken van een paralel voor de toekomst is niet juist. De wereld gaat naar een nieuwe structuur toê. De wereld rekent ech ter niet met jaren, niet met decennia, maar met eeuwen. Wat beteekent voor de wereldevolutie vijftig jaar Dat er in 1886 een analoge toestand heerschte als nu wil alleen zeggen, dat de krachten, die toen aan het werk waren ook nu aan intensiteit niet hebben ingeboet. Integendeel, dat zij juist aan intensiteit groeien. Toen was de wereld al onderhevig aan de schokken van denzelfden aard als nu. Misschien komen wij er ook nu weer overheen, tenminste de na ons komende generaties. Maar 1886 werd in 1914 gevolgd door een af zichtelijken wereldoorlog... 1914 was een culminatiepunt van hetgeen er in 1886, vóór 1886 en ook na 1886 aan het spoken was. Die verwording is echter met den wereldoorlog nog niet beëindigdintegendeel, zij is ernstiger geworden en de evenwichts- derstoring van het heden is feller van in 1886. Zal ook hier weer een culminatiepunt moeten komen of trad ze op hem toe en vroeg iets over de chrysanten en gaf orders, dat enkele van de mooiste bloemen zou den bewaard blijven voor het oogst feest. In plaats van door den hall het huis binnen te gaan, liep zij langs het terras. Toen ze voorbij de kamer van den Squire ging, keek ze eens door het venster. Mr. Payne stond met den rug naar haar toe, daar hij bezig was, de étui's weer in de safe te zetten. Eén stond er nog open daar lag het diamanten collier in, die straalde en schitterde op het wit flu weel. Het was bijna vier-en-twintig jaar geleden, dal zij 'm het laatst had zien prijken om den hals van de vrouw, die zij zoo fel gehaat had, de schoone echtgenoote van den Squire. Mr. Payne, die er zich in 't minst niet van bewust was, dat ieder van zijn bewegingen met de grootste be langstelling werd gadegeslagen, sloot het doosje en borg het weer in de safe. Hij duwde de deur dicht en keek toen naar de sleutels, die hij op tafel had laten liggen. Juist op het oogenblik, dat bij ze wilde opne men, werd er luide geklopt en Philips, de butler, verscheen in de grootste ontsteltenis. „Wel, wat is er?" riep de Squire barsch, daar hij het niet aangenaam zullen wij een uitweg weten te vin den voor de economische problemen, die in 1886 niet zijn opgelost, maar eerdei' verschoven Als er meer geproduceerd wordt dan kan worden verbruikt... wanneer de fouten blijven bestaan, die nu de maatschappelijke verhoudingen teis teren... dan wordt het telkens erger. Neen., de oplossing ligt niet in het denken van hetgeen was en het ho pen op een gelijke ontwikkeling uit de bittere noodeu als vroeger het geval geweest is, maar in het op sporen der basis-fouten en het weg nemen daarvan. Het is best mogelijk, dnt op een gegeven moment de zon weer gaat schijnen zijn de fouten echter niet weggenomen, dan zijn tegelijkertijd de wolken weer in de buurt, die de zon weer zullen gaan verduisteren. Daarom waardeeren wij artikelen, zooals de Enkhuizer Courant heeft gegeven, maar wij waarschuwen om daaruit hoopvolle conclusies te trek ken. Wij moeten -wij herhalen de fouten zoeken en eerst wanneer wij die gevonden hebben, zou er van verbetering sprake kunnen zijn. TUINKALENDER. Voorjaarsbloembollen. Begin April is steeds de beste tijd om voorjaarsbloembollen te planten. We beginnen maar rnet de gladi olen Er bestaan groot-bloemige soorten en klein-bloemige. De groot-bloemige worden geplant op afstanden van pl. m. 15 c.m., terwijl de bol minstens 7 c.m. diep moet worden gelegd. Een nadeel van de groot-bloemige soorten is, dat ze bij slagregen of storm dikwijls omvallen, zoodat ze als snijbloemen meestal bedorven zijn. Er moeten dus stokjes worden aan gewend als steun, en dat staat in perk of border niet erg mooi. Voor perk- of borderbeplanting is de gladiolus primulinus dan ook bij zonder geschikt. Deze klein-bloemige soort onder scheidt zich dooreen kleurenrijkdom, waartegen de groot-bloemige het eigenlijk af moeten leggen. Montbretia komt steeds meer in trek. Geen wonderhaar oranje-roode en oranje-gele bloemen aan fijn vertakte stengels, vormen een schitterende vaasvulling. De bolletjes worden niet zoo diep geplant als b.v. die van de gladiolen; een centimeter of 6is bier wel voldoende. De bolletjes komen 10 tol 12 c.m. uit elkaar te liggen. Lelie s worden heel diep gelegd, omdat de lelie's ook bóven den bol wortels maken. Lelie's verlangen veel zon, maar vragen eenige bedekking over hun wortels in den vorm van laag-groeiende kruipende planten b.v. Men kan lelie's dus ook goed planten te midden van lage heesters. De grond moet diep worden omgewerkt, en het bijmengen van een weinig oude, fijn verdeelde koemest is aan te bevelen. In natten grond verrot de bolop zulke plaatsen kan men de lelie's dus beter onder in een diepen bloempot planten. We besluiten met nog te herinne ren aan voorjaarsbloembolletjes als Klaver-Vier (Oxalis) anemonen en ra nonkels. Knolbegonia s werden reeds in Maart (uiterlijk begin April) in een kistje met scherp zand in de warmte ter spruiting gelegd onder glas (b.v. in vond, zoo opeens gestoord te worden. „O, Johnson laat vragen, mijnheer, ot u zoo goed wilt zijn, dadelijk even in den stal te komen De Grijze is er heel slecht aan toe! Hij heeft een beroerte gehad en Johnson meent, dat hij stervende is." Nu was de Grijze het paard, dat de Squire altijd bereed, en het was niet alleen zijn lieveling, maar ook een zéér waardevol rijdier, vandaar dat dit plotseling ziektegeval groote ontsteltenis had teweeggebracht onder de bedienden. De Grijze Heeft die een be roerte gehad En gisteren was hij nog zoo goed, als maar verlangd kon worden „Zoo'n beroerte komt altijd zoo on verwacht, sir." „Jawel, maar er is zeker achteloos heid in het spel. Waar is Johnson? Waarom is hijzelf niet gekomen?" „Hij is bij het paard, sir." „Is er iemand naar den veearls gegaan „Niet dat ik weet, sir." „Wat zijn jullie toch uilskuikens! Daar sta je nu met je allen om het arme beest heen, terwijl niemand er eens aan denkt, om naar dokter Parson te gaan." „Maar u hadt immers bq een vo rige gelegenheid gezegd, dat u dien niet meer hebben wilde En er is den broeibak of achter glas, s< zoodat ze eind Mei of begin Ju de perken kunnen worden uitgef Op dahlia's, die spoedig ku worden uitgeplant, komen we ii volgend nummer uitvoerig teru; zijn weer prachtige, nieuwe soo Na half April breekt voor moestuin de tweede periode aai tijd voor latere groentesoorten, voor boonen, staken, rijs, bieten enz. Tenslotte zij nog vermeld, dat) met het uitzaaien van bloemen nog kan wachten het gure weel de laatste dagen is weer 'n bJ dat de tweede helft van April en j Mei daar de beste tijd voor is. (Nadruk verbJ LIED VAN DE WEEK. DOOR GUUS BETLEM J,.| De Burgemeester van Harl na „eervol" te zijn ontslagen kortelings terecht, tezamen c gemeente-ontvanger, wegens i tering van een groot bedrag I gemeentekas... Eervol, was in vroeger dagen In dien goeien, ouwen tijd, Iets, om geurend rond te dragi Met een stempel: waardigheid!) Eervol was... na jaren werken f Voor het heil van Staat of staJ Waarbij niéts viel aan te inert) Rust, op 't verd're levenspad. Eervol was, een reeks van jarelr Onbesproken levensgang Eervol was... je éér bewaren lu bet heilig landsbelang Eervol waseen dankbetuiging! Voor het goede, steeds verrichf Eervol was... een diepe buiginw' Voor een ónverzaakte plicht! Eu we keken dan met achting!/ Naar den man, daar afgelost, Hij voldeed aan de verwachtinf11 Eervol ging bij van z'n post... li Maar de tijden werden slapperrJ En, men kijkt zoo nauw niet F 't Laatste nieuwtje bij den ka» Treft ons niet meer als... welef I Diefstal en verduisteringen Zijn aan d'orde van den dag, lin 't Zijn nu eenmaal van die d§ Alhoewel het dan niet mag! En wanneer een burgemeester lei Nu z'n plicht niet heeft gedaafio Blijkt dat geen bezwaar te wel h Om hem... „eervol" te ontslaan q Mogelijk! Maar in mijn oogenf'' Blijft een feit tenslotte een fei»11 Ik erken geen inededoogen 11) Zelfs in dezen slappen tijd En als élk daarmee gaat strijkfet „Eervol" wordt een ieders vriAoi HOE zal het verschil dan blijk» y Met degenen... die 't wèl verf te Ihi Wat er in April 1886 in lr Ier lek In de I. en Thoolsche Couraf00 3 April 1886 vinden we o.nif111 meld dat het Waterschap St. I land het vervoer van 300 m3 f1'1' houdsgrint opdroeg voor 49'/f Di per m3 aan Adr. Heijboer Mzlud In de jaarvergadering van grafenisbus werd door den hl Ie 1 geen andere veearts in de bu| „In ieder geval toch beter 1 bij gehaald, dan in het geheell Maar ik zal er zelf wel even men." In zijn opgewondenheid verf Squire de sleutels en volgde naar den stal. r Mra* Chetwyn wachtte, tot I luid vau de vertrekkende voetsf niet langer werd gehoord harde dichtslaan van de deur I dat de Squire het huis verlat! en toen duwde zij de deur o{feD trad, trillende van nieuwsgieifs-n het vertrek binnen zoo'n go»' Di legenheid, om het collier een»ruS: keurig te bezien zou zich niel De weer voordoen. Tot haar teleuifaar echter werd zij gewaar, dat hfe ct( waarin de ketting lag, was afgï'eu Ze kende den sleutel niet enfltv® er niet den tijd afnemen, otf "i te zoeken in den bos. fe^ Hoe vervelend!" ze in ziflen en toen viel haar oog op eenl0^. kyn leeren ét uitje, ïangwerwe'L vorm en met de initialen f "ij op den achtergrond; ze herk<fan doosje onmiddellijk. Het bev»let medaillon met het portret fntré overleden echtgenoot van denfl ST. en een haarlok. \een jree (Wordt vervlijk

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1936 | | pagina 2