VAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
w
'1
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
Vrijdag 14 December 1934
No. 50
Een en vijftigste jaargang
Over Boeken!
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer letters naar plaatsruimte.
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043
Gebrand?
PUROL bluscht de pijn!
lil!
i
I
ffïl
blad verschijnt eiken
ijdag. Prijs per kwartaal
1,80; met Geïllustreerd
ndagshlad ƒ1,375, franco
post ƒ1,65 15 ct.
p. kosten.
De Burgemees-er van Tholen, maakt be-
I, dat in Januari a.s. voor den dieusl-
:hi moetea worden iugeBchreren personen,
geboren zijn in 1916.
7oor de aangifte ter inschrijving zal in
bijzonder gelegenheid worden gegeven ter
tneentesecreiarie op Vrijdag 4 Januari 1935,
voormiddags van 1011 uur.
Voor nadere bijzonderheden raadplege men
aanplakbiljetten.
fbolon, 13 December 1934. 16
Burgemeester en Wei houders van Tholen
ken bukend, dat tegen Donderdag 20
cember 1934 gelegenheid bestaat tot aan-
voor ruimiug van privaatpuiten,
den voormiddag van dien dag zullen
ierven. enz. opgehaald worden.
Tholen, den 13 December 1934. 8
Als je zoo'n oud, vergeeld boekje
handen krijgt getiteld „Mengelingen
Proza en Poëzie", tnet de ondertitel
oor deugdzame en leergierige kin-
ren", dan kan ik mij zoo levendig
lorstellen, dat in dien z.g. goeden
iden tijd de kinderen niets voor
zen voelden, dat „Brave-Hendrik-
rlóe" moet hen al gauw verveeld
bben en zoo groeiden er geslachten
©slachten op, die niel geleerd
tdden dat lezen een genot en ver-
jking beteekent.
Het is moeilijk voor ons, wier
inderen het eene boek na het audere
rslinden, dat in te denken en toch
ireek ik slechts van één generatie
THOOLSCHE COURANT
Advertentiën van 1 tol 4
regels 75 ct.; iedere regel
Bij abonnement aanmerkelijke
PUBLICATiËN.
INSCHRIJVING
VOOR DEN DIENSTPLICHT.
Voor ons evenwel, rijst de tegen-
stelde moeilijkheid. „Mogen wij dan
aar toelaten, dat de kinderen wil
keurige verhalen te hooren krijgen?
een, wij moeten toezicht oefenen
p de schrijvers van verhalen en de
aede toelaten, de slechte verwerpen",
it las ik ja, waar denk u dal ik
itlas? Ineen modern paedagogisch
jdschrift? Of in een verslag over
opvoedkundige lezing van pro-
issor Zus of Zoo, die de aandacht
ïl vestigen op de zoo noodzakelijke
ileclie der kinderlectuur? Zeker,
at zou heel goed mogelijk zijn!
Gelukkig hebben na Nellie v. Kol,
pionierster op dat gebied, velen
ich geroepen gevoeld de aandacht
vestigen op de goede en geschikte
inder- en jeugdboeken, daar zij allen
J vertuigd waren, dat de groeiende
inderziel beter het schoone en mooie
t bouwstof gegeven kan worden,
an (de) minderwaardige, sensatio
nele prullen.
Maar als ik nu vertel dat de hier
boven aangehaalde zinsnede van Plato
fkomstig is, die van 427347 vóór
Ihristus leefde, dan dringt het tot
ns door, dat deze juiste opvatting
■ver het wel of niet toelaten van
willekeurige verhalen voor onze kin
eren, langzaam, ja te langzaam tot
iet menschdom doordringt. Jan
gthart heeft het zoo ontroerend
nooi gezegd: „In ieder kind bloeit,
til verborgen, een wonderbloem",
tan ons moeders, vaders en opvoe-
ers, de taak om deze wonderbloem
al haar schoonheid tot bloei te
alen komen, aan ons om in de ver-
chillende perioden leiding te geven,
s'eem nu b.v. de boeken over Indianen,
loeveel strijd is er gevoerd over het
el of niet laten lezen van dergelijke
ensationeele verhalen.
Voorop dient gesteld te worden,
lat jongens en ook vaak meisjes van
13jaar, zelfs ouder, dikwijls dol
:ijn op deze lectuur; zij zijn er niet
if te houden, zij moeten geweldige
tvonturen beleven, zij moeten een
litweg vinden vooral hun ontwakende
Tiergie, hun behoeften aan avonturen
groote belevingen.
In dien tijd is het dan ook dubbel
ïoodig leiding te geven, daar hun
mverzadigbare behoefte aan sensa-
Dtv«
tioneele verhalen tot gevolg zou
kunnen hebben, dat ze alle Indianen
boeken gingen verslinden en het is
juist daarop, dat ik wijzen wil.
Een enkel Indianenboek, is m.i.
zelfs noodzakelijk, maar het kwaad
zit in het eenzijdige verslinden van
niets anders dan zulke grove, ruwe
lectuurdat moet smaak bedervend
werken. Al geeft Aimard in zijn
werken veel juiste land- en volken
kunde, dank zij zijn langdurig
verblijf n de prairiën dat neemt
niet weg, dat het onjuist is de in
eigen land vaak mislukte blankeD als
helden voor te stellen in hun strijd
tegen de Roodhuiden; ja, niet alleen
als dappere helden, maar bovendien
als bijzondere geluksvogels, als on-
kwetsbaren, die alle waaghalzerijen
ten zegen worden.
Zulk goedkoop succes levert het
leven, ik zou zeggen, gelukkig niet
op. Ook wordt het gekleurde ras in
deze boeken altijd als minderwaardig
gebrandmerktnobele eigenschappen
schijnt het niet te hebben, en het
lijkt maar het best de gekleurden uit
te roeien, al wonen zij op den eigeu
geboortegrond, en al zijn de held
haftige, thuis jammerlijk mislukte
blanken, de indringers.
Karl May is niets beter en al vind
ik zij n eerste boeken, zooals Winnetou,
echte jongenskost en kunnen onze
jongensin hun honger naar avonturen
zeker enkele van zijn eerste boeken
lezen, voor te veel van deze ongezonde
sensatie-lectuur dient gewaarschuwd
te worden. Onze kinderen willen en
móéten „helden" vereerenvelen
zoeken nog steeds de vechthelden,
die in ontelbare geschiedkundige
verhalen verheerlijkt zijn; de kinderen
zijn nog in de periode van strijd en
verdediging, de hereditaire belasting
eischl zijn aandeel op en daardoor
kunnen zij nog niel weten, dat zich
niet verdedigen, dikwijls hooger kan
staan en oneindig moeilijker kan
wezen dan in opstand te komen en
het zwaard om te gorden.
Dit alles ligt nog buiten hun be
vattingsvermogen daarom laten wij
hun in dien tijd een goed Indianenboek
lezen. Wij leven daarbij mee; wij
praten met hen over de helden uit
die verhalen en wij vlechten zoo ter
loops ons oordeel er doorheen en
vertellen van andere helden, b.v. een
Pasteur, dieontelbaremenschenlevens
redde, of wij geven hun één der
werken van Albert Schweitzer in
handen. Bovendien kunnen wij een
greep doen uit de nieuwste jongens
boeken, waarbij zelfs „aanbevelens
waardige" Iudianeuboeken zijn, wat
ik van de werken van May en Aimard
zeker nooit zal zeggen.
Zoo spelen ook de jongensboeken,
die een historisch verhaal geven of
een historischen achtergrond' hebben,
in tijden van ruwere zeden en ge
woonten, zoodat het onmogelijk is in
dergelijke lectuur vechterijen en
oorlogen met al zijn gruwelen en
gewelddaden uit te schakelen. Het is
ook bij kinderlectuur niet zoozeer
de stof waar het om gaat, als wel de
manier, waarop de stof behandeld
wordt.
Zoowel sport, folklore als techniek
wordt in de jeugdboeken op boeiende
wijze bewerktjammer genoeg ldfcen
de meisjes over 't algemeen veel te
weinig van dergelijke lectuur, de 13-,
14-jarige kiest zich al bij voorkeur
een verhaal met 'n happy end uit,
want dat het „goed afloopt" is een
uitgesproken eisch van en vóór hen.
Zoo'n jong ding tusschen mal en
dwaas, die geregeld mijn welvoorziene
bibliotheek met haar bezoek vereerde,
slaakte eens de verzuchting: „Wat
heb je tegenwoordig toch een mooie
boeken, ik vind het alleen zoo dood
jammer dat het altijd uit is als het
juist zoo fijn wordt; nooit hoor je
eens hoe het verder met ze gaat".
De „ze" zijn natuurlijk de „hij"
en „zij" van het happy end. Ik had
geen moed, nóch den lust haar jong
idealisme te verstoren. Waarom zou
ik haar aan het vragen brengen,
waar in het leven al die zielsgelukkige
verloofden blevenwaar toch ter
wereld deze menscben te vinden zijn,
die beweerden het groote geluk ge
vonden te hebben
Wat toch is het doel van veel te
leurgestelde ouderen, om de jeugd
vooral zooveel mogelijk van de ellende
te vertellen, die hun vast en zeker
te wachten staat, terwijl nog nooit
één mensch geweten heeft wat komen
en gebeuren zal. Ik vertroebelde
haar geloof en verwachting in de
toekomst niet en al vind ik een
noodgedwongen happy end in roman
en film uit den bouze, voor de jeugd
lijkt het mij beter het uitzicht op
hel ideale mogelijk te houden.
Wij moeten niet vergeten dat het
lezen en het verslinden van dergelijke
boeken, één der vele wegen is om
gedurende de puberteitsjaren hun
vaak vage en onbegrepen gevoelens
te realiseeren. Hun verlangen naar
het goede en het schoone, het streven
naar het ideale, het wakker worden
van altruïstische gevoelens, dit alles
is toe te juichen; bij goede leiding
kunnen deze opbouwende gedachten
veredelend werken.
In mijn jeugd hadden vele moeders
dealleszins prijzenswaardige gewoonte
om met haar kinderen plaatjes en
prentjes te bekijken, er wat bij te
vertellen of voor te lezen. Zoo'n
kwartiertje of half uurtje gaf dan
zoo'n innige huiselijke, gezellige sfeer,
waarvoor juist kinderen zoo gevoelig
zijn. Er ging ai een juichkreet op
als moeder de twee af drie prenten
boekjes van de plank nam; de stoelen
werdeu vlug bijgeschoven, de jongste
kroop op moeder's schoot en ziet,
daar werd opgevoed, daar werd iets
bijgebracht in den besten zin van
het woord, zoo ongedwongen en
prettig, zoo rustig en eenvoudig, dat
het telkens weer een genot, ja een
hoogtepunt van den dag werd.
Ik zou willen aanraden om deze
boekjes, waaruit door vader en moeder
wordt voorgelezen buiten bet bereik
van de kleuters te houden; dat ver
hoogt de waarde, dat maakt ze beslist
meer aantrekkelijker, dan wanneer
ze op elk willekeurig oogenblik van
den dag deze boekjes tot hun be
schikking zouden hebben.
Het is een vaststaand feit, dat de
eene afbeelding heel wat meer van
het begrip van een kind eischt dan
het andere, daarom is het zaak datgene
te geven wat bij een bepaalden leeftijd
past. Ook is het zaak geen lectuur
aan de kleintjes te geven waarinéén
der figuren, die hen lief is, gekwetst
wordt. Een vader b.v., al is het dan
ook een varkens vader, die met zijn
kinderen uit wandelen gaat en dan
in het bosch in slaap valt, waardoor
de onbeschermde kindertjes nu allerlei
vreeselijke avonturen beleven, vind
ik verkeerd gezien. Vader is voor
hen een zorgzame, liefdevolle figuur
en daar elk kind de verhalen, die hij
hoort of leest, op eigen milieu over
brengt, voelt ge wel waarom dit of
dergelijke voorstellingen fout zijn.
Als ik het zoo over prentenboeken
en leesboeken voor onze kinderen
heb en over de eventueele uitwerking,
dan lijkt u dit alles wellicht zeer
overdreventoch is het mijn vaste
meening, dat het van jongs af bij
brengen van goede platen en goede
lectuur veel vérstrekkender kan wezen
dan door ons kortzichtige volwassenen
is te overzien. Hun gevoel voor
schoonheid voor kleur en lijn, kan
door het zien van guede illustraties
ontwikkeld worden terwijl degewoonte
„goede" boeken te lezen de smaak
verfijnd.
En dan het vóórlezen Moeders en
vaders, weet ge wel hoeveel opvoed
kundige waarde dat heelt, maar
vergeet dan nooit dat alleen het beste
van het beste zich in het gezin leent
tot vóórlezen en her-lezen.
Een boek om uit voor te lezen
6 43959
moeten we een strengen maatstaf
aanleggen, want juist door het voor
lezen spreekt een boek veel sterker,
blijft hetlanger nawerken dan wanneer
een kind een boek zelf leestdan
vliegt het over vele dingen heen.
Daarom dienen die boeken met zorg
gekozen te worden; ze moeten een
voudig zijn en toch moet er „sfeer"
in zitten, met gedeelten die verheffend
zullen werken, die zonder preektoon
van opvoedende kracht zullen zijn,
bovenal waar idealisme en liefde uit
spreekt.
Zulke mooie, opbouwende en toch
boeiende voorleesboeken liggen niet
bij tienlallen voor 't grijpenmen
moet ze zoeken en ik geef u de ver
zekering, dat u er dan heel wat meer
tegen komt dan tien jaar geleden.
Leert uw kinderen Jezen, genieten
van boeken, zulk een bezit vertegen
woordigt blijvende waardegeen
crisis kan het verminderen noch te
niet doen
W1LLY BOSCH—JESSE.
Prolessor Fryda's requisitoir tegen
de devaluatie. Restrictie en bevol-
kingsrubber. De Indische begroo-
ling voor 1986.
M*andagavund heeft prof. dr. H. FryJa,
te Amsterdam voor het departement Gro
ningen vso de Nederlaodscbe Mij voor
Nijverheid eo Handel een rede gehoodeo
overGoud, geld eo crisis, welke zoo
belangrijk was, dat wij er hier zoover
als eeu beknopt overzicht dit toelaat
van willen sprekeD.
Prof. Fryla, eeu van onze meest voor
aanstaande economen trekt in de eerste
plaais van leer tegen alleD, die hnn heil
in devalnatie meeneo te kannen vindeo:
de landen, die tot devaluatie zijn over
gegaan, hebben toen zij dit deden, bet
wereldvertroQwen een hoogst ernstige slag
toegebracht, de devaloarie breekt slechts
af, wat bestaat: Voor zulk een afbraak is
bet thaDs, minder dan ooit de tijd.
Woensdag vertrekken onder leiding van
kapitein ter zee, de Brayue onze mari
niers naar het Saargebied, zolks iü aan
sluiting aan bet verzoek door den Vo'-
keobond aan onze regeering gericht. Als
bemiddeliogsofficier is kapitein W. A. J.
Roelufseo naar Geiève vertrokken. Wij
meenen, dal onze regeering met het storen
van manschappen uit het keurkorps der
mariniers een goede keuze heeft gedaan.
Een ieder, die onze mariniers weieens
aan het werk heeft gezien, zal moeteo
toegeven, dat wij met deze mannen in
het buitenland een zeer goed fignor zullen
slaan. Onze beste wenscheD vergezellen
hen, die zijn uitgekozen om de eer vao
ooze weermacht in den vreemde hoog te
honden.
Naar aanleiding vau de restrictie en de
bevolkingsrubber hee:t de directeur van
binoenlandrcb bestoor conferenties gehad
met alle gewestelijke bestuurshoofden over
de besteding van het ontvangen oitvoer-
recht.
De gewestelijke bestuurshoofden wildeD
dit geld in het bijiouder aanwenden voor
groote welvaartswerken. In principe be
staat hiertegen geen bezwaar. Alleen zal
er voor moeten worden gezorgd, met bet
oog op de goede stemming onder de bf-
volking dat de gelden iu de eerste plaats
aangewend worden voor verlichting der
lasten waarvan de bevolking voortdurend
not kan trekken.
Een belangrijk pnot van onderwerp was
ook het vaststellen van het zoogenaamde
westelijk qootom, d i. het aandeel in het
algemeen Nëterlaadsch-Iodisch qaotum
aan bevolkingBrnbber. Om onb'1 ijkheden
te voorkomen zal ieder qaotum naar
dezelfde maatstaf worden beoordeeld.
De besprekingen hebbeD tot positieve
resultaten geleid. Bet is den directear
ccuier geolukeu dal iu Zmü-Sumalia eu
Ëorueo geen individueele restrictie moge
lijks is. De toekeoDiog vao de indivi-
dueele quota zal worden gebaseerd op een
7oorloopige telling van rnbberboomeD.
De gouverneur-generaal heeft aan de
hoofden der departementen de richtlijnen
gegeven voor de vaststelling van de be-
grooiiog van het jaar 1936. tJieroii blijkt
dat ook in het jaar 1936 nog verder
moet worden bezoinigd, al werd ook
erkend, dat op verschillend gebied het
proces vau diep-ingrijpende en breed-
opgezette bezuinigingen als afgesloten moet
worden beschouwd.
De geweldige daling in de belasting-
opbreogsi, in 1926 aaugevangeD, bleek
tot stilelaod te zijn gekomen, wat op
zich zelf eeo verblijdend verscbijosel mag
worden genoemd.
Bel budget over 1936, zal aan op
brengst vaü middelen ongev. f 250.000.000
beloopeo. De eenigsta conclusie hieruit
te trekken, is, dat men de tering nog
meer naar den neriog zal moeten zetten,
en het cijfer der zuivere gewone aitgaven.
dat voor 1935 nog op f 800.000.000 kan
worden geraamd, terog te dringen tot
ODgeveer f 250.000.000, eoodat verdere
toeueming van schold wordt voorkomen,
Zooals bekend kan het rijk na voor
stichting van arbeiderswoningen aan de
gemeenten rentedragende voorschotten
verstrekkeo, teneinde de gemeenten in
staat te stellen aan particuliere bouwers
gtlileeuiogen te geven onder verband van
tweede hypotheek, waarvao de rente voor-
loopig 4 °/Q zal bedrageD. Biermede is
de weg uaar het goedkoope exploiieeren
van arDeiderswoniogen geopend. Voor de
met rijks voorschot geboawde vtreeuigiugs-
en gemeentewoningeo, is haarverlaging op
mime schaal mogelijk gewordeD, wat in
deze tijden van loonsverlaging, waardoor
meoigeen gedwongen is siin uitgaven te
beperken, niet anders dan een aitkomst
mag worden genoemd. Bet ware daarom
te wenschen, dal ook maatregelen getrof
fen werden, die huurverlagiüg voor oudere
vereenigiogs- of gemeentewoniDgen welke
eooder ry kavoorschotteo zijn gebouwd,
zouden mogelyk maken. Wellicht, dat een
deel der beschikbaar gekomen gelden voor
deze wooiogeo kanuen worden aaogewend.
De voorzitter van de Japansche delegatie
beeft het voorstel van zijn lapd aan zyu
Nederlandscben collega te Batavia over
handigd. Hoogst waarschijnlijk zal de Ne-
detlandeche delegatie reeds 14 December
vaD antwoord dieoeu. Het is te verwachteu
dat Nederland onmogelijk geheel aan de
wenschen der Japanners tegemoet kan
komeu. Mocht dit zoo zijo, dan is hiermede
het eerste stadinm der onderhandelingen
als geëindigd te beschoowen en is ons
pessimisme ten aanzien vau deze onder
handelingen jnist gebleken.
Te'a-Gravenhage is Woeosdag overleden
Arnold Spoel. Bij was een populair va
derlander, die in zijn vruchtbaar leven
onnoemlijk veel voor den volkszang heeft
gedaan.
Bet spoorwegpersoneel heeft een groote
vergadoriog tegen de laatste loonsverlaging
gehondeD. Dat de heeren niet inzien, dat
er in een bedrijf, waarvan de balaDS een
nadeelig saldo van niet minder dan byoa
27 millioen golden aanwijs», bij de hoog
noodige bezuiniging ook zij eeo veertje
moeten latei» I
Groote successen voor den
Volkenbond. De resolutie in
het Zuid-Slavisch-Hongaarsch
gesch I. Norman Angell en
Arthur Heuderson krijgen den
Nobelprijs voor den vrede.
Er zijn nog altijd menscben, die
van den Volkenbond ook het on
mogelijke willen eischen. Toen Japan
in Mandsjoerije zijn zin doorzette,
ondanks den Volkenbond, meenden
velen daarvoor het instituut te Genève
te kunnen laken, terwijl toch een
ieder objectiefe beoordeeler onmiddel-