WAARIN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT 5iiidb*MïSfkl'S NIEUWSBLAD VOOR HET EILANC THOLEN Moed gehouden Vrijdag 3 Januari Drie en vijftigste jaargang Zondagsblad S^franco Tholen, PoorHiet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annalanc en Oud-Vossemeer UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - LOSTREK. 1043 De kleine boeren. k tJ ll 1 1 ggspü] COURANT per post ƒ1,65 -f- 15 ct. disp. kosten. Advertentiên van 1 tol 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 175 ct. Grootte der letters naar plaatsruimte. BIJ abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Een Arabisch spreekwoord, zegt dat „in de dagen der gelukkigen de zon en de maan elkaar spoedig ont moeten", d w.z. dat zij snel voorbij gaan. Doch ouk voor de minder ge lukkigen gaan de dagen dikwijls snel voorbij soms ook veel te snel. Ondanks de ongunsl der tijden rijen de dagen zich tot weken, de weken tot maanden en eer wij er op verdacht zijn, staan wij aan het einde van weer een jaar. Crisis, economische nood, depressie, deze onheilstiohlers trekken zich niets aan van onze nooden. Zij vervolgen hun loop, onverbiddelijk,onweerstaan baar. Als wij achter ons zien, zullen de meesten onzer dit met een zucht doen. Misschien een zucht van verlichting, dat dit tenminste weer achter den rug ismisschien ook een bange zucbt voor de toekomst, waarvan niemand weet of zelfs ook maar kan vermoe den, wat zij ons zal brengen. Die zucht van verlichting bij het overdenken van de misère, die voor zoo ontelbaar velen onzer achter ons ligt, is volkomen begrijpelijk en mag dan ook zeer terecht worden geslaakt. De tijden zijn er niet naar geweest, om ons vroolijk te stemmen inte gendeel 1 Laten wij echter niet het jaar, dat voor ons ligt, óók al met een zucht ingaan. Denken wij liever aan het woord van Heinrich Heine Herz, mein Herz, sei nicht beklommen Und ertrage dein Geschick; Neuer Frühling gibt zurück Was der winter dirgenommen I (Hart mijn hart, wees niet zoo be drukt en draag Uw loteen nieuwe Lente geeft terug, wat de winter U heeft afgenomen I) Volgen wij het woord van den dichter en beschouwen wij het afge sloten jaar met zijn nooden en na righeden als de winter, dan ligt voor ons het nieuwe jaar, verpersoonlijking van de lente, met haar heerlijke be loften van nieuwen groei en bloei, die ons zullen schadeloos stellen voor het geleden leed, dat wij van ons zullen afschudden en zullen trachten ie vergeten, want niets is meer ver keerd dan oude wonden open te halen. ".ten wij ons verheugen over wat is, e.i vergeten wat wij geleden hebben. Laten wij dan al geen volgelingen züa van Coué toch ligt er een heel goed, zeer gezond denkbeeld ten grondslag aan zijn methode om zich steeds voor te houden, dat het al „beter en beter" gaat. Het behoedt ons er voor, ons onder te dompelen in een zee van zelfbeklag, waarin wij ten laatste om bij het beeld te blijven het hoofd niet meer boven water zouden kunnen houden. Moed verloren, al verloren! Wie onzer is het daar niet roerend mee eens? Hoe donker de toestand zich in vele opzichten laat aanzien, toch zijn er nog verschillende licht punten op te merken voor hem, die er niet moedwillig de oogen voor sluit. En waarom zou nu juist niet dit jaar het keerpunt kunnen vormen Waarom zouden wij die mogelijkheid geheel moeten wegcijferen Niemand onzer kan in de toekomst lezen; ook wij niet. Maar dit-eene zien wij toch in de toekomst, dat wij er niet anders dan bij kunner winner, -door ze met moed, hoop en verbou wen in te gaan. Wij zeggen l.,el mi„ nister Colijn in zijn radio-', de na: wij hebben nog veel zwaardóre tijden beleefd dan thans, en toch er doorheen gekomen. 1 zijn wij Maar dat zal ons oneindhg zwaai vallen, als wij het hoofd rnoedeloos 'aten hangen en bij voork eur jere- lieeren over de crisis. Zijl ,js ör nu t-jnmaal; doch als wij de. (1 str»id er tegen oppven, ons willoos op haar golven laen meedrijven naar de draaikolk van de wanhoop, waaruit redding bjna is uitgesloten, dan zullen wij haar jok nooit overwinnen. Daaronjmet frisschen moed en volle zeiltn voorwaarts, vol verwach ting de lekkende lente die voor ons ligt, tegemoet 1 (Nadruk verboden.) PLANNEN 'TOT HERSTEL VAN HET ECtNOMISCHE LEVEN. De stroom van litteratuur omtrent de maatregelen, die wenschelijk zou den zijn 'oor economisch herstel, houdt ononderbroken aan. Er is geen sprake vai, dat iemand in de gele genheid zot kunnen zijn om alles te lezen, wat jp dit gebied wordt gepu bliceerd. Mij willen dan ook slechts een enkel werk onder de loupe nemen, niet omdat het. zoo bijzonder goed is, maar omdat het naar onze meening zoo duidelijt de consequenties geeft, waartoe ieccre steunpolitiek op den duur zal mteten leiden. In een koekje met de bescheiden titel van Nitionale Ekonomie geeft ir. Wolterfceek zijn meening over verschillende queslies, die met de crisisbestrijding samenhangen. Zooals bij alle vertlaringen van het crisis verschijnsel s ook in dit boek de ver klaring onvolledig en gedeeltelijk foutief Het crisisverschijnsel is nu eenmaal zoo gecompliceerd, dat men geen bepaade hoofdoorzaken kan aanwijzen met verwaarloozing van andere factoien, zonder een verdraaid beeld van dt werkelijkheid te geven. Daarbij komt, dat de heer Wolter- beek een scheiding maakt tusschen kapitaalintensieve bedrijven en ar beidsintensieve bedrijven, die hij dan gelijk stelt met industriën ter pro ductie van machines en met indus trieën ter productie van verbruiksgoe- deren. Deze verdeeling klopt niet met de werkelijkleid. De textieliidustrie is b.v. zeer ka pitaalintensief en door technische verbeteringen zijn er hoe langer hoe minder arbeiders in die industrie noodig. Toch worden verbruiksgoe- deren vervaardigd. Evenzoo kan men volop voorbeelden aanhalen van in dustriën, welle machines produceeren waarin juist naar verhouding veel arbeiders werkzaam zijn en die dus zeer arbeidsintensief moeten worden genoemd. Wanneer de heer Wolterbeek dan ook de oorzaak der crisis hierin zoekt, dat de kosten in de bedrijven van vei bruiksgoederen niet voldoende ge daald zijn onj gelijken trek te houden met de kostenverlaging in de kapi taalintensieve bedrijven, dan gelooven wij, dat hiertegen vele gegronde aan- merkingf zijn te maken. Niet echter om deze theoritische overwegingenvestigen wij de aan dacht op zijt! boek, maar om zijn prac tische voortellen. Want, ofschoon de lieer Wolterbeek liberaal is, komt hij toch niet tot de bekende conclusie, die de groole iiberr.le bladen tot vervelens toe reeds hebben getrokken, dat dan maar de loonen omlaag moeten, waar na alles terecht zal komen. De heer Wolterbeek ziet zeer wel in, dat hoogere loonen grootere koopkracht beteehenen, en dat deze grootere koopkracht ook noodig is, wanneer ons volk de producten van eigen boden) en van eigen industrie voor een belangrijk deel zal moeten ge bruiken. Zeer juist is zijn opmerking dat een lager levenspeil voor ons land zou be'eekenen, dat wij meer moeten e.xp, oren om ons bedrijfs leven gaande houden, en waar kan die. e>po;t w";den geplaatst? Dete libeialè schrijver wil dan ook het levensniveau in ons land hand- have en stelt daartoe voor ook voor eet bedrijfsleven buiten den landlbuw eei soortgelijk fonds als het i idbouwcrisisfonds te stichten, waai: dit fmds dan kan worden opgenomen. Evenals bij het Land- bouwcrisisfonds moeten de export- verliezen op de industrie dan ook uit die gelden worden bestreden door subsidies, ook het Werkfonds zal hierin moeten worden opgenomen en de nieuwe kapitaalsuitgaven zullen eruit moeten worden bekostigd, enz. Wat de crisis in het bouwbedrijl betreft wordt voorgesteld om op groote schaal oude en minder goede woningen op te koopen en te sloopen en deze door nieuwe, betere woningen te vervangen. Het klinkt allemaal heel eenvoudig en het pleit ook voor het sociale gevoel van den schrijver, dat hij dergelijke oplossingen voorstelt. Het is ook, naar onze meening, het logische gevolg van de handhaving van den gouden standaard door ons land. Wil men de munteenheid niet aan de groote ons omringende landen aan passen, dan zal die aanpassing door exportsubsidies verkregen moeten worden, en wel door subsidies over de geheele lijn. Wat evenwel in de beschouwingen van den schrijver ontbreekt is een berekening van de kosten. Wij weten dat het Landbouwcrisisfonds een jaarlijksche begrooting van over de '200 millioen gulden heeft. Wij weten dat het werkfonds ongeveer een 100 millioen gulden per jaar verlangt. Wat zal een dergelijke subsidie voor onzen exportkosten in industrieel opzicht, en waar zullen de bedragen vandaan moeten komen, die hiervoor noodig zijn? Natuurlijk uit heffingen in het binnenland op de industrieele producten, gelijk die thans op land bouwproducten bestaan. Denkt men dit alles door, dan blijken dergelijke plannen toch verschillende minder aantrekkelijke zijden te hebben, en dient men te overwegen, of er geen andere uitweg bestaat. De Regeering w:: tegemoetkomen in den nood van d i kleine boeren, die weliswaar hun deel krijgen uit het landbouwcris - ends, doch welk deel over het algemeen onvoldoende is om hen uit de zorgen te halen. Zelfs komt het menigmaal voor, dat zij per saldo me r moeten betalen dan zij ontvangen door duurder vee- voei duurder kippenvoer, etc. Zij zullen nu een uitkeering ineens uit het Landbouwcrisisfond ontvangen, waardoor zij in staat gesteld worden ■om befrijfsbenoodigdfeden aan te schi.lïcn. Ontegenzeglijk een verheu gend geste, want het is een natio naal belang, dat deze menschen op hun erf kunnen blijven en niet moe ten worden overgeleverd aan de steun of aan de werkverschaffing. Gok verschillende kleine tuinders ,zu' n op die wijze worden geholpen. et is echter de vraag, of dit af- do- nde .enoemd mag worden. Als tijdelijke maatregel is er niets tegen •te zeggen als afdoende steun echter mag deze gift want meer dan een gift kan het niet worden ge noemd, daar de uitkeeringen zullen varieeren tusschen f 25 en f 30 per bedrijf niet worden beschouwd. De kleine boer houdt over het al gemeen wat varkens, kippen, hier en daar een enkele koe. Hun bedrijfjes zijn over het alge meen gevarieerd het zijn hardwer kende menschen die een uiterst sober leven leiden. Wanneer zij niet te veel aan banden worden gelegd, zul len zij den nood der tijden wel kun nen overleven, vooral wanneer het hun niet lastig gemaakt wordt met hun hypotheekschulden of hun pacht. Het is natuurlijk de vraag, welke plaats de commissie van Loon deze ideine boeren laat innemen. Kunnen zij eenigermate buiten het landbouw- crisis-beleid worden gezet door teelt en andere regelingen voor hen uit te schakelen Dit zal moeten worden afgewacht het lijkt ons in llen [eval wensche lijk en tevens niodzalclijk. dat zij, als aparte cateprie net zoo sterk uiteenloopende lelan^n, niet in het algemeene kadeiworien opgenomen. Trouwens dat is o. i|de fout in de leidende gedache, nergelegd in de landbouw crisis maqregelen. Alles wordt over één kan| geschoren en veel te weinig worc rekening ge houden met de stejie individueele verschillen. Onze Regeering beft zich te veel ingesteld op dei st^n aan .den ak kerbouw; zij heeft ptraebt de vee teelt en de varkesfokkerij in te dammen, omdet dfr een export overschot bestaat, at moeilijk kan worden geplaatst e waardoor sterke prijsdalingen zijn ntstaan, geheel onevenredig aan dikoslen van het Nederlandsehe levisonderhoud. Daarin is een van dering bezig zich te voltrekkende verschillende crisismaatregelen, de groote landen genomen, gingen brekkelijk paaalel. n.1. uitbreiding vahet tarwe-areaal en inkrimping den veestapel. Door een samenlcö van omstandig heden (droogte, oflogspsychose) be gint zich een vet! kort in de wereld te manifesteeren wat o. a. ook in Duitschlarid naa voren komt en waardoor onze egeering in slaat geweest een nietnvoordeelige han- delsovereenkomstjnel Duitschland te sluiten. Kan dit geen inleiding worden om aan de kleinboeren wat meer bewegingsvrijheite geven? Zij hebben henard noodig. Nu is het waar, dat ei uitbreiding, die voor eiken klaen boer gering is, door de massa izer boeren groote afmetingen zal jan aannemen. Doch het zou ons nioverwonderen, wan- nLerde vraag ni onverwacht stt en dan heeft vetten naar vleesch zal gaan oploopen land bij zijn kleine boeren een resfe, welke zou kunnen «1 ik De Jederlandsche Roode Kruis-ibulance aangekomen te Aiis Abeba. Broeit er weer ts op Curapao On- aangeme herinneringen aan een v<g avontuur in de West. Het ieuwe handelsverdrag met uitschland in kannen en kken. Uitkeering aan noodlende kleine boeren en tuinde Het Amsterdamsche hakeruisvlag-incident. De ambu(ce, uitgezonden door het Nederlauche Roode Kruis, is te Addis Abe1, de hoofdstad van Abessyniëaq'ekomenen melgrooten bijval ontvjgen. Zooals bekend, heeft de exjlitie in opdracht, zich ter beschitng te stellen van de Abessijnschjregeering, zoodat nog moet wordaafgewacht waarheen zij zal worden idirigeerd. Tengevol; van een ongeval heeft een der asen, Dr. Delmonte, een enkel gebrpn. Zijn toestand is even wel niet erlig en dr. Delmonte heeft dan ook ct zijn collega's de reis naar Addi&beba volbracht. Waar schijnlijk éter zal hij wel genood zaakt zijii eenige weken in deze laatste pits te blijven en eerst later de akulance volgen. Het is q groote voldoening voor het Nedèndsche volk, te weten dat deze peditie in het belang van gewondenen zieken, zoowel aan Abessijnsp alsaan Italiaanschezijde, op de vj'loopige plaats van haar bestemmj is aangekomen en eer lang zichan de vervulling van haar menschliende taak zal wijden. Op eepeel anderen hoek van de wereld ishans eveneens de aandacht van Nedfand gericht, doch om ge heel andere redenen, nl. op Curapao Na het overlijden van den President van Venezuela hebben verschillende van zijn familieleden er de voorkeur aangegeven zich voorloopig neder te zetten in onze kolonie Curapao, ten einde daar het einde af te wachten van de onlusten, die in Venezuela zijn uitgebroken. Aangezien de mogelijkheid niet is uitgesloten, dal de opstandelingen hun actie eventueel zullen uitstrekken tot Curapao men herinnert zich, dat men daar reeds eenmaal een avontuur van dien aard heeft be leefd, waarbij de toenmalige gouver neur nu niet bepaald een schitterend figuur heeft geslagen neemt men ditmaal bij voorbaat maatregelen. Weliswaar schijnt voor een over rompeling geen vrees te bestaan, omdat men op het eiland over de noodige militaire politie en mariniers beschikt, alsmede over het flottieltje- vaartuig „Johan Maurits van Nassau" doch voor alle zekerheid wordt te Rotterdam toch een contingent mariniers gereed gehouden, om op het eerste sein naar Curapao te vertrekken, indien deze versterking nuttig wordt geoordeeld met het oog op de verdere ontwikkeling van den toestand. Het is intusschen te hopen, dat hun hulp niet noodig zal blijken, om de orde te handhaven. Het handelsverdrag met Duitsch land, dat al geruimen tijd in den pen was, is thans tot stand gekomei ,,H t. is gunstiger dan het vorige. v In dit verdrag is, wat betreft de afzet van Nederlandsehe landbouw producten in Duitschland (vooral boter, kaas en eieren) een rege ling getroffen, die voor het jaar 1936 een hoogeren afzet mogelijk maakt dan in '1935. Hierbij dient evenwel dadelijk te worden opgemerkt, dat hoewel de hoeveelheid boter, kaas, eieren en melkproducten, welke Duitschland van Nederland zal be trekken, in 1936 grooter zal zijn, de prijzen daarentegen lager zijn ge worden. Het komt derhalve hier op neer, dat de uitvoer in deze artikelen wel zal stijgen, doch dat de opbrengst dezelfde zal zijn, als voor het lagere kwantum,datin I935werd uitgevoerd. Nu waren de prijzen, in 1935 door Duitschland betaald, niet zoo slecht doch het bleek niet mogelijk ze op' dat peil te handhaven, omdat men anders gevaar liep, geheel van de Duitschemarkt te worden verdrongen. Het was van des te meer belang, de de Duitsche markt voor deze artikelen te behouden, wijl de Duitscheregeering zich, tengevolge van betalingsmoeilijk heden, in den loop van 1935 ge noodzaakt had gezien, den invoer vau boler, kaas, eieren, spek en groenten vrij aanzienlijk te beperken. Voorts zijn verschillende Duitsche invoerrechten en wederzijdsche con- tingenteeringsbepalingen in gunstigen zijn herzien. De nood der ideine boeren en tuinders heeft de aandacht der regeering besloten is, voor de kleine boeren uit het landbouwcrisisfonds een uitkeering ineens te verstrekken, varieerend van 25 tot 30 gulden per bedrijf. Met de voorbereiding van de uitvoering van dezen maatregel zal noodzakelijkerwijs eenige tijd gemoeid zijn, doch men neemt aan, dat de uitkeering zal kunnen plaats hebben in Februari. In bepaalde streken van het land verkeert een groot aantal tuinders in moeilijkheden, als gevolg van misoogst, e.d. waardoor zij slechts een zeer geringe hoeveelheid groenten lei' markt hebben kunnen brengen. Als gevolg hiervan misten zij niet alleen de inkomsten van de opbrengst dier groenten, maar ook den toeslag die luidens de crisisbepalingen daarop moet worden gegoven. Ook in deze gevallen is het nood zakelijk, de helpende hand te bieden,

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1936 | | pagina 1