WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
Geeft
boek
een
IrWm
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
FIRMA J. M. C. POT
ASPIRIN
rijdag 30 November 1934
No. 48
Een en vijftigste jaargang
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043 prH'«rmind.n„.
Welk Boek?
het beste dat ge kunt doen
Wij hebben een mooie sorteering in prachtband
Boekhandel - Tholen
hh
)t- -
THOOLSGHE COURANT
t blad verschijnt eiken
•ijdag. Prijs per kwartaal
),80; met Geïllustreerd
ndagsblad ƒ1,376, franco
r post ƒ1,65 15 ct.
jp. kosten.
Advertentiën van 1 tot 4
regels 75 ct.; iedere regel
meer 175 ct. Grootte der
letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke
VT
tai
Een vraag, die er onschuldig uitziet,
aar waaraan toch meer vast zit
n men op het eerste gezicht mis-
hien denkt. Drie kwart van de
inpersdragen haar op het voorhoofd,
mneer zij een boekwinkel binnen-
eden. En het is niet alleen de taak
n den boekhandelaar en zijn be
enden haar van Uw voorhoofd af
lezen, maar haar zoo goed mogelijk
beantwoorden daarenboven.
Voor den oningewijde lijkt dat
»arschijnlijkeen beetje vreemd, doch
lden gaat een boekenliefhebber
n boekwinkel, binnen met voorop-
K] zette bedoelingen ten aanzien van
je stgeen hij zich wenscht aan te
95 haffen Somsbeeft hij zich als excuus
n of ander noodzakelijk studie-werk
het hoofd gezet welk mensch
ordt gaarne op zijn hartstochten
trapt? maar meestal trekt hem
n ik- weet-nieGwat binnen de muren-
°9; m het boekenparadijs.
Vandaar, dat.de boekhandelaar, die
artoe in- de gelegenheid is, er in
tn regel voor zorgt een rustig hoekje
den winkel voor hem te reserveeren,
>dat hij naar hartelust rondsnuffelen
zich oriënteeren kan.
Welk boek? Dat is een vraag
iarop een rechtgeaard boekenlief-
ibber niet dadelijk een afdoend
twoord verlangt te ontvangen. En
•ing hem vooral geen antwoord op,
shij er niet om vraagt, want daarmee
derft ge onder omstandigheden
n heele plezier. Hij wil ingelicht,
iórgelicht worden, maar hij begeert
•lstrekt niet, dat gij hem de beslissing
t handen neemt. Wie handschoenen
sokken koopt, zal misschien blij
ja, wanneer de ijverige verkooper
met een paar overtuigende
oorden van een moeilijke keuze
ïtslaat.
Doch boeken zijn nu eenmaal voor
i meesten onzer iets anders dan
ikken en handschoenen. Doeken
trmen een bij uitstek persoonlijk
ïzitvandaar dat wij ze slechts door
volstrekt persoonlijke, d.w.z.
slfstandige keuze tot ons eigendom
innen maken. Wat hier geldt voor
si koopen van boeken voor zichzelf,
'Je 'engtzijn eigenaardige moeilijkheden
et zich-bij bet koopen van boeken
>or anderen.
Er is geen moeilijker maar ook
enschooner geschenk dan iemand
;n boek te geven. Niet: zoo maar
1 in boek, maar een boek, dat den
e igiftigde naar men vermoeden
ag persoonlijk aanspreken zal
in boek dus, dat hij waarschijnlijk
ilf ook zou hebben gekocht. Door
ien geschenk kan men beter uit
zij
'ukking geven aan de liefde en de
34 43899
zelf van poëzie hield, en ten tweede
juist tot de dichtkunst van Boutens
een bijzondere neiging had getoond.
In den regel zullen wij daarom
juist bij het koopen van boeken voor
anderen de. hulp van den boekhan
delaar niet kunnen missen, want hoe
breed ons. gezichtsveld ook in dezen
mag. zijn,, het zal maar al te vaak
voorkomen, dat wij op een bepaald
boekengebied niet voldoende thuis
zijn om met oordeel te kunnen kiezen.
Dan moeten wij een beroep doen op
de ervaring van den boekhandelaar,
die door ziju.dagelijkschen omgang
met deze materie geacht kan worden
in staat te zijn ons de gewenschte
gegevens te verstrekken.
Wee den boekhandelaar, die hierbij
alleen ziet op zijn eigen belang en
niet in de eerste plaats rekening
houdt met de belangen van zijn klant!
Ik herinner me nog hoe het vroeger
de gewoonte was, bepaalde boeken,
„weg te werken", die men met een
(te!) groot getal had ingeslagen. Niets
vermoedende klanten werden er mee
gelukkig gemaakt, doch ik ben ervan
overtuigd dat deze „handelspolitiek"
zich op den duur behoorlijk gewroken
heeft. Een zichzelf respeeteerend
boekverkooper doet zooiets tegen
woordig echter niet meer. Hij weet
te goed, dat boeken verkoopen iets
anders- is dan het aan den man
brengen van kunstzijde of sajet.
Door twee omstandigheden is de
vraag: welk boek? in de laatste jaren
in toenemende mate van belang ge
worden, ongeacht het feit, of men
voor anderen of/en voor zichzelf ge
woon is boeken te koopen: 1e. er
zijn veel meer boeken aan de markt
gekomen dan vroeger het geval was;
'2e. het boven de- onmiddellijke le
vensbehoeften beschikbare inkomen
heeft bij de meesten een sterke ver
mindering ondergaan.
Beide factoren maken de boeken-
keuze van bijzonder gewicht. De
aanzienlijk toegenomen boekenpro
ductie heeft de keuze op zichzelf
bemoeilijktde gewijzigde economi
sche omstandigheden hebben daaren
boven de gelegenheid tot het doen
van een keuze aan een sterke beperking
onderworpen. Feitelijk is de toestand
dus zoo gewordenmen heeft ruimer
keuze, doch men is minder vaak in
staat om een keuze te doen.
In aansluiting hiermee is de rol
van de letterkundige critiek als be
trouwbare voorlichtingsdienst van
grooter beteekenis geworden (door
alle dagbladdirecties wordt dit helaas
nog niet in voldoende mate ingezien)
en is tevens ook de positie van den
boekhandelaar toegenomen in cultu
reel gewicht. Zijn invloed op den
verkoop van het boek, die grooter is
dan men waarschijnlijk denkt, maakt,
dat hij veel doen kan, zoowel ten
goede als ten kwade van de cultureele
ontwikkeling van ons volk. Hij kan
zich inspannen het goede boek tot
de lezers te brengen en hij kan zich
ook drijven laten op zijn comraercieele
mogelijkheden zonder zelf positief
cultuur-vormend op te treden.
Hijo kan, met andere woorden,
genoegen nemen met een kwantitatief
behoorlijken omzet, zonder zich re
kenschap te geven van de kwaliteit
van hetgeen hij bereikt heeft. Doch
indien hij dit niet doet en hem ook
de ideëele zijde van zijn beroep ter
harte gaat, dan is hij één der meest
beteekende figuren bij de oplossing
van de vraag: welk boek?
In een tijd als deze, waarin het
boek als geschenk zeer veler belang
stelling heeft, is het misschien wel
eens goed de aandacht te vestigen
op de mogelijkheid eener samenwer
king van boekenliefhebber en boe-
kenverkooper. Wij hopen, dat uit het
vorenstaande duidelijk gebleken is,
dat deze mogelijkheid heel wel voor
verwezenlijking vatbaar is. Dij de
moeilijkheden, waarvoor de vraag:
welk boek? ons plaatst, is dikwijls
de hulp van den deskundigen boek
verkooper onontbeerlijk.
En nu willen wij in het kort nog
iets zeggen over de vraag zelf. „Welk
boek zullen wij lezen?" beteekene
nimmer alleen maar: „welk boek
zullen wij leeiien?" Het leenen van
boeken is een noodzakelijk kwaad,
dat men daarom zooveel mogelijk
binnen de perken moet houden. Wie
zich eraan gewent boeken te leenen
(vooral als dit niet strikt noodzakelijk
is), raakt op den duur zijn persoon
lijke houding tegenover de boeken
kwijt. Hij kanbeternaareeninrichting
van vermaak gaan dan een boek
lezen, want hel lezen heeft dan voor
hem zijn dieperen zin verloren.
Het is geworden een happen en
snappen naar wat (toevallig!) actueel
is, een achterna jagen van hetgeen
„men lezen moet". Doch daardoor
heeft het boek zijn essentieele waarde
ingeboet. Het is niet meer geschikt
om ons tot geestelijk voedsel te strek
ken, hetis gelijk een maag-bedervende
lekkernij geworden.
Welk boek? kan een richting ge
vende vraag in ons leven beleekenen.
Want het goede boek brengt ons
een schat aan geestelijken rijkdom
in een arme wereld. Wat dit inhoudt
weet een ieder, voor wie zich de
wereld van het boek ontsloten heeft.
Hij is een ander geworden dan hij
was, toen het boek nog „een gesloten
boek" voor hem was. Doch nu het
zich heeft geopend, is het hern dui
delijk geworden, hoeveel hij tevoren
heelt gemist en hoe blind en achteloos
hij tot nog toe door het leven is gegaan.
Wie de verborgen schatten van
het goede boek heeft leeren ontdek
ken, wordt niet moede het te prijzen
in al de variëteiten, waarmede het
in de boekwinkels ligt geëtaleerd.
ROEL HOU WIN E.
tl
Al "WstXT'l
De pleidooien voor het Haagscbe
gerechtshof in de procedures tegen
de petroleum-maaltchappijen over
de goudclausule. Ëen verklaring
van de Nederlandsche en Skandi-
navische regeeringen over de ge
zondmaking van de internationale
scheepvaart.
Lang na het middernachtelijk uur
kwam een auto van Antwerpen naar
Tilburg te Goirle in botsing met een
aldaar staand huis, vermoedelijk door
het al te ruim nemen van een bocht,
zoodat de achterwand van den wagen
als het ware werd weggescheurd.
Een der inzittenden bleek reeds dood
te zijn, toen er hulp kwam opdagen,
vier anderen werden min of' meer
ernstig gewond. Zoo eindigde op
droeve wijze een vroolijk begonnen
auto-tochtje, waarbij ons de opmer
king van het hart moet, dat de on
gelukken de dooden- en de gewon-
denlijst iederen Zondag wel heel lang
is. Wij weigeren hierbij aan een
toeval te gelooven, doch zijn over
tuigd, dat in tal van gevallen het
speciale geval te Goirle kunnen wij
natuurlijk niet beoordeelen het
drankmisbruik door den chauffeur
van den wagen een groot deel van
de schuld draagt der droeve lijst van
Zondagsche auto-ongelukken.
Het Internationale ijafeest op de
kunstijsbaan te Amsterdam is door
ongeveer 5.0U0 kijklustigen bijge
woond en was een succes voor de
wereldkampioene Sonja Henie, die
als een vlinder over de baan zweelde.
Later is de wedstrijd tusschen twee
ijs-hockey elftallen door België met
4—0 van Nederland gewonnen. Wij
hebben werkelijk bewondering, wat
de instelling van het sportfondsenbad
in tal van plaatsen heeft weten te
bereiken, waar vaak de stedelijke
machthebbers in gebreke zijn ge
bleven overdekte zweminrichtingen
op te richten. Nu de opening van
de Amsteidamsche kunstijsbaan zoo'n
groot succes is geworden, wagen wij
de onderstelling, dat het in tai van
andere groote plaatsen ook wel tot
oprichting van dergelijke kunstijs
baan zal komen. In hoeveel gemeen
ten als overdekte zweminrichtingen
door de instelling Sportfondsenbad
zijn geslicht, is ons op het oogenblik
alweer ontgaan, maar deze appel
smaakt naar meer en de Nederlander,
die op de schaats een ander mensch
is, zal ook weldra op de kunstijsbaan
in onze groote steden zijn hart kun
nen ophalen, te eerder daartoe be
reid, nu de laatste winters weinig
goed berijd baar ijs hebben geschonken.
Van schaatsenrijden naar zwemmen
is in dezen modernen lijd een heel
gewoon iets, wij zwemmen tegen
woordig midden in den winter en
wij rijden schaats midden in den
zomer. Te Dusseldorf heeft het Rot
damsche sportmeisje, mejullrouw
Mastenbroek, het wereldrecord voor
100 Meter rugslag, dat met een tijd
van 1 min. 18,2 sec. op naam stond
van de Amerikaansche zwemster
Eleancre Holn, gebracht op 1 min.
16,8 sec. waarvoor wederom een
wereldrecord op den naam van een
Nederland meisje is gebracht. Wij
wenschen Rie Mastenbroek geluk met
de manier, waarop zij er in is ge
slaagd de Vaderlandsche naam ook
in net buitenland hoog te houden.
Nu wij toch zoo midden in de
sport verzeild zijn geraakt, kunnen
wij tevens wel even in herinnering
brengen dat de heer A. C. Montfoort
van den Haag het nationale scherm-
kapioenschap, op de floret heeft weten
te veroveren welk kampioenschap
was uitgeschreven door den Konink
lijken Nederlandschen Amateur-
schermbond. Het mooie van het be
haalde kampioenschap is wel, dat de
heer Montfoort met 10 gewonnen
partijen ongeslagen aan het hoofd
van alle deelnemende schermers staat.
Voor het Haagsche gerechtshof zijn
de pleidooien gehouden in de proce
dure tegen de petroleum-maatschap-
pijen over de goudclausule. Op Don
derdagmorgen vangen de replieken
aan, zoodat het misschien beter ware
tot dien dag te wachten met aan de
standpunten van eischeresse en ge
daagde de noodige aandacht te wijden.
Bij het geheele geding schijnt men
al te veel te vergeten, dat de oor
spronkelijke houders der 40.000.000
Dollar obligaties hoofdzakelijk waren
Amerikanen en dat eerst later na
het dalen van den Amerikaanschen
Dollar tal van obligaties door
Nederlanders in New-York zijn opge
kocht, die ze daar met den hoog-
genoteerden Nederl. Gulden voor
betrekkelijk weinig guldens konden
bemachtigen,omdat de Amerikaansche
Dollar bezig was ineen te maken.
Nu deze nieuwe bezitters de obligaties
is hun bezit hebben gekregen, vragen
zij aan de petroleum maatschappijen
betaling in Dollars van Fl. 2.48 die
is g°eA«.hadel'l^
t "\en sieL le verdrage
heeftJuin2. HeL:Lchappen
ikelescn def
,S ,~WaPPen
ei?r^taPnger-
i 2ebrul^,..(,
lelijk bi.lfk
Sijkbl.iH
mei Oranjeband en Bayerkruis
Reeds(Jiu ouders gebruikten het
26 43929
te New-York niet meer bestaan. Zelf
hebben zij voor die Dollars naar een
bedrag van Fl. 1.48 of wellicht iets
meer gegeven, zoodat men kan be
grijpen, dat de Koninklijke en
Bataafsche er niets voor gevoelen
de speculeerende Nederlanders dat
douceurtje te geven.
De gezanten van Nederland, Noor
wegen, Denemarken, Zweden en
Londen hebben gezamenlijk een be
langrijke verklaring in de kwestie
van de internationale scheepvaart
gepubliceerd. Hoofdzaak van die ge
meenschappelijke verklaring is wel,
dat pogingen moeten worden gedaan
teneinde te geraken tot afschaffing
of beperking van de officiëele sub
sidies aan de scheepvaart. Eerst als
men zoover zal zijngekomen, heeft het
zin alles in het werk te stellen de inter
nationale scheepvaart weer overeind
te helpen.
Alles wat men voor dat oogenblik
zal probeeren, moet noodgedwongen
lapwerk blijven. Het is goed hierop
de aandacht te vestigen.
Er is een tijd geweest, dat N. G.
Pierson de groote econoom van
Nederland was, professor, staats
man van beteekenis, hoofdfiguur van
de Nederlandsche Bank en minister
van financiën. Uit die dagen dag-
teekenen de papieren, die nu aan de
universiteit-bibliotheek te Amsterdam
zijn geschonken, ingevolge een be
schikking van de thans ook alweer
overleden weduwe van den oud
minister, mevrouw Pierson-Waller.
Het belangrijkste stuk van de
geheele verzameling zal wel zijn het
dagboek dat Pierson heeft bijgehouden
van 12 September 1881 tot zijn dood.
Daar er tal van papieren bij zijn
van recenten datum zal de geheele
verzameling eerst over 30 jaar voor
het publiek toegankelijk zijn. Maar
dit doet Datuurlijk niets af aan de
belangrijkheid van deze schenking,
die te zijner tijd wel een nieuw licht
zal werpen op het politieke ens taat-
kundigestreven om financieëlenieuwe
denkbeelden in de belastingwetge
ving te brengen.
Terug gekeerd van zijn reis door
Sumatra heeft de directeur van
binnenlandsch bestuur, de heer van
Lith, een en ander mede gedeeld
over zijn plannen, ten aanzien van
de individueele restrictie voor de
bevolkingsrubber. Men wil den uit
voer van natte rubber, die de Singa
pore tot een marktwaardig product
werd verwekt, nu trachten tegen te
gaan en door aanschaffing van rook-
huizen en rubbermangels de bevol
kingsrubber in marktwaardigen toe
stand laten uitvoeren. Later zal dan
de quota voor aanbouw en uitvoer
worden vastgesteld in verhouding
van de gemiddelde cijfers over de
jaren 1925 en met 1933. Een begin
is gemaakt, moge het einde aan de
verwachtingen beantwoorden.
Verschenen is het voorloopig rap
port der paleis-raadhuis-commissie,
die moest onderzoeken, ol het Paleis