WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
Vrijdag 6 Juli 1934
No. 27
Een en vijftigste jaargang
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer Es*''naar plaatsruimte'
T TI„- BIJ abonnement aanmerkelijke
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043 pr|J»">"i"wtiering.
HOOFDARTIKEL.
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken
Vrijdag. Prijs per kwartaal
/"0,80; met Geïllustreerd
Zondagsblad ƒ1,37®, franco
per post ƒ1,05 -f- 15 ct„
disp. kosten.
PUBLICATIËN.
De Burgemeester van Tholen brengt ter
algemoeue kennis, dal de Kiezerslijsten voor
de afdeeling Groot- en Klein-bedryf der
Kamer van Koophandel en Fabriekeu voor
Westelijk Noord-Brabant van 1 Juli tot en
met 14 Jnli ter inzage liggen op hot Bnreau
der Kamer, Seeligsingel 4, Breda, en voor
zoover betreft de kiezer9 in dc gemeente
woonachtig op de 3ecretarie dezer gemeente.
Tot en met 14 Juli a.kan een ieder
verbetering \«n do Kier.eralgat vragen op grond,
dat hijzelf of een ander in stiijii mot do wet
daarop voorkomt, niet voorkooH of verkeerd
is geplaatst Dit verzoek moet in tweevoud
w rden ingediend bij bet. B»»r<» JjrKitWA
-Seeli"8ingel 4, Breda.
ItJor verzoek om vorbetering eu de hierop
genomen besF-sing der Kamer worden ter
inzage gelegd op het t>mczn der Kanjer en
ter 3ecretarie der gemeente, waarin gevestigd
is de handelszaak, waarbij degene, wien het
verzoek betreft, betrokken is.
Tholen, 30 Juni 1934. 25
K0STEL00ZE INENTING.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
der Gemeente Tholen maken bekend dat op
Woensdag, den 11 Juli aanslaande, des mid
dags te 12 ure, de gelegenheid zal zijn
opengesteld tot KOSTELOOZE INENTING
en HERlNENTING van de ingezetenen, die
zich daartoe in het gebouw van ile openbare
lagere school aanmelden.
Tholen, den 5 Joli 1934. 18
De Burgemeester van Tholen doet bij deze
openbare mededeeliug van het overigden
van ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID
PRINS DER NEDERLANDEN.
De buitengewone Staatscourant van 3 Juli
1934 no. 126a bevat het volgende
Het heeft God behaagd Mijn beminden
Echtgenoot tot Zich 'e roepen. Hg is heden
middag zacht en kalm plotseling ontslapen.
Mei groote droefheid geel ik daarvan kennis.
Ik ben overtuigd dat allen dealen in
Mijn smart en die van Mijne Dochter.
WlLHBLMlNA.
Tholen, den 5 Juli 1934. 19
De Burgemeester voornoemd,
A. J. VAN DER HOEVEN.
SullYagettes mét uitdagende regen
schermen, eindeloos debatteerende
vrou wenkiesrecht-voorstandsters enz.
zij behooren reeds lang tot de in
ventaris van een verleden tijd.
Daarentegen heeft de „vrouw van
heden" begrepen, hoe zij zich als
gelijkgerechtigde kameraad naast den
man kan stellen. Toen de oorlog van
alle vrouwen ter wereld zulke on
eindige offers verlangde, toen jonge
meisjes in munitiefabrieken moesten
werken en op den locomotief zelfs
den man aflosten toen scheen de
vrouw werkelijk nader te zijn gekomen
tot haar uiteindelijke bestemming.
Gelukkig heeft men in dit opzicht
thans een meer nuchtere gedachten-
gang gevolgd. In alle landen ter
wereld en in sommige landen zeer
sterkheeft men de vrouw in een
nieuw daglicht gesteld: de Vrouw als
Moeder.
Desondanks zullen er nog wel eenige
vrouwen met een sterke persoonlijk
heid zijn, die mannelijke arbeid niet
schuwen. Miss Jane Batten is één
van die vrouwen het is een jonge
Nieuw-Zeelandsche pilote, die haar
vlucht om den halven aardbol (En-
geland-Australië) in den recordtijd
van zestien dagen volbracht. Miss
Jane Batten heeft haar bewonderens
waardig succes letterlijk aan het
noodlot ontworsteld. Hoe dikwijls is
zij niet met haar vliegtuig onzacht
neergekomen? Hoe dikwijls trokken
de doktoren niet een bezorgd gezicht,
wanneer de jonge vliegster weer zwaar
gewond in het hospitaal werd gebracht!
Doch telkens beproefde Miss Batten
het opnieuw. En toen de Prins van
Wales haar onlangs een volwaardig
vliegtuig schonk voor haar toekomstige
vluchten, stond haar plan onomstoo-
telijk vast: Alle bestaande records
op het traject Engeland-Australië
moesten door haar gebroken worden 1
Zij is het eenige meisje, d.at zich door
geen tegenslag laat ontmoedigen».
En dan te weten, dat Miss Batten
vijf jaar geleden nog een onbekende
leerlinge van het conservatorium was
en urenlang Chopin instudeerde. Of
zij haar droomen omtrent; een. kun
stenaarsloopbaan ooit zou kunnen
verwezenlijken, was zeer d.e vraag.
Doch zij werd gedreven door een
geweldige eerzucht, en zoo gewende,
zij zich aan de eentonige melodie der
vliegtuigmotoren. - Zoo liet zij
Chopin in desteek om de menschheid
fëQitiiuLtify.te
vluchten.
De mensch is. geneigd om vorsten
en andere hooggeplaatste, personen
te benijden om hun rijkdom en hun
macht, om het enkele feit, dat zij op
den voorgrond staan bij gebeurtenissen
die voor altijd in de wereldgeschie
denis vermeld zullen worden. Denken
wij bijv. aar. Prins Michael van Roe
menië, de zoon van Koning Carol en
de toekomst e vorst, die ook in het
verleden re- Js op den troon heeft
gezeten, toen zijn vader in balling
schap verkeerde en zijn moeder als
regentes voor hem optrad.
Sinds den terugkeer van zijn vader
heeft de wereld weinig meer van
hem gehoord. Hoogstens heeft men
eens gelezen, dat hij om niet te
dik te worden voor zijn jeugdigen
leeftijd dagelijks veel aan sport
moet doen en dat Koning Carol er
uit den aard der zaak veel waarde
aan hecht, dat zijn zooa een uitste
kende opvoeding ontvangt.
Deze Prins Michael nu is plotseling
een der rijkste Balkanvorsten ge
worden. De weduwe van een hoog
geplaatst Roemeensch diplomaat, die
den kleinen prins om zoo te zeggen
het alphabet heeft geleerd, vermaakte
hem haar vermogen, dat op 80.000
Pond Sterling wordt gesohat. In 1942,
wanneer hij meerderjarig is, zal hij
intusschen eerst de erfenis mogen
aanvaarden en ook dan slechts, wan
neer de beheerders van het vermogen
(Koningin Helena en Koning George
van Griekenland) hiervoor hun toe
stemming geven.
Intusschen gaat de prins door met
zijn sportieve ontwikkeling; als bokser,
roeier en looper maakt hij reeds nu
een uitstekend figuur. Nu zullen nog
veel meer menschen hem benijden,
want het is op den Balkan natuurlijk
als een loopend vuurtje rond gegaan,
dat hij zoo onverwacht een groot
vermogen heeft geërfd.
(Nadruk verboden).
Prina Hendrik overleden. Drui-
venkuur te Soheveningen.
Prins Hendrik is niet meer. Op
nieuw is een schaduw gevallen over
ons Koninklijk Huis, in welks be
proevingen het Nederlandsche volk
warm zal deeleu. Wij gedenken dank
baar, hoe hij zijn leven, dat zich
naast dat van de draagster van de
Kroon eenigermate op den achter
grond had te bewegen, naar zijn beste
krachten getracht heeft nuttig te
maten in het algemeen belang. Hier
willen wij nog een episode daarvan
in bijzonderheden weergeven.
De Gemaal der Koningin is steeds
doordrongen geweest van het besef
dat zijn hooge positie hem in staat
stelde kracht en luister bij te zetten
aan de behartiging van bepaalde
volksbelangen. Want niet alleen dat
hij groote belangstelling toonde voor
alle gebeurtenissen in het openbare
leven. Hij beeft ook op menig gebied
een arbeidstaak gezocht. Reeds zijn
vorstelijk presidium leidde er ertoe,
dat vooral op het gebied van hulp
verleening in het algemeen een mede
werking werd verkregen, die anders
niet licht zou zijn verkregen, maar
de prins vatte zijn eigen werkzaam
heid ook met nauwgezetheid op.
Daarbij heeft hij in den omgang
met zijn medewerkers altijd vaneen
eenvoud blijk gegeven, die hem de
sympathie van allen, die tot hem in
betrekking stonden, deed verwerven.
Zoo ongedwongen als hij zich dik
wijls op bijeenkomsten bewoog, waar
hij b.v. zelf wel eens de kopjes thee
ronddeelde en uit een doos met
taartjes presenteerde, zoo vergat hij
ook niet de laagst geplaatsten ouder
het personeel in zijn dankbetuigingen
te noemen.
Officieel vertoon weerde hij zoo
veel mögeiijk af. het water of op
de wandeling zag* mèn"«C2?
dan eens in een sportpak met korte
broek en een pet op. Met iedereen
op zijn beurt onderhield Ij ij zich.
„Wat is dat een aaugenaam bezoek
geweest", kon hij dan met voldoening
zeggen, toen hij eens op Wieringen
was geweest, „zoo rustig, niet voort
durend zoo'n volte van menschen.
Eu wat is dat eiland het was toen
nog een eiland mij meegevallen
een vruchtbare bodem, zichtbare
welvaart, ook in het uiterlijk eu de
kleeding van de menschen".
Vele vereenigingen in den lande
hebben den steun van deu Prins
ondervonden, maar hekend is vooral
zijn werk voor het Roode Kruis,
waarvan hij sedert 1908 voorzitter
was.
Reeds voor den oorlog was het
hoofdbestuur onder leiding van den
Prins werkzaam geweest om verbin
tenissen voor noodzieken-inrichtingen
aan te gaan. Toen de oorlog uitbrak,
moest alles worden ingericht en ge
reedgemaakt, hetgeen tot gevolg had,
dat al spoedig over 550 gebouwen,
over 225 gemeenten verdeeld, kon
worden beschikt. Het geld voor al
de daarmede gemoeide uitgaven werd
door plaatselijke collecte opgebracht.
De Prins maakte in die dagen den
eenen inspectietocht na den anderen
en vertoefde gedurende de eerste
dagen van den oorlog ook in Maas
tricht na het eerste treilen tusschen
de Duitsche en de Belgische strijd
macht, van welke partijen gewonden
in de noodziekeninrichtingen waren
opgenomen.
Ook een informatiebureau voor
krijgsgevangenen en geïnterneerden
heeft het Roode Kruis daarna inge
richt. Aan de uitwisseling van Duit
sche en Engelsche gewonden, die te
Vlissingen per trein uit Duitschlaud
en per boot uit Engeland werden
overgebracht, is voortdurend mede
werking verleend. De Prins bleef
nergens achter met zijn belangstel
ling.
Na een langdurige rustperiode
heeft op die wijze het Nederlandsche
Roode Kruis onder voorzitterschap
van den Prins een nieuw tijdperk
van bloei beleefd, niet het minst door
de onverflauwde toewijding van hem,
die zijn functie niet als een eere-
post heeft beschouwd.
En niet alleen binnen onze gren
zen heeft men daarvan de vruchten
geplukt. De taak van het Roode
Kruis heeft zich ook tot andere landen
uitgestrekt. Zoo ook tot onze over-
zeesche gewesten in het Oosten. Toen
in 1914 daar de pest heviger dan
ooit woedde, heeft de Prins, die des
tijds in het buitenland was, telegra
fische opdracht gegeven aan den
toenmaligen ondervoorzitter om de
diensten van het Roode Kruis aan
den minister van koloniën aan te
bieden. Het hoofdcomité stelde voor-
loopig een bedrag van f25.000.
beschikbaar en trad met de Indische
ambtenaren in overleg om op grooter
schaal gelden bijeen te brengen. Een
bedrag van f250.000.werd inge
zameld en er konden vier ambulan
ces worden uitgezonden. Aldus werd
gehandeld in den geest van het Ivo
ninklijk besluit van 1909, dat een
schrap had gehaald door den eisch,
dat het Roode Kruis zich in vredes
tijd zou bepalen tot voorbereiding
van hetgeen in oorlogstijd van hem
gevergd zou worden en dat de ver-
eenigiog machtigde en zelfs voor
schreef om met kracht smart en
nood in binnen- en buitenland te
helpen lenigen.
Zoo is aan ons publieke leven een
figuur ontvallen, die daarin menige
gaping zal achterlaten.
üp de Pier te Scheveningen is
Zaterdag een nieuwigheid ingetreden.
Te Badeu-Baden, Meran en elders
in builenlundsche badplaatsen bestaal
al sinds jaren de „druivenkuur". Deze
beslaat in het eten van druiven of
in het. drinken van het uitgeperste
sap. Het zijn niet allemaal patiënten*
bij" dé Piesten zal het wel om de
lekkere versTaï>iT*uf 1<T. oer* ziju'
maar de baddoktoren, ui2 uYe
op weten als hel in de kfaam Yan
de badplaats te pas komt, schrijven
aan de druivenkuur ook stellig ge
neeskracht toe voor verscheidene
kwalen. Dus zijn er ook patiënten,
die met de toewijding, aan kuur-
gasten eigen, hun druivenkuur waar
nemen.
Het voorbeeld had de kweekers in
het Westland allang aangelokt en
sedert een paar jaar hebben wij ge
regeld van plannen gehoord qm ip
ons land ook zooiets te beginnen.
De crisis is daar natuurlijk niet
vreemd aan. De Duitsche markt is
door de invoerrechten en de deviezen-
moeilijkheden vrijwel gesloten en
Engeland kan ook niet meer dezelfde
hoeveelheden opnemen als in de dagen
van voorheen.
Hierdoor zijn de kweekers, met
den Bond Westland, hun centrale
organisatie, aan het hoofd, op de
gedachte gekomen, dat zij vroeger
de binnenlandsche markt wel vyat al
te veel als bijzaak beschouwd hebben.
Nu ziet men allerwegen de propa
ganda aan den gang om het afzet
gebied in het binnenland te ver-r
grooten. Dit is des te meer noodig,
omdat de productie in het West
land nog steeds toeneemt. Want
wel heeft men het bouwen van kassen
stopgezet, maar de jonge boomen,
die men destijds geplant heeft, be
ginnen nu groot te worden en meer
en meer vrucht te dragen en dit
jaar is de opbrengst dan ook
alweer een millioen kg. mee? dan
verleden jaar.
Er moeten dus nog heel wat meer
druiven gegeten worden dan reeds
het geval was, om het Westland door
zijn voorraden heen te helpen. En
hierom is men er dan toe overge
gaan op Scheveningen ook een proef
te nemen met de druivenkuur. Hoe
het woord „kuur" moet worden op
gevat kan reeds uit het bovenstaande
over druivenkuren in het buitenland
worden afgeleid. De kuur is volstrekt
niet bedoeld als monopolie voor zieke
menschen, die er trouwens naar
Scheveningen niet veel komen. Het
mikken is veel meer op de groote
massa van de gezonden, wien
zoo heeft men gedacht een nieuwe
versnapering niet onwelkom zal zijn.
Natuurlijk kon dat initiatief alleen
succes hebben als de plek, waar men
begon, er uitermate geschikt voor
was. Nu, daarmee is men dan wel
gelukkig geweest.
Hiller is zijn tegenstander voor
geweest. Von Schleicher, Von Papen
en Von Hindenburg. Von Papeo's
positie onhoudbaar. De revolution-
naire gisting gebluscht Kente
ringsverschijnselen.
De berichten uit Duitschlandvormen
slechts een ruwe en onvolledige
schets van gebeurtenissen, waarvan
de inhqud nog moeilijk te bepalen is.
Uiterlijk is hetgeen gemeld wordt,
duidelijk genoeg. Hitier is zijn tegen
standers voor geweest. Zijne geheime
staatspolitie heeft goed werk gedaan,
in zijn soort bewonderswaardig werk,
omdat zij te doen had met tegen
standers, die de techniek van dat
werk niet minder goed kenden, dan
zijzelf.
Wat gemeld is, werpt reeds licht
op het verleden. Allerlei ge
ruchten krijgen nu hun bevestiging.
Men heeft verteld, dat tot de „vacantie"
van Roehm en de Sturn-Abteilungen
(S.A.) besloten was in den krijgsraad,
die Hitier met de leiders van de
Rijksweer gehouden heeft op zijn
hekenden tocht met een oorlogsschip
naar de noordelijke wateren.
Deze geruchlén hebben nu hun
bevestiging en hun verklaring ge
vonden. Men heeft ook gesproken
van relaties tusschen generaal von
Schleicher en den radicalen vleugel
van'S* benevens van een groots
activiteif v'Z ^generaal. Dit leek
ongeioot'elijk, maar wotuv-
ook weer bevestigd door het naakts
feit van zijn dood.
Dat deze groote al te groote
tacticus zich zou hebben gewaagd
aan een avontuur, dat zoo groote
kansen van ontdekking en zoo zekere
kansen van mislukking had als men
het nu achteraf zal toekennen, heeft
zekeF nadere verklaring noodig. Wij
kunnen die slechts vinden in het
verleden van den generqal, in het
bijzonder in de politieke positie, die
hij als Rijkskanselier in December
1932 was gaan innemen.
Eens was hij de vertegenwoordiger
geweest van de „Herrenklub" en als
zoodanig een van de hoofdbewerkers
van het verrassende ontslag van
Van Brüning en van het overdragen
van de macht aan het conservaiieve
bewind van Von Papen. Toen Von
Papen naar zijn meening te zeer een
reactionaire koers was uigedreven en
al te onbewimpeld dictatoriale nei
gingen had vertoond, was Von Schlei
cher ook weer de bewerker van zijn
val geworden. Dat had den generaal
het vertrouwen gekost van de Herren
klub en van vele andere conservatieven
In de omgeving van den Rijks
president had dit reeds lang niet
meer bestaan. Toen hij later zelf ten
val kwam, zooals hij Brüning ten
val had laten komen, was het dit
wantrouwen „an hochster Stelle",
dat men gemobiliseerd had om hem
weg te krijgen. Von Schleicher was
tegen het einde van 1932 sterk ge
noeg geweest om zich zelf als Rijks
kanselier aan Von Hindenburg op
te dringen, Hij was niet sterk genoeg
om zich op dien post te handhaven,
toen men Von Hindenburg vaster
dan ooit te voren geloof had weten
in te boezemen in het zeker ver
zonnen verhaal, dat Schleicher van
plan was, op een geschikt oogenblik
met troepen uit den omtrek van Berlijn
'n staatsgreep te ondernemen, om
den Rijkspresident gevangen te nemen.
Teekenend voor deze djpgen is b^t
volgend verhaal, dat wij indertijd uit
betrouwbare bron vernomen hebben.
Von Schleicher was minister van
oorlog onder Von Papen. Op een
goeden dag komt in zijn departement
in de Bondslerstrasse te Berlijn pre
sident Von Hindenburg op bezoek.
Dit was een heel ongewoon feit, dat
haast ontsteltenis wekte. Von Hinden
burg ging rechtstreeks naar de kamer
van Von Schleicher. Deze wachtte af,
wat het bezoek te beteekenen had.
De president liet hem niet wachten.
Kwasie schertsend vroeg hij: „En
generaal, wanneer laat u de rijksweer
tegen mij oprukken
Von Schleicher schrok want hij
begreep bet gevaarlijke van de daar
uit blijkende intrige, die den president
tot hem had gebracht. De generaal
antwoordde dus ernstig en plechtig
„Her 'Feld marscha 11" (opzettelijk de
zen millitairen titel kiezend), „ik ben te
lang Pruisisch officier geweest om op
deze vraag be hoeven te antwoorden.