De Bazar te Tholen. |tLi nog niet kan zeggen, dit moet nog bij Burg. en Weth geregeld worden. Zijn idee is om iederen v\inkelier wat te geven Dhr van Ast zou daar mee aceoord kunnen gaan. Spr vraagt hoe het is met de rioleenng achter gemeente woningen. Hij heeft A. van der Werfi daarover gesproken en die kan dit in orde maken. De voorzitter zegt dat A. van der Wei lï'het aan zou willen nemen, maar hij zou het liever in eigen beheer hou den en h^t laten doen door werk- loozcn. De lieer van Ast informeert dan nog naar het verzoek van het arm bestuur. De voorzitter antwoordt hieromtrent geen mededeeliug te kunnen doen, daar er nog een onderhoud moet plaats hebben. Hierna sluiting. Het heeft natuurlijk eenige beroe ring gew. kt, dat «le groot-verlofgan gers infanteristen en wielrijders onder dienst moesten worden gehouden. Niet vanwege het gevaar, waarin ons land zou verkeeren, want dat gevaar is uiterst gering. Doch van wege de menschen zélf. Met zou niet de eerste maal zijn, dat daardoor betrekkingen worden verloren of dat goede werkkringen hun zouden ont gaan. Er ligt daarin een tegenstelling. Mede werken aan het zeker stellen van have en goed van alle Neder landers en voor deze plicht in het algemeen Nederlandsche belang hun bestaanszekerheid te verliezen. Maar die tegenstelling is logisch. De werk gever heeft iemand noodig, liefst di rect. Zijn werkzaamheden laten wach ten niet toe. Daarom moet hij afzien van de krachten,die eerst later be schikbaar komen en dient bij aan te nemen, wat direct onder zijn bereik valt. Het is een faire geste van de Regeering om hieraan tegemoet te komen, o.a. door toe te staan, dat verlofgangers zich kunnen aanmelden ter vervanging. Dit geldt zoowel voor onderofliiecieren, korporaals dan wel voor de soldaten. Deze kwestie heeft natuurlijk ook moeilijke zijdon. Theoretisch zou men kunnen zeggen, dat een werklooze graag in militaire dienst zijn kost wil verdienen en daarbij nog eenig zakgeld kan ontvangen. Vooral wan neer het niet een langdurige ver plichting wordt. Want ook hij kan zich later weer doen vervangen, wan neer het lot hem gunstig is door een betrekking te verkrijgen. Doch hoe kan men ontgaan, dat hierin een bron van provisie jagen ontstaat? Er zullen verschillende zijn, die zich voor de vervanging laten betalen, zoodat het over het algemeen toch sobere loon nog wordt gedraineerd door het uitkeeren van de een of andere vergoeding. De betrokkene zou die vergoeding willen betalen, omdat hij een betrekking kan krijgen. Hij derft aan de eene zijde zijn voe ding en zij 11 soldij en aan den ande ren kant ontvangt hij zijn loon. Het is eeD rekensom, hoeveel hij van dit loon zal kunnen afstaan, hetgeen niet wegneemt, dat hieruit een soort van woeker zou kunnen ontstaan, die moeilijk te achterhalen zou zijn. De onderhandelingen in Londen geleid, dat ook de neutrale landen onderling hebben geconfereerd. Bij tus^chen de Locarno slalen en da leden van den Volkenbond hebben die coulerenties was ook Nederland door zijn gezant vertegenwoordigd. Er zou immers een nauw verband kunnen worden gelegd tusschen de Locarnoslaten en den Volkenbond en dan zouden de leden van dien Volkenbond ook indirect betrokken worden bij de zorgen van de Locamo- staten. Dit is uatuurlijk nimmer de bedoeling geweest. Dit bericht ont leenen wij aan de Telgf. Wij ver melden dit om te laten zien, hoe een zij het ouk logische afwijking van de zuivere neutraliteitspolitiek tot allerlei niet voorziene verwikkelingen aan leiding kan geven. De burgemeester van Breda, Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck is benoemd tot Commissaris der Koningin in Limburg in de plaats van wijlen Mr. E. O. J. M. baron van Iiövell tot Westerflier. Alhoewel Limburg na tuurlijk gaarne een Linjburger had gezien, «s de persoon van den heer van Sonsbeeck toch welkom. Hij is geen onbekende in de Zuidelijke Provincie. Er beslaat nog steeds eenige critiek op de oprichting van de pas opge richte lucifersfabriek in Weert. Van bepaalde zijden keurt men deze op richting af, gezien het feit, dat ons jand voldoende van lucifers kan wor den voorzien door de twee Neder landsche fabrieken van de Zweed- sche lucifers. Deze opinie wordt echter bestreden Men wijst erop, dat de concern-fabrieken slechts 40 der Nederlandsche behoeften kunnen voorzien en dat de rest moet worden geïmporteerd. Nu zal de Weertsche fabriek slechts '/8 van het totale Nederlandsche verbruik produceeren terwij dit gelijk staat met circa l/s van den totalen import. Uit deze cijfers zou men kunnen alleiden, dat het bestaan van de nieuwe fabriek alleszins gemotiveerd mag worden genoemd. De critiek gaat echter niet hoofdzakelijk naar deze fabriek uit. Het is natuurlijk een uitvloeisel van de antipathie, die in verschillende kringen bestaat tegen de industriali satie-gedachte met annex technisch- economische industriën en industrie- banken. Wanneer de oprichting van de Weertsche lucifersfabriek op deug delijke gronden zou kunnen woiden bestreden, dan zou dit tevens een deugdelijke critiek zijn op de geste van o:is eerste instituut in deze rich ting, de Limburgsche. Want aan dit initiatief is de oprichting der be- critiseerde fabriek ontsproten. De Mbd. schrijft o. a.„Dat tengevolge van do oplichting van de Weertsche fabriek eenige werkvermindering zal ontstaan bij de importeurs, is niet onmogelijk, maar de winst aan ar beidsgelegenheid door oprichting van een nieuwe fabriek is veel grooter dan het verlies aan arbeidsgelegen heid, dat ontstaat door het wegvallen van een imporlquantum, «lat een onderdeel zal uitmaken van het pro- ductiequantum der nieuwe fabriek." En dit zal het Ecouomisch-ïechno- logisch Instituut van Limburg wel grondig hebben onderzocht. Ex-Minister Mr. M. P. L. Steen- berghe heelt voor de Kath. Kiesver- eeniging in Roermond een rede ge houden over de economische positie van Nederland. Hij constateei t, zonder pessimistisch te willen zijn, in ons land nog geen vooruitgang, hij analyseert de werk loosheidcijfers, becritiseert de regee- ringspolitiek en zegt onder meerik besef de moeilijkheden der Regeering en hen dus soepel in de critiek, maar als men op een dergelijk punt van economisch beleid zoo nauw samen hangend met het economisch bestaan van Nederland van meening verschilt, is men verplicht, die meening naar voren te brengen. Hij brengt daarna ook in herinne ring het door Minister Oud gespro kene aan den maaltijd in de Industr. Club in Amsterdam. Wat hem het meest beangstigt is wat de Minister van Financien het dualisme in het regeeringsbeleid noemde dat men zelfs als stelsel propageert en dat het land naar den afgrond voert. Verder gaal Zijne Excellentie in op het bekende strijdpunt deflatie, consequente deflatie en devaluatie en waar consequente deflatie niet mo gelijk is, deflatie leidt tot het hier boven genoemde dualisme, rest ons alleen devaluatie als beginpunt van een opbouwende politiek. Hij staa't niet tegenover industrialisatie-pogin gen, maar in de eersteplaats is noo dig te komen tot een rentabiliteits- 'basis voor de bestaande industrie en de nieuwe. Bij het debat zeide Mr. Steenberghe nog, dat wij niet moeten hopen op een stabilisatie-conferentie. Wij moe ten zelfstandig onze houding bepalen en wanneer wij niet vroeger ertoe overgaan, zal Nederland op een we- reldstabilisatieconferentie z. i. niet meer de kans krijgen om nog te de- valueeren zooals ook Minister Oud zegt te willen. Wat als consequentie zou mede brengen, dat wij voor langeren tijd in de wereld concurrentie zullen zijn uitgeschakeld. Wij' krijgen de heffing op koffie van 12 cent per kilo ongebrand bij import. Zoolang deze heffing er nog niet is, wordt de koflie-import gecon- tingenteerd. Het netto-bedrag dezer heffing na aftrek der uitvoerings kosten zal worden besleed aan steun aan de Indische koffiecultuur, die hei zeer zwaar heeft vanwege de lage prijzen, welke er voor koffie kunnen worden gemaakt Men vreest achteruitgang van het verbruik en een nieuws belasting voor de minder bedeelde gezinnen, die over het alge meen veel koffie drinken. Ook de café's zijn ervoor beducht. Men vreest, dat men tot prijsverhooging van het kopje koffie" moet overgaan, alhoewel die vrees o. i. niet groot is, gezien de geringe invloed van de „koffie zelf" en den prijs van het kopje koffie Die kostprijs is toch hoofdzakelijk een verzameling van de hooge vaste lasten, die nu eenmaal op de café's drukken. Nederland krijgt derhalve weer een nieuw probleem naast het „versche kadetje aan het ontbijt" en wel „het kopje koffie in de café's". En om die problemen heen woeden de groote strijdvragen in de wereld. Gelukkig een land, dat nog aan zulke kleine dingen de volle aandacht kan besteden! Of is het juist een teeken van verval Dit laatste nemen wij helaas eerder aan. Aan de middenstandsproblemen wordt weer meer de aandacht gewijd. In den Bosch sprak Dr. van Muys- winkel over de vaste lasten in den middenstand in een buitengewone vergadering van den Bosschen Dio- cesanen Middenstandsbond en ves tigde de aandacht op het feit, dat deze vaste lasten slechts 2 a 3 uitmaken van de distributiekosten, die op gemiddeld 34 van den omzet kunnen worden gesteld. Met welke con clusie wij niet kunnen medegaan omdat hij slechts spreekt van den directen in vloed der vaste lasten op dien midden stand. Indirectzijn de vaste lasten aan wezig in alle prijzen, zoowel van de goederen,die de middenstand moetdis- tribueeren en die hij dus hooger moet inkoopen... van de diensten, die hij vei langen moet om zijn werk te kunnen uitvooren etc. Bovendien is de winstmarge van den middenstan der in deze tijden uiterst gering (om van verlies in vele gevallen niet te spreken) zoodat een post van 2 a 3% van de distributiekosten niet mag worden weggecijferd. De K. L. M. gaat verschillende binnenlandsche lijnen opheffen ter bezuiniging. Dit was te voorzien. Een klein land als het onze met relatief kleine afstanden leent zich niet voor binnenlandsche vliegdien- sten. Deze kannen nooit loonen. Voor enkelen is dit een teleurstellinghet algemeene belang echter wordt er niet door benadeeld. THOLEN, 27 Maart 1936 Vrijdagavond hield de afd. Tholen van het Groene Kruis in de boven zaal van den heer A. Engelvaart onder voorzitterschap van dr. P. J. Duinker haar algemeene jaarver gadering. De notulen van de vorige ver gadering worden ongewijzigd vastge steld. Naar aanleiding van de notulen vraagt de heer Ornee hoever het thans staat met de ziekenhuisver- pleging. De voorzitter antwoordt dat door een ongezonden naijver der vereeni- ging deze zaak nog niet voor elkaar komt, want op verschillende plaatsen zijn nu reeds vereenigingen opgericht. Ook is de geloofskwestie een groote moeilijkheid, omdat het aantal leden groot moet zijn voor een degelijke vereeniging. De heer Ornee bepleit het nut van deze vereeniging en dringt er op aan dat het Groene Kruis in deze toch paraat zal blijven, hetgeen door den voorzitter wordt beloofd. Uit het verslag van den penning meester blijkt dat er een winst is gemaakt van 416 cent. Het saldo van de hoogte zon was f163. Op advies van de commissie tot het nazien der rekening wordt deze goed gekeurd en de penningmeester ge dechargeerd en dank gebracht voor zijn accuraat werk. Uit het jaarverslag blijkt dat de vereeniging op31 Dec. 1935 612 leden telt, dat er 219 uitleeningen van het materiaal heeft plaats gehad en dat de wijkzuster voor wijkverpleging 90 gezinnen met 97 patiënten en 6173 bezocht en voor T B.C. 15 gezinnen met 15 patiënten en 204 bezoeken heeft gebracht. De verslagen van de wijkzuster en den magazijnmeester worden ter in zage gelegd. Tot bestuursleden worden met bijna alg. stemmen herkozen de heeren D. H. van de Velde en J. J. Kramer, die beide hun herbenoeming onder dank voor het weder in hen gestelde vertrouwen aannemen. De begrooting voor 1936 wordt vast gesteld in ontvang en uitgaaf op f2620.— Na de pauze hield de heer ir. ITol- leman uit Veere een causerie over de melk en andere zuivelproducten als volksvoedsel. Hij begon te vertellen dat deze voorlichting een uitvloeisel was van de Rijkscrisis-organisatie, welke eerst centraal vanuit Den Haag nu meer gewestelijk als Zuivel-propaganda termen werkte en ten doel had te laten zien wat de zuivelproducten voor een volk kunnen beteekenen. Na een korte inleiding over het menschelijk organisme zei spreker dat voor den groei en de instandhouding van den mensch evenals voor alle levende wezens zoo plant als dier voedsel noodig is, Dit voedsel dient, naar de scheikundigen uitmaakten, te bestaan vojr de.i mensch uil kool hydraten, vetten, eiwitten en zouten. Koolhydraten te verdeelen in de oplosbare suikers en de onoplosbare zetmeelsoorten, welke laatste voor het spijsverteeringsproces weer in op losbare suikers worden omgezet. Suikers zijn niet alleen de kristal suiker zooals we die in ons kopje thee doen, maar ze komen ook voor als vruchtensuiker. Daarnaast de vetten, in de eerste plaats de boter. De eiwitten, welke men zich moet denken als het ou- gestolde wit. van een ei, waarin voor het eerst eiwit is aangetoond en waar aan deze groep van voedingststoffen hun naam ontleenen. En dan de zouten welke er als kalk voor den opbouw van ons organisme nood zakelijk zijn. Maar al deze dingen zijn te samen niet in staat om ons lichaam in stand te houden, evenmin om groei te verkrijgen, zooals uit dierproeven is gebleken. Uit verschillende onder zoekingen, waarvan liet begin nog niet zoo heel lang achtor ons ligt, is gebleken dat voor groei en instand houding absoluut noodzakelijk zijn de z.g. vitaminen, „levenseiwitten" welke op zichzelf niet als voedsel dienen maar a. h. w. ons gewone voedsel tot z'n recht laten komen. Spr. vergeleek dit met het bouwen van een huis Hiervoor zijn steenen noodig, welke uit klei gemaakt worden. Maar die klei moet gebakken worden in het vuur. De vitaminen nu vervullen voor ons voedsel de rol die het vuur speelt voor de bouw- steenen van het huis. Van die vitaminen nu zijn er al vele bekend, welke men met de letters van het alphabet aangeeft dus vita mine a, vitamine b. c. d. enz. De eene vitamine regelt nu in ons lichaam b.v. den groei, weer een andere de beenvorming enz. Het best blijkt dit wanneer men jonge ratten voedsel geeft waaraan één of meerdere vita minen ontbreken. Ze groeien dan slecht krijgen Etigelsche ziekte enz. Melk nu is een voedsel dat vele vitaminen bevat en als zoodanig is melk voor ons leven absoluut onont beerlijk. Wat zou er van liet jonge individu terecht komen als er geen melk was Hetzij van moedermelk voor het kind, koemelk of welke melk dan ook. Geldt dit voor de volle melk, ook de karnemelk bevat toch nog altijd, behavle het vet en vitaminen, eiwit en zouten. Terwijl de vette kaas natuurlijk op hooger voedselgehalte staat dan de magere kaas, is toch deze laatste nog een uitstekend voedsel. Welke narigheden ervan komen als een volk z'n zuivelproducten uitvoert, en zelf te weinig krijgt is in den wereldoorlog in Denemarken gebleken, waar door de veel te groote uitvoer de Engelsche ziekte sterk is toegenomen, en na den oorlog weer langzamerhand verminderd. Melk en alle zuivelproduclen zijn, gezien hun uitmuntende- hoedanig heden als een goedkoop volksvoedsel te beschouwen. Een en Ander werd door lantaarn plaatjes verduidelijkt. Men kon, wat al zeer sterk sprak o.a. een plaatje zien van een tweeling, beide achter lijke kinderen uil Weenen waarvan het eene op een andere plaats ter verpleging opgenomen en gevoed met vitaminenrijk voedsel na een half jaar er oneindig veel beter uitzag dan haar broertje, dat dit voedsel niet kreeg. Van de gelegenheid tot vragen stellen werd geen gebruik gemaakt wel een bewijs dat de spr. zeerduidelijk en bevattelijk is geweest. Zelf zeide hij nog dat bij spreken voor een publiek van dames de kwestie van melkgebruik en* slanke lijn steeds op de proppen komt, waarop hij dan antwoordt dat de slanke lijn heel wat meer gebaat wordt door het nalaten van snoeperijen als koekjes, bonbons enz. dan door het nalaten van twee glazen melk per dag. Vóór één ding moest spr. nog waarschuwen en wel dithet gebruik van ongekookte melk kan met één slag al het goede van de melk ver nietigen, omdat in melk soms voor de gezondheid heel gevaarlijke bacte riën voorkomen, welke door koken onschadelijk worden gemaakt. Het koken dient echter oordeel kundig te geschieden niet langzaam koken en lang doorkoken, maar snel en als de melk kookt, direct van het vuur af en snel afkoelen. Dan gaat het gehalte aan vitaminen niet noemenswaardig achteruil. De spreker werd met luid applaus beloond. Woensdagmiddag vier uur haddei zich lal van belangstellenden naaf de U.L.0 School begeven om opening van de bazar die geboudel wordt tot instandhouding van def molen, mee te maken. Hot geheele damescomité, ondtj voorzitterchap van mevrouw Dekkeri van Dost met hunne helpsters ware! vanzelfsprekend aanwezig. Burgemeester van der Hoeven wJ zoo welwillend geweest otn deze Baza| te openen en sprak alsvolgt „Dames en Heeren! Morgen zal het juist 260 jaar gi leden zijn dat de eerste steen geiet werd van den molen „De Hoop" ij onze gemeentewandeling. Dat zeggen dat men toen een aanvan| maakte met in de plaats van di reeds bestaanden houten standaari molen een steenenmolen met gaai derij te stellen. Zonder onze voorvaderen ook ma; eenigszins te kort te doen mag ik j toch wel op wijzen dat het doel d; zij wilden bereiken met den bom van den molen ongeveer in zij j huidige gedaante, zeker niet is I weest het verhoogen van het natuui schoon van onze stad. Waar, zoo; i de heer van Dijk in de Thoolscfj Courant van Vrijdag jl. heeft schreven, de molen »De Hoop" ei banmolen was, een molen dus mt maaldwang waar de in- wonenden verplicht waren hun graalV te doen malen, was de molen vot het toenmalig stadsbestuur een bi' van inkomsten en het spreekt van zi dat men onder die omstandighedi wel wat kosten wilden maken, zela als men wist dat de kosten ook zoudi worden goedgemaakt. Uit het interssant en lezenswaai artikel van den heer van Dijk dat zoo juist noemde hebt U bovenditjve kunnen lezen dat de voortschrijden! techniek grootdeels oorzaak is worden dat het molenaarsbedri zonder daarvan gebruik te makel op den duur minder loonend moe|gt worden. Verschillende andere oorzaken ik op het oogeublik voorbij omd] de door mij genoemde in commei een belaugrijke oorzaak is gewei voor een mogelijke ondergam den molen j»De Hoop". En men kan een molenaar die de eerste plaats als ieder gezinshoo|ü,J te zorgen heeft voor zijn gezin absoluut geen verwijt van maki wanneer hij de exploitatie van zi bedrijf zoo goedkoop mogelijk trai in te richten. Hij wordt daartl trouwens in de tegenwoordigen ti| door de alom zich gelden latenj moordende concurrentie gedwori Zoo behoeft het niet te verwonder] dat de heer Dorst, toen het vor jaar de bliksem een der wieken vj zijn molen vernietigde het plan oi wierp de rnulen le onttakelen Zooals ik daar straks echter merkte onze voorvaderen hebben 1736 de molen van steen opgei rokklvei' omdat de toenmalige eigenaars, I"80'1 stadsbestuur, daarin voordeel zaL Thans is het echter juist andersi de eigenaar van den molen ach) het zijn belang om den molen onttakelen, maar de burgerij vj Tholen wil daarvan in groote mei derheid niet hooren en wenstht een oogpunt van schoonheid en sij lijk beid de molen van onze stad gerept te bewaren. Omdat ik wel wist, daler in Thol nog prijs wordt gesteld op geschiet nis en op schoonheid en monumt en natuur heb ik met enkele heeileve' overleg gepleegd, hoe de belatiti' 211 van den eigenaar van den molen die voor de burgerij in goede bj monie konden worden gebracht, resultaat is geweest dat de fanij Dorst een belangrijke som hi toegezegd voor de restauratie den molen en dat van de burg] een offer zal worden gevraagd, ter de Vereen. De Hollandsche Mo] officieus eveneens bereids een bijdi beeft toegezegd. Op ons verzoek heeft een aai Dames zich bereid verklaard d| een bazar te trachten het aan1 van de burgerij in de restaur kosten te verzamelen. Wie eenigsz van nabij heeft kunnen nagaan een moeite, zorg en kosten dames zich tot op dit oogeublik r hebben getroost om een bazaij maken, die er zijn mag, die sti van harte met mij in, wanneet het damescomité en haar helpsj en helpers, reeds nu een woord oprechten dank breng voor ai getoonde toewijding. En wilt gij inderdaad loonen, ge waardeering hebt voor den ai'®veel van de dames, die zich geheel ierdei langeloos hebben opgemaakt oroing h [dar 111 u eei ir t ric Igte ku hmt |dhe eb iterl lisee r ei win •dti v ka Sti oe ist k aak gev tule vai tree tjn e an ker "g [olkii wa e vj j en, jr he urge bee ver te d 'ken vert oude

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1936 | | pagina 2